De begrooting voor Defensie. DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. THERMOGÈNE LANGS GLIBBERIGE WEGEN g9ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 November 1928 Derde Blad No. 21069 BINNENLAND. In vele Landen e Centrale FEUILLETON. Het voorloopig verslag der Tweede Kamer. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het 8ste hoofdstuk der rgksbegrooting voor 1929 (Defensie). Verscheidene leden betoogden, dat ook uit deze begrooting weder niet blijkt van het I bestaan van een ernstig streven naar bezuini ging op militair gebied; in dit opzicht heeft het Kabinet zich h.i. in het gjeheel niet ge houden aan de Regeeringsverklaring van Maart 1926, waarin het „voortgaande ver- I sobering van de weermacht" in uitzicht stel- I do. Zij verklaarden, ncast de nationale ontwa- pening ook de internationale ontwapenig met «•armte te z^jn toegedaan. I Vele andere leden stelden hiertegenover, dat hetgeen om ons heen gebeurt, in stede I van te lokken tot nationale ontwapening ons juist leert, dat inzake de vermindering van be wapening het betrachten van groote voorzich tigheid nog steeds geboden is. In dit opzicht is, naar deze leden opmerkten, de Regee- ririg reeds zoover gegaan als redelijkerwijze toelaatbaar ia te achten. Zij vroegen of t.a.v. I de vloot het toelaatbare minimum niet reeds is overschreden. Verscheidene leden wenschten te worden [ingelicht omtrent het financieele voordeel, I voorzoover de departementale kosten betreft, dat de samenvoeging van de militaire depar- I tementen heeft gebracht, alsook omtrent 's mi- Bisters definitieve plannen inzake de concon- I tralie der vliegdiensten. Verschillende opmerkingen werden wedcr- I om gemaakh betreffende de pensioenregeling. lOok werd wederom aangedrongen op het in I ruimere mate verleenen van feitelijken steun laan de op wachtgeld gestelde militairen. Zeemacht Verscheidene leden verklaarden zich met hel gevolgde marinebeleid niet te kunnen vereenigen. Hun bezwaar gold voornamelijk de richting, waarin dat beleid zich beweegt. Wordt met den aanbouw op gelijke wijze ais loans doorgegaan, dan zal, zij het op een later tjjdstip, het zgn. halve minimum voor Indië nagenoeg aanwezig zijn. Alleen zullen er in plaats van vier flottieljevaartuigen twee ko men. Wat de torpedojagers beireft, valt h.i. hierbij nog in aanmerking te nemen 's mi nisters uitspraak ten vorigen jare, dat naar lijn meening na 1930 het aantal dier vaar tuigen van acht op twaalf ware te brengen. Volgens deze* leden komt duidelijk tot uiting, dat het marinebeleid wordt beheerscht door overwegingen, welke uitgaan boven de nieer bescheiden doelstelling, die naar hun mea ning na en door de verwerping van net >nt- werp-Vlootwet noodzakelijk was geworden. De hierbedoelde leden zouden hun stem moe ten uitbrengen tegen eiken begrootingspost, de zeemachü betreffende, welke er toe airekt aar. de vloot een ander karakter te geven dan da van een instituut van politietoezicht un orrie-handhaving. Verscheidene andere leden hadden even- reei bedenking tegen 's ministers beleid, voor- zoover dat de marine betreft. Echter gingen can bezwaren in gansch andere richting. Veei te weinig is naar hun meening voor Eeuwen aanbouw uitgetrokken. Te veel wordt geteerd op wat er is. Uit alles blijkt, dat het streven naar zuinig heid overheerscht, en dat het viootbelang eerst in de tweede plaats komt. Deels als het zóó groote belangen van Nederland en Ipdie geldt, als hier het geval is, mag de financieele politiek van het Kabinet niet de Hes beheerschendet factor zijn. Verschillende vragen werden gesteld, den toestand van het materieel betreffend. Sommige leden stelden de vraag, of bij de oplf'ding van de a,s. zeeofficieren voldoen de aandacht wordt besteed aan de sociale op- Verscheidene leden verklaarden het op prris te stellen, dat de minister inzake hel vraagstuk van de reorganisatie der marine werven geen stappen hee<ft gedaan, alvorens to de gelegenheid te zgn geweest, zich van het gevoelen van de Staten-Generaal daarom trent op de hoogte te stellen. Zjj drongen er aan, te overwegen of niet door over weging van 'diensten en samentrek-* king met andere instellingen op de kosten van het mar.-6lablissement ie Amsterdam aanzien lij k zou kunnen worden bespaard. dommige leden- stelden de vraag, of bg de manoeuvres der marine in het Zuiderfrontier niet gebleken is van een belangrijk tekort aan niaterieel Gevraaga werd, of het juist is, dat de over wegingen betreffende het overbrengen van den dienst van het loodswezen naar het dep. van Waterstaat, tot het besluit hebben geleid, den thans bestaanden toestand te handhaven. Inlichtingen werden verzocht insake denloods- dienst te Zaandam. Bestaat werd gevraagd het voornemen, dezen dienst naar Amster dam over te brengen? Landmacht. Gevraagd is, welke indruk is verkregen van de in den loop van het jaar gehouden oefenin gen op grooter schaal, in het bgzonder wat betreit de geoefendheid van de verschillende yapens en den samenhang in de gevormde oorlogst erbanden. Verschillende leden vestigden er in dit ver band de aandacht op, dat bg deze oefeningen de bedenkelijke gevolgen zouden zijn aan hot licht gelreden van den te vorigen jare geno men maatregel van inkrimping van de paar- deDsteikte der escadrons en voorts van de te geringe aanvulling van het paardenmalerieel, waardoor te oude en te veel versleten paar den bij de cavalerie en de artillerie dienst blg- ven doen. Gaarne zouden de hierbedoelde le den te dezen aanzien nauwkeurig worden in gelicht. Verscheidene leden weaischten de herha lingsoefeningen te zien afgeschaft Van ande re zijde werd behoud dezer oefeningen strikt noodzakelijk geacht Verscheidene leden gaven als hun meemng te kennen, dat het noodzakelijk is, onverwijld maatregelen te treffen, welke een behoorigke aanvul ing vai> het beroepskader waarborgen. Verscheidene leden maakten bezwaar tegen het bestaan van gewapende korpsen buiten het legerverband, als de vrijwillige landstorm en de bijzondere vrijwillige landstorm. Opgemerkt werd, dat de invoering van dub- belrangen in de vredesorganisatie geenszins de voldoening heeft geschonken, welke de minister bg» de behandeling der Staatsbegroo- ting voor het loopende dienstjaar in uitzicht stelde. Verscheidene leden wezen op de zeer be langrijke positie, welke bet verlofskader lang zamerhand in ons leger is gaan innemen. Naar hun meening is het leger thans volkomen af hankelijk geworden van de geschiktheid van het verlofskader voor de vervulling van zgn oorlogstaak. Tegenover desbetreffende opmer kingen werd bestreden, dat aan de opleiding van het verlofskader niet genoeg aandacht wordt besteed. Verschillende leden gaven als hun meening te kennen, dat te weinig aandacht wordt besteed aan de uitbreiding van het aantal vliegtuigen, welke te noodzakeigker is, wiji bg de zeemacht in dit opzicht sedert ja ren in het geheel niets is gedaan. Gevraagd werd, of naar 's ministers oordeel eeD doeltreffende bescherming van de be volking tegen gasaanv^len mogelijk is, en zoo ja, waarin die dan bestaat. Opgemerkt werd, dat de opleiding tot be roepsofficier bijna geheel stil staat. Men achtte dit uiterst bedenkelijk. Gevraagd werd, of, nu een wetsontwerp tot regeling van den rechtstoestand der bur gerlijke ambtenaren is ingediend, ook spoelig zuik een ontwerp ten aanzien van de onder officieren zak volgen. Een aantal leden drong er op aan, dat zoo spoedig mogelijk tot het openen van overleg omtrent een herziening der bezoldigingsregeling voor het militaire Rijkspersoneel zal worden overgegaan. Verscheidene leden drongen opnieuw aan op verbetering der bezoldiging van de mar rechaussee; ook wenschten zjj nauwkeurig te worden ingelicht omtrent de thans geldende regels voor het huwen van marechaussees. Opnieuw werd aangedrongen op verruiming van de bepalingen der Dienstweigeringswet. Verscheidene leden verzochten volledig te mogen worden ingelicht omtrent de malversa- 7. Oscar en Otto zijn van den schrik beland in een buurt waar ze niet erg goed den weg weten. Daar zien ze uit een van de vensters van een huisje een laddertje omlaag steken en, nieuws gierig als ze zijn, klimmen ze er op. Natuurlijk mèt hun parapluic, want daarzonder gaat een rechtgeaard oester eigenlijk nooit uit. Maarhet was geen laddertje, zooals ze tot hun schrik be speuren: het was de bek van juffrouw Zaagvisch, die voor het raam zat te dommelen en die erg boos is, dat ze gestoord is. 8. Met behulp van hun paraplu's maken Ot en Oscar gauw dat ze wegkomen, Ot, met de jockeypet op, is er het eerst weer af. En dan gaan ze vlug op een voorbijzwierenden waterstroom liggen en laten zich, drijvend op hun parapluljes, vlug naar huis brengen. Hè, ze hebben trek gekregen van alle avonturenl ties, welke te 's-Hertogenbosch zouden zijn voorgekomen Opgemerkt werd, dat op den dienst der mi litaire hospitalen nog wel zou kunnen worden bezuinigd, zondeu dat de verpleging daardoor schad~ zou lijden. Sommige leden drongen er op aan, dat Lij de aanschaffing van paarden in den vervolge meer dan tot dusver rekening zal worden ge- h oud en met het feit, dat er ook in ons land paarden zgn, alleszins geschikt voor 'het trek ken van ons oorlogsmaterieel. Sommige leden stelde de vraag, of de ver traging van het tempo der aanschaffing van chemische en physische strijdmiddelen niet moet worden beschouwd als zuinigheid, die de wijsheid' bedriegt. Pleitredenen werden gehouden ten behoe ve van de z.g.n. mobilisatieslachtoffers. Ook werd weder de aandacht gevestigd op de nood zakelijkheid, de noodige maatregelen te tref fen ten behoeve van de oude gepensionneir- RECLAME. bestrijdt met succes Rheumatiek - Jicht - Griep Steken in de Zij en Hoest Bij Apoth. en Drog. heele doos f0.75, halve doos f 0.45 9259 HET MIJNONGELUK OP DE „HENDRIK". De directie der Staatsmijnen neemt maatregelen. Dezer dagen gaven wij den inhoud weer van het rapport inzake de ramp op de Staats mijn „Hendrik". In aansluiting daarop la ten wij nog de conclusie volgen van den Mijn raad: „Bij de directie der Staatsmijnen is be grijpelijkerwijze tenslotte de vraag gerezen welke ervaringen heeft dit droevig ongeval opgeleverd en wat moet worden gedaan, om in de toekomst de mogelijkheid te verster ken, dat een dergelijk gebeuren worde voor komen? Men heeft daarom verschillende maatregelen getroffen. Deze houding is ten eerste: telkens als ergens mijngas wordt aan getroffen (ook als het slechts weinig mijn- gas betreit dat onmiddellijk kan worden ver wijderd), moet dit in het afdeelingsrapporl- boek worden ingeschreven. Ten tweede: een speciaal ingenieur wordt belast met het toe zicht op de luchtverversching der gezamen lijke Staatsmijnen. Ten derde: allen dra gers van benzinelampen wordt er op ge wezen, dat het plaalsen van brandende ben zinelampen in of in de nabijheid van de monding van een luchtkoker, rampspoedige gevolgen kan hebben Ten vierde: als ma teriaal voor de binnengaatskappen van de benzinelampen moet ijzergaas in plaats van messinggaas worden gebruikt. De mijnenraad meent, dat deze maatrege len zeer wense'nelijk zijn. Hij acht het lo gisch, dat deze dan ook worden getroffen door de overige (particuliere) mijnen, wes halve hij den minister van Waterstaat in overweging moet geven deze maatregelen, voor zooveel mogelijk verplicht te stellen voor alle mijnen, door ze op te nemen in het mijnreglement. VRIJWILLIGE BURGERWACHTEN. Het tien-jarig bestaan. De Nederlandsche bond van Vrijwillige Burgerwachten heeft tien jaar bestaan. Za terdag is dat jubileum in de groote aula van het Koloniaal Instituut te Amsterdam op plechtige wijze herdacht. De vergadering waar de bewogen tijden van November 1918 herdacht werden, werd bijgewoond door tal van burgerlijke en van militaire autoriteiten. Er zijn redevoeringen gehouden door de heeren mr. R Tilman, generaal b d. Ph. W. Wëber, minister Lambooy, dr. J. Th de Visser, (die afwezig was. doch wiens toe spraak werd voorgelezen door generaal Door man). oud-minister J J. C. van Dijk, oud-g.g. van Ned.-Indië, mr. D Fock, majoor Phaff en minister Kan. De redevoeringen werden door het zang koor „Ons Lied" afgewisseld. DE ZIEKTEGEVALLEN OP DE „INSULINDE." Bij de behandeling van de begrooting voor de Volksgezondheid in den Volksraad geeft de heer Van Lonkhuyzen, naar een Aneta-telegram uit Batavia meldt, een uit voerig overzicht van de ziektegevallen aan boord van de „Insulinde". Een uitvoerig rapport over dit drama, met alles wat er aan vast zit, is momenteel ter perse Spr. constateert, dat bij de „Insulinde-quaestie de chronologische volgorde van feiten wan hopig dooreen gehaspeld is. Zoo is bijv. aan de Indische medici het verwijt gemaakt, dat zij geen rekening hebben gehouden met fei- ten, met omstandigheden, waarvan eerst sprake was, nadat de ..Insulinde" uit de Indische wateren vertrokken was. De profes soren in de commissie in Nederland hebben vooral in dit opzicht het publiek geen goed voorbeeld gegeven. 1 DE REIS VAN DEN BELGISCHEN KROONPRINS NAAR NED.INDIË. Uit Brussel wordt gemeld: Prins Leopold en prinses Astrid, die Don derdag Brussel verlaten met bestemming naar Marseille, waar zij zich zullen insche pen aan boord van de Insulinde, zullen 16 December te Tandjong Priok aankomen. Het blijkt, dat eerst na aankomst in Ned.- Indië het reisprogramma definitief zal wor den vastgesteld. Het is echter zeker, dat niet alleen Java. maar ook Sumatra, Nieuw- Guinea, Celebes en Borneo zullen worden bezocht De prins en prinses zijn vergezeld van majoor Raquez en hopen in den loop van de maand Mei te Brussel terug le zijn. RADIO-POLITIEK. Het Tweede Kamerlid L. de Visser heeft tot den minister van Waterstaat de volgende vragen gericht- 1. Is het den minister bekend, dat de di recteur van den Post-, Telegraaf- en Tele foondienst zich heeft gemengd in het geschil tusschen de A.V.R O. en de V.A.R.A. en daar bij partij kiest voor de A.V.R.O.? 2 Heeft de minister daartoe opdracht ge geven en zoo ja. op grond waarvan; zoo neen. is hij bereid maatregelen te treffen, dat dit niet meer voorkomt? 3 Is de minister bereid er zijn medewer king toe te verleenen, dat de V A R A in het overleg omtrent de juiste verdeeling van den zendtijd wordt gekend? RECLAME. bestaan economische msci- cuten, die de arbeidersbe weging sceunen. In Neder land is dat „De Cencrale~. die dit doet door hare be leggingen en hare winst- uickeering. Sluit Uwe levens verzekering bij RIJNSTRAAT. DEN HAAG 1549 Door R. L. de W. 40) Je versland scheen zich al heel gemakke- ■Ök aan nieuwe omstandigheden aan te pas- jen. Hij herinnerde zich hoe in Frankrijk «ij eerst instinctmatig vrees had gevoeld, toen onverschilligheid, daarna een verdoo- vend fatalisme, eindelijk omzichtigheid. een soort van respect voor een kanon, dat gekomen was toen hij zich de verschrikking v3n alles bewust was geworden. Zou hij dat- ^!fde geestelijke proces nu nog eens door- m2ken? Ze^r zeker was hij in andere om- ^bndigheden. Als hij op het laatste moment ijj'ng aarzelen, zou dat vreeselijk zijn. Neen, [h,i moest het nu onder de oogen zien en ^P-gaan? Morgen vroeg dan was het uit. j Dien morgen was hij naar het dok geweest j*n had alles in orde gemaakt. Hij had aan Lcord van de „Allanmore" geteekend als j ^eede hofmeester, met Sydney als be- s'prnqring Dat was hef werk van Tallis. ken prachtkerel toch Dr. Seaman scheen hem verwacht te hebben en had alles al oor elkaar ..Hij keek op zijn horloge; het was half Opslaande greep hij zijn hoed en ging J?.ar buiten in den zonneschijn. Waarom 'I het deed. wist hij niet. Ilij drentelde door e?enf Street, rookte een sigarette en ge- h°ot van de warmte Tegenover Gerard "wam hij Edward Seymour tegpn. die hpm ^nstaardp als een hond. die wacht tot hij hoepen wordt. «resford begreep de reden. Erward Sey mour deed boodschappen met mrs. Seymour en moest buiten den winkel wachten. Op zijn gewone onhandige manier knikte Seymour. Op dat oogenblik voegde mrs. Edward zich juist bij hen. „Zeg, sluit hel ministerie van munitie niet?" informeerde argeloos Bere9ford. Mrs. Edwards bloosde. „Wat ga je hier doen?" vroeg ze haaslig. „Bloemen koopen." antwoordde Beres- ford. De gedachte was hem juist ingevallen Lola voor afscheid bloemen le zenden. „Zeker voor miss Craven," hoonde Ed ward Seymour. Beresford glimlachte. „Nu, bonjour, zeide hij, zijn hoed afnemend en bij den bloemist binnengaand. Nadat de bloemen besteld en betaald waren, vervolgde Beresford zijn wandeling, stille wegen zoekend, waar hij de minste kans had vrienden of bekenden te ontmoe ten. In Baker Street gekomen besloot hij een uurtje met de eekhoorntjes in Regent's Park door te brengen. Hij vond het een heele taak voor iemand om te welen hoe je je laatslen dag in Londen door moest brengen. Om half zeven was hij terug op zijn ka mer. Een half uurtje zat hij verdiept in de couranten die hij gekocht had en ging zich toen op zijn gemak kleeden. Om kwart voor acht wa9 hij klaar. Hij nam de brieven, die hij geschreven had. mee en zijn handschoe nen en zijn 9lok en ging de trap af, wat hij liever deed dan om de lift te bellen. Den concierge gaf hij de brieven en een halve kroon en verzocht hem ze te frankeeren en te posten Toen drentelde hij langzaam door Jermyn Street in de richting van het Ritz Carlton, waar hij een tafeltje voor het diner had laten reserveeren. Soms, bij de gedachte aan Lola, vloog het bloed hem in een vlaag van protest naar het hoofd, maar overigens was hij er in geslaagd zich zelf in een staat van ijskoude logica te werken. Dien morgen had hij voor zoover het zijn toekomst belrof alles gere geld. De Ghallice's waren bekend om hun onverzettelijken wil. Het diner was uitstekend, de temperatuur van de bourgogne perfect. De oberkellner leidde in hoogst eigen persoon de bediening en toen om half tien Beresford van tafel opstond, was hij in het beste humeur van de wereld. Kom. hij zou nog maar eens even een kijkje in „Empire" nemen. Dat bracht de gedachte terug naar de oude dagen van Oxmord en de verboden zwerftochten door Londen. Wat ze opvoerden interesseerden hem niet bijster; gewoonlijk verveelden zulke dingen hem. Toch bleef hij tot het eind, voornamelijk voor de film. Toen het uitging en hij met de file in Westelijke richting stroomde, dacht hij er over, wat tante Caro line wel zou zeggen en wat de Edward Sey mour's tegen elkaar en tegen tante Caro line zouden beweren. En wat zou die goede, oude Drew wel denken? Hem tenminsle zou het wel een beetje aan zijn hart gaan. hij „Ja, sir, ik zal opstaan." Beresford struikelde ongeveer over een hoopje lompen, dat op een stoep lag weg gedoken. „Hier. houdt je hand eens op," riep hij, gevolg gevend aan een plotselingen inval. Zijn hand in zijn zak stekend haalde hij er 1 al het losse zilver- en kopergeld uit en deed het in het vuile, beverige hand. die hem werd toegestoken Toen liep hij door, terwijl een regen van bedankjes hem nagezonden werd. Hij was niet de eenige die in de mi sère zat. Wat zou Lola wel denken? Zou het haar spijlen; zou ze Hij knarsetande. Dat was altijd het gevaarlijke punt geweest. Ieder oogenblik dacht hij aan haar en hij had haar buitengesloten. Al9 hij haar maar even binnenliet, begreep hij, dan was hij verloren, dat zou het begin zijn van het ver keerde eind. Aan den ingang van zijn wo ning gekomen, draaide hij zich om en, waarom wist hij zelf niet, maar eerst keek hij nog eens Jermyn Street van beide kan ten in. Nu was hij toch blij, dat de pastilles het niet gewonnen hadden. Hij stootte de deur open. „Er is een dame voor u. sir." Ongemerkt was de concierge naderbij ge komen. Beresford keek stom verbaasd naar zijn effen gezicht. Een oogenblik was hij totaal verward. „Ik heb haar boven gelaten, sir. Hier kon ze niet wachten. „Haar boven gelaten, waar?" vroeg Be resford Hij merkte den vreemden klank in zijn stem waar verbazing en nieuwsgierig heid in doorstraalde. „In uw zitkamer, sir. Ze 19 hier al zoowat twee uur." Werktuigelijk bewoog de man zich in de richting van de lift en Beresford volgde ...Zii wilde haar naam niet zeggen, sir," vertelde hij nog, toen de lift met een 9toot aanhield. Een dame om hem te spreken. Natuurlijk was het een 9tomme vergissing van den concierge, of hij droomde. Dames bezitten geen De concierge opende hef hek. Beresford ging naar de deur van zijn flat. Een dame in zijn zitkamer. Had Drewifh niet verteld van een rhinoceros in Lola's badkamer? Opeens klopte zijn hart hem de keel uit. Lolal Zou het.... Met bevende vingera haalde bij zijn sleutels te voorschijn en peuterde zenuwachtig om zijn deur open' te krijgen. Waarom deed hij zoo onhandig, hij, die een oogenblik le voren de kalmte in per soon wa9. Zou die verdraaide sleutel dan nooit in het slot komen en de deur open gaan? Hè eindelijk. Vlug de deur sluitend deed hij drie passen, opende de deur der zitkamer en daar. Het was Lola. Hij staarde haar aan, onmachtig te be grijpen, onbewust, dat hij zijn hoed nog op had. Zij stond op uit den grooten stoel, waarin ze gezeten had Wat zag ze er bleek en fepr uit. Hij zag. dat ze in haar rechterhand een brief had. Ja. hij zag dat ze dezelfde zwarte japon aan had, die ze ook in Folkestone had gedragen en ja, ook roode rozen. Ook zag hij. dat haar mantel met een 9oort amberkleur gevoerd was. of was het oranje? Toen opeens kreeg hij zijn positieven weer hij elkaar Met een vlugge beweging wierp hij hoed. stok en handschoenen op een stoel. ..Lola!" Het was eerder een snik dan een begroeting. Opeens weer stond het hem klaar voor oogen wat hij had willen doen Hij was in denzelfden toestand als iemand. di<* pas tot de ontdekking is gekomen, dat hij aan een groot gevaar ontkomen is Het was de rear- tie. Het was de onverzettelijke wil om te leven en weggaan zou dood bpfppkenf heb ben. Waar had hij dat eerder gehoord? O ja. nu wist hij het al Dal had Tallis voor speld (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9