69ste JAARGANG DINSDAG 13 NOVEMBER 1928 No. 21064 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentiün uit Leiden en plaatsen waar agentschappen Tan ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiên 35 Cts. per regeL Kleine Adverlentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque, en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT* Voor Leiden per 3 maanden 7 2.35, per week 70.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0/18 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. AFSLUITING SCHEEPVAART. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis dat de sheepvaart door de Singelbrug, wegens het verrichten van herstellingswerken, tot nadere aankondiging gestremd is voor die schepen, waarvoor de brug moet worden geopend. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 12 November 1928. 1114 KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Bij punt 7 der agenda voor de vergadering der Kamer van Woensdag, komt in behan deling het volgend concept adres, inzak© Spoorwegovergangen te verzenden aan den Minister van Waterstaat. Zooals Uwe Excellentie) bekend zal zijn, ondervindt het gewone wegverkeer te Leiden door d© kruising van de spoorlijn Amster damRotterdam met den Rijnsburgerweg uitermate veel hinder van het Spoorweg- yerkeer. De overlast en hinder op dezen toegangs weg tot Leiden zijn van bijzonder ernstigen aard. Ook de schade, door het lange wach ten ondervonden, begint groote afmetingen aan te nemen. De ernst van den toestand heeft de Kamer er toe gebracht om een onderzoek in tel stel len naar de vraag, krachtens welke wette lijke bepalingen de Spoorwegen gerechtigd zijn om de wegen en daarmede ook derge lijke hoofdverkeerswegen af te sluiten. Krachtens art. 33 van de wet op de Spoorwegen, zooals dit artikc'l is gewijzigd bij wet van 6 Mei 1922 S. 270, wordt door de Spoorwegen op bij Algemeenen Maatregel van Bestuur te bepalen wijze en behoudens daarbij te omschrijven uitzonderingen de spoorbaan afgesloten. De» kosten dezer af- iiuiling komen ten laste van de Spoor wegen. De betreffende Algemeene Maatregel van Bestuur is vervat in 't Besluit van 9 Augus tus 1922 S. 490, betreffende de wijze van afsluiting der Spoorwegen. Art. 2 van dit Besluit bepaalt in lid I: „Ter plaatse waar een spoorweg gelijk vloers door een weg wordt gekruist, .moeten zich beweegbare afsluitingen be vinden. die onmiddellijk aansluiten aan de „in art. 1 bedoelde afsluiting". Lid 4 van dit artikel luidt als volgt: „De openbare overwegen moeten worden „afgesloten door sterke sluitboomen of „andere door den Minister van Waterstaat .goed te keuren afsluitmiddelen. De sluit- „boomen moeten, indien de Minister van „Waterstaat zulks bepaalt, voorzien zijn van ..inrichtingen tegen het bij gesloten stand ..onder de boomen doorgaan en tegen het „opheffen der boomen door onbevoegden". Uit dit alles blijkt, dat. afgezien van de veiligheidsmaatregelen, bij deze bepalingen uitsluitend schijnt gedacht te zijn aan de Belangen van een recelmatig doorgaand spoorwegverkeer, terwijl de belangen van „regelmatig doorgaand" wegverkeer niet de minste bescherming vinden. Den Spoor wegen wordt de vrijheid gelaten om open bare wegen af te sluiten telkens wanneer zij meenen. dat dit voor hun dienst wordt ge'- èischt. Daarbij zijn geen voorwaarden ge steld om te voorkomen, dat aan het weg verkeer meer dan strikt noodzakelijke en in verband met de plaatselijke omstandigheden onvermijdelijke hinder wordt berokkend. Ook wordt ze'lfs niet de verplichting opge- jegd, om alle redelijke maatregelen te tref- 'en. opdat eventueel op andere wijze dan over den overweg het wegverkeer ongehin derd kan doorgaan. •\1n de Spoorwegen wordt de zeer groote faciliteit verleend, dat haar verkeer steeds on voorrang heeft boven bet wegverkeer, hoezeer dit in het algemeen ook thans nog *s te billijken, toch had dit in vroeger tijden zter zeker meer reden van bestaan dan nu. Ue enkele malen, dat voorheen een trein lr°U- k-Warn- moest Let langzame en be- I ïflifk weinig beteekenende wegverkeer •aeh'.'n Het wegverkeer is echler thans op tal van wegen zoo intensief en zoo be- EGworden, dat mag worden geëischt, il i daardoor gewijzigde verhoudingen en angen opnieuw zuiver legen elkander Men afgewogen. hot6 er er van overtuigd, dat alsdan - wegverkeer vooral ten opzichte van zijn belangrijkheid niet meer als rr.aa I n^?'!seable kan worden beschouwd, Ye-Cp 8eüjkwaardig aan het spoorweg- Dp0r moe* worden geacht, tal JSn Spoorwegen verleende faciliteit bier alleen dan als billijk kunneli worden aangemerkt, indien d© Spoorwegen tegenover het verleenen van voorrang bij het verkeer al het redelijke doen. om de schade en hinder, daardoor anderen toegebracht, weg te nemen. Naar de meening der Kamer moeten de Spoorwegen dan ook verplicht kunnen worden om krachtig mede te wét- ken tot opheffing der verkeersbelemmërin- gen. Alleen wanneer dergelijke bepalingen zullen zijn vastgesteld, zal het verkeers probleem op de punten, waar een druk spoorweg- en wegverkeer elkander kruisen, volgens recht en billijkheid kunnen wor den opgelost. Als bijkomende omstandigheid geldt wat Leiden betreft nog het volgende. De lijn AmsterdamLeiden's-G-ravenhageDelft Rotterdam is een druk bezette lijn met goed gevulde treinen, derhalve een lijn met groote verkeersdichtheid, waardoor de kos ten per eenheid laag zijn en de opbrengst hoog is. De exploilaliecocffirient is daarom gunstig. Deze lijn wordt vaak genoemd de goudmijn <jer Nederlandsche Spoorwegen. Bekend is o a. de uitspraak van Jhr. van Krelschmar, Voorzitter van den Raad van Commissarissen der Nederlandsche Spoor wegen, gegeven in Economisch Statistische Berichten van 23 Augustus 1922: „Ware de H. Y. S. M. gebleven binnen „hare oude grenzen, de lijn Amsterdam Rotterdam, dan zou zij waarschijnlijk een ,der rijkste Maatschappijen van Europa ,zijn". Het is daarom in dubbele mate met alle recht en billijkheid in strijd, dat de groote baten dezer lijn door de Nederlandsche Spoorwegen zonder meer worden geïncas seerd en de lasten voor een zoo belangrijk de'el zonder meer op de schouders van het publiek, hetwelk den overweg moet pas- sccren, worden afgewenteld. De mogelijk heid, dat door de Nederlandsche Spoorwegen het wegverkeer geheel kan worden stopgef- zet, indien deze nog meer treinen laten rijden, wil de Kamer voorloopig nog uitscha kelen, al wil zij er op wijzen, dat ten aan zien van de scheepvaart door den Rijn deze) theoretische mogelijkheid reeds practisch verwezenlijking heeft gevonden, doordat er dagen zijn, waarop tusschen 6.45 uur v.m. en 8.09 uur nam. de spoorwegbrug aan de Vink pernA.ne'nt gesloten is. Wel worden, naar de Kamer meent te weten, door de Nederlandsche Spoorwegen maatregelen overwogen, om de doorvaarlmogelijkheid iels te verbeteren, maar dergelijke inciden- teele klejne verbeteringen geven voor het probleem in het algemeen geen bevredigende oplossing. Het wegverkeer behoort ten deze niet afhankelijk teJ zijn van „gunsten" van de Nederlandsche Spoorwegen, maar verlangt terecht van overheidswege rechtmatige be scherming en een regeling, welke aan de belangen van alle partijen recht laat weder varen. De Kamer heeft bij dit alles zeer wel ge realiseerd, dat de Nederlandsche Staat 49 1/2 millioen van de aandeelen der Nederland sche Spoorwegen in bezit heeft tegen 40 1/2 millioen in andere handen en ook. dat de Slaat een rente van 5 pCt. over het aan delenkapitaal heeft gegarandeerd. De veronderstelling, dat Uwe Excellentie in verband met de mogelijkheid, dat alsdan minder dan 5 pCt. zouw orden uitgekeerd, een toestand zou willen handhaven, welke zoozeer in strijd is met recht en billijkheid, acht de Kamer dermate ongegrond, dat zij deze veronderstelling slechts ^eeft om haar tegelijk met alle kracht te kunnen tegen spreken. De Kamer spre'ekt dan ook de hoop uit, dat het Uwe Excellentie spoedig moge ge lukken. aan de zoo onbillijk geregelde toe standen een einde te maken, door op de reeds boven aangegeven wijze te bewerk stelligen. dat de Nederlandsche Spoorwegen van overheidswege verplicht worden daad werkelijk er toe mede te werken, dat de door haar veroorzaakte schade en hinder worde weggenomen of lot redelijke proporties teruggebracht. WAPENSTILSTANDSHERDENKING. Door de Nooit-Meer-Oorlog Federatie. In de groote zaal van het Nut die met circa vijftig bezoekers gevuld was, is gis teren vanwege de Leidsche afdeeling der Nooit-Meer-Oorlog Federatie de tiende ver jaardag van den Wapenstilstand herdacht. Om half negen werd de bijeeenkomst ge opend met een woord door den voorzitter dr P. J van Thiel, die eerst zijn oprechte hulde bracht aan de nagedachtenis van den juist ontslapen generaal Kolemans Beynen, die op lateren leeftijd een geestverwant was geworden, en er aan herinnerde dat nog al tijd het oorlogsgevaar niet geweken is. Ja dat dit gevaar zelfs meer dan ooit ook thans nog dreigt. Wel begroeten wij met vreugde het Kellogg-pact dat althans waar borgen schijnt te gaan bieden dat de landen die het zullen ratificeeren geen aanvals oorlog meer zullen voeren, doch waarbij men niet dient te vergeten dat de verdedi gingsoorlog ook volgens het pact nog moge lijk blijft. De eerste spreker zou de heer Van Sijn geweest zijn, Hij. was evenwel nog. niet aan wezig toen dr. Van Thiel zijn openings woord beëindigd had, en daarom begon d© heer Beentjes, de tweede spreker van den avond, in zijn plaats. Juist was de heer Beentjes zijn voordracht begonnen toen in- tusschen de heer Van Sijn Uit Rotterdam arriveerde en deze nam daarop terstond het woord. Hij begon met de voorlezing uit een boek van iemand, die zooals hij zeide den oorlog had medegemaakt, zonder passie, doch al leen omdat hij het zich. geboren Deen eigenlijk, doch Sleeswijker en dus Duit- 9cher, een plicht rekende mee ten strijde te trekken. Vreeselijk, ontzettend, verscheurend was de taal die de heer Van Sijn in den juisten diepgevoelden toon uit Erich Erichsen's gruwelijk verhaal van den zooals hij hem noemde „heestachtigen" oorlog voorlas. Schrijnend teekent de auteur de tafereelen die hij meegemaakt heeft aan het Belgische front, bij de bestorming van Antwerpen en elders, en die hij erger noemt dan een hel. Na het lange citaat, constateerde de heer Van Sijn hoe de oorlogsketel nog steeds op fluiten staat en hij citeerde daarop een tijd schriftartikel dat een opsomming gaf van courantenberichten van recenten datum, •waaruit blijkt hoe in vele landen de oorlogs- en marinebegrootingen nog steeds verhoogd worden, hoe bijna dagelijks ontploffingen voorkomen in kruitfabrieken, hoe lucht- manoeuvre9 worden gehouden met oorlogs vliegtuigen en leger- en vlootmanoeuvres ook in ons land. En hoe daaTbij ook in Ne derland slachtoffers vielen. En hij wees er op hoe in het afgeloopen jaar bij de mili taire luchtvaart in het Britsche Rijk 100 dooden en 2000 gewonden waren gevallen, tegen geen enkele dood© a'.9 slachtoffer van de Britsche burgerluchtvaart. Voortgaande vroeg spr. zich af, waar om wij niet een voorbeeld geven door een vacuum? Men durft niet, aldus spr. Wij zijn veel te dapper! Hjj bestreed vervolgens de uitlatingen van Kolonel Van Munnikrede, die aldus spr. hier ter stede door predikanten was geïntroduceerd. Hrj verlangt den vrede te offeren aan den vrede, en dat noemt spr. den vrede verzaken. Voortgaande vertelt spr .hoe hg dikwijls in debat ls getreden met militaire autoriteiten en hoe hjj dezen steeds gewezen heefb op de consequenties van hun theoriën. Wij worden vermoord naar den geest. Men wil ons een rad voor de oogen draaien en be weert dat wij ons leger en onze vloot in stand moeten houden om den vijand af te schrikken. Spr. noemt het dwaasheid dat onze weermacht daartoe zou kunnen dienen. Voortgaande citeerde spr. een uitlating van Sir William Robertson, eertijds, in den groo- teii oorlog, chef van het Militaire Huis van Engeland, die schreef dat hij aanbeveelt om naar verstandiger middelen om onderlip ge geschillen te regelen, te zoeken. Hij wijst ook op de millioenen die in den» laatsten oor log verschoten zijn. Uitvoerig zette spr. uiteen dat ook hij,, dat ook anti-oorlogsmenschen me't vaderlands liefde bezield zijn en hij wijst op het kar dinale verschil tusschen het bezit van een huis en dat van een land, van de rechten van eer. bewoner van een huis en van een land. Het woord, het begrip onafhankelijkheid, al dus spr., heeft veel leed veroorzaakt, veel ellende gebracht. Ook de heffing van tol- en douanerechten noemt spr., maar hij wil daarover niet uitweiden, een misdaad. Ten slotte staat spr. stil bij de verklarin- egn van minister Beelaerts van Blokland in verband met het lidmaatschap van Neder land van den Volkenbond, Nederland is aldus spr., met alle consequenties lid van dien bond. En onze minister vraagt thans het Nederland sche volk zich moreel te ontwapenen. Maar hoe wil de minister dat als hij ons ondertus- schen de wapens in handen geeft? Spr. herinnert er ook aan hoe pro£ Fran cois, de kenner bij uitnemendheid van den Volkenbond, verklaard heeft dat neutraliteit van ons land bij een volgende oorlog onmo gelijk zal zijn, omdat er slechts twee par tijen zullen kunnen bestaan, de partij die teger. den wil van den Volkenbond handelt en de Volkenbondspartij. Ook daarin ziet spr. groot gevaar en ook deze nieuwe om standigheid is een reden, dat wij ons ontwa penen moeten. Tenslotte brengt spr. hulde aan den Leid- schen student Drooglever Fortuin die nog kort geleden halsstarrig dienst geweigerd heeft en hij beveelt jongelieden aan zich zoolang mogelijk te beroepen op de nieuwe Dienstweigeringswet (spr. noemt den naam dien men deze wet gaf onfatsoenlijk), zich dus stellende onder de wet die men, daarop dringt spr. met klem aan, zoolang mogelijk moet trachten niet te negeeren. Wij moeten eerlijke loyale burgers zijn, maar door niets ons geweten laten bezwa ren. Na een korte pauze sprak daarop de heer Beentjes di? in hoofdzaak een serie licht beelden vertoonde, herinneringen aan den laatsten oorlog en zijn verschrikkingen, en daarbij ook in woord deed uitkomen hoe ontzettend oorlog en oorlogsbedrijven zijn. De plaatjes waren inderdaad afschrik wekkend. ja zelfs tendentieus en na afloop van de vertooning zat men te rillen, zoo gruwelijk en aangrijpend waren de herinne ringen aan den oorlog die crp het doek wer den gebracht. Spr. wees op het gevaar kinderen met looden soldaatjes te laten spelen en op het gevaar om hun soldaatje te laten spelen of padvinder te laten worden. Hij eindigde zijn betoog met een krachtige opwekking tot aansluiting bij de nog zeer kleine afdeeling Leiden van de federatie. Daarna sloot dr. Van Thiel met een woord van dank aan de sprekers de herdenkings bijeenkomst. INSTITUUT VOOR ARBEIDERS ONTWIKKELING. Gisteravond sprak in het Volksgebouw aan de Heerengracht voor een groot aantal belangstellenden dr. B. Prem9ela, arts te Amsterdam over geslachtsziekten. Na door den voorzitter te zijn ingeleid bij de vergadering ving de spreker aan met te wijzen op den machtigen impuls, welke de geslachtsdrift in het leven van den mensch en vooral van den jongen mensch is Het geslachtsleven is van de grootste beleekenis en daarom is het zoo jammer, dat altijd sleur en traditie dit leven als iets minderwaardigs voorstellen, als iets, waar over men met zijn opgroeiende kinderen liever niet spreekt, met het treurige gevolg, dat op dit gebied een noodlottige onkunde beslaat of wel „de straat" op onkiesche wijze vertelt, wat de ouders en onderwij zers verzuimden op de juiste wijze te doen. Gelukkig breken op dit gebied betere denk beelden baan, maar we staan nog slechts aan het begin. Komende tot zijn onderwerp besprak de spreker de twee meest voorkomende ge slachtsziekten: gonorrhoe en syphilis. Van heide ging hij ontslaan en genezing na en wees op de middelen ter voorkoming. Dui delijke lichtbeelden illustreerden het ge sprokene. Uitvoerig stond de ©preker stil bij den moeitevollen en veel geduld vragenden arbeid der medici om een afdoend genees middel te vinden tegen de syphilis-bacterie en hoe die arbeid eindelijk met gunstigen uitslag werd bekroond. Gewezen werd op het nuttige werk der consultatie-bureaux in de groote steden, terwijl de spreker in ver band met het feit, dat geslachtsziekten het meest voorkomen bij ongehuwden, tenslotte een pleidooi hield voor vroege huwelijken. De leerzame voordracht werd met groote aandacht gevolgd en met een dankbaar applaus beloond. De voorzitter sloot de vergadering met woorden van dank aan den spreker voor zijn nuttig en baanbrekend werk. De door het Leidsch Universiteitsfonds benoemde bijzondere hoogleeraar dr. J. M. Buffin stelt zich voor zijn ambt te aanvaar den met het uitspreken van een rede op 19 December e.k. ten 2 ure n.m. Het bestuur der Philosophische Facul teit der Leidsche Studenten is als volgt samengesteld: C. J. Gorter, praeses: mej. E. J. van Douwe, ab-actis; H. B. G. Casimir, quaestor; J. G. Kerkhof, assessor I en mej. J. Lodder, assessor II. Mej. G. II. Los alhier komt als num mer twee voor op een voordracht van B. en W. van Rotterdam, voor de benoeming van een 'tijdelijk leerares voor bepaalde uren in de Lichamelijke oefening aan het 1ste Lyceum voor meisjes aldaar. Voor de tweede maal heeft de N.V. Vereen. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel hier gisteravond Merijntje Gijzen's Jeugd over het voetlicht gebracht, en ook voor de tweede maal was het succes uitermate groot! Deze voorstelling vond plaats op initiatief van het weekblad ,,'s Gravenhage in Beeld", dat bij wijze van propaganda voor lage prijzen had zorg gedragen en daar mede talloos velen aan zich heeft verplicht. Immers de Schouwburg was uitverkocht en uit het telkens herhaalde applaus is wel heel duidelijk gebleken hoe enthousiast men was over deze inderdaad uitstekende op- voeringl Maandagavond heeft de Leidsche Dames-Kapclub haar eerste vergadering ge houden welke vrij goed bezocht was. Voor dezen avond was uitgenoodigd de heer José di Torero uit Amsterdam, die een lezing hield over „Het kapsel van voorheen en thans". Spr. verdeelde zijn voordracht in een twaalftal perioden, zoodat de aanwezigen een duidelijk overzicht kregen van de ver schillende tijdperken om daarna langen tijd stil te staan bij de verschillende typen permanent-wave. Het was voor de aanwezigen een leer zame avond. Op den Maresingel heeft gisteren de 19-jarige S. zich bij het afstappen van zijn rijwiel aan het scheenbeen verwond door een stuk ijzer dat hij op den schouder droeg. Door den E. H. D. werd de jongeman naar het Academisch Ziekenhuis gebracht om daar te worden verbonden. Vandaar heeft men hem per brancard naar zijn woning vervoerd.- BINNENLAND. Ingediend is een wetsontwerp inzake do toetreding van ons land tot het Kellogg- pact (Binnenland, 3e Blad). De vogelbescherming (Binn., 3e Blad). Een nienwe postvlncht naar Indië in voorbereiding? (Binnenland, 3e Blad). Te Mijdrecht zijn vijf arbeiders door gas bedwelmd. (Gemengd, 2e Blad). BUITENLAND. Debat in den Dnitschen Rijksdag over hei conflict in de Dnitsche metaalnijverheid (Buitenland, le Blad). De minderheden in Roemenië voor Manin (Buitenland, le Blad). Het Engelsche Lagerhuis heeft de Labonr- motie inzake de werkloosheid verworpen (Buitenland, le Blad). Het Engelsche stoomschip „Vestris" is bij de Amerikaansche kust vergaan. Of de ge- heele bemanning is gered, is nog niet ze ker (Buitenl. en Tel., le Blad). Ook een schoener is vergaan (Tel. le BI.) De werking van de Etna neemt af. (Bui- tenlandsch Gemengd 2e Blad). Hedenmiddag om ongeveer kwart na een viel een leerling van de Ambachts school, wonende te Katwijk aan den Rijn, bij het spelen van een in het Galgewater liggende schuit te water. Een vriendje van hem mocht het gelukken hem door handrei king op den wal te trekken. HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING. Van Beinum heeft de nagedachtenis van Schubert waardig geëerd met een in eerbied en bewondering voor den grooten meester gedrenkte uitvoering van de Unvollendete en van de ouverture „die Zauberharfe". Men zou moeite hebben om in de muzieklittera- tuur een werk aan te wijzen dat aan innig heid, beminnelijken eenvoud en gulheid de Unvollendete nabij komt Zij is de uitstor ting van het gemoed van een goed en braaf mensch, wien alle kunstenaarsijdelheid vreemd was; zij richt zich tot alle eenvou- digen van harte, die in haar het spiegel beeld zien van hun eigen ik in zijn aller beste oogenblikken. Wie de Unvollendete in zich hoort heeft een onvervreemdbaren schat vergaard. Zoo vaak ze ook wordt ge speeld, nooit verliest ze haar weldoende mildheid. Van Beinum heeft er zijn ziel in gelegd en in een hier en daar sterk per soonlijke opvatting het schoone werk ge plaatst in de spheer van religiositeit, waar in het moet worden verstaan. De Zauberharfe-ouverture is een kostelijk stukje muziek, al staat het zeer sterk onder invloed van Webers Freischütz. Het is over gebleven van een geheele opera, die het op het tooneel niet kon houden. Hetgeen min der aan den componist dan aan den tekst fabrikant moet worden geweten. Gewoonlijk wordt het uitgevoerd onder den titel van Rosamunde-ouverture. Het programma van gisteravond hield ook de dubbele benaming aan. Zulks in overeenstemming met de groote lexicon van Riemann, die op dit punt vermeldt: de ouverture voor de Zau berharfe is later voor de „Rosamunde" ge bruikt. Dat is onjuist. Schubert heeft voor de eenige jaren later gecomponeerde Rosa munde een zelfstandige ouverture geschre ven. Maar er heeft na Schuberts dood een merkwaardige verwisseling plaats gevon den. De ouverture Zauberharfe werd be kend onder den naam Rosamunde-ouver ture, terwijl de werkelijke Rosamunde- ouverture als ouverture voor „Alphonso und Estrella" haar ronde deed door de concert zalen. Dit om een algemeen verbreid mis verstand op te helderen. Over welke uitstekende blazers de H.O.V. beschikt, kon,wie het nog niet mocht weten, besluiten uit een seplett voor fluit, hobo, klarinet, 2 fagotten, trompet en hoorn van Pierné, voortreffelijk voorgedragen door de heeren Spies, Nienhuis, Strikkers, Alberts, Schulpzand. de Vrie9 en v. d. Beek. De geestige, vlot geschreven variaties op een door fluit en clarinet ingeleid pastoraal thema, vereischen blazers van de bovenst® plank. In bewonderenswaardige zuiverheid en met mooien toon is het precies in elkaar sluitende en daarom zeer moeilijke stuk door de heeren voorgedragen, die er terecht een groot succes mee inoogstten. Als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1