GEMEENTEZAKEN. BINNENLAND. 69s1® Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 November 1928 Tweede Blad No. 21066 ontslag, overplaatsing en benoeming bij het onderwijs. Ten gevolge van het aan mej. H. 11. Poel man verleend eervol .ontslag als onderwijze res aan de Meisjes-opleidingsschool voor Ü.L. 0. en de vorming van eene parallel-klasse san de Opleidingsschool voor Ü.L.O. aan de Driftstraat, is aan elk van beide scholen een vacature ontstaan. In overleg met den Inspecteur van het lager ondenvjjs in deze inspectie besloten b- en W. de dames M. Slothouwer en J. P. flemerik, als vaste leerkrachten werkzaam respectievelijk aan de openbare scholen aan de Mednsastraat A en de Duivenbodestraat K voorloopig tijdelijk te benoemen aan bo vengenoemde scholen en den Raad voor te stellen tot definitieve overplaatsing van deze twee leerkrachten over te gaan, zoodra de daartoe, ingevolge art. 56, lid 4, der Lager- onderwjjswet 1920, vereischte dispensatie van den Minister van Onderwijs, K. en W. zal rijn verkregen. Nu deze dispensatie inmiddels is verkregen, geven B. en W. den Raad in overweging tot deze benoeming over te gaan. Ten gevolge van bovenvermelde overplaat sing van mej. J. P. Hemerik, ia aan eerstge noemde school een vacature ontstaan. Me' den Inspecteur van het lager onderwijs m deze inspectie, zijn B. en W. van meening, dat voor benoeming aan de school aan de Bmvenbodestraal A in aanmerking kan komen de heer G. Mar t te Katwijk a- n Ze aa i n ottrlrjk met ingang van 1 Januan a.s., wagens opheffing van zijne betrekking, eer- T°' ontslag zal worden verleend, tenzij hp voor dien datum elders mocht worden be noemd. Aangeden door de benoeming van den eer Marijt tot onderwijzer in onze gemeente P wachtgeldstelling van dien onderwijzer worder voorkomen, bestaat bij den Minis- Onderwijs, K. en W. tegen deze be- ^^tng geen bezwaar. verkoop van een strook water van den ouden rijn. Door K. den Hertog, alhier, wordt, in verband met eene vernieuwing van de schoeiing aan de achterzijde van het hem toebehoorende perceel Sectie K. No. 3962, verzocht deze schoeiing verder in het water van den Ouden Rijn te mogen uitbouwen en de daartoe benoodigde wateroppervlakte groot pl.m. 8 M'., te mogen koopen. B tn W die tegen dit verzoek geen be zwaar hebben, geven den Raad in over eenstemming met het advies van de Com missie van Fabricage, in overweging: genoemde strook water, behoudens rech ten van derden, te verkoopen tegen een prijs van f. 27. verweer tegen den eisch om schadevergoeding. J. van der Veen Vonk te 's-Gravenhage heeft de gemeente voor den kantonrechter alhier doen dagvaarden, teneinde zich te hooren veroordeelden tot betaling van f. 200 wegens vergoeding van schade door hem als onderhuurder van perceel Oegstgeesterlaan No. 22a op 13 April jl.l. door brand in dat perceel geleden, welke schade mede aan tekortkomingen van de brandweer te wijten zou zijn. Onder verwijzing naar het advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente komt het B en W. voor, dat door de ge meente tegen dezen eisch verweer behoort te worden gevoerd wijziging van de verordening regelende heffing van havengeld Het is volgens B en W. wenschelijk ge bleken, eenige wijzigingen aan te brengeD in de verordening, regelende de hefting van eene belasting onder den naam van „Ha vengeld" in deze gemeente. In de eerste plaats is in sommige ge vallen twijfel gerezen, of een vaartuig voor de toepassing van de verordening al dan niet als een stoom- of motorboot, waarvoor immers een belangrijk hooger larie! geldt, moet worden beschouwd. Deze twijfel be treft meer in het bijzonder die vaartuigen, welke van een lossen aanh^ngmotor zijn voorzien. Het komt hun College voor, dat een vaartuig voor de toepassing van de ver ordening in ieder geval dan als stoom- of motorboot moet worden beschouwd, indien het den motorboot, al is dit dan ook slechts een losse aanhangmotor, op het oogenblik, dal het vaaartuig het havengebied binnen vaart en dus belastingplichtig wordt, daad werkelijk gebruikt. Daarnaast meenen zij, dat er aanleiding bestaat, een vaartuig als een stoom- of motorboot te beschouwen, indien het, zij het dan op het oogenblik van binnenvaren den motor niet gebrui kende, toch kennelijk ingericht is, om door middel van mechanische kracht t« varen-, met deze uitdrukking wordt mits dien op een blijvender verband tusschen motor en vaartuig geduid. In de tweede plaats wordt veelal als een onbillijkheid gevoeld, dat voor een vaar tuig, dat van de eene plaats binnen het havengebied naar een andere plaats bin nen dat gebied wil varen door het Rijn en Schiekanaal, dat dikwijls de eenige bruikbare verbinding tusschen beide plaat sen vormt, wegens het feit, dat het kanaal zelve buiten het havengebied ligt. bij het opnieuw binnenkomen van dit gebied op nieuw havengeld moet worden betaald. Burgemeester en Wethouders meenen. dat hieraan onder de noodige waarborgen tegen misbruik door het voorgestelde art 3bis nieuw kan worden tegemoetgekomen. Het derde voorste] beoogt, de voorwaar den. waaronder ..doorvaarders" vrijgesteld zijn van havengeld door een wijziging van art 4 sub d te verruimen in dien zin. dat vastgehouden wordt aan de bepaling, dal de doorvaart moet geschieden zonder te laden of te lossen, doch vervalt de bepaling, dal de doorvaarder niet langer in het haven gebied ntag vertoeven, dan voor de door vaart noodig is, dus rechtstreeks door moet varen zonder aan te leggen en hiervoor in de plaats wordt gesteld eene bepaling, dat de doorvaart tusschen de Schrijversbrug en de Blauwpportsbrug voltooid moet zijn in 3 uren. B. en W. achten een vrijstelling in dezen zin in het belang van schippers en winkeliers ter verruiming van de gelegen heid om binnen het havengebied aan te leggen en inkoopen te doen. terwijl ander zijds door een doelmatige controle misbruik voorkomen kan worden. Het vierde voorstel heeft ten doel. mei het oog op kerkbezoek als anderszins, aan art. 4 een nieuwe vrijstelling toe te voegen, aldus, dat vrijgesteld van havengeld worden die vaartuigen, welke Zaterdagavond na 6 uur het havengebied binnenvaren, aldaar vertoeven zonder te laden of te lossen en Maandagochtend voor 6 uur het havenge bied weder verlaten. In overeenstemming met de Commissie voor den Markt- en Havendienst, zoomede met de Commissie van Financiën, wier advies zij inwonnen, stellen B. en W. den Raad mitsdien voor. de bovenaangegeven wijzigingen en een nieuwe verordening te belichamen. t andtechnici. Tegemoetkoming aan hen, die bij de vorige wetswijziging werden gedupeerd. B(j de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp strekkende tot bet in de gele genheid stellen van hen, die ingevolge de wet •van 30 December 1926 (Staatsblad No. 454) geen visum op hun bewijs van vestiging heb ben ontvangen, om alsnog van hun practi- scL.- bekwaamt-»;-! toen bljjken. In de Memorie van Toelichting wordt op gemerkt, dat het adres van den voorzitter en den secretaris van den Bond van Tandtechni- ci, houdende verzoek om een rechtvaardige en voor alle belanghebbenden gelijke toepas sing van de wet van 30 December 1926, in de vergadering van de Tweede Kamer van 15 Met 1928 aanleiding gaf tot een uitvoerige discussie. Overeenkomstig de conclusie van de commissie uit de Tweede Kamer in wier handen dat adres wa3 gesteld, werd besloten „een Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid te verzoeken maatregelen voor te be reiden waardoor uitvoering van één der beida in de laatste alinea van het Verslag aangege ven oplossingen mogelijk zal zijn". De beide oplossingen, waarop hier wordt gedoeld, zijn óf wel het instellen van een beroepsinstantie óf wel het openen van da mogelijkheid voor hen, die in tweede instan tie niet bevoegd zijn verklaard, om zich aisnog aan een examen te onderwerpen. Over eenkomstig zijn aanvankelijk reeds in da Tweede Kamer medegedeelde opinie,, geeft de Minister de voorkeur aan een axamen. Het bezwaar, dat tegen de uitvoering van de wet van 30 December 1926 is gerezen, is juist, dat een objectieve maatstaf ter beantwoording van de vraag of een bepaald persoon be kwaam was tot uitoefening van een volledigs tandprothese, ontbrak. Het examen doet een dergeljjken objectieven maatstaf aan de hand. Bovendien leidt een beroepsinstantie tot een herhaling van de moeilijkbeden, welke door de commissie in eersten aanleg werden on dervonden en die door een andere commissie niet beter kunnen worden opgelost Het examen moet een practisch examen zijn Dit ligt in de lijn van de wet van 29 Juni 1925, die uitsluitend op practjjk geba seerd was. Daarvan af te wijken, zou niet rechtvaardig zijn. Bovendien komt het hier op dc- practijk aan. Vandaar dat in het ont werp van een „practisch examen" wordt ge sproken. De redactie van het ontwerp is zóó, dat het vereischte van toepassing van de volle dige tandprothese als beroep vóór 10 Juni 1913 ook ditmaal zal gelden en onderzocht DE MAASKANALISATIE. De werkzaamheden van het Julianakanaai bij Maastricht GISTEREN werd de brug over het Julian&kanaal bij Stevensweert in Limburg voor waar duizenden kubieke meter9 zand per dag door de kranen worden verwerkt. het verkeer opengesteld; het eerste voertuig, dat over de brug gaat. WAAR EEN LANGE HALS AL NIET GOED VOOR ISI ONGEVAL MET DOODELIJKEN AFLOOP. Op een rangeer terrein aan de Haringvlietstraat te Amsterdam, viel gister avond de locomotief van een zandtrein om. Een 19-jarige stoker kwam hier bij om het leven. GISTEREN WERD TE AMSTERDAM het 40-jarig bestaan van de Ned. Middernacht- Zending-vereeniging herdacht. De receptie in Bellevue. V.l.n.r, zittend: J. N. V. Munster (secretaris), C. Marcusse (hoofdcommissaris van politie), Min. Dr. Mr. J. Donner, Dr. J. Lammerts van Bueren (voorz), Ds. C. F. Westermann, Ds. van Hoo- genhuyze; staande van links naar rechts: Mr. P. B. Bouman, A. J. da Costa (pen ningmeester), G. v. Velthuysen (secretaris van het hoofdbestuur), Ds. O. G. Hel dring, P. G. Laernoes, E. G. Molenaar, geheel rechts Mr. J. Raima. DE VROUWENEMANCIPATIE heeft in het Verre Oosten nog niet zulke groote vorderingen gemaakt, behalve in Indochina waar het beroep van oorarts algemeen door vrouwen wordt uitgeoefend. RARA AVIS. - Een aardappel natuurlijk in Amerika ge groeid die den vorm van een vogel vertoom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5