De Hond van den Soldaat. En het vermiste horentje rolde voor haar voeten op den grond1 „Stonte hond!" zei Moeder, terwijl zij in de deuropening der zitkamer etond. „Ik heb nog nooit gezien, dat hij dingen uit hui» wegsleept. Hij moet er voor gestraft worden. Haal de karwats eens, Leo Maar Leo bewoog zirb niet. ZijD blik bleef op Ria rusten en hij deed een stap achteruit, terwijl zii plotseling naar me neer Van der Toren liep, haar mond op de hoogte van het horentje hield en met duidelijke stem rei: ,,'t Is Carlo's schuld niet. Ik heb het in den tuin gegooid De groote menechen keken al hcei ver baasd. Ook meneer Van den Toren scheen Ria's woorden duidelijk Terstaan te heb ben Hij vroeg ten minste: ,,Wist je. dat je door mij dit te zeggen, de beloon mg morgen verspeelde V* Ria keek den cud en man met haar eer lijke oogen openhartig aan en antwoordde: „Ja meneer. Ik zou het eigenlijk liever niet gezegd hebben, omdat het voor Han- nie en Leo zoo vreeseliik sneu is. ,,'t Is mijn schuld en ik verdien natuurliik straf, maar zij niet Ze rullen het vreeselijk jam mer vinden, maar ik ik kon niet hebben, dat Carlo er voor geslagen werd." Meneer Van der Toren kuchte eens en er was ecD waas voor rijn oogen, toen hij Oom Piet aankeek. „Ik weet niet. hoe jij er over denkt Piet." begon hii; „maar ik ge loof. dat rij haar schuld reeds geboet heeft, door zoo miterlfik voor de waarheid uil ie komeo." Oom Piet deed een paar stappen naar voren en drie paar oogen waren vol span ning op zijn gezicht gericht, terwijl hij door het horentje tegen rijn ouden vriend rei „Wij zullen zorgen, morgenochtend tien uur bij u te zijn!" CHATTERBOX naverteld. In het begin van het jaar 1812 moest Jean Marie, een Fransche herdersjongen, als soldaat m dienst gaan. En dat wa9 in de dagen van Napoleon 1 geen kleinigheid! Jean Marie nam afscheid van zijn bedroef de ouders en vrienden, liep het huis en den tuin nog eens door en bracht een laatste bezoek aan de schaapskooi en haar bewo ners. Daarna ging hij met tranen in de oogen heen. Hij was noe niet ver weg. toen zijn hond, die Fairon heette, hem achterna Ü€p. Jean trachtte het dier aan ziin verstand te bren gen. dat het moest terugkeeren. Hii wees met zijn hand. terwijl hij ^ei: ..Naar huis, Fairon Naar huis, beste jongen 1" Hij lief koosde en dreigde het dier wierp ten einde raad zelfs een steen in zijn richting, al zorgde hij er wel voor, zijn trouwen vriend niet te raken, maar dit alles mocht niet batenl Het leek wel of de hond dacht: „Je gaat je in gevaar begeven en mijn plaats is bii je. Waar je ook heen gaat. zal ik je volgen". De loteling. die heel veel van zijn hond hield, was diep geroerd door de trouwe aan hankelijkheid van het dier. „Kom dan maar!" zei hij eindelijk. „Je zult mij aan mijn thuis herinneren, aan de boerderij en de schapen Als jij bij me bent, zal ik mij minder eenzaam en bedroefd voe len. Kom dan maar, oude jongen!" Faircm sprong van vreugde tegen zijn haas op en öchudde zijn ruige haren (hij was heeiemaal niet mooi!). Langzamerhand werd hij kalmer en liep hij tevreden en vergenoegd naast Jean Marie voort. Toen een paar dagen later de nieuw aan gekomen rekruten onder de oogen van hun Kolonel gedrild werden kwam Fairon op eens het exercitie-terrein opstuiven en liep hij al blaffende bijna zijn baas om ver „Wat is dat?" vroeg de Kolonel op stren gen toon. „Dat is een hond", antwoordde Jean be leefd. „Dat zie ik ook. Maar van w i e n is die hond?" „Van mij, Kolonel", luidde Jean'9 ant woord ..Hij heet Fairon Ik ben schaap- herdei en deze hond staat mij in mijn werk bij". 't Is lekker weer en het zonnetje schijnt Boer Joris en zijn trouwe hond Hector gaan samen een wandelingetje maken en eens kijken naar Lize, de mooie zwart-met-witte koe, die in het weiland loopt te grazen. Aan het model kan je zien, hoe Lize achter het hek staat en de boer en Hector er vóór blijven. 'k Geloof niet, dat het moeilijk is, zoo'n tooneeltje in elkaar te zetten. Zullen wij 't samen eens nrobeeren? We beginnen dan met de plaatjes en de driehoekjes over te trekken op dun, door schijnend papier. Alleen aan het model hoeven we niets te doen. Zoodra wij daarmee klaar zijn, plakken wij ons papier met teekeningen op dun carton en gaan wij de plaatjes kleuren. De koe moet wit en zwart worden en het gras, waarop zij staat, groen Het hek lijkt mij het aardigst bruin te kleuren, maar het gras op zij er van natuurlijk weer groen. En wat vinden jullie van een blauw pakje en een gelen hoed voor den boer? Zijn klom pen maak je maar extra wit, zoodat je goed zien kunt, dat Teuntje, zijn vrouw, ze keu rig blank geschuurd heeft. En Hector? Die is net al9 Lize zwart en wit. „En denk je, dat de Staat hem te eten zal geven?" „Dat zal i k doen. Kolonel. 3: zal nrljn rantsoen met hem deelen". ..Ik kan het niet toestaan" zei de Kolonel weer „Als ik het deed. zou elke soldaat in het regiment het een of andere lievelings dier kunnen meebrengen en zouden we een mooie verzameline honden, katten, pape gaaien en misschien wel apen krijgen 1 Geef je hond weg. verkoop hem. breng hem om het leven, doe met hem. wat je wilt, maar laat mij hem nooit weer zien. of het zal je slecht vergaan!" Jean Marie wist niet. wat hij doen zou. Als hij het bevel van den Kolonel overtrad, zou hij in allerlei moeilijkheden komen. Aan den anderen kant was hii niet in de gelegen heid het dier weg t€' geven of te verkoopen, terwijl het hem als een onvergeeflijke mis daad voorkwam het te dooden. Plotseling bedacht hij echter een middel, dat hem uit de moeilijkheid zou redden- hij bond den hond vast in een ongebruikte loods. Eiken avond sloop Jean naar zijn gevan gene om hem voedsel te brengen Hij sprak tegen hem en zei. dat hij een goede, verstan dige en vooral rustige hond moest zijn. En het leek werkelijk, alsof Fairon de waar schuwingen van zijn meester begreep: hij hMd zich heel kalm. al moet zijn gevan genschap moeilijk te dragen zijn geweest Fairon zou echter spoedig weer in vrijheid gesteld worden, want daar de Keizer den Als we nu alles netjes gekleurd hebbei gaan we de plaatjes en de driehoekj secuur uitknippen, 't Zou wel aardig slaa als je de ruimte tusschen de latten van h hek wegknipte. Als het echter te moeilijk i moet je 't liever laten. Zie dus zelf ma: eens wat je doet. Vouw nu het kleine stukje rechts van koe op de stippellijn naar achter om en d< ook zoo met het gras naast het hek. I reepjes van de vier hoekjes vouw je evci eens op de stippellijn naar achter om. II grootste driehoekje dient om den boer st vig te laten staan. Hector krijgt ook ee steuntje, terwijl de koe en het hek er oc nog ééntje aan den linkerkant bij nood hebben. Je hebt zeker al begrepen, dat smalle reepjes der driehoekjes met gluto' bestreken en tegen de plaatjes aangeplal worden. Menigeen zal, als hij het tooneeltje zc kant en klaar vóór zich ziet staan, nog eer terugdenken aan den zomer, toen de koeie in de wei stonden en nog niet in den wa 1 men stal, waar ze in den winter ee plaatsje vinden. G. E. d. L. H. oorlog aan Rusland verklaard had. kre* het regiment van Jean Marie bevel tot de afmarech. Het verliet T. op een guren morgen i Maart. De lucht was donker en dreigend. <3 grond wit bevroren. Alles zag er even naai' geestig uit De- oudere soldaten waren em stig en stil. de jongere zongen liederei' doch hun steramen sloegen over of 9lierve 9cms plotseling weg. Allen wisten maar fE te goed. dat velen hunner niet terug zoude keuren van deze reis. Misschien was het eenigf gelukkige 9chej sel van hen allen Fairon. Het dier was bli 1 dat het weer in vrijheid gesteld was. H< rende heen en weer sprong daarbij als ee E dollen blafte luid. Zijn leven was nu nic meer in gevaar. Onder de vele honden di het regiment volgden en om de kookpottei»1 van het kamp heen kwamen snuffelen, tro hij niet bijzonder de aandacht. De KoIojt' had niet het geringste vermoeden dat zij bevelen niet gehoorzaamd werden. BoveD I dien was bij nu van geheel andere zaken ver i vuld. Het moedige dier maakte den geh€«elei Russischen veldtocht mee. Het deed zij! li intocht in Smolensk en wel op de hielei van Napoleon. Met den neus in den wic< o liep het door de straten van Moskou. Toen kwam de ontzettende terugtocht u Uitgehongerd en verkleumd opgejaagd dool l de Kozakken en achtervolgd door de wolveE sleepten de ongelukkige Fransche soldalt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 14