De begrooting voor Defensie.
DE 00LIJKE OESTERFAMILIE.
THERMOGÈNE
LANGS GLIBBERIGE WEGEN
g9ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 November 1928
Derde Blad
No. 21069
BINNENLAND.
In vele Landen
e Centrale
FEUILLETON.
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het 8ste hoofdstuk der
rgksbegrooting voor 1929 (Defensie).
Verscheidene leden betoogden, dat ook uit
deze begrooting weder niet blijkt van het
I bestaan van een ernstig streven naar bezuini
ging op militair gebied; in dit opzicht heeft
het Kabinet zich h.i. in het gjeheel niet ge
houden aan de Regeeringsverklaring van
Maart 1926, waarin het „voortgaande ver-
I sobering van de weermacht" in uitzicht stel-
I do. Zij verklaarden, ncast de nationale ontwa-
pening ook de internationale ontwapenig met
«•armte te z^jn toegedaan.
I Vele andere leden stelden hiertegenover,
dat hetgeen om ons heen gebeurt, in stede
I van te lokken tot nationale ontwapening ons
juist leert, dat inzake de vermindering van be
wapening het betrachten van groote voorzich
tigheid nog steeds geboden is. In dit opzicht
is, naar deze leden opmerkten, de Regee-
ririg reeds zoover gegaan als redelijkerwijze
toelaatbaar ia te achten. Zij vroegen of t.a.v.
I de vloot het toelaatbare minimum niet reeds
is overschreden.
Verscheidene leden wenschten te worden
[ingelicht omtrent het financieele voordeel,
I voorzoover de departementale kosten betreft,
dat de samenvoeging van de militaire depar-
I tementen heeft gebracht, alsook omtrent 's mi-
Bisters definitieve plannen inzake de concon-
I tralie der vliegdiensten.
Verschillende opmerkingen werden wedcr-
I om gemaakh betreffende de pensioenregeling.
lOok werd wederom aangedrongen op het in
I ruimere mate verleenen van feitelijken steun
laan de op wachtgeld gestelde militairen.
Zeemacht
Verscheidene leden verklaarden zich met
hel gevolgde marinebeleid niet te kunnen
vereenigen. Hun bezwaar gold voornamelijk
de richting, waarin dat beleid zich beweegt.
Wordt met den aanbouw op gelijke wijze ais
loans doorgegaan, dan zal, zij het op een later
tjjdstip, het zgn. halve minimum voor Indië
nagenoeg aanwezig zijn. Alleen zullen er in
plaats van vier flottieljevaartuigen twee ko
men. Wat de torpedojagers beireft, valt h.i.
hierbij nog in aanmerking te nemen 's mi
nisters uitspraak ten vorigen jare, dat naar
lijn meening na 1930 het aantal dier vaar
tuigen van acht op twaalf ware te brengen.
Volgens deze* leden komt duidelijk tot uiting,
dat het marinebeleid wordt beheerscht door
overwegingen, welke uitgaan boven de nieer
bescheiden doelstelling, die naar hun mea
ning na en door de verwerping van net >nt-
werp-Vlootwet noodzakelijk was geworden.
De hierbedoelde leden zouden hun stem moe
ten uitbrengen tegen eiken begrootingspost,
de zeemachü betreffende, welke er toe airekt
aar. de vloot een ander karakter te geven dan
da van een instituut van politietoezicht un
orrie-handhaving.
Verscheidene andere leden hadden even-
reei bedenking tegen 's ministers beleid, voor-
zoover dat de marine betreft. Echter gingen
can bezwaren in gansch andere richting.
Veei te weinig is naar hun meening voor
Eeuwen aanbouw uitgetrokken. Te veel
wordt geteerd op wat er is.
Uit alles blijkt, dat het streven naar zuinig
heid overheerscht, en dat het viootbelang
eerst in de tweede plaats komt. Deels als
het zóó groote belangen van Nederland en
Ipdie geldt, als hier het geval is, mag de
financieele politiek van het Kabinet niet de
Hes beheerschendet factor zijn.
Verschillende vragen werden gesteld, den
toestand van het materieel betreffend.
Sommige leden stelden de vraag, of bij de
oplf'ding van de a,s. zeeofficieren voldoen
de aandacht wordt besteed aan de sociale op-
Verscheidene leden verklaarden het op
prris te stellen, dat de minister inzake hel
vraagstuk van de reorganisatie der marine
werven geen stappen hee<ft gedaan, alvorens
to de gelegenheid te zgn geweest, zich van
het gevoelen van de Staten-Generaal daarom
trent op de hoogte te stellen. Zjj drongen er
aan, te overwegen of niet door over
weging van 'diensten en samentrek-*
king met andere instellingen op de kosten van
het mar.-6lablissement ie Amsterdam aanzien
lij k zou kunnen worden bespaard.
dommige leden- stelden de vraag, of bg de
manoeuvres der marine in het Zuiderfrontier
niet gebleken is van een belangrijk tekort
aan niaterieel
Gevraaga werd, of het juist is, dat de over
wegingen betreffende het overbrengen van
den dienst van het loodswezen naar het dep.
van Waterstaat, tot het besluit hebben geleid,
den thans bestaanden toestand te handhaven.
Inlichtingen werden verzocht insake denloods-
dienst te Zaandam. Bestaat werd gevraagd
het voornemen, dezen dienst naar Amster
dam over te brengen?
Landmacht.
Gevraagd is, welke indruk is verkregen van
de in den loop van het jaar gehouden oefenin
gen op grooter schaal, in het bgzonder wat
betreit de geoefendheid van de verschillende
yapens en den samenhang in de gevormde
oorlogst erbanden.
Verschillende leden vestigden er in dit ver
band de aandacht op, dat bg deze oefeningen
de bedenkelijke gevolgen zouden zijn aan hot
licht gelreden van den te vorigen jare geno
men maatregel van inkrimping van de paar-
deDsteikte der escadrons en voorts van de te
geringe aanvulling van het paardenmalerieel,
waardoor te oude en te veel versleten paar
den bij de cavalerie en de artillerie dienst blg-
ven doen. Gaarne zouden de hierbedoelde le
den te dezen aanzien nauwkeurig worden in
gelicht.
Verscheidene leden weaischten de herha
lingsoefeningen te zien afgeschaft Van ande
re zijde werd behoud dezer oefeningen strikt
noodzakelijk geacht
Verscheidene leden gaven als hun meemng
te kennen, dat het noodzakelijk is, onverwijld
maatregelen te treffen, welke een behoorigke
aanvul ing vai> het beroepskader waarborgen.
Verscheidene leden maakten bezwaar tegen
het bestaan van gewapende korpsen buiten het
legerverband, als de vrijwillige landstorm en
de bijzondere vrijwillige landstorm.
Opgemerkt werd, dat de invoering van dub-
belrangen in de vredesorganisatie geenszins
de voldoening heeft geschonken, welke de
minister bg» de behandeling der Staatsbegroo-
ting voor het loopende dienstjaar in uitzicht
stelde.
Verscheidene leden wezen op de zeer be
langrijke positie, welke bet verlofskader lang
zamerhand in ons leger is gaan innemen. Naar
hun meening is het leger thans volkomen af
hankelijk geworden van de geschiktheid van
het verlofskader voor de vervulling van zgn
oorlogstaak. Tegenover desbetreffende opmer
kingen werd bestreden, dat aan de opleiding
van het verlofskader niet genoeg aandacht
wordt besteed.
Verschillende leden gaven als hun meening
te kennen, dat te weinig aandacht wordt
besteed aan de uitbreiding van het
aantal vliegtuigen, welke te noodzakeigker is,
wiji bg de zeemacht in dit opzicht sedert ja
ren in het geheel niets is gedaan.
Gevraagd werd, of naar 's ministers oordeel
eeD doeltreffende bescherming van de be
volking tegen gasaanv^len mogelijk is, en zoo
ja, waarin die dan bestaat.
Opgemerkt werd, dat de opleiding tot be
roepsofficier bijna geheel stil staat. Men
achtte dit uiterst bedenkelijk.
Gevraagd werd, of, nu een wetsontwerp
tot regeling van den rechtstoestand der bur
gerlijke ambtenaren is ingediend, ook spoelig
zuik een ontwerp ten aanzien van de onder
officieren zak volgen. Een aantal leden drong
er op aan, dat zoo spoedig mogelijk tot het
openen van overleg omtrent een herziening
der bezoldigingsregeling voor het militaire
Rijkspersoneel zal worden overgegaan.
Verscheidene leden drongen opnieuw aan
op verbetering der bezoldiging van de mar
rechaussee; ook wenschten zjj nauwkeurig te
worden ingelicht omtrent de thans geldende
regels voor het huwen van marechaussees.
Opnieuw werd aangedrongen op verruiming
van de bepalingen der Dienstweigeringswet.
Verscheidene leden verzochten volledig te
mogen worden ingelicht omtrent de malversa-
7. Oscar en Otto zijn van den schrik beland in een buurt waar
ze niet erg goed den weg weten. Daar zien ze uit een van de
vensters van een huisje een laddertje omlaag steken en, nieuws
gierig als ze zijn, klimmen ze er op. Natuurlijk mèt hun parapluic,
want daarzonder gaat een rechtgeaard oester eigenlijk nooit uit.
Maarhet was geen laddertje, zooals ze tot hun schrik be
speuren: het was de bek van juffrouw Zaagvisch, die voor het
raam zat te dommelen en die erg boos is, dat ze gestoord is.
8. Met behulp van hun paraplu's maken Ot en Oscar gauw dat
ze wegkomen, Ot, met de jockeypet op, is er het eerst weer af. En
dan gaan ze vlug op een voorbijzwierenden waterstroom liggen en
laten zich, drijvend op hun parapluljes, vlug naar huis brengen.
Hè, ze hebben trek gekregen van alle avonturenl
ties, welke te 's-Hertogenbosch zouden zijn
voorgekomen
Opgemerkt werd, dat op den dienst der mi
litaire hospitalen nog wel zou kunnen worden
bezuinigd, zondeu dat de verpleging daardoor
schad~ zou lijden.
Sommige leden drongen er op aan, dat Lij
de aanschaffing van paarden in den vervolge
meer dan tot dusver rekening zal worden ge-
h oud en met het feit, dat er ook in ons land
paarden zgn, alleszins geschikt voor 'het trek
ken van ons oorlogsmaterieel.
Sommige leden stelde de vraag, of de ver
traging van het tempo der aanschaffing van
chemische en physische strijdmiddelen niet
moet worden beschouwd als zuinigheid, die
de wijsheid' bedriegt.
Pleitredenen werden gehouden ten behoe
ve van de z.g.n. mobilisatieslachtoffers. Ook
werd weder de aandacht gevestigd op de nood
zakelijkheid, de noodige maatregelen te tref
fen ten behoeve van de oude gepensionneir-
RECLAME.
bestrijdt met succes
Rheumatiek - Jicht - Griep
Steken in de Zij en Hoest
Bij Apoth. en Drog. heele doos f0.75, halve doos f 0.45
9259
HET MIJNONGELUK OP DE „HENDRIK".
De directie der Staatsmijnen neemt
maatregelen.
Dezer dagen gaven wij den inhoud weer
van het rapport inzake de ramp op de Staats
mijn „Hendrik". In aansluiting daarop la
ten wij nog de conclusie volgen van den
Mijn raad:
„Bij de directie der Staatsmijnen is be
grijpelijkerwijze tenslotte de vraag gerezen
welke ervaringen heeft dit droevig ongeval
opgeleverd en wat moet worden gedaan, om
in de toekomst de mogelijkheid te verster
ken, dat een dergelijk gebeuren worde voor
komen? Men heeft daarom verschillende
maatregelen getroffen. Deze houding is ten
eerste: telkens als ergens mijngas wordt aan
getroffen (ook als het slechts weinig mijn-
gas betreit dat onmiddellijk kan worden ver
wijderd), moet dit in het afdeelingsrapporl-
boek worden ingeschreven. Ten tweede: een
speciaal ingenieur wordt belast met het toe
zicht op de luchtverversching der gezamen
lijke Staatsmijnen. Ten derde: allen dra
gers van benzinelampen wordt er op ge
wezen, dat het plaalsen van brandende ben
zinelampen in of in de nabijheid van de
monding van een luchtkoker, rampspoedige
gevolgen kan hebben Ten vierde: als ma
teriaal voor de binnengaatskappen van de
benzinelampen moet ijzergaas in plaats van
messinggaas worden gebruikt.
De mijnenraad meent, dat deze maatrege
len zeer wense'nelijk zijn. Hij acht het lo
gisch, dat deze dan ook worden getroffen
door de overige (particuliere) mijnen, wes
halve hij den minister van Waterstaat in
overweging moet geven deze maatregelen,
voor zooveel mogelijk verplicht te stellen
voor alle mijnen, door ze op te nemen in het
mijnreglement.
VRIJWILLIGE BURGERWACHTEN.
Het tien-jarig bestaan.
De Nederlandsche bond van Vrijwillige
Burgerwachten heeft tien jaar bestaan. Za
terdag is dat jubileum in de groote aula van
het Koloniaal Instituut te Amsterdam op
plechtige wijze herdacht.
De vergadering waar de bewogen tijden
van November 1918 herdacht werden, werd
bijgewoond door tal van burgerlijke en van
militaire autoriteiten.
Er zijn redevoeringen gehouden door de
heeren mr. R Tilman, generaal b d. Ph.
W. Wëber, minister Lambooy, dr. J. Th de
Visser, (die afwezig was. doch wiens toe
spraak werd voorgelezen door generaal Door
man). oud-minister J J. C. van Dijk, oud-g.g.
van Ned.-Indië, mr. D Fock, majoor Phaff
en minister Kan.
De redevoeringen werden door het zang
koor „Ons Lied" afgewisseld.
DE ZIEKTEGEVALLEN OP DE
„INSULINDE."
Bij de behandeling van de begrooting
voor de Volksgezondheid in den Volksraad
geeft de heer Van Lonkhuyzen, naar een
Aneta-telegram uit Batavia meldt, een uit
voerig overzicht van de ziektegevallen aan
boord van de „Insulinde". Een uitvoerig
rapport over dit drama, met alles wat er
aan vast zit, is momenteel ter perse Spr.
constateert, dat bij de „Insulinde-quaestie de
chronologische volgorde van feiten wan
hopig dooreen gehaspeld is. Zoo is bijv. aan
de Indische medici het verwijt gemaakt, dat
zij geen rekening hebben gehouden met fei-
ten, met omstandigheden, waarvan eerst
sprake was, nadat de ..Insulinde" uit de
Indische wateren vertrokken was. De profes
soren in de commissie in Nederland hebben
vooral in dit opzicht het publiek geen goed
voorbeeld gegeven. 1
DE REIS VAN DEN BELGISCHEN
KROONPRINS NAAR NED.INDIË.
Uit Brussel wordt gemeld:
Prins Leopold en prinses Astrid, die Don
derdag Brussel verlaten met bestemming
naar Marseille, waar zij zich zullen insche
pen aan boord van de Insulinde, zullen 16
December te Tandjong Priok aankomen.
Het blijkt, dat eerst na aankomst in Ned.-
Indië het reisprogramma definitief zal wor
den vastgesteld. Het is echter zeker, dat
niet alleen Java. maar ook Sumatra, Nieuw-
Guinea, Celebes en Borneo zullen worden
bezocht De prins en prinses zijn vergezeld
van majoor Raquez en hopen in den loop
van de maand Mei te Brussel terug le zijn.
RADIO-POLITIEK.
Het Tweede Kamerlid L. de Visser heeft
tot den minister van Waterstaat de volgende
vragen gericht-
1. Is het den minister bekend, dat de di
recteur van den Post-, Telegraaf- en Tele
foondienst zich heeft gemengd in het geschil
tusschen de A.V.R O. en de V.A.R.A. en daar
bij partij kiest voor de A.V.R.O.?
2 Heeft de minister daartoe opdracht ge
geven en zoo ja. op grond waarvan; zoo
neen. is hij bereid maatregelen te treffen,
dat dit niet meer voorkomt?
3 Is de minister bereid er zijn medewer
king toe te verleenen, dat de V A R A in
het overleg omtrent de juiste verdeeling van
den zendtijd wordt gekend?
RECLAME.
bestaan economische msci-
cuten, die de arbeidersbe
weging sceunen. In Neder
land is dat „De Cencrale~.
die dit doet door hare be
leggingen en hare winst-
uickeering. Sluit Uwe levens
verzekering bij
RIJNSTRAAT. DEN HAAG
1549
Door R. L. de W.
40)
Je versland scheen zich al heel gemakke-
■Ök aan nieuwe omstandigheden aan te pas-
jen. Hij herinnerde zich hoe in Frankrijk
«ij eerst instinctmatig vrees had gevoeld,
toen onverschilligheid, daarna een verdoo-
vend fatalisme, eindelijk omzichtigheid.
een soort van respect voor een kanon, dat
gekomen was toen hij zich de verschrikking
v3n alles bewust was geworden. Zou hij dat-
^!fde geestelijke proces nu nog eens door-
m2ken? Ze^r zeker was hij in andere om-
^bndigheden. Als hij op het laatste moment
ijj'ng aarzelen, zou dat vreeselijk zijn. Neen,
[h,i moest het nu onder de oogen zien en
^P-gaan? Morgen vroeg dan was het uit.
j Dien morgen was hij naar het dok geweest
j*n had alles in orde gemaakt. Hij had aan
Lcord van de „Allanmore" geteekend als
j ^eede hofmeester, met Sydney als be-
s'prnqring Dat was hef werk van Tallis.
ken prachtkerel toch Dr. Seaman scheen
hem verwacht te hebben en had alles al
oor elkaar
..Hij keek op zijn horloge; het was half
Opslaande greep hij zijn hoed en ging
J?.ar buiten in den zonneschijn. Waarom
'I het deed. wist hij niet. Ilij drentelde door
e?enf Street, rookte een sigarette en ge-
h°ot van de warmte Tegenover Gerard
"wam hij Edward Seymour tegpn. die hpm
^nstaardp als een hond. die wacht tot hij
hoepen wordt.
«resford begreep de reden. Erward Sey
mour deed boodschappen met mrs. Seymour
en moest buiten den winkel wachten.
Op zijn gewone onhandige manier knikte
Seymour.
Op dat oogenblik voegde mrs. Edward
zich juist bij hen.
„Zeg, sluit hel ministerie van munitie
niet?" informeerde argeloos Bere9ford.
Mrs. Edwards bloosde.
„Wat ga je hier doen?" vroeg ze haaslig.
„Bloemen koopen." antwoordde Beres-
ford. De gedachte was hem juist ingevallen
Lola voor afscheid bloemen le zenden.
„Zeker voor miss Craven," hoonde Ed
ward Seymour.
Beresford glimlachte. „Nu, bonjour, zeide
hij, zijn hoed afnemend en bij den bloemist
binnengaand.
Nadat de bloemen besteld en betaald
waren, vervolgde Beresford zijn wandeling,
stille wegen zoekend, waar hij de minste
kans had vrienden of bekenden te ontmoe
ten. In Baker Street gekomen besloot hij
een uurtje met de eekhoorntjes in Regent's
Park door te brengen. Hij vond het een heele
taak voor iemand om te welen hoe je je
laatslen dag in Londen door moest brengen.
Om half zeven was hij terug op zijn ka
mer. Een half uurtje zat hij verdiept in de
couranten die hij gekocht had en ging zich
toen op zijn gemak kleeden. Om kwart voor
acht wa9 hij klaar. Hij nam de brieven, die
hij geschreven had. mee en zijn handschoe
nen en zijn 9lok en ging de trap af, wat hij
liever deed dan om de lift te bellen. Den
concierge gaf hij de brieven en een halve
kroon en verzocht hem ze te frankeeren en
te posten Toen drentelde hij langzaam door
Jermyn Street in de richting van het Ritz
Carlton, waar hij een tafeltje voor het diner
had laten reserveeren.
Soms, bij de gedachte aan Lola, vloog het
bloed hem in een vlaag van protest naar
het hoofd, maar overigens was hij er in
geslaagd zich zelf in een staat van ijskoude
logica te werken. Dien morgen had hij voor
zoover het zijn toekomst belrof alles gere
geld. De Ghallice's waren bekend om hun
onverzettelijken wil.
Het diner was uitstekend, de temperatuur
van de bourgogne perfect. De oberkellner
leidde in hoogst eigen persoon de bediening
en toen om half tien Beresford van tafel
opstond, was hij in het beste humeur van
de wereld. Kom. hij zou nog maar eens even
een kijkje in „Empire" nemen. Dat bracht
de gedachte terug naar de oude dagen van
Oxmord en de verboden zwerftochten door
Londen.
Wat ze opvoerden interesseerden hem
niet bijster; gewoonlijk verveelden zulke
dingen hem. Toch bleef hij tot het eind,
voornamelijk voor de film. Toen het uitging
en hij met de file in Westelijke richting
stroomde, dacht hij er over, wat tante Caro
line wel zou zeggen en wat de Edward Sey
mour's tegen elkaar en tegen tante Caro
line zouden beweren. En wat zou die goede,
oude Drew wel denken?
Hem tenminsle zou het wel een beetje aan
zijn hart gaan. hij
„Ja, sir, ik zal opstaan."
Beresford struikelde ongeveer over een
hoopje lompen, dat op een stoep lag weg
gedoken.
„Hier. houdt je hand eens op," riep hij,
gevolg gevend aan een plotselingen inval.
Zijn hand in zijn zak stekend haalde hij er 1
al het losse zilver- en kopergeld uit en deed
het in het vuile, beverige hand. die hem
werd toegestoken Toen liep hij door, terwijl
een regen van bedankjes hem nagezonden
werd. Hij was niet de eenige die in de mi
sère zat.
Wat zou Lola wel denken? Zou het haar
spijlen; zou ze Hij knarsetande. Dat
was altijd het gevaarlijke punt geweest.
Ieder oogenblik dacht hij aan haar en hij
had haar buitengesloten. Al9 hij haar maar
even binnenliet, begreep hij, dan was hij
verloren, dat zou het begin zijn van het ver
keerde eind. Aan den ingang van zijn wo
ning gekomen, draaide hij zich om en,
waarom wist hij zelf niet, maar eerst keek
hij nog eens Jermyn Street van beide kan
ten in. Nu was hij toch blij, dat de pastilles
het niet gewonnen hadden.
Hij stootte de deur open.
„Er is een dame voor u. sir."
Ongemerkt was de concierge naderbij ge
komen. Beresford keek stom verbaasd naar
zijn effen gezicht. Een oogenblik was hij
totaal verward.
„Ik heb haar boven gelaten, sir. Hier kon
ze niet wachten.
„Haar boven gelaten, waar?" vroeg Be
resford Hij merkte den vreemden klank in
zijn stem waar verbazing en nieuwsgierig
heid in doorstraalde.
„In uw zitkamer, sir. Ze 19 hier al zoowat
twee uur." Werktuigelijk bewoog de man
zich in de richting van de lift en Beresford
volgde ...Zii wilde haar naam niet zeggen,
sir," vertelde hij nog, toen de lift met een
9toot aanhield.
Een dame om hem te spreken. Natuurlijk
was het een 9tomme vergissing van den
concierge, of hij droomde. Dames bezitten
geen De concierge opende hef hek.
Beresford ging naar de deur van zijn flat.
Een dame in zijn zitkamer. Had Drewifh
niet verteld van een rhinoceros in Lola's
badkamer? Opeens klopte zijn hart hem de
keel uit.
Lolal Zou het.... Met bevende vingera
haalde bij zijn sleutels te voorschijn en
peuterde zenuwachtig om zijn deur open' te
krijgen. Waarom deed hij zoo onhandig, hij,
die een oogenblik le voren de kalmte in per
soon wa9. Zou die verdraaide sleutel dan
nooit in het slot komen en de deur open
gaan? Hè eindelijk. Vlug de deur sluitend
deed hij drie passen, opende de deur der
zitkamer en daar.
Het was Lola.
Hij staarde haar aan, onmachtig te be
grijpen, onbewust, dat hij zijn hoed nog
op had.
Zij stond op uit den grooten stoel, waarin
ze gezeten had Wat zag ze er bleek en fepr
uit. Hij zag. dat ze in haar rechterhand een
brief had. Ja. hij zag dat ze dezelfde zwarte
japon aan had, die ze ook in Folkestone
had gedragen en ja, ook roode rozen.
Ook zag hij. dat haar mantel met een 9oort
amberkleur gevoerd was. of was het oranje?
Toen opeens kreeg hij zijn positieven weer
hij elkaar Met een vlugge beweging wierp
hij hoed. stok en handschoenen op een stoel.
..Lola!" Het was eerder een snik dan een
begroeting.
Opeens weer stond het hem klaar voor
oogen wat hij had willen doen Hij was in
denzelfden toestand als iemand. di<* pas tot
de ontdekking is gekomen, dat hij aan een
groot gevaar ontkomen is Het was de rear-
tie. Het was de onverzettelijke wil om te
leven en weggaan zou dood bpfppkenf heb
ben. Waar had hij dat eerder gehoord? O
ja. nu wist hij het al Dal had Tallis voor
speld
(Wordt vervolgd).