V/i cent
Mavrides'
LANGS GUBBERIGE WEGEN
69,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 November 1928 Derde Blad No. 21065
GEMEENTEZAKEN.
INGEZONDEN.
FEUILLETON.
benoeming tan leden der
schattingscommissie.
Tengevolge het aan de heeren A. J. P.
Spiesz en S de Boer Azn. in de vergaderin
gen van den Raad van 30 April en 21 Mei
j.I. verleend eervol ontslag, als leden van de
Schattingscommissie, moet worden overge
gaan tot de benoeming hunner opvolgers.
Vermits het in het belang van de ge
meente is te achten dat een ambtenaar
meer in het bijzonder belast met de werk
zaamheden betreffende plaatselijke belas-
lingen aan te zeggen, geven B. en W. den
raadsleden in overweging te benoemen den
heer E. Ensingh, hoofdcommies ter ge
meente-secretarie, afd. belastingen. Ter ver
vulling van de vacature De Boer vestigen
B en W. de aandacht op den heer J. P.
Creygthon.
weer een kerstc-ave in de
kerstweek.
Evenals in de jaren 1925, 1926 en 1927
zouden B. en W. aan gehuwden, kostwin
ners en alleenstaande personen, die. hetzij
door het Burg. Armbestuur, hetzij door den
gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken
worden ondersteund een extra ondersteu
ning van 25 pet. op de gewone uitkeeringen
zullen verleenen, zij het ook dat de econo
mische toesiand eenigszins is verbeterd,
lie kosten zullen vermoedelijk f. 2200 be
dragen. B. en W. stellen den Raad voor
daartoe te besluiten.
meer geld voor het burgerlijk
armbestuur.
Het Burgerlijk Armbestuur heeft B. en W.
bericht, dat het op de gemeentebegrooting
voor het loopende jaar uitgetrokken subsidie
van f. 190.000 niet toereikend is om in de
uitgaven met betrekking tot de ondersteu
ning van armlastigen geheel te voorzien.
Blijkens een missive van genoemd bestuur
wordt het meer benoodigde bedrag geraamd
,i f. 15.000.
Vermits daartegenover op den post „Steun
aan uitgetrokken werkloozen" een over
schot wordt verwacht, kan de som van
f. 15.000 worden gevonden door verminde
ring van dien post.
een subsidie aan de afd. leiden
van de vereen. tot verbetering
van het lot der blinden
in nederland.
Door bovengenoemde afdeeling is tot B.
en W het verzoek gericht een jaarlijksche
subsidie uit de gemeentekas te mogen ont
vangen van f. 1500. Reeds geruimen tijd
heeft dit College besprekingen gevoerd met
het bestuur der adresseerende afdeeling en
met het bestuur van de stedelijke afdeeling
van den Ned. Blindenbond omtrent de wijze,
waarop aan eenige daarvoor in aanmerking
komende, te Leiden woonachtige blinden
passend werk zou kunnen worden verschaft
tegen behoorlijk loon.
Uit een door B. en W. ingesteld onder
roek is dit College gebleken dat aan de op
richting van een werkverschaffing alhier
niet valt te denken. De beste wijze van
werkverschaffing lijkt dit College daarom
het verrichten van werk in de woning van
de blinden zelf.
De bovengenoemde afdeeling is nu bereid
deze werkverschaffing ter hand te nemen.
Zij zal trachten een geschikt lokaaltje te
vinden als opslagplaats van materiaal en
van het geproduceerde werk. De afdeeling
zal zorgen voor het benoodigde materiaal
doch het uit te keeren loon dat op plm.
f.4700 wordt geschat zal op andere wijze
moeten worden samengebracht.
De afd. verwacht van contributies van
weldadige stadgenooten en aan de opbrengst
van de vervaardigde artikelen een bedrag
van plm. f. 3200. Voor de nog ontbrekende
L1500 roept zij den steun van de ge
meente in.
B en W meenen dat hier inderdaad aan-
feiding bestaat dien steun te verleenen en
Reeft den Raad in overweging daartoe te
besluiten.
meerdere subsidie aan den
leidschen belastingophaaldienst.
Bij besluit van 13 Februari van dit jaar
werd aan de vereeniging Leidsche Belasting
ophaaldienst tot wederopzeggens, ingaande
met het jaar 1927, een-subsidie toegekend
van ten hoogste f. 750 per jaar en wel Va
pCt. over de eerste f. 100.000 en 1/« pCt. over
de tweede f. 100.000 van de geïnde sommen.
Nu de dienst eenigen tijd heeft gewerkt,
blijkt, dat met een subsidie tot dat bedrag
niet $en sluitende rekening kan worden ge
maakt De oorzaak hiervan is gelegen,
eenerzijds in uithreiding van de werkzaam
heden, anderzijds in de omstandigheid, dat
de hulp welke van de zijde van de Inspectie
der directe belastingen, le afdeeling, wel
willend werd verstrekt, o.a. in den vorm
van administratieven bijstand en huisves
ting. thans niet meer kan worden verleend,
terwijl daarnaast nog op uitgaven moet
worden gerekend, die aanvankelijk niet
waren voorzien
Blijkens de begrooting moeten de uitgaven
thans worden geraamd op f. 10.050, waar
tegenover als eigen ontvangsten der veree
niging slechts kan worden gesteld een som
van i. 5550, zoodat boven het tegenwoordig
gemeentelijk subsidie van ten hoogste f.750
nog in een bedrag van f. 3750 moet worden
voorzien.
Nu heeft de vereeniging zich tot dekking
van dat bedrag in de eerste plaats tot het
Rijk gewend om subsidie, wijl dit bij het
werk van den dienst uiteraard eveneens
groot belang heeft.
Na een aanvankelijke weigering van den
Minister van Financiën hetgeen de ver
eeniging aanleiding gaf haar adres van 29
Augustus 1928 tot den Raad te richten, welk
adres in de zitting van 4 September j.I. om
praeadvies in handen van B. en W. werd
gesteld verklaarde de Minister zich nader
bereid voor de jaren 1928 en 1929 subsidie
uit 's Rijks kas te verleenen, indien de ge
meente als borg voor de vereeniging tegen
over de aangeslotenen optrad. Had het Col
lege aanvankelijk tegen dezen eisch, die ge
steld werd, om den dienst op één lijn te
kunnen stellen met dien van een openbaar
lichaam, bezwaar, o.m. op grond, dat een
zoodanige borgstelling voor een vereeniging
tegenover haar eigen leden, die vrijwillig
tot haar toetreden, een eigenaardige figuur
zou zijn, toen het bleek, dat het verkrijgen
van rijkssubsidie daarvan afhankelijk word
gesteld, meenden zij, om het voortbestaan
van den dienst niet/in gevaar te brengen,
zijn bedenkingen tc moeten laten varen. Het
belang, dat de gemeente heeft bij de, uit
een prijzenswaardig particulier initiatief
voortgekomen instelling, die zich nog steeds
verder ontwikkelt, rechtvaardigt h. i. wel
dat de gemeente de gevraagde garantie ver
leent, en te minder bezwaar bestaat naar
hun oordeel daartegen, waar het risico van
de borgstelling door de verplichte overstor-
ting van de opgehaalde gelden bij den ge
meente-ontvanger reeds zeer beperkt is en
door goed toezicht op de gestie van den
dienst nog verder getemperd kan worden;
bovendien kan de gemeente door het sluiten
van een verzekering zich tegen dit risico
volkomen dekken.
Het rijkssubsidie zal bedragen ten hoogste
1 pCt. van de voor het Rijk geïnde belas
tinggelden (hieronder begrepen de gemeen
telijke inkomstenbelasting en gemeente-
opcenten op de rijksbelastingen), voor zoo
ver deze niet meer dan f.250.000 bedragen;
V* pCt. van de geïnde belastinggelden bo
ven f. 250.000 tot f. 500.000 en V* pCt van
de geïnde belastinggelden boven f. 500.000
Het wordt voorloopig toegekend voor de
jaren 1928 en 1929, terwijl tegen het einde
van 1929 en eventueel tegen het einde van
ieder daarop volgend jaar nauwkeurig zal
worden onderzocht, of de dienst voordeel
voor het Rijk oplevert en naar den uitslag
van dit onderzoek zal worden beslist of in
het vervolg subsidie wordt verleend.
Aangezien aan de begrooting van den
dienst-een opgehaald bedrag van f. 250.000
ten grondslag ligt. kan het rijkssubsidie op
f. 2500 worden gesteld. Het gemeentelijk
subsidie zou dus van f. 750 op f. 2000 moe
ten worden gebracht, om een sluitende be-
grooting te verkrijgen.
Ook deze verhooging van subsidie zouden
B en W. de vereeniging, met het oog op het
belang van de gemeente bij den dienst, niet
willen onthouden.
Ook de Commissie van Financiën kan zich
blijkens advies met een en ander veree
nigen.
verbreeding en een nieuwe
bestrating van den stationsweg.
Door het Jeggen van een nieuwe spoor
baan aan den Stationsweg door de H.T.M.
is de breedte van den weg ter hoogte van
,,Zomerlust" teruggebracht tot slechts 5.43
M. De H.T.M. had bij den aanleg der tram
een bedrag van f. 7000 in de gemeentekas
gestort als bijdrage in de kosten bij een
eventueele verbreeding. B. en W. achten
deze verbreeding thans urgent.
Hoever moest nu de voorgenomen ver
breeding zich in de lengte uitstrekken 1 Aan
vankelijk is alleen gedacht aan een ver
breeding van den rijweg vanaf perceel No.
57 (café-restaurant „Zomerzorg") tot aan
ongeveer perceel No. 57 (Dr Kroon) door
verlegging van het Oostelijke trottoir (zijde
Zomerzorg) in Oostelijke richting, dus naar
dc huizenrij toe, waardoor met name ook
ter hoogte van perceel No. 37 (Dr. Nie-
mer), waar de voor het rij verkeer beschik
bare ruimte tusschen de buitenste rail en
den trottoirrand slechts 2.15 M. bedraagt,
een zeer noodzakelijke verbetering zou wor
den verkregen. Afgezien werd hierbij voor
loopig van een verlegging van het trottoir
aan dezen kant over het verdere gedeelte
van den Stationsweg vanaf perceel No. 25
tot aan den Rijnsburgersingel, aangezien
aldaar een verbreeding van den rijweg
minder urgent werd geacht en bovendien
in verband met de bebouwing en de aan
wezige uitbouwen op bezwaren zou stuiten.
Daarentegen kwam in verband met de om
standigheid, dat op dit gedeelte van den
Stationsweg de buitenste rail aan den an
deren kant onmiddellijk langs den trottoir
rand loopt, de wenschelijkheid naar voren
van een verbreeding van den rijweg vanaf
perceel No. 20 (Ned. Spoorwegen) tot aan
den Morschsirgel door verlegging van het
Westelijke trottoir in Westelijke richting,
en, in aansluiting hieraan, van een over
eenkomstige verbreeding van de Rijnsbur-
gerbrug aan de Westzijde.
Aldas ontstond na een vrij langdurige
voorbereiding het volgende drieledige plan.
Ten eerste: de tegenwoordige Oostelijke
trottoirrand vanaf perceel No. 57 tot aan
ongeveer perceel No. 25, wordt verlegd in
Oostelijke richting. Over het grootste ge
deelte van den genoemden afstand ver
krijgt de rijweg hierdoor een meerdere
breedte van omstreeks 2 M., zoodat de af
stand van de buitenste rail tot den trot
toirrand bij-perceel No. 55, 7.25 M.. bij per
ceel No. 37 4 M. wordt. Het trottoir be
houdt evenwel desniettegenstaande in
hoofdzaak zijn tegenwoordige breedte ter
plaatse van de voortuinen van 3.50 M.,
waartoe gedeelten van die particuliere voor
tuinen, tot openbaar trottoir bestemd en
mitsdien door de gemeente in eigendom
moeten worden verkregen. Tevens zullen
de openbare stoepen, voorzoover nog niet,
als bij de perceel en nis 57 en 55, eigendom
van de gemeente, in eigendom verkregen
moeten worden. Onderhandelingen, hiertoe
met de eigenaren van die voortuinen en
van die in particulieren eigendom zijnde
apenbare stoepen gevoerd, hebben tot het
volgende resultaat geleid. Met de eigena
ren der voortuinen, behoorende tot de per-
ceelen Nis 47 en 45 met inbegrip van den
bijbehoorenden bestraten grond daartus-
schen, 41, 39 en 35 werd, behoudens goed
keuring van den Raad, overeenstemming
bereikt, op de basis van verkoop van den
benoodigden grond aan de gemeente voor
ten hoogste f. 10 per M2.voorzoover nog
bijzondere voorwaarden werden gesteld,
kwamen deze B. en W. aannemelijk voor.
Met den eigenaar van den voortuin, behoo
rende tot perceel No. 37, kon tot hun leed
wezen niet tot overeenstemming worden ge
komen op voorwaarden, welke aannemelijk
werden geacht; de voortuin van dit perceel
blijft dus voorshands in het nieuwe trot
toir uitsteken. Voorts werd met de eige
naren van de in particulieren eigendom
zijnde openbare stoepen, behoorende tot de
RECLAME.
1154 I
16
EGYPTIAN CIGARETTES
Met 1 Coupon bij 10 Sigaretten
Portiers van hotels zijn charmant en attent,
'Bedenken voor PRINCE steeds een nieuw compliment.
(Wordt vervolgd)
J-
perceelen Nis 53, 43, 35a, 35, 33 cn 31 over
eenstemming verkregen op de basis van
gratis afstand van den benoodigden grond,
terwijl ook hier, voorzoover nog bijzondere
voorwaarden werden gesteld, deze aanne
melijk werden geacht Met de eigenares
van de stoep, behoorende tot de percee-
len Nis 51 en 49, kon niet tot overeenstem
ming worden gekomen op voorwaarden,
welke als aannemelijk konden worden be
schouwd daar deze stoeu evenwel bereids
met den last van openbaarheid bezwaard
is, wordt ook zonder overdracht het effect
van dc verbreeding ter plaatsp volledig
bereikt. Ten slotte vermelden B en W.
nog, dat eenige boomen gerooid en licht
masten en trampalen verplaatst zullen
moeten worden, terwijl het de bedoeling is,
hel rij vlak op dit gedeelte van den Sta
tionsweg over de gehecle breedte ter op
pervlakte van plm. 750 M2. van een nieuwe
bestrating met eerste soort vlamoven-
straatklinkers te voorzien. De kosten van
een en ander worden geraamd op f. 12.250.
Ten tweede: de tegenwoordige Westelijke
trottoirrand vanaf perceel No. 20 (Ned.
Spoorwegen) tot aan den Morschsingel,
wordt verlegd in Westelijke richting. Over
het grootste gedeelte van den genoemden
afstand verkrijgt de rijweg hierdoor een
meerdere breedte van ruim 2 Meter, terwijl
de tramrails thans in het midden van de
straat komen te liggen, zoodat wielrijders,
handkarren en andere voertuigen, welke,
uit de richting van het station komende,
door sneller rijdende trams en automobie
len worden ingehaald, naar rechts kunnen
uitwijken. Niettegenstaande deze verbrec-
ding van den rijweg behoudt het trottoir
echter in hoofdzaak zijn tegenwoordige
breedte, ter plaatse van de voortuinen van
gemiddeld 3.50 M., waartoe gedeelten van
die particuliere voortuinen tot openbaar
trottoir bestemd en mitsdien door de ge
meente in eigendom moeten worden ver
kregen. Tefens zullen de openbare stoe
pen, voorzoover nog niet, als bij perceel
No. 6, eigendom van de gemeente, in
eigendom verkregen moeten worden. Onder
handelingen, hiertoe met de eigenaren van
dié voortuinen en van die in particulieren
eigendom zijnde openbare stoepen gevoerd,
hebben tot het volgende resultaat geleid.
Met de eigenaren der voortuinen, behoo
rende tot de perceelen Stationsweg Nis
18, 16, 14 met inbegrip van den bijbehoo
renden bestraten grond daarnevens, 12, 10,
2 en Morschsingel No. 1 werd behoudens
's Raads goedkeuring overeenstemming be
reikt op de basis van verkoop van den be
noodigden grond aan de gemeente voor ten
hoogste f. 10 per M2l voorzoover daar
naast nog bijzondere voorwaarden werden
gesteld, kwamen deze B. en W. aanneme
lijk voor. Voorts werd met de eigenaren
van de in particulieren eigendom zijnde
openbare stoepen, behoorende bij de per
ceelen Stationsweg Nis 8, 6B en 4, overeen
stemming verkregen op de basis van gratis
afstand van den benoodigden grond, ter
wijl ook hier, voorzoover nog bijzondere
voorwaarden werden gesteld, deze aanne
melijk werden geoordeeld. Ten slotte ver
melden B. en W. nog, dat het in de bedoe
ling ligt, ook op dit gedeelte van den Sta
tionsweg het rijvlak over de geheele breed
te ter oppervlakte van plm. 2100 M2. van
een nieuwe bestrating met eerste soort
vlamovenstraatklmkers te voorzien. Do
kosten van een en ander worden geraamd
op f. 26.885.
Ten derde: de Rijnsburgerbrug tusschen
den Stationsweg en de Steenstraat wordt
naar de Westzijde verbreed, aldus, dat de
Westelijke leuning van de verbreede brug
komt te liggen in het verlengde van het
teruggeplaatste hek langs den Stationsweg
voor perceel Morschsingel No. 1. De rij
weg op de brug, thans breed 7.54 M., ver
krijgt hierdoor een breedte van plm. 10.60
M., terwijl de tramrals ongeveer in het
midden van de brug komen te liggen. Aan
de zijde van den Morschsingel zal aan de
brug een vleugel worden gebouwd, terwijl
aan de zijde van de Steenstraat, een stukje
grond, groot plm. 10 M2., en behoorende
tot het terrein van het oude Academisch
Ziekenhuis, welk terrein in 1866 door de
gemeente kosteloos aan het Rijk gegeven
werd om daarop een ziekenhuis te stich
ten cn voortdurend te onderhouden, van
het Rijk moet worden teruggekregen. Een
hiertoe strekkend tot het Rijk gericht
schrijven, is nog niet beantwoord, doch
naar B. en W. vertrouwen zal het Rijk tot
gratis teruggave van den gTond bereid
worden gevonden. De kosten van de vev-
breeding worden in dit geval op f. 6900 ge
raamd.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie);
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven
WIJKGEBOUW „GELOOF, HOOP, LIEFDE'1
Er is een Kerstversje dat zegt:
Daar is de koude winter weer.
Met korte donkre dagen,
Hoe streng regeert die barre heer.
Met sneeuw en hagelvlagen.
Ja, sneeuw en hagel kunnen heel spoedig
komen en met hen koude, armoede, ontbe
ring. Gij, die van uw overvloed iets kunt
missen, die in dezen tijd van voorbereiding
voor den winter uw kasten nauwkeuriger
dan anders wellicht naziet, denkt aan de
velen, die het zoo noodzakelijke dikwijls
moeten missen.
Het wijkgebouw „Geloof, Hoop, Liefde",
Langeslraat 6769. neemt gaarne gebruikte
kleeding, vooral jongensgoed, in ontvangst.
Alleen daar, waar het noodig is, worden
kleeren enz. gezonden. Het wijkgebouw i$
den geheelen dag geopend. Weest overtuigd
van veler dankbaarheid!
Door R. L. de W.
Hoskins boog en verdween.
..RichaTd, je verbergt wat voor me." Dre
with gTeep naar een sigarette en stak ze
aan
..En jij. met je gewone discretie, doet na
tuurlijk geen verdere vragen," zeide Beres
ford met een glimlach
..Misschien heb je gelijk. Als iemand roe
ring voelt zicht- en voelbare ezelsstreken
jjit le halen, is hij zich gewoonlijk daar
neel wel van bewust en er niet op gesteld,
da* de buitenwereld er zich mee bemoeit.
Tusschen twee haakjes, tante begint zich
voor je te interesseeren."
••Voor mij?" vroeg Beresford verwonderd.
-Ia misschien heb ik haar onnoodig ze
nuwachtig gemaakt door een onverstandige
?Pnierking over het mogeliik onderzoek van
3e stoffelijk overschot, 't Kan ook zijn. dat
onoordeelkundige gezegden van mij over het
Allesbehalve aanlokkelijke en ongezonde
Mjn lijkschouwingen er het hunne toe heb-
T*n ^gedragen. Wat ze zeggen zal als ze
°ort dat jij jn Folkestone mij het gras voor
voeten hebt weggemaaid, daar heb ik
flauw begrip van
"jo bent niet wijs."
-Richard." sinz Drewith door. „ik heb
n voorgevoel. Evenals de hooggeachte
VJ9sandra ben ik sterk in voorgevoelens.
Het
)°u romantisch aangelegde natuur, Lola
Craven's bekoorlijk persoontje, en jou ge
voel voor eer en fatsoen hebben we een
situatie gekregen, die Sophocles begroet zou
hebben met tranen van artistieke vreugde.
„Je bent erbarmelijk aan het doorslaan,
Drew," B^esford viel zelf den gemelijken
toon in zijn stem op.
„Hoeveel geld heb je nog?" Drewith
leunde een beelje voorover, met schertsen
was het gedaan.
Beresford keek hem nieuwsgierig aan. „Ik
maak mijn kas maar niet meer op."
Even waren ze stil, toen begon Drewith
weer. „Richard, op de bank liggen nog een
paar honderd pond, die nog niet door mijn
hysterische schuldeischers zijn opgeëischt,
als.
„Ik dank je kerel," zeide Beresford be
daard, terwijl hij opstond. „Ik kom wel te
recht," maar met ongewone warmte greep
hij naar de hand. die Drewith hem toestak.
„Je zit leelijk in de knoei, Dickie," zeide
hij bedaard, „maar als je me noodig hebt,
dan kom je maar."
Beresford reed terug naar Jermyn Street,
om Lola te telefoneeren. dat Drewith geen
afspraak had en den volgenden middag
kwam lunchen. Hij voelde zich erg eenzaam
zonder haar. De laatste week waren ze al
door samen geweest en nu opeens was ze
geheel uit zijn leven verdwenen. Nog een
halven avond moest hij zoek brengen en dan
den volgenden morgen tot aan de lunch. Hi)
kon wel is waar naar een theater gaan.
maar waartoe eigenlijk, hij was er toch niet
met zijn gedachten bij.
fn Jermyn Street gekomen belde hij Belle-
vue op; meer dan tien minuten wachtte bij,
terwijl om Lola gezocht werd. Eindelijk
kwam de boodschap, dat z© niet te vinden
was en met een nijdige beweging hing hij
het telefoontoestel weer aan den haak. Tot
driemaal toe belde hij op en driemaal kreeg
hij dezelfde boodschap. Eindelijk ging hij
zitten om een briefje te schrijven; na eenige
velletjes papier verknoeid te hebben, vouwde
hij één dicht, dat hem echter volstrekt niet
bevredigde, en deed het in een enveloppe.
Met al die klippen en rotsen, waar hij om
heen moest zeilen, was het heksenwerk een
brief aan het meisje voor elkaar te krijgen.
HOOFDSTUK XVI.
Het sprookje is uit.
„Je komt juist in tijds om Hoskins te be
letten mijn goeden 9maak in kleedingsaan-
gelegenheden te ondermijnen," zeide Dre
with, die, uitgedost in een prachtige zijden
kamerjapon van een buitensporig zwart en
wit patroon, lusteloos in een stoel hing.
Beresford had afgesproken hem te zullen
komen halen om samen bij Lola te gaan
lunchen.
Hoskins glimlachte goedig, als wilde hij
zeggen. ..u kent his lordship wel, sir."
Drewith nam een sigarette uit het doosje,
stak ze aan en glimlachte over het vlam
metje heen eens tegen zijn neef.
..Nu Richard, ik ben. zooals die goede
oude sir Thomas zegt. gereed om de eeuwige
gelukzaligheid deelachtig te worden. Ik
hoop, dat je bij het oversteken van 9lraten
toch voorzichtig zult zijn," zeide hij, hoed
en stok. die Huskins hem aangaf, aan
nemend.
..Bij 't oversteken van de straat, mylord?"
..Ik bedoel, dat je niets moogt wagen,
maar er aan denken, dat je leve* niet j«
eigen is Het is onafscheidelijk verbonden
aan het mijne en de schakel is jou koffie.
Richard, ik ben tot je beschikking."
Juist toen ze Bellevue zouden binnengaan
zagen ze een zonderlinge gedaante vlak
voor zich.
...Mr. Deacon Quelch." fluisterde Drewith.
Beresford knikte en vlak achter mr.
Quelch gingen ze binnen.
Terwijl ze aangediend werden zaleD Be
resford en Drewith te wachten en namen
intusschen het uiterlijk eens op van hun
medegast. Hij had een eigenaardig sluw ge
zicht. was van iets meer dan middelbare
lengte, droeg lompe schoenen, een veel te
wijde pantalon en een gekleede jas. die naar
niets leek. Hij had een hoogen hoed op zijn
hoofd, die door den tand de9 tijds wanhopig
was verfomfaaid en alleen nog door de over
redingskracht van de een of andere vloei
stof tot glanzen was te bewegen. Verder zag
hij er uit of hij honger had; er was iets
kruipends in hem. Drewith scheen hij niet
te herkennen, althans hij liet het niet blij
ken.
Rokkengeruisch en een woordenstroom
kondigden de komst van mr. Crisp aan, door
Lola op eenige passen afstand gevolgd.
..Zoo. i9 u daar. Allemaal gelijk gekomen.
Hoe staat het er mee. mr. Quelch Aardig
van u om te komen Lord Drewith en mr.
Berrv Lord Drewith mr Deacon Quelch.
Och maar u kent elkaar. Dom van me. u
hebt elkaar immers ontmoet." Ze vervolgde
met een onafgebroken stroom van uitroepen.
Drewith en Beresford wendden zich af om
Lola te begroeten, waarop het gezelschap
zich naar de eetzaal begaf.
Lola's japon deed Beresford denken aan
dirhtp rookwolken uit den schoorsteen van
een pas aangemaakt fornuis Een snoer
oranjekleurige kralen om haar hals gaven
wat kleur aan het geheel. Haar bewegingen,
de houding van haar hoofd, haar heele op
treden in één woord was
„En mr. Berry, hoe gaat het met de
borst?" Op eens richtte mrs. Crisp haar
woordenstroom tot Beresford. Hebt u kam-
ferolie geprobeerd. Dat is zoo goed voor een
verkoudheid. Ja, u zit daar en u hier lord
Drewith," een plaats naast Lola aanwij
zend. „en u naast Lola. mr. Berry."
Beresford mengde zich weinig in het ge
sprek. Gewend als hij was Lola voor zich
alleen te hebben, kon hij er zich moeilijk
mee verzoenen haar met anderen te moeten
deelen. Mrs. Crisp hield hem gekluisterd,
hij kon zijn oogen niet van haar afhouden.
Nog nooit had hij iemand ontmoet, die
zoo wanhopig druk was. Woorden stroom
den als een waterhoos van haar lippen.
Door een bij toeval gesproken woord raakte
ze weer los en ratelde dan maar door. Soms
kostte het hem moeite zijn gezicht in een
ernstige plooi te houden, wanneer zij in
haar haa9t de eerste letters van twee woor
den verhaspelde en daarbij de zotste din
gen verkondigde.
Terwijl Lola babbelde met Drewith,
dwaalden Beresford's gedachten af naar de
dagen van Folkestone. Ze scheen hier heel
anders dan het vroolijke, onbezorgdp jonge
meisje, dat hij gedurende de laatste drie of
vier dagen van hun verblijf had gekend
„Zelfmoord is een harde benaming voor
iets waar je uitgegroeid bent en niet meer
wilt dragen," hoorde hij Drewith zeggen.
Hij keek hem aan Drewith speelde met
een zoutlepeltje en intusschen verkruimelde
Lola een stuk brood tusschen haar vingers.
„Dat vind ik iets vreeselijks zelfmoord,"
barstt» mrs Crisp los.
.Maar u vindt toch niet, dat wij hel recht
hebben ons van het leven te berooven?"
vroeg Lola, zich tot Drewith wendend.
(Wordt vervolgd).