69ste JAARGANG
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1928
No. 21065
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
SO Cts. peT regel voor advertentién uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd fijn. Voor alle andere
advertentién 35 Cts. per regel. Kleine Advertentién uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrechl Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Lelden per 3 maanden 2.35. per week ƒ0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0-18
Franco per post f 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
INDISCHE WEEX.
Tjaxidi Prambanen.
Voordracht van di. F. D. K. van den Bosch.
In de Collegezaal van het Botanisch La
boratorium heeft hedenmiddag dr. F. D.
E. van den Bosch, chef van den Oudheid
kundigen Dienst in Neder landsch-Indié, met
een voordracht over Tjandi Prambanan,
de serie lezingen geopend welke dit jaar
vanwege de commissie voor de Indische
week aan onze Universiteit worden gehou
den.
In zijn inleiding leidde spr. zijn hoorders
van Djokja langs de Tjandi's Kalasan en
Sari naar het Prambanan-complex aan de
Kali Opak en besprak hij eenige punten,
welke voor het recht begrip van het heilig
dom van beteekenis zijnallereerst de da
teering. Op het terrein zijn geen ge/dateer
inscripties aangetroffen. Voor de tijds
bepaling is men dus aangewezen op hulp
middelen, die slechts bij benadering den
stichtingstijd aangeven, zoo o.a. eigenaar
digheden in de bouwtechniek en in de or-
namenteering, welke er op wijzen, dat het
bouwwerk een van de jongste voortbreng
selen der midden-Javaansche kunst moet
zijn. De stichting kan in het begin van de
tiende eeuw onzer jaartelling gesteld wor
den. Vervolgens vertoonde spr. een reeks
lichtbeelden van de tempelbouwvallen en
gaf hij een overzicht van de belangrijkste
episodes van de serie fraaie Ramayana-re-
Iiefs aan den hoofdtempel. Hij wijdde hier
bij uit over de kenmerkende verschillen tus-
sehen Cucaïetische opvattingen,, welke in
deze relief-reeks tot uiting komen en de
Buddhistische, waarvan de 'sculp tieven van
Baraboedoer getuigen. In het tweede
deel van zijn voordracht beschouwde dr.
Bosch de kunst van Prambanan uit een
aesthetisch oogpunt en deed hij uitkomen-,
dat de tegenwoordige opvattingen niec
meer dezelfde kunnen zijn als die van een
vorige generatie. Het moge juist zijn, dat
het. complex een overgang vormt van de
Midden-Javaansche tot de Oost-Javaanscfle
kunst, dit is echter niet de voorbode van
ccn naderend verval, doch opent veeleer
mogelijkheden voor een ontwikkeling deT
lamst in nieuwe, Javaansche banen. Nieuwe
inzichten omtrent het wezen dezer kunst
beeft ons het sedert 1918 door den Oud
heidkundigen Dienst ingestelde onderzoek
gebracht. De resultaten van dit onderzoek,
welke leidden tot een gedeeltelijken we
deropbouw van den hoofdtempel, vertoon
de spr. ten slotte in een reeks lichtbeelden
op het doek.
MELAWAN GELAP.
Filmvertooningen in de Stadsgehoorzaal.
In de goed bezette groote Gehoorzaal heeft
ds. Joh. Rauws gisteravond de eerste der
drie vertooningeü alhier van het vervolg op
Warta Sari, met een woord van welkom en
aanbeveling om de Zending door het be
doeken van deze voorstellingen te steunen
ingeleid.
Terwijl de eerste Zendings-film Warta
Sari een beeld gaf van de opleiding der a.s.
zendelingen in Nederland en het Zendings
terrein van Oost-Java. voert de tweede Zen
dings-film. Me'lawan Gelap geheeten (welke
naam beteekent: Strijd tegen de Duisternis),
den toeschouwer naar enkele Zendings-
gebieden op Sumatra, Borneo. Midden-Cele
nes en Nieuw-Guinea.
in de Bataklanden N. Sumatra
üujnsche Zending en Ned. Zend. Genoot
schap) krijgt men eerst kijkjes op de ver
schillende aardige kerkjes, die met het kruis
°P de torentjes boven de palmen uitsteken.
orn dan voornamelijk de dikwijls ontroe
rende uilingen van het liefdewerk der Zen-
jng, te zien. Het ziekenhuis te Pearadja
'Jkt, als zoovele andere Zendingszieken-
uizen, een toevlucht voor vele lijdende te
2|jn. Beklagenswaardig is de sombere stoet
•an blinden, die de kolonie Effatha bevol-
n- Maar veel van de beklemming wordt
-pnomen wanneer we zien. hoe deze on-
Q ukkjgen verzorgd worden en een hand-
u, eren' hun den strijd om het
;,."s aan ln de dessa weer mogelijk maakt.
1 hef1 ^Grrassing is het te zien hoe zelfs door
Braille-schrift levensverrijking voor de
•'n-9 blinden mogelijk gemaakt wordt.
la^an^r'iPend zijn de beelden uit de Me-
a schen-kolonie Laoe-si-Momo. Nog niet
kin*' /P^en kwam het voor dat de bevol-
wan k cevrGe9^e lijders in hun isoleerhutjes
melkt0 Zluitstoten waren, eenvoudig
knm, Gn al verbrandden. Wie dit weet
Y meer onder den indruk van het
RaUi n e van deze kolonie, geheel als
ksch dorp gebouwd.
a ook de gezonden niet vergeten wor
den. blijkt uit de opgewekte tafereelen van
verschillende scholen en ambachtsscholen.
Het tweede deel der film brengt den toe«-
schouwer naar de Dajakkers op Borneo
(Bazelsche Zending). We varen de machtige
stroomen op en zien tusschen het groen
verscholen de Zendingsposten liggen, nadat
eerst een blik op het door lianen overgroeide
graf van een vermoorden zendeling ons
heeft doen beseffen, dat het pionierswerk
hier heldenwerk geweest is. Wanneer men
beseft dat voor kort de Dajakkers nog als
onvervaarde koppensnellers golden, dan zijn
het ook hier weer de schoolkinderen die ons
het sterkste laten voelen, welke cultureele
beteekenis dit Zendingswerk heeft Aardige*
beelden van om het hardst roeiende jongens
zullen de Hollandsche Jongens doen water
tanden. Het machtelooze en troostelooze van
het heidendom is het duidelijkst aan te voe
len in de schillerend opgenomen scene van
het bezweren van den boozen geest, die in
een zieke schuilt en voor de oorzaak van de
ziekte wordt aangezien.
Vervolgens komen de Toradjas in Midden-
Cclebes aan de beurt (Ned. Zendel. Genoot
schap). De beelden van het eigen'ijke Zen
dingswerk worden afgewisseld met mooie*
natuurtafereclen en typische volksgebruiken.
Zoo zien we hier hoe de kleercn de Toradjas
uit de foeja-boombast vervaardigd worden.
Van het schillen van den bast af. tot het
verven der kleeren toe. kunnen we het ge-
heele proces volgen. Verrassend zijn de
vrouwenkleeren, die met hun lange mouwen
en rokken ons al heel weinig Oostersch aan
doen en zelfs herinneringen aan crinoli
nes" bij ons oproepen. Zeer gelukkig is de
film-operateur geweest waar hij het geheim
zinnig aanroepen der geesten door een pries
ter voor ons heeft kunnen vastleggen.
In de Warta Sari film werd de toeschou
wer door een climax in de belangrijkheid
der beelden steeds meer geboeid. Ook nu
weer heeft de heer Ochse dit weten te be
reiken. Was het voorgaande reeds in toene
mende mate belangwekkend, het vierde deel
wordt dit in nog sterkere mate. De Papoeas
op Nieuw-Guinea, waar de Ulr. Zend. Ver.
haar arbeidsveld heeft, komen in al hun
primitiefheid op ons af rennen. Men wordt
met eerbied vervuld voor hen, die hier in de
verre eenzaamheid hun beschavingsarbeid
verrichten. Zoo ergens, dan voelt men hier
dat kleeren en scholen geen werkelijke be
schaving kunnen geven, wanneer er niet
tevens een geheele geestelijke omkeer mee
gepaard gaat. Dit laatste is voor de Zending
doel. het andere maar bijzaak, hoe belang
rijk ook. Ook hier maken we weer. evenals
in de vorige film, een tournee me'e met een
zendeling, te land en later per prauw. Ook
hier weer bereikt de filmtechniek triomphen.
met een goed gekozen en indrukwekkend
slot.
De' filmfabriek Polygoon, voor wie de
heer I. A. Ochse deze film samenstelde, heeft
weer getoond haar taak te verslaan en heeft
het Zendingsbureau te Oegslgeest hiermede
een waardevol middel in handen gegeven om
meer waardeering en sympathie voor zijn
belangrijken arbeid te wekken.
Ongetwijfeld wordt het genoegen waarmee
men deze film bekijkt belangrijk verhoogd
door de pittige en goedgekozen muziek, voor
de samenstelling waarvan de heer H. de
Groot, te Amsterdam, zorg droeg.
Men weet dat de uitvoering van deze
muziek de heeren dr. Riemens, ds. Punselie
en Boe'hmer welwillend op zich hebben ge
nomen. Gisteravond zorgde dr. J. J. Riemens
voor de illustratie, heden zal de heer
Boehmer dit doen en morgen ds. Punselie.
Mogen ook de voorstellingen van heden
en morgenavond goed bezet zijn.
Dr. H. SCHOKKING OVER TEEOSOPHIE.
Gisteravond hield in het klein-audito-
rium van de Universiteit alhier dr. H.
Schokking uit Den Haag een lezing over
„Theosophie". welke lezing de eer9te is van
een reeks, uitgaande van de vereeniging tot
vestiging van bijzondere leerstoelen.
Na een enkel inleidend woord ving dr.
Schokking zijn lezing aan met een breed
citaat van een theosophisch schrijver, dat
weliswaar sympathiek aandoet maar waar
in men toch wel slap voor slap een vraag-
teeken kan plaatsen.
De belangstelling voor de Theosophie is
en blijft groot. De Iheosophischë gedachte
heeft niet alleen een eigen terrein verwor
ven maar is ook voor velen een lichtend
centrum geworden Voor een ieder die ken
nis neemt van de dagbladen is het duidelijk,
dat het aantal aanhangers van de theoso
phie steeds groeit. Het stelsel heeft veel be
koorlijkheid voor vele menschen. Men be
merkt dat aan verschillende dingen. Zoo
vindt men bijv. in „De Steen der Wijzen"
van Anker Larsen verschillende theoso
fische trekjc9, hoewel de schrijver ontkend
heeft theosoof te zijn Het zou de moeite
waard zijn om in de litteratuur van den te-
genwoordigen tijd, in de litteratuur van al
lerlei soort de theosofische strekking aan te
wijzen Men zou ongetwijfeld een zeer
groote oogst hebben.
Vanwaar die invloed? Welke verwach
tingen wekt de theosophie op? Voorop kan
gesteld worden de broederschapsidee, voor
al in verband met de vredesgedachte. Al
wie zich er rekenschap van geeft en na
denkt huivert bij het denken aan een mo
gelijken nieuwen wereldoorlog en daarom
is de broederschapsidee zoo aantrekkelijk.
Daarbij komt dat het theosophisch optre
den een heilsprediking wil brengen, wat uit
het optreden van mevr. II. P. Blavatsky,
die het Ouwe Weten aan de wereld terug
gaf. duidelijk blijkt.
Bovendien is de theosophie met haar
mystiek een terugslag op het materialisme.
Aan zulk een mystiek is behoefte.
Hieruit en uit nog veel meer kan blij
ken, dat de slem van de theosophie voor
vele menschen met verwarde gedachten
zoet moet klinken Van theosophische zijde
beweert men dat alles uit de Oude Wijs
heid kan worden verklaard en ook daardoor
heeft het stelsel voor onzen tijd veel aan
trekkelijkheid.
Men zou zelfs nog verder kunnen gaan en
zeggen, dat de theosophie uit den tijd zeil is
opgekomen.
Spr. maakt verder eenige opmerkingen
over de boeken van mevrouw Blavatsky,
waarin het stelsel van de theosophie in al
zijn uitgebreidheid wordt beschreven.
Uit dit al'es wil spr. behandelen twee
cardinale dingen, n.l. Karma en Reincar-
natie.
Theosophie wil niets weten van theïsme.
Het negeert een persoonlijk God en hier
ligt de diepe scheiding tusschen theosophie
en Christendom. Spr. komt op tegen de ma
nier waarop verschillende uitspraken en
teksten ook uit de Heilige Schrift ge
annexeerd worden door de z.g. esoteri
sche verklaring. De theosoof wil ons zeg
gen wat de kern is van ons geloof en dat
gaat toch niet aan. Do interpretatie van
eigen stelsel is onvervreemdbaar bezit en
daarmede moet welke wetenschap dan ook
rekening houden.
Een Christelijk theïstisch denker kan het
negatieve stelsel van de theosoof tegenover
een persoonlijk God niet aannemen. Echter
de theosoof beweert dat Christendom en
theosophie geen tegenstellingen zijn. maar
wel beweert de theosoof dat zijn stelsel
beter er op is berekend om den men9ch ze
delijk te verheffen dan de bronnen waaruit
de Christen put. Alzoo de schoone breede en
diepe uitspraken van den Bijbel kunnen
niet wedijveren met Karma en Reïncarnatie.
Na nog even dieper op het wezen van het
Karma le zijn ingegaan breekt spr. vervol
gens zijn lezing af om die waarschijnlijk
volgende week Donderdag voort te zetten.
HET PALEIS VAN DIOCLETIANUS
TE SPALATO.
Gisteravond hield in 's Rijksmuseum van
Oudheden alhier mej. Joh. J. P. Brants,
ccnservalrix aan dit museum, een voor
dracht over bovenstaand onderwerp.
Spalato ligt aan de Oostkust van de Adria-
tische Zee. op een der mooiste plekken van
Dalmatië. hans heet het in het Joego-Sla-
visch: Split. Hier liet in het begin der 4de
eeuw de Romeinsche keizer Diocletianus
een paleis bouwen, waar hij moe van de
regeeringszorg zich terugtrok. Dit bouwwerk
draagt er in zijn stijl de sporen van, dat het
gebouwd is in den tijd van overgang van het
heidendom tot de Christelijke religie; kunst
historisch is het een overgang van de Ro
meinsche naar de Byzantijnsche kunst.
Diocletianus die in 245 te Salona geboren
werd, was van nederige afkomst In 285
werd hij door de soldaten tot keizer uitge
roepen. In 304 deed hij afstand van de re
geering. nadat hij eerst het rijk tot rust ge
bracht had In de nabijheid zijner geboorte
stad Salano liet hij zich een paleis bouwen
waar 9 10 jaar aan gewerkt is. In 313 stierf
hij daar na een sleepende ziekte.
Het paleis te Spalato heeft in zijn vier
kanten vorm overeenkomst met een Ro
meinsche legerplaats. De muren zijn 1 Va i
2 M. dik. Het is dan ook geen villa, doch een
versterking, een castellum, een complex ge
bouwen wa.ar de keizer met zijn familie en
zijn hofhouding en zijn lijfwacht verblijf
hielden.
Aan den zeekant is de Zuidmuur. Het
maakt opgetrokken uit witten kalksteen een
schilderachtigen indruk, op wie van de zee
zijde de stad nadert. De hoofdingang van
het paleis 19 echter de Noordpoort of Porta
A urea (gouden poort). De gevel is onderbro
ken met nissen en zuilen, een kenmerk van
den lateren Romaanschen stijl (verg de
kathedraal te Roermond.)
Diocletianus werd bijgezet in het mau
soleum, dit is sedert de 8e eeuw een kathe
draal. Deze dom is van buiten 8-zijdig, van
binnen rond. Hij is zeer barok, maar toch
een stemmingsvolle kerk. De stijl is een
overgangsvorm van de Romeinsche naar de
Byzantijnsche bouworde
Een specifiek Oostersch karakter draagt
de tempel te Spalato, die aan Jupiter of aan
Aesculapius was toegewijd Waarschijnlijk
heeft Diocletianus zijn werklieden uit An-
tiochië betrokken.
Zoo staan we hier in Spalato op de gren
zen van de Latijnsche en de Oostersche
wereld; in een overgangs-stadium van twee
tijdperken.
De interessante lezing werd door een serie
fraaie lichtbeelden toegelicht.
WAT DE HUISVROUW VAN FINANCIËN
IN HET ALGEMEEN DIENT TE WETEN.
Voordracht van den heer
F. W. Drijver Jr.
Op uitnoodiging van de afdeeling Leiden
der Ned. Ver. van Huisvrouwen heeft gis
termiddag in de Nutszaal de heer F. W.
Drijver Jr uit Rotterdam een lezing gehou
den over bovenstaand onderwerp.
Na met een enkel woord door mevr. Bos
man te zijn ingeleid, wees 9pr. er op, dat
het in het algemeen wenschelijk is. dat de
vrouw eenig inzicht heeft in finantieele
aangelegenheden, zoodat zij bij eep langdu
rig buitenlandsch verblijf van haar echtge
noot of we! bij een langdurige ziekte dezen
kan vervangen.
In de meeste gevallen toch is zij in der
gelijke omstandigheden aangewezen op den
bijstand vaji bevriende deskundigen, het
geen op zich zelf geen groot bezwaar zou
zijn, mits deze adviseurs altijd de eigen
schappen van vriendschap en deskundig
heid in zich vereenigden.
Hoofddoel zijner causerie was dus de
vrouw eenigermate wegwijs te maken in den
doolhof der finantieele wereld, meer in het
bijzonder tpn aanzien van het bankwezen.
Uitvoerig ging apr. dan na de vraag, hoe
het geld in de wereld is gekomen en hij gaf
het antwoord door op te merken, dat dit
het resultaat was van het onbewust zoeken
van vele menschengeslaehten naar een uni
verseel betaalmiddel voldoende aan alle tij
den, volken en landen.
In den oertijd werden veelal naluurpro-
duclen als betaalmiddel gebezigd. Vooral
vee speelde hier een groote rol getuige de
afleiding van hel woord precus vee) en
afleiding van het woord pecus vee) en
Geschiedschrijvers maken omstreeks 1650
jaar v. Chr. melding van metaal als betaal
middel, eerst in ruwen vorm, daarna in sta
ven en ten slotte in munten.
Deze munten werden vooral in omloop
gebracht door staatshoofden en het volk
kwam er in het bezit van door bemiddeling
van de wisselaars.
De kruistochten o.a. hebben veel bijge
dragen de uitbreiding van het bankwezen
in dezen primitieven vorm .Het gebruik van
wissels dateert uit het einde der elfde eeuw
de Italiaansche handel maakte voor het
eer9t gebruik van .bank- en vorderingspa
pier en in de 16de eeuw treffen we ook hier
te lande verscheidene banken aan.
Na nog gememoreerd te hebben, dat de
economie als hoofdfuncties van het geld
kent ruilmiddel en waardemeter en als
nevenfuncties betaal- en spaarmiddel, stond
spr. uitvoerig stil bij het sparen.
Een heel gemakkelijk systeem van sparen
is voor de huisvrouw de uitgaven steeds te
regelen naar een inkomen, dat kleiner is
dan in werkelijkheid het geval is.
Vervolgens besprak de heer Drijver de
wijze van belegging der eenmaal gespaarde
gelden, bijv. door deel te nemen aan een
solide onderneming en genoegen te nemen
met een matige rentevergoeding. Voorts door
op hypotheek gelden te verstrekken, door
aankoop van een huis of dergelijke.
In dit verband verklaarde spr. de betee
kenis van de begrippen hypotheek, over
waarde. hypotheekbanken, pandbrieven,
obligaties en aandeelen en hij deed duidelijk
het verschil uilkomen tusschen gewone,
preferente en cumulatief-preferente aandee
len, aandeelen op naam, aan toonder en
niet-volgestorte aandeelen, enz.
Hij vertelde hoe de koers van effecten
wordt bepaald door vraag en aanbod, over
divident en interim-dividend om het eerste
gedeelte van zijn lezing te besluiten met
een uiteenzetting hoe een eenvoudig huis
houdboek er uit moet zien.
Een overzichtelijk geheel kan men z. i. op
gemakkelijke wijze verkrijgen door op een
blad van het boek vooraan onder elkaar de
namen der artikelen te schrijvenbijv.:
brood, melk. groente, enz. en aan het hoofd
achter elkaar de dagen der week Maandag,
Dinsdag, enz
Op die wijze kan men in verticale rich
ting optellend het dagtotaal der uitgaven be
palen en in horizontale richting, wal in een
week aan brood, melk. enz. werd uitgege
ven.
Na een korte pauze besprak de heer
Drijver in grove trekken de verschillende
takken van het bankbedrijf; schetste de tal
rijke onderafdeelingen en wee9 er tenslotte
op, <Iat de Nederlandsche Bank niet is zoo
als velen denken een staatsbedrijf, doch
een zuiver particuliere instelling, welke
door een octrooi in nauwe relaties staat tot
het Rijk en als zijn kassier optreedt.
Met den wensch, dat zijn lezing den da
mes een beter inzicht in deze materie zou
hebben verschaft, eindigde de heer Drijver
zijn inderdaad leerzaam betoog.
Uit de vragen en opmerkingen na afloop
bleek, dat de aanwezigen 's heeren Drijvers
betoog met aandacht hadden gevolgd.
Mevr. Bosman sprak tenslotte een woord
van dank.
ALGEMEENE VERGADERING
LEIDSCHE IJSCLUB.
Te ongeveer acht uur opende de voorzitter
der Leidsche IJsclub, in de bovenzaal van
sociëteit „Amicitia", de algemeene verga
dering.
BINNENLAND.
Het debat over de Rijksbegrooting. (Uit
het Parlement, 2de Blad).
Het rijkstoezicht op het vliegwezen; de
tol-stand-koming van den algemeenen maat*
regel van bestnnr is spoedig te verwachten.
(Binnenland, 3de Blad).
De HN. A. E. N komt misschien Vrijdag*
avond op Schiphol terng. (Binnenland, 3de
Blad).
Vergadering van den R.-K. Bond van
spoor- en tramwegpersoneel „St. Raphael".
(Binnenland. 3de Blad).
De algemeene Synodale Commissie der
Ned. Herv. Kerk weer bijeen. (Kerk en
School, 3de Blad).
Bestuursbesluiten van den Ned. Lawn*
tennisbend. (Sport, 3de Blad).
BUITENLAND.
De agenda van de komende Volkenbonds*
raadzitting. (Buitenl., 1ste Blad).
De kwestie van den Dnitschen pantser*
kruiser schept een crisis. (Buitenl., le Blad).
Bemiddeling in het Dnitsche metaalnijver-
heidsconflict. Het debat in den Rijksdag*
(Buitenl. en Tel., 1ste Blad).
Een motie-Lloyd George inzake het En-
gelsch-Fransch vlootaccoord door het Engel-
sche Lagerhuis verworpen (Buitenl., 1ste
Blad).
Het vergaan der „Vestris". Nog niet pre
cies bekend hoeveel slachtoiiers en zijn.
(Buitenl. Gem. 2de Blad en Tel. 1ste Blad).
Ford gaat in Engeland een groote fabriek
bouwen. (Buitenl. Gem., 3de Blad).
Een cycloon in Argentinië. Vele slacht
offers en groote schade. (Tel., 1ste Blad).
De uitbarsting der Etna zal vermoedelijk
spoedig eindigen. (Buitenl. Gem. 3de Blad
en Tel. 1ste Blad).
De notulen werden na voorlezing goedge
keurd, waarop de waarnemend secretaris het
jaarverslag voorlas. Hieruit stippen wij aan,
dat het ledental op 1 November van dit
jaar 662 bedroeg en dat ook de financieele
toestand van de Vereeniging gunstig ge
noemd kan worden. Met het batig saldo van
het vorig boekjaar medegerekend, bedroeg
n.l. het batig saldo f. 1913 69.
Nadat de voorzitter dank had gebracht
aan den secretaris en het jaarverslag was
goedgekeurd, bracht hij den inhoud van een
brief van de kascommissie ter Hennis van
de vergadering, waarin deze commissie me
dedeelde. dat zij de boeken en bescheiden
in orde hadden bevonden.
De penningmeester bracht nu zijn verslag
uit, waaraan wij slechts willen ontleenen
den .post van ontvangsten groot f. 7355 42Va
er. die der uitgaven groot f. 5441 73
Als een verblijdend feit kon de penning
meester mededeelen. datditjaarlO partici
paties van de leening 1926 konden worden
uitgeloot, en dat verwacht kan worden dat
tegen het einde van het volgend jaar de ge
heele leening zal zijn afgelost.
Nadat de penningmeester voor zijn beheer
was gedechargeerd, uitte de voorzitter een
woord van dank voor de wijze waarop
steeds de penningmeester zijn werk voor de
vereeniging verricht.
Daarna werd overgegaan tot de verkie
zing van bestuursleden door aftreden van
den heer De Graaf, wegens vertrek naar
elders en door periodiek aftreden, alhoewel
herkiesbaar, van de heeren Oppelaar en Van
Blarkom. Herkozen werden de beide laatste
heeren, terwijl in de plaats van den heer
De Graaf, de heer II. H. Tieleman werd ge-
kezen.
Bij de rondvraag verdocht de heer Van
Leeuwen of het bestuur niet zou willen
overwegen een deel van de baan af te schei
den, één voor kunstrijders en één voor
hardrijders. Algemeen is men van meening
dat dit voor hardrijden onmogelijk is. maar
wel wordt besloten, dat het bestuur bij wijze
van proef, achteraan de baan in de lengte
richting een deel zal doen afschelden ten-