V/i cent Mavrides' LANGS GUBBERIGE WEGEN 69,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 November 1928 Derde Blad No. 21065 GEMEENTEZAKEN. INGEZONDEN. FEUILLETON. benoeming tan leden der schattingscommissie. Tengevolge het aan de heeren A. J. P. Spiesz en S de Boer Azn. in de vergaderin gen van den Raad van 30 April en 21 Mei j.I. verleend eervol ontslag, als leden van de Schattingscommissie, moet worden overge gaan tot de benoeming hunner opvolgers. Vermits het in het belang van de ge meente is te achten dat een ambtenaar meer in het bijzonder belast met de werk zaamheden betreffende plaatselijke belas- lingen aan te zeggen, geven B. en W. den raadsleden in overweging te benoemen den heer E. Ensingh, hoofdcommies ter ge meente-secretarie, afd. belastingen. Ter ver vulling van de vacature De Boer vestigen B en W. de aandacht op den heer J. P. Creygthon. weer een kerstc-ave in de kerstweek. Evenals in de jaren 1925, 1926 en 1927 zouden B. en W. aan gehuwden, kostwin ners en alleenstaande personen, die. hetzij door het Burg. Armbestuur, hetzij door den gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken worden ondersteund een extra ondersteu ning van 25 pet. op de gewone uitkeeringen zullen verleenen, zij het ook dat de econo mische toesiand eenigszins is verbeterd, lie kosten zullen vermoedelijk f. 2200 be dragen. B. en W. stellen den Raad voor daartoe te besluiten. meer geld voor het burgerlijk armbestuur. Het Burgerlijk Armbestuur heeft B. en W. bericht, dat het op de gemeentebegrooting voor het loopende jaar uitgetrokken subsidie van f. 190.000 niet toereikend is om in de uitgaven met betrekking tot de ondersteu ning van armlastigen geheel te voorzien. Blijkens een missive van genoemd bestuur wordt het meer benoodigde bedrag geraamd ,i f. 15.000. Vermits daartegenover op den post „Steun aan uitgetrokken werkloozen" een over schot wordt verwacht, kan de som van f. 15.000 worden gevonden door verminde ring van dien post. een subsidie aan de afd. leiden van de vereen. tot verbetering van het lot der blinden in nederland. Door bovengenoemde afdeeling is tot B. en W het verzoek gericht een jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas te mogen ont vangen van f. 1500. Reeds geruimen tijd heeft dit College besprekingen gevoerd met het bestuur der adresseerende afdeeling en met het bestuur van de stedelijke afdeeling van den Ned. Blindenbond omtrent de wijze, waarop aan eenige daarvoor in aanmerking komende, te Leiden woonachtige blinden passend werk zou kunnen worden verschaft tegen behoorlijk loon. Uit een door B. en W. ingesteld onder roek is dit College gebleken dat aan de op richting van een werkverschaffing alhier niet valt te denken. De beste wijze van werkverschaffing lijkt dit College daarom het verrichten van werk in de woning van de blinden zelf. De bovengenoemde afdeeling is nu bereid deze werkverschaffing ter hand te nemen. Zij zal trachten een geschikt lokaaltje te vinden als opslagplaats van materiaal en van het geproduceerde werk. De afdeeling zal zorgen voor het benoodigde materiaal doch het uit te keeren loon dat op plm. f.4700 wordt geschat zal op andere wijze moeten worden samengebracht. De afd. verwacht van contributies van weldadige stadgenooten en aan de opbrengst van de vervaardigde artikelen een bedrag van plm. f. 3200. Voor de nog ontbrekende L1500 roept zij den steun van de ge meente in. B en W meenen dat hier inderdaad aan- feiding bestaat dien steun te verleenen en Reeft den Raad in overweging daartoe te besluiten. meerdere subsidie aan den leidschen belastingophaaldienst. Bij besluit van 13 Februari van dit jaar werd aan de vereeniging Leidsche Belasting ophaaldienst tot wederopzeggens, ingaande met het jaar 1927, een-subsidie toegekend van ten hoogste f. 750 per jaar en wel Va pCt. over de eerste f. 100.000 en 1/« pCt. over de tweede f. 100.000 van de geïnde sommen. Nu de dienst eenigen tijd heeft gewerkt, blijkt, dat met een subsidie tot dat bedrag niet $en sluitende rekening kan worden ge maakt De oorzaak hiervan is gelegen, eenerzijds in uithreiding van de werkzaam heden, anderzijds in de omstandigheid, dat de hulp welke van de zijde van de Inspectie der directe belastingen, le afdeeling, wel willend werd verstrekt, o.a. in den vorm van administratieven bijstand en huisves ting. thans niet meer kan worden verleend, terwijl daarnaast nog op uitgaven moet worden gerekend, die aanvankelijk niet waren voorzien Blijkens de begrooting moeten de uitgaven thans worden geraamd op f. 10.050, waar tegenover als eigen ontvangsten der veree niging slechts kan worden gesteld een som van i. 5550, zoodat boven het tegenwoordig gemeentelijk subsidie van ten hoogste f.750 nog in een bedrag van f. 3750 moet worden voorzien. Nu heeft de vereeniging zich tot dekking van dat bedrag in de eerste plaats tot het Rijk gewend om subsidie, wijl dit bij het werk van den dienst uiteraard eveneens groot belang heeft. Na een aanvankelijke weigering van den Minister van Financiën hetgeen de ver eeniging aanleiding gaf haar adres van 29 Augustus 1928 tot den Raad te richten, welk adres in de zitting van 4 September j.I. om praeadvies in handen van B. en W. werd gesteld verklaarde de Minister zich nader bereid voor de jaren 1928 en 1929 subsidie uit 's Rijks kas te verleenen, indien de ge meente als borg voor de vereeniging tegen over de aangeslotenen optrad. Had het Col lege aanvankelijk tegen dezen eisch, die ge steld werd, om den dienst op één lijn te kunnen stellen met dien van een openbaar lichaam, bezwaar, o.m. op grond, dat een zoodanige borgstelling voor een vereeniging tegenover haar eigen leden, die vrijwillig tot haar toetreden, een eigenaardige figuur zou zijn, toen het bleek, dat het verkrijgen van rijkssubsidie daarvan afhankelijk word gesteld, meenden zij, om het voortbestaan van den dienst niet/in gevaar te brengen, zijn bedenkingen tc moeten laten varen. Het belang, dat de gemeente heeft bij de, uit een prijzenswaardig particulier initiatief voortgekomen instelling, die zich nog steeds verder ontwikkelt, rechtvaardigt h. i. wel dat de gemeente de gevraagde garantie ver leent, en te minder bezwaar bestaat naar hun oordeel daartegen, waar het risico van de borgstelling door de verplichte overstor- ting van de opgehaalde gelden bij den ge meente-ontvanger reeds zeer beperkt is en door goed toezicht op de gestie van den dienst nog verder getemperd kan worden; bovendien kan de gemeente door het sluiten van een verzekering zich tegen dit risico volkomen dekken. Het rijkssubsidie zal bedragen ten hoogste 1 pCt. van de voor het Rijk geïnde belas tinggelden (hieronder begrepen de gemeen telijke inkomstenbelasting en gemeente- opcenten op de rijksbelastingen), voor zoo ver deze niet meer dan f.250.000 bedragen; V* pCt. van de geïnde belastinggelden bo ven f. 250.000 tot f. 500.000 en V* pCt van de geïnde belastinggelden boven f. 500.000 Het wordt voorloopig toegekend voor de jaren 1928 en 1929, terwijl tegen het einde van 1929 en eventueel tegen het einde van ieder daarop volgend jaar nauwkeurig zal worden onderzocht, of de dienst voordeel voor het Rijk oplevert en naar den uitslag van dit onderzoek zal worden beslist of in het vervolg subsidie wordt verleend. Aangezien aan de begrooting van den dienst-een opgehaald bedrag van f. 250.000 ten grondslag ligt. kan het rijkssubsidie op f. 2500 worden gesteld. Het gemeentelijk subsidie zou dus van f. 750 op f. 2000 moe ten worden gebracht, om een sluitende be- grooting te verkrijgen. Ook deze verhooging van subsidie zouden B en W. de vereeniging, met het oog op het belang van de gemeente bij den dienst, niet willen onthouden. Ook de Commissie van Financiën kan zich blijkens advies met een en ander veree nigen. verbreeding en een nieuwe bestrating van den stationsweg. Door het Jeggen van een nieuwe spoor baan aan den Stationsweg door de H.T.M. is de breedte van den weg ter hoogte van ,,Zomerlust" teruggebracht tot slechts 5.43 M. De H.T.M. had bij den aanleg der tram een bedrag van f. 7000 in de gemeentekas gestort als bijdrage in de kosten bij een eventueele verbreeding. B. en W. achten deze verbreeding thans urgent. Hoever moest nu de voorgenomen ver breeding zich in de lengte uitstrekken 1 Aan vankelijk is alleen gedacht aan een ver breeding van den rijweg vanaf perceel No. 57 (café-restaurant „Zomerzorg") tot aan ongeveer perceel No. 57 (Dr Kroon) door verlegging van het Oostelijke trottoir (zijde Zomerzorg) in Oostelijke richting, dus naar dc huizenrij toe, waardoor met name ook ter hoogte van perceel No. 37 (Dr. Nie- mer), waar de voor het rij verkeer beschik bare ruimte tusschen de buitenste rail en den trottoirrand slechts 2.15 M. bedraagt, een zeer noodzakelijke verbetering zou wor den verkregen. Afgezien werd hierbij voor loopig van een verlegging van het trottoir aan dezen kant over het verdere gedeelte van den Stationsweg vanaf perceel No. 25 tot aan den Rijnsburgersingel, aangezien aldaar een verbreeding van den rijweg minder urgent werd geacht en bovendien in verband met de bebouwing en de aan wezige uitbouwen op bezwaren zou stuiten. Daarentegen kwam in verband met de om standigheid, dat op dit gedeelte van den Stationsweg de buitenste rail aan den an deren kant onmiddellijk langs den trottoir rand loopt, de wenschelijkheid naar voren van een verbreeding van den rijweg vanaf perceel No. 20 (Ned. Spoorwegen) tot aan den Morschsirgel door verlegging van het Westelijke trottoir in Westelijke richting, en, in aansluiting hieraan, van een over eenkomstige verbreeding van de Rijnsbur- gerbrug aan de Westzijde. Aldas ontstond na een vrij langdurige voorbereiding het volgende drieledige plan. Ten eerste: de tegenwoordige Oostelijke trottoirrand vanaf perceel No. 57 tot aan ongeveer perceel No. 25, wordt verlegd in Oostelijke richting. Over het grootste ge deelte van den genoemden afstand ver krijgt de rijweg hierdoor een meerdere breedte van omstreeks 2 M., zoodat de af stand van de buitenste rail tot den trot toirrand bij-perceel No. 55, 7.25 M.. bij per ceel No. 37 4 M. wordt. Het trottoir be houdt evenwel desniettegenstaande in hoofdzaak zijn tegenwoordige breedte ter plaatse van de voortuinen van 3.50 M., waartoe gedeelten van die particuliere voor tuinen, tot openbaar trottoir bestemd en mitsdien door de gemeente in eigendom moeten worden verkregen. Tevens zullen de openbare stoepen, voorzoover nog niet, als bij de perceel en nis 57 en 55, eigendom van de gemeente, in eigendom verkregen moeten worden. Onderhandelingen, hiertoe met de eigenaren van die voortuinen en van die in particulieren eigendom zijnde apenbare stoepen gevoerd, hebben tot het volgende resultaat geleid. Met de eigena ren der voortuinen, behoorende tot de per- ceelen Nis 47 en 45 met inbegrip van den bijbehoorenden bestraten grond daartus- schen, 41, 39 en 35 werd, behoudens goed keuring van den Raad, overeenstemming bereikt, op de basis van verkoop van den benoodigden grond aan de gemeente voor ten hoogste f. 10 per M2.voorzoover nog bijzondere voorwaarden werden gesteld, kwamen deze B. en W. aannemelijk voor. Met den eigenaar van den voortuin, behoo rende tot perceel No. 37, kon tot hun leed wezen niet tot overeenstemming worden ge komen op voorwaarden, welke aannemelijk werden geacht; de voortuin van dit perceel blijft dus voorshands in het nieuwe trot toir uitsteken. Voorts werd met de eige naren van de in particulieren eigendom zijnde openbare stoepen, behoorende tot de RECLAME. 1154 I 16 EGYPTIAN CIGARETTES Met 1 Coupon bij 10 Sigaretten Portiers van hotels zijn charmant en attent, 'Bedenken voor PRINCE steeds een nieuw compliment. (Wordt vervolgd) J- perceelen Nis 53, 43, 35a, 35, 33 cn 31 over eenstemming verkregen op de basis van gratis afstand van den benoodigden grond, terwijl ook hier, voorzoover nog bijzondere voorwaarden werden gesteld, deze aanne melijk werden geacht Met de eigenares van de stoep, behoorende tot de percee- len Nis 51 en 49, kon niet tot overeenstem ming worden gekomen op voorwaarden, welke als aannemelijk konden worden be schouwd daar deze stoeu evenwel bereids met den last van openbaarheid bezwaard is, wordt ook zonder overdracht het effect van dc verbreeding ter plaatsp volledig bereikt. Ten slotte vermelden B en W. nog, dat eenige boomen gerooid en licht masten en trampalen verplaatst zullen moeten worden, terwijl het de bedoeling is, hel rij vlak op dit gedeelte van den Sta tionsweg over de gehecle breedte ter op pervlakte van plm. 750 M2. van een nieuwe bestrating met eerste soort vlamoven- straatklinkers te voorzien. De kosten van een en ander worden geraamd op f. 12.250. Ten tweede: de tegenwoordige Westelijke trottoirrand vanaf perceel No. 20 (Ned. Spoorwegen) tot aan den Morschsingel, wordt verlegd in Westelijke richting. Over het grootste gedeelte van den genoemden afstand verkrijgt de rijweg hierdoor een meerdere breedte van ruim 2 Meter, terwijl de tramrails thans in het midden van de straat komen te liggen, zoodat wielrijders, handkarren en andere voertuigen, welke, uit de richting van het station komende, door sneller rijdende trams en automobie len worden ingehaald, naar rechts kunnen uitwijken. Niettegenstaande deze verbrec- ding van den rijweg behoudt het trottoir echter in hoofdzaak zijn tegenwoordige breedte, ter plaatse van de voortuinen van gemiddeld 3.50 M., waartoe gedeelten van die particuliere voortuinen tot openbaar trottoir bestemd en mitsdien door de ge meente in eigendom moeten worden ver kregen. Tefens zullen de openbare stoe pen, voorzoover nog niet, als bij perceel No. 6, eigendom van de gemeente, in eigendom verkregen moeten worden. Onder handelingen, hiertoe met de eigenaren van dié voortuinen en van die in particulieren eigendom zijnde openbare stoepen gevoerd, hebben tot het volgende resultaat geleid. Met de eigenaren der voortuinen, behoo rende tot de perceelen Stationsweg Nis 18, 16, 14 met inbegrip van den bijbehoo renden bestraten grond daarnevens, 12, 10, 2 en Morschsingel No. 1 werd behoudens 's Raads goedkeuring overeenstemming be reikt op de basis van verkoop van den be noodigden grond aan de gemeente voor ten hoogste f. 10 per M2l voorzoover daar naast nog bijzondere voorwaarden werden gesteld, kwamen deze B. en W. aanneme lijk voor. Voorts werd met de eigenaren van de in particulieren eigendom zijnde openbare stoepen, behoorende bij de per ceelen Stationsweg Nis 8, 6B en 4, overeen stemming verkregen op de basis van gratis afstand van den benoodigden grond, ter wijl ook hier, voorzoover nog bijzondere voorwaarden werden gesteld, deze aanne melijk werden geoordeeld. Ten slotte ver melden B. en W. nog, dat het in de bedoe ling ligt, ook op dit gedeelte van den Sta tionsweg het rijvlak over de geheele breed te ter oppervlakte van plm. 2100 M2. van een nieuwe bestrating met eerste soort vlamovenstraatklmkers te voorzien. Do kosten van een en ander worden geraamd op f. 26.885. Ten derde: de Rijnsburgerbrug tusschen den Stationsweg en de Steenstraat wordt naar de Westzijde verbreed, aldus, dat de Westelijke leuning van de verbreede brug komt te liggen in het verlengde van het teruggeplaatste hek langs den Stationsweg voor perceel Morschsingel No. 1. De rij weg op de brug, thans breed 7.54 M., ver krijgt hierdoor een breedte van plm. 10.60 M., terwijl de tramrals ongeveer in het midden van de brug komen te liggen. Aan de zijde van den Morschsingel zal aan de brug een vleugel worden gebouwd, terwijl aan de zijde van de Steenstraat, een stukje grond, groot plm. 10 M2., en behoorende tot het terrein van het oude Academisch Ziekenhuis, welk terrein in 1866 door de gemeente kosteloos aan het Rijk gegeven werd om daarop een ziekenhuis te stich ten cn voortdurend te onderhouden, van het Rijk moet worden teruggekregen. Een hiertoe strekkend tot het Rijk gericht schrijven, is nog niet beantwoord, doch naar B. en W. vertrouwen zal het Rijk tot gratis teruggave van den gTond bereid worden gevonden. De kosten van de vev- breeding worden in dit geval op f. 6900 ge raamd. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie); Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven WIJKGEBOUW „GELOOF, HOOP, LIEFDE'1 Er is een Kerstversje dat zegt: Daar is de koude winter weer. Met korte donkre dagen, Hoe streng regeert die barre heer. Met sneeuw en hagelvlagen. Ja, sneeuw en hagel kunnen heel spoedig komen en met hen koude, armoede, ontbe ring. Gij, die van uw overvloed iets kunt missen, die in dezen tijd van voorbereiding voor den winter uw kasten nauwkeuriger dan anders wellicht naziet, denkt aan de velen, die het zoo noodzakelijke dikwijls moeten missen. Het wijkgebouw „Geloof, Hoop, Liefde", Langeslraat 6769. neemt gaarne gebruikte kleeding, vooral jongensgoed, in ontvangst. Alleen daar, waar het noodig is, worden kleeren enz. gezonden. Het wijkgebouw i$ den geheelen dag geopend. Weest overtuigd van veler dankbaarheid! Door R. L. de W. Hoskins boog en verdween. ..RichaTd, je verbergt wat voor me." Dre with gTeep naar een sigarette en stak ze aan ..En jij. met je gewone discretie, doet na tuurlijk geen verdere vragen," zeide Beres ford met een glimlach ..Misschien heb je gelijk. Als iemand roe ring voelt zicht- en voelbare ezelsstreken jjit le halen, is hij zich gewoonlijk daar neel wel van bewust en er niet op gesteld, da* de buitenwereld er zich mee bemoeit. Tusschen twee haakjes, tante begint zich voor je te interesseeren." ••Voor mij?" vroeg Beresford verwonderd. -Ia misschien heb ik haar onnoodig ze nuwachtig gemaakt door een onverstandige ?Pnierking over het mogeliik onderzoek van 3e stoffelijk overschot, 't Kan ook zijn. dat onoordeelkundige gezegden van mij over het Allesbehalve aanlokkelijke en ongezonde Mjn lijkschouwingen er het hunne toe heb- T*n ^gedragen. Wat ze zeggen zal als ze °ort dat jij jn Folkestone mij het gras voor voeten hebt weggemaaid, daar heb ik flauw begrip van "jo bent niet wijs." -Richard." sinz Drewith door. „ik heb n voorgevoel. Evenals de hooggeachte VJ9sandra ben ik sterk in voorgevoelens. Het )°u romantisch aangelegde natuur, Lola Craven's bekoorlijk persoontje, en jou ge voel voor eer en fatsoen hebben we een situatie gekregen, die Sophocles begroet zou hebben met tranen van artistieke vreugde. „Je bent erbarmelijk aan het doorslaan, Drew," B^esford viel zelf den gemelijken toon in zijn stem op. „Hoeveel geld heb je nog?" Drewith leunde een beelje voorover, met schertsen was het gedaan. Beresford keek hem nieuwsgierig aan. „Ik maak mijn kas maar niet meer op." Even waren ze stil, toen begon Drewith weer. „Richard, op de bank liggen nog een paar honderd pond, die nog niet door mijn hysterische schuldeischers zijn opgeëischt, als. „Ik dank je kerel," zeide Beresford be daard, terwijl hij opstond. „Ik kom wel te recht," maar met ongewone warmte greep hij naar de hand. die Drewith hem toestak. „Je zit leelijk in de knoei, Dickie," zeide hij bedaard, „maar als je me noodig hebt, dan kom je maar." Beresford reed terug naar Jermyn Street, om Lola te telefoneeren. dat Drewith geen afspraak had en den volgenden middag kwam lunchen. Hij voelde zich erg eenzaam zonder haar. De laatste week waren ze al door samen geweest en nu opeens was ze geheel uit zijn leven verdwenen. Nog een halven avond moest hij zoek brengen en dan den volgenden morgen tot aan de lunch. Hi) kon wel is waar naar een theater gaan. maar waartoe eigenlijk, hij was er toch niet met zijn gedachten bij. fn Jermyn Street gekomen belde hij Belle- vue op; meer dan tien minuten wachtte bij, terwijl om Lola gezocht werd. Eindelijk kwam de boodschap, dat z© niet te vinden was en met een nijdige beweging hing hij het telefoontoestel weer aan den haak. Tot driemaal toe belde hij op en driemaal kreeg hij dezelfde boodschap. Eindelijk ging hij zitten om een briefje te schrijven; na eenige velletjes papier verknoeid te hebben, vouwde hij één dicht, dat hem echter volstrekt niet bevredigde, en deed het in een enveloppe. Met al die klippen en rotsen, waar hij om heen moest zeilen, was het heksenwerk een brief aan het meisje voor elkaar te krijgen. HOOFDSTUK XVI. Het sprookje is uit. „Je komt juist in tijds om Hoskins te be letten mijn goeden 9maak in kleedingsaan- gelegenheden te ondermijnen," zeide Dre with, die, uitgedost in een prachtige zijden kamerjapon van een buitensporig zwart en wit patroon, lusteloos in een stoel hing. Beresford had afgesproken hem te zullen komen halen om samen bij Lola te gaan lunchen. Hoskins glimlachte goedig, als wilde hij zeggen. ..u kent his lordship wel, sir." Drewith nam een sigarette uit het doosje, stak ze aan en glimlachte over het vlam metje heen eens tegen zijn neef. ..Nu Richard, ik ben. zooals die goede oude sir Thomas zegt. gereed om de eeuwige gelukzaligheid deelachtig te worden. Ik hoop, dat je bij het oversteken van 9lraten toch voorzichtig zult zijn," zeide hij, hoed en stok. die Huskins hem aangaf, aan nemend. ..Bij 't oversteken van de straat, mylord?" ..Ik bedoel, dat je niets moogt wagen, maar er aan denken, dat je leve* niet j« eigen is Het is onafscheidelijk verbonden aan het mijne en de schakel is jou koffie. Richard, ik ben tot je beschikking." Juist toen ze Bellevue zouden binnengaan zagen ze een zonderlinge gedaante vlak voor zich. ...Mr. Deacon Quelch." fluisterde Drewith. Beresford knikte en vlak achter mr. Quelch gingen ze binnen. Terwijl ze aangediend werden zaleD Be resford en Drewith te wachten en namen intusschen het uiterlijk eens op van hun medegast. Hij had een eigenaardig sluw ge zicht. was van iets meer dan middelbare lengte, droeg lompe schoenen, een veel te wijde pantalon en een gekleede jas. die naar niets leek. Hij had een hoogen hoed op zijn hoofd, die door den tand de9 tijds wanhopig was verfomfaaid en alleen nog door de over redingskracht van de een of andere vloei stof tot glanzen was te bewegen. Verder zag hij er uit of hij honger had; er was iets kruipends in hem. Drewith scheen hij niet te herkennen, althans hij liet het niet blij ken. Rokkengeruisch en een woordenstroom kondigden de komst van mr. Crisp aan, door Lola op eenige passen afstand gevolgd. ..Zoo. i9 u daar. Allemaal gelijk gekomen. Hoe staat het er mee. mr. Quelch Aardig van u om te komen Lord Drewith en mr. Berrv Lord Drewith mr Deacon Quelch. Och maar u kent elkaar. Dom van me. u hebt elkaar immers ontmoet." Ze vervolgde met een onafgebroken stroom van uitroepen. Drewith en Beresford wendden zich af om Lola te begroeten, waarop het gezelschap zich naar de eetzaal begaf. Lola's japon deed Beresford denken aan dirhtp rookwolken uit den schoorsteen van een pas aangemaakt fornuis Een snoer oranjekleurige kralen om haar hals gaven wat kleur aan het geheel. Haar bewegingen, de houding van haar hoofd, haar heele op treden in één woord was „En mr. Berry, hoe gaat het met de borst?" Op eens richtte mrs. Crisp haar woordenstroom tot Beresford. Hebt u kam- ferolie geprobeerd. Dat is zoo goed voor een verkoudheid. Ja, u zit daar en u hier lord Drewith," een plaats naast Lola aanwij zend. „en u naast Lola. mr. Berry." Beresford mengde zich weinig in het ge sprek. Gewend als hij was Lola voor zich alleen te hebben, kon hij er zich moeilijk mee verzoenen haar met anderen te moeten deelen. Mrs. Crisp hield hem gekluisterd, hij kon zijn oogen niet van haar afhouden. Nog nooit had hij iemand ontmoet, die zoo wanhopig druk was. Woorden stroom den als een waterhoos van haar lippen. Door een bij toeval gesproken woord raakte ze weer los en ratelde dan maar door. Soms kostte het hem moeite zijn gezicht in een ernstige plooi te houden, wanneer zij in haar haa9t de eerste letters van twee woor den verhaspelde en daarbij de zotste din gen verkondigde. Terwijl Lola babbelde met Drewith, dwaalden Beresford's gedachten af naar de dagen van Folkestone. Ze scheen hier heel anders dan het vroolijke, onbezorgdp jonge meisje, dat hij gedurende de laatste drie of vier dagen van hun verblijf had gekend „Zelfmoord is een harde benaming voor iets waar je uitgegroeid bent en niet meer wilt dragen," hoorde hij Drewith zeggen. Hij keek hem aan Drewith speelde met een zoutlepeltje en intusschen verkruimelde Lola een stuk brood tusschen haar vingers. „Dat vind ik iets vreeselijks zelfmoord," barstt» mrs Crisp los. .Maar u vindt toch niet, dat wij hel recht hebben ons van het leven te berooven?" vroeg Lola, zich tot Drewith wendend. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9