DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. LANGS GLIBBERIGE WEGEN 69!te Jaargang LEIDSGH DAGBLAD, Dinsdag 20 November 1928 Derde Blad No. 21070 GEMEENTERAAD v. LEIDEN. KERK- EN SCHP01NLEHWS. rRheumatiek Kloosterbalsem J FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). 6o Voorstel in zake het verleenen van een extra-ondersteuning in de Kerstweek aangehuwden, kostwinners en alleenslaan- de personen, die door het Burgerlijk Arm bestuur of door den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken worden ondersteund. (2:0) Door den heer Baart is hierbij volgend voorstel gedaan: De Raad verzoekt B. en W., dat deze zich zullen wenden tot het bestuur van de Stich ting de Leidsche Hout met het verzoek, ook aan de daar in dienst zijnde arbeiders een Kerstuitkeering te verstrekken van 25 pCt. boven het verdiende loon. De heer BAART verdedigt dit voorstel nader, gelet op het lage loon der. daar t© werk gestelden, al is dit door een brand- stoffenbon iets verhoogd. Door het slechte weer is het loon zelfs al geen f. 20 meer. De heer BOSMAN acht het voorstel Baart overbodig Degenen, die daar werken, zijn en blijven z. i. werkeloozen. die van zelf vallen onder de regeling, door B. en \V. voorgesteld. Wethouder GOSLINGA moet den heer Bosman deze illusie ontnemen Uitkeering in geld boven het vastgestelde beding zou de rijkssubsidie in gevaar brengen en dat mag niet. Heil in het voorstel Baart ziet hij daarom niet. De heer Baart zou evengoed kunnen voorstellen alle menschen die slechts f. 20 verdienen, een subsidie van 25 pet. uit te keeren. De heer HUURMAN is het met den heer Bosman eens, dat deze menschen feitelijk nog behooren tot de werkloozen Gaat het niet om geld te geven, kan het dan niet in |natura? Hij is er voor deze menschen dit extraatje niet te onthouden. De heer PARMENTIER is tegen dit ver zoek, dat hem veel te ver gaat; anders kan de raad iederen werkgever wel zoo'n ver zoek kunnen doen. Overigens meent spr, dat het juridisch wel mogelijk is deze uitkee ring te geven, desnoods in natura. De heer WILMER meent, dat hierover niet lang gesproken behoeft te worden. De wethouder heeft alleen geconstateerd, dat het rijk uitkeering in geld niet toelaat, heeft zich niet geuit tegen de bedoeling op zich zelf. Is het niet mogelijk, een uitweg te vin den? Spr gelooft van wel: de heer Huur man wees reeds den weg. Stemming over het voorstel Baart acht hij. zelfs overbodig. De VOORZITTER stelt voor, dat het col lege van B en W. in overleg zal treden met het Bestuur van den Hout om te over wegen of te handelen is in den geest van het voorstel Baart, dat hij gaarne daarom zag ingetrokken. De heer BAART wil in deze omstandighe den zijn voorstel wel terugnemen. Z. h. st. wordt het voorstel goedgekeurd. 7o Voorstel tot het voeren van verweer tegen den eisch door J. van der Veen Vonk tegen de gemeente ingesteld, ter zake van schade door hem geleden bij den brand in perceel Oegstgeesterlaan 22a. (218) De heer SCHüLLER klaagt dat de raad later nooit iets meer verneemt van zulke zaken behalve een post voor rechtskundig advies op de jaarrekening. Hij vraagt daar om voortaan overlegging van kostenraming etc. Beter is soms een minnelijke schikking dan procedeeren. De VOORZITTER zegt, dat tegen overleg ging van de stukken geen bezwaar is. Even min tegen een kostenberekening. Z. h. st. wordt het voorstel goedgekeurd. 8o Verordening, houdende wijziging van de verordening van 27 Augustus 1923 (Gem.blad no 30), yegelende de heffing van eene belasting onder den naam van „Havengeld" in de gemeente Leiden. (219) De heer WILBRINK meent een techni sche fout te hebben ontdekt en vraagt op dit punt de commissie nog eens te hooren. De VOORZITTER acht dit het beste en zegt, dat B. en W. het voorstel thans terug nemen. 9o Voorstel tot het verleenen van eene jaarlijksche subsidie aan de afd. Leiden van de Vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden in Nederland. (212) De heer BAART is verheugd over dit voorstel doch hij vraagt of het niet aanbeve ling verdient dat van de zijde van B. en W. toezicht worde geoefend? De VOORZITTER zegt. dat B. en W. zeer de bedoeling van de commissie appre- cieeren. Hij zal echter voldoende op de hoogte blijven van den gang van zaken. De heer BAART dringt dan nog aan op het gebruik-maken door de gemeente van gemaakte werken. De VOORZITTER zegt, dat reeds in die richting is opgetreden. Z. h. st. wordt het voorstel dan goedge keurd. lOo Voorstel- a. in zake het toekennen van een sub sidie van ten hoogste f 2000 's jaars, aan de Vereeniging „Leidsche Belas ting-ophaaldienst te Leiden" en het waarborgen van de overstorting teil kantore van de Rijksadministratie van de door die vereeniging bij hare leden opgehaalde belastinggelden; b. tot vaststelling van den desbetreffen- den begrootingsstaat. (213) De heer WILBRINK maakt bezwaar tegen dit voorstel. Rijk en gemeente zullen belang hebbenden steunen, doch voor schade vraagt dit rijk borgstelling door de ge meente, hetgeen hij verkeerd acht. B en W. vragen bovendien geen post om zich voor schade te dekken. Wethouder GOSLINGA zegt, dat de voor stelling van den heer Wilbrink niet geheel juist is Het rijk staat op zichzelf afkeerig tegen particuliere ophaaldiensten, niet tegen gemeentelijke ophaaldiensten. Om den op haaldienst niet in gevaar te brengen en aandrang tot een gemeentelijken dienst te ontgaan, hebben B. en W. gemeend, de door het rijk gevraagde waarborg, die alleszins juist is. op zichzelf en die alleen geldt voor den tijd van ophalen tot het afdragen, dus voor één dag, te moeten geven. De regeling is bovendien zoo, dat van groote 9chade geen sprake kan zijn Het risico is tot een minimum terugbracht. De heer WILBRINK zal zich niet meer verzetten, na deze verklaring door den wet houder als is hij niet geheel tevreden ge steld. De heer SCHüLLER zegt, dat bij fraude de ophaler zijn borgstelling kwijt is, terwijl het ontbrekenden bovendien door verzeke ring wordt gedekt. Van eenig risico is dus geen sprake. Het voorstel wordt daarop z. h. st. goed gekeurd, llo Voorstel: a. tot beschikking van gelden ten be hoeve van de verbreeding van den Stationsweg Oostzijde, van den Sta tionsweg Westzijde en van den Rijns- burgerweg, alsmede van de algeheele vernieuwing van de bestrating; b. om Burg en Weth te machtigen tot overneming in eigendom van de voor tuinen of gedeelten van voortuinen, c. q. met bijbehoorenden bestraten grond van een 11-tal perceelen aan den Stationsweg en van het perceel Morschsingel 1; c. om Burg. en Weth. te machtigen tot overneming in eigendom van de stoepen of gedeelten van stoepen van een 9-tal perceelen aan den Stations weg, zoomede van een stukje grond nabij de Rijnsburgerbrug, behoorende tot het terrein van het Oude Acade misch Ziekenhuis. (214) Wethouder SPLINTER stelt voor dit punt nu terug te nemen, waar de Tramweg Mij. bereid is gevonden tot onderhandelin gen, ook in verband met asphaltplannen der Breestraat etc De heer WILMER zou gaarne nadere redenen willen weten, waarom wordt uit gesteld Asphalleering is toch z. i. geen reden voldoende. Op voorstel van den heer HUURMAN gaat de raad dan in geheime zitting. Na de heropening werdt tot uitstel be sloten, waarna de zitting werd gesloten. Nabeschouwing, Men zal begrijpen, dat na deze jongste raadszitting niet veel te overzichten valt. Reeds om vier uur was alles afgeloopen; 9. „Ik vind dat we allemaal een opknappertje behoeven", had moeder Oester gezegd, die er van hield, dat de familie keurig voor den dag kwam. En daarom waren vader, moeder, Oscar, Otto, Oesje en Oelie £p weg gegaan naar Krijn Kreeft, die voor den besten kleermaker van de gansche Diepzee kon doorgaan. 10. Nu is kleermaken onder zee heel iets andere dan kleermaken op het land. Meester Kreeft werkt veel minder met naald en draad, dan met.... verf en penseel, zooals jullie hier zien. Wel laat Kobus Krab de nieuwste waterproof- modestoffen even zien, Kobus is leerjongen bij Kreeft en een duchtige luilak ook (zegt de baas), maar vader Oester zegt: „Beschilder ons allemaal maar netjes hoor, dat is gemakke lijk, want de kleeren zitten altijd goed en je wascht ze terwijl je ze aanheM". Ja, vader Oester is een praktisch wezenl een prestatie op zich zelf voor den raad! Ware wethouder Goslinga niet totaal buiten de orde om teruggekomen op een oude, op zich zelf weinig om het lijf hebbende affaire, de zitting zou nog drie kwartier korter hebben geduurd. Bij deze onbelang rijke kwestie bleek nog eens weer ten over vloede, dat het een het ander uitlokt, zoo dat er, wi] herhalen geheel buiten de orde om, een „frisch" debat zich ontketende, dat bovendien gedoemd was tot onvruchtbaar heid. Waarom zullen wij er meer van zeggen? Dat de Kerstgave voor werkeloozen ook den aan 't werk zijnden in den Leidschen Hout ten goede diende te komen, och was daarover nog verschil van meening moge lijk? De gang van zaken geeft afdoende antwoord! Overigens spreekt bovenstaande genoeg voor zich zelf. PREDIKBEURTEN. VOOR WOENDAG 21 NOVEMBER. ALPHEN AAM OEN RIJN. Ned. Herv. Kerk (Julianastraat)Nam. 7 uur, ds. J. de Bruyn. LEIDERDORP. Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur (Bjjbelle- zffig), ds. H. Mondt. NOORDWIJKERHOUT. Nea .Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. P. Hof stede. OEGSTGEEST. Nea. Herv. Gem. (Irene en Lokaal v. Chr. Bei., H. Morsch): Nam. balfacht, Bijbellezing. NED. HERV. KERK. Zestal: Te Scheemda (vac. ds. Doren bos; (alphabetiscb): Joh. Aalbers te Wapser- veenJ. Boonstra te GietenM. van Leeuwen Pzn. te Winschoten; J. N. Sevenster te Olde. hove; W. P. Stratingh te Jorwerd en P. G. Vlieg te Grijpskerk. Beroepen: Te Ochtan, W. I. Mulder te Voorthuizen; te Hien en Dodewaard, J. Kals- hoven te Driewegen; te Haskerhorne, J. W. Lar.gkert te St. Oedenrode. Bedankt: Voor Vleuten, P. Warners te Nederhorst den Berg. GEREF. KERKEN. Be r o e p enTe Boven-Hardinxveld, J. O. Mulder, cand. te IJsselmonde-West; te Heem stede ,(P. C. de Bruijn te Apeldoorn; te Groote Lindt, W. Veder te Waddinxveen. Bedankt: Voor. Bussum (vac. A. J. Mul der), IJ. v. d. Zee te Amsterdam-West. CHR GEREF KERK. B edankt: VoorBaarn, J.Drenth te Broek op Langendijk. BE LEIDING VAN HET LEGER DES HEILS. Verschil van meen in q over de opvolfóno? Verleden week wisten de Engelscke cou ranten te vertellen, dat generaal Bramivoll Booth bij het klimmen der jaren meermalen als commandant had willen altreden, maar daarvan telkens teruggehouden zou zijn door den chef van den staf, commissioner Higgins. Wel zou de heer Booth nu zestien jaar go- leden den naam van dengene; dien hij als opvolger wênschte, hebben opgeschreven en het stuk in een gezegelde envelop hebben ge daan. Niemand dan de generaal zou hot ge. heim kennen,- en het stuk zou in de safe van zijn notaris zjjn verborgen. Intnsschen zou er volgens de „Daily News" een verschil van meening over de opvolging van den generaal zjjn ontstaan, en dit zou hebben geleid tot heit bijeenroepen van een vergadering van den Hoogen Raad (High Council) van het Leger des Heils. Uit alle deelen der wereld zullen dus hoofdofficieren van het Leger naar Londen moeten komen, en men verwacht dan ook, dat het „concla ve" niet voor Januari gehouden zal kunnen worden. Vier candidaten voor de opvolging worden genoemd: mevr. Bramwell Booth, de echtgenoote van den generaal, commissioner Catherine Booth, zjjn dochter, commandant Eva Booth, zjjn zuster die op weg is van New-York naar Londen en commissioner Higgins, de chef van den staf en voornaamste organisator. Elk dezer vier zou niet zelf naar de opvolging streven, maar door groepen van menschen met invloed in het Leger naar voren worden geschoven. De heer Higgins heeft Donderdagavond een verklaring gepubliceerd, waarin het bjj- eenroepen van den Hoogen Raad wordt ge meld, en die verder luidt; „Wjj betreuren den voortdurenden slechten gezondheidstoestand van gen. Booth zeer, maar intusschen zullen de werkzaamheden van het Leger daarvan niet den minsten in vloed ondervinden, daar de noodige maatre gelen voor het voortzetten dezer, in dfv ge- heele wereld reeds door den stichter van het Leger getroffen zjjn. Elke gedachtenwisseling over beweerde rechthebbenden op de opvolging is praema- tuur, zoo niet bepaald absurd. Er zjjn geen rechthebbenden of candidaten. Krachtens de bestaande werkwjjze van het Leger kan er pas een beslissing vallen wanneer de vaca ture inderdaad is ontstaan". RECLAME. De ware oorzaak van die ellendige pijnen, die ongeschikt mr.kcn voor eiken arbeid, is nog weinig bekend. Maar de ervaring heeft geleerd, dat massecren met Akker's Kloo-Uerbaisem in staat is. de pijn aanmer kelijk te verzachten. Gij behoeft niet oud te worden, voordat ge oud zljtl „Geen goud zoo goed' 1619 Niet officieel wordt intusschen gemeld, dai er in geval van een plotseling overladen van den generaal een „interregnum" zou komen, met commissioner Higgins als voor- ïoopig leider, „regent". De generaal is te Southwold, aan de kust van Suffolk, en zou het redelik maken. CENTRALE BOND INWENDIGE ZENDING In „Parkzicht" te Amsterdam ig de al- gemeene vergadering gehouden van den Centralen Bond voor Inwendige Zending en Chr. Philantropische Inrichtingen. Voorzit ter was ds. J. Groeneweg uit Doetinchem. Dr. J. Th. De Visser was wegens onge steldheid verhinderd aanwezig te zijn. Na de opening door den voorzitter kwam o.a. aan de orde de verkiezing van bestuurs leden. De aftredende bestuursleden werden allen herkozen. Op voorstel van het Moderamen werd het bestuur aangevuld met de heeren mr. B. de Gaay Fortman uit Amsterdam, ds. J. A. van Leeuwen uit Heemstede en W. F. H. van der Wart uit Ermelo. In het verslag van den secretaris, den heer A. J. Da Cosla, werd uitvoerig melding gemaakt van al die gebeurtenissen uit het afgeloopen jaar die in het leven van de vereeniging van belang zijn geweest. Het geeft een indruk van het uitgebreide gebied waarop de Bond werkzaam is. Daarna bracht de directeur, M. C. T. van Lennep, zijn verslag uit, waarin hij eenige beschouwing gaf over het werk van het Chr Sociaal Comité tijdens de Olym-. pische Spelen Van het oorspronkelijk plan een overzicht te geven van de werkzaam heden van het C. S C., is afgeweken, daar sprekers mede-secretaris van het comité, mr. dr. Van den Helm, op zich genomen heeft een uitgebreid rapport over het geheele ver loop van het werk op te stellen. Hij zag met groote voldoening terug op de ver- Door R. L. de W. *1) „Lola!" Bi] dien kreet had zij hem alleen een brief voorgehouden Werktuigelijk nam hij hem a*n Het was. dezelfde, die hij 's middags ge schreven en den concierge gegeven had om te posten. „Hoe... begon hij. „Ik ik kwam onverwacht terug." Zij fluisterde bijna. „Ik voelde dat er iets. Zij wankelde even. Wat zag ze doodsbleek. Zij was op het punt van flauwvallen. Met een snelle beweging klemde hij haar 1Q zijn armen. ..Mijn lieveling, mijn lieveling!" fluisterde tej hartstochtelijk; haar eenig antwoord *aren snikken, die haar heele lichaam ®chenen te scheuren en van één te rijten ..Maar waarom .waarom heb je. Zij hem aan haar onderlip trilde. ..Dat was toch beter dan l Veertigste Ar- "kei te worden?" vroeg hij schetsend. Even v'oog een glimlach over haar ge acht. Zij lag achterover in den grooten fauteuil; Beresford knielde naast haar. „Het was niet goed." zeid? ze. „Niet goed? herhaalde hij „Ja tegenover je vrienden; maar nu zal tech niet?" Nog steeds lag angst in haar oogen. „Laten we daar niet over praten," zei hij Vastberaden. „Ja. daar moeten we wel over praten," hield zij aan. „Dat moeten we. Je moet me beloven?" Hij zweeg. „Beloof het me," hield ze aan, voorover leunend en een hand op zijn schouder leg gend. „Geef me je woord er op, dat je het niet zult doen?" „Je begrijpt het niet" „Ja, ja, ik begrijp het wel," riep ze. „Je moet het me beloven, je moet. Ik voelde dat er iets was. Ik daarom ben ik teruggeko men. Je moet." Toen het eerste oogenblik van spanning voorbij was. vroeg Beresford zich af wat er gebeuren zou. Opeens herinnerde hij zich den brief. „Hoe heb je mijn brief gekregen? Ik had gezegd hem op de post te doen." „Hij is door iemand gebracht," antwoord de ze S Een rrrt op den schoorsteenmantel deed hem opkijken. De pendule stond op slag van twaalf „Lola. kijk eens op de klok. Jc moet hier niet langer blijven." „Mijn reputatie is weg," zeide ze faet een droef glimlachje „Ik zal je naar het hotel brengen." Zij schudde haar hoofd. „Lieveling je begrijpt het- niet." In zijn drift schudde hij haar. „Je kunt hier niet blijven het is twaalf uur." „Dat weet ik we! zeide ze bedaard. „Maar je begrijpt het niet," hield hij aan. „Ummm," zij schudde haar hoofd. „Toe. sta op en laat ik je je mantel om doen ik zal je wegbrengen Vastbesloten schudde zij haar hoofd. ..Maarbegon Beresford, en hield toen op. „Niet voordat je me beloo-fd hebt," zeide ze kalm. „Beloven," herhaalde hij, zonder begrij pen. Zij knikte. Even zweeg hij en toen, bedaard, met een stem die hij volkomen beheerschte, zeide hij: „Ik beloof, Lola, dat ik niets zal doen voor ik je weer gezien heb." „Hand er op?" vroeg ze, recht overeind komend. „Hand er op," herhaalde hijtoen lachten ze beiden „Ik heb feitelijk geteekend als tweede hof meester," zeide hij schetsend. „Geteekend 1" herhaalde ze met groote oogen. „Ja dat is een gekke geschiedenis," legde hij uit „Ik ben aan boord geplaatst als tweede hofmeester. Tallis maakte het in. orde!" „O!" Ze wendde zich van hem af en kroop in het verst* hoekje van haar stoel, haar ge zicht met haar handen bedekkend. „Lola wat is er; w'at scheelt er aan?" ,.0. ga weg ga weg," herhaalde ze, steed9 haar gezicht achter haar handen verber gend „Neen, je moet het me vertellen," hield hij aan. ..Wat heb ik gezegd, wat heb ik gedaan?" „Ik ik dacht dat je. Opeens drong de waarheid tot hem door. ...Ie dacht dat ik hij aarzelde. Zij knikte steeds met haar handen voor haar gezicht „Lieve hemel! en daarom begon hij. „O. wat heb ik gedaan? Wat heb ik ge daan?" kermde ze „Luister eens, Lola," zeide hij, bedaard naast haar neerknielend. „Vermoedelijk was het daar ook wel toe gekomen, als Tallis niet Ik heb je van hem verteld." Zacht deed hij haar handen weg, maar zij hield haar hoofd nog afgewend. „Begrijp je niet dat ik.. begon ze; toen opeens beet ze op haar lip om het ge- bibbrr te verbergen. „Nu moet je naar huis," zeide hij téeder, en morgenochtend moeten we praten. „Maar maar begon ze. „Beloof je me, dat je me morgenochtend te woord zult staan," zeide hij. „Zeg?" „Ja." fluisterde ze flauwtjes. Gedwee liet ze hem, haar mantel om doen en toen gingen ze naar de deur, zij steeds met neergeslagen oogen. „O, toe, probeer, het te begrijpen," fluis terde ze. Als antwoord bracht hij haar hand aan zijn lippen en samen gingen ze de deur uit. HOOFDSTUK XIX. De volgende morgen. Evenals de zomerzon ging lord Drewith laat naar bed, maar om geen rust te kort te komen stond hij later op Hij vond het beter, om het weer eeret gelegenheid le ge ven zijn plannen voor den dag vast te stellen Tegen twaall uur op den dag, volgend op Beresford's poging om zijn eigen toekomst te regelen waarschuwden een golving van de dekens en gemurmureer van af het kus sen Ho§£ins. dat zijn heer, met weinig animo, bezig was een nieuwen dag le be ginnen Hij zorgde er voor op zijn post te zijn. Na een minuut of vijf gemurmureerd en gescharreld te hebben, verhief Lord Dre with zich op zijn elleboog en keek om zich heen. Hoskins kwam een slap nader. „Hoskins, ik geloof dat je het met opzet .doet." Loom liet hij zich weer achterover in zijn kussens vallen. „Wat doen. mylord?" informeerde Hos kins met een stem zoo hoog, dat zij bijna oversloeg. „Zoo verduiveld vroolijk kijken," mom pelde Lord Drewith loom. „Waarom doe je dat?" Op Hoskins' gezicht weerspiegelden zich goedhartigheid en geluk, toen hij zijn hand naar zijn hoofd bracht om over zijn haar te strijken, een gewoonte van hem. „Ik denk. dat het komt, mylord, omdat ik geen zorgeD heb," zeide hij, meteen de vlucht nemend naar de badkamer, waar hij de kraan openzette en even later, de slaap kamer weer binnenkomend. „Ik zou wel eens willen welen hoe jij je zoudt voelen, als je twee duizend pond per jaar had. e*n titel en alle rijke meisjes van twee halfronden je naar je hoofd werden gegooid." „Ik zou het maar van den vroolijken kant opnemen mylord antwoordde hij. „Van den vroolijken kant! Lieve hemell hoe kan je daar een vroolijken kant aan ontdekken?" vroeg lord Drewith overeind komend en langzaam zijn armen rekkend achter zijn hoofd Hoskin9 keek zijn meester onverstoorbaar aan. Hij was gewoon aan die morgen-mono logen Onder zijn gelijken sprak hij er van „dat hij soms een beetje doorsloeg." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9