69ste JAARGANG
DINSDAG 13 NOVEMBER 1928
No. 21064
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel voor advertentiün uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen Tan ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentiên 35 Cts. per regeL Kleine Adverlentiën uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque, en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT*
Voor Leiden per 3 maanden 7 2.35, per week 70.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0/18
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
AFSLUITING SCHEEPVAART.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis dat de
sheepvaart door de Singelbrug, wegens het
verrichten van herstellingswerken, tot nadere
aankondiging gestremd is voor die schepen,
waarvoor de brug moet worden geopend.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 12 November 1928. 1114
KAMER VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN.
Bij punt 7 der agenda voor de vergadering
der Kamer van Woensdag, komt in behan
deling het volgend concept adres, inzak©
Spoorwegovergangen te verzenden aan den
Minister van Waterstaat.
Zooals Uwe Excellentie) bekend zal zijn,
ondervindt het gewone wegverkeer te Leiden
door d© kruising van de spoorlijn Amster
damRotterdam met den Rijnsburgerweg
uitermate veel hinder van het Spoorweg-
yerkeer.
De overlast en hinder op dezen toegangs
weg tot Leiden zijn van bijzonder ernstigen
aard. Ook de schade, door het lange wach
ten ondervonden, begint groote afmetingen
aan te nemen.
De ernst van den toestand heeft de Kamer
er toe gebracht om een onderzoek in tel stel
len naar de vraag, krachtens welke wette
lijke bepalingen de Spoorwegen gerechtigd
zijn om de wegen en daarmede ook derge
lijke hoofdverkeerswegen af te sluiten.
Krachtens art. 33 van de wet op de
Spoorwegen, zooals dit artikc'l is gewijzigd
bij wet van 6 Mei 1922 S. 270, wordt door de
Spoorwegen op bij Algemeenen Maatregel
van Bestuur te bepalen wijze en behoudens
daarbij te omschrijven uitzonderingen de
spoorbaan afgesloten. De» kosten dezer af-
iiuiling komen ten laste van de Spoor
wegen.
De betreffende Algemeene Maatregel van
Bestuur is vervat in 't Besluit van 9 Augus
tus 1922 S. 490, betreffende de wijze van
afsluiting der Spoorwegen. Art. 2 van dit
Besluit bepaalt in lid I:
„Ter plaatse waar een spoorweg gelijk
vloers door een weg wordt gekruist,
.moeten zich beweegbare afsluitingen be
vinden. die onmiddellijk aansluiten aan de
„in art. 1 bedoelde afsluiting".
Lid 4 van dit artikel luidt als volgt:
„De openbare overwegen moeten worden
„afgesloten door sterke sluitboomen of
„andere door den Minister van Waterstaat
.goed te keuren afsluitmiddelen. De sluit-
„boomen moeten, indien de Minister van
„Waterstaat zulks bepaalt, voorzien zijn van
..inrichtingen tegen het bij gesloten stand
..onder de boomen doorgaan en tegen het
„opheffen der boomen door onbevoegden".
Uit dit alles blijkt, dat. afgezien van de
veiligheidsmaatregelen, bij deze bepalingen
uitsluitend schijnt gedacht te zijn aan de
Belangen van een recelmatig doorgaand
spoorwegverkeer, terwijl de belangen van
„regelmatig doorgaand" wegverkeer niet
de minste bescherming vinden. Den Spoor
wegen wordt de vrijheid gelaten om open
bare wegen af te sluiten telkens wanneer zij
meenen. dat dit voor hun dienst wordt ge'-
èischt. Daarbij zijn geen voorwaarden ge
steld om te voorkomen, dat aan het weg
verkeer meer dan strikt noodzakelijke en in
verband met de plaatselijke omstandigheden
onvermijdelijke hinder wordt berokkend.
Ook wordt ze'lfs niet de verplichting opge-
jegd, om alle redelijke maatregelen te tref-
'en. opdat eventueel op andere wijze dan
over den overweg het wegverkeer ongehin
derd kan doorgaan.
•\1n de Spoorwegen wordt de zeer groote
faciliteit verleend, dat haar verkeer steeds
on voorrang heeft boven bet wegverkeer,
hoezeer dit in het algemeen ook thans nog
*s te billijken, toch had dit in vroeger tijden
zter zeker meer reden van bestaan dan nu.
Ue enkele malen, dat voorheen een trein
lr°U- k-Warn- moest Let langzame en be-
I ïflifk weinig beteekenende wegverkeer
•aeh'.'n Het wegverkeer is echler thans
op tal
van wegen zoo intensief en zoo be-
EGworden, dat mag worden geëischt,
il i daardoor gewijzigde verhoudingen en
angen opnieuw zuiver legen elkander
Men afgewogen.
hot6 er er van overtuigd, dat alsdan
- wegverkeer vooral ten opzichte van zijn
belangrijkheid niet meer als
rr.aa I n^?'!seable kan worden beschouwd,
Ye-Cp 8eüjkwaardig aan het spoorweg-
Dp0r moe* worden geacht,
tal JSn Spoorwegen verleende faciliteit
bier alleen dan als billijk kunneli
worden aangemerkt, indien d© Spoorwegen
tegenover het verleenen van voorrang bij het
verkeer al het redelijke doen. om de schade
en hinder, daardoor anderen toegebracht,
weg te nemen. Naar de meening der Kamer
moeten de Spoorwegen dan ook verplicht
kunnen worden om krachtig mede te wét-
ken tot opheffing der verkeersbelemmërin-
gen.
Alleen wanneer dergelijke bepalingen
zullen zijn vastgesteld, zal het verkeers
probleem op de punten, waar een druk
spoorweg- en wegverkeer elkander kruisen,
volgens recht en billijkheid kunnen wor
den opgelost.
Als bijkomende omstandigheid geldt wat
Leiden betreft nog het volgende. De lijn
AmsterdamLeiden's-G-ravenhageDelft
Rotterdam is een druk bezette lijn met goed
gevulde treinen, derhalve een lijn met
groote verkeersdichtheid, waardoor de kos
ten per eenheid laag zijn en de opbrengst
hoog is. De exploilaliecocffirient is daarom
gunstig. Deze lijn wordt vaak genoemd de
goudmijn <jer Nederlandsche Spoorwegen.
Bekend is o a. de uitspraak van Jhr. van
Krelschmar, Voorzitter van den Raad van
Commissarissen der Nederlandsche Spoor
wegen, gegeven in Economisch Statistische
Berichten van 23 Augustus 1922:
„Ware de H. Y. S. M. gebleven binnen
„hare oude grenzen, de lijn Amsterdam
Rotterdam, dan zou zij waarschijnlijk een
,der rijkste Maatschappijen van Europa
,zijn".
Het is daarom in dubbele mate met alle
recht en billijkheid in strijd, dat de groote
baten dezer lijn door de Nederlandsche
Spoorwegen zonder meer worden geïncas
seerd en de lasten voor een zoo belangrijk
de'el zonder meer op de schouders van het
publiek, hetwelk den overweg moet pas-
sccren, worden afgewenteld. De mogelijk
heid, dat door de Nederlandsche Spoorwegen
het wegverkeer geheel kan worden stopgef-
zet, indien deze nog meer treinen laten
rijden, wil de Kamer voorloopig nog uitscha
kelen, al wil zij er op wijzen, dat ten aan
zien van de scheepvaart door den Rijn deze)
theoretische mogelijkheid reeds practisch
verwezenlijking heeft gevonden, doordat er
dagen zijn, waarop tusschen 6.45 uur v.m.
en 8.09 uur nam. de spoorwegbrug aan de
Vink pernA.ne'nt gesloten is. Wel worden,
naar de Kamer meent te weten, door de
Nederlandsche Spoorwegen maatregelen
overwogen, om de doorvaarlmogelijkheid
iels te verbeteren, maar dergelijke inciden-
teele klejne verbeteringen geven voor het
probleem in het algemeen geen bevredigende
oplossing.
Het wegverkeer behoort ten deze niet
afhankelijk teJ zijn van „gunsten" van de
Nederlandsche Spoorwegen, maar verlangt
terecht van overheidswege rechtmatige be
scherming en een regeling, welke aan de
belangen van alle partijen recht laat weder
varen.
De Kamer heeft bij dit alles zeer wel ge
realiseerd, dat de Nederlandsche Staat 49 1/2
millioen van de aandeelen der Nederland
sche Spoorwegen in bezit heeft tegen 40 1/2
millioen in andere handen en ook. dat de
Slaat een rente van 5 pCt. over het aan
delenkapitaal heeft gegarandeerd.
De veronderstelling, dat Uwe Excellentie
in verband met de mogelijkheid, dat alsdan
minder dan 5 pCt. zouw orden uitgekeerd,
een toestand zou willen handhaven, welke
zoozeer in strijd is met recht en billijkheid,
acht de Kamer dermate ongegrond, dat zij
deze veronderstelling slechts ^eeft om haar
tegelijk met alle kracht te kunnen tegen
spreken.
De Kamer spre'ekt dan ook de hoop uit,
dat het Uwe Excellentie spoedig moge ge
lukken. aan de zoo onbillijk geregelde toe
standen een einde te maken, door op de
reeds boven aangegeven wijze te bewerk
stelligen. dat de Nederlandsche Spoorwegen
van overheidswege verplicht worden daad
werkelijk er toe mede te werken, dat de
door haar veroorzaakte schade en hinder
worde weggenomen of lot redelijke proporties
teruggebracht.
WAPENSTILSTANDSHERDENKING.
Door de Nooit-Meer-Oorlog Federatie.
In de groote zaal van het Nut die met
circa vijftig bezoekers gevuld was, is gis
teren vanwege de Leidsche afdeeling der
Nooit-Meer-Oorlog Federatie de tiende ver
jaardag van den Wapenstilstand herdacht.
Om half negen werd de bijeeenkomst ge
opend met een woord door den voorzitter
dr P. J van Thiel, die eerst zijn oprechte
hulde bracht aan de nagedachtenis van den
juist ontslapen generaal Kolemans Beynen,
die op lateren leeftijd een geestverwant was
geworden, en er aan herinnerde dat nog al
tijd het oorlogsgevaar niet geweken is. Ja
dat dit gevaar zelfs meer dan ooit ook
thans nog dreigt. Wel begroeten wij met
vreugde het Kellogg-pact dat althans waar
borgen schijnt te gaan bieden dat de landen
die het zullen ratificeeren geen aanvals
oorlog meer zullen voeren, doch waarbij
men niet dient te vergeten dat de verdedi
gingsoorlog ook volgens het pact nog moge
lijk blijft.
De eerste spreker zou de heer Van Sijn
geweest zijn, Hij. was evenwel nog. niet aan
wezig toen dr. Van Thiel zijn openings
woord beëindigd had, en daarom begon d©
heer Beentjes, de tweede spreker van den
avond, in zijn plaats. Juist was de heer
Beentjes zijn voordracht begonnen toen in-
tusschen de heer Van Sijn Uit Rotterdam
arriveerde en deze nam daarop terstond het
woord.
Hij begon met de voorlezing uit een boek
van iemand, die zooals hij zeide den oorlog
had medegemaakt, zonder passie, doch al
leen omdat hij het zich. geboren Deen
eigenlijk, doch Sleeswijker en dus Duit-
9cher, een plicht rekende mee ten strijde te
trekken.
Vreeselijk, ontzettend, verscheurend was
de taal die de heer Van Sijn in den juisten
diepgevoelden toon uit Erich Erichsen's
gruwelijk verhaal van den zooals hij hem
noemde „heestachtigen" oorlog voorlas.
Schrijnend teekent de auteur de tafereelen
die hij meegemaakt heeft aan het Belgische
front, bij de bestorming van Antwerpen en
elders, en die hij erger noemt dan een hel.
Na het lange citaat, constateerde de heer
Van Sijn hoe de oorlogsketel nog steeds op
fluiten staat en hij citeerde daarop een tijd
schriftartikel dat een opsomming gaf van
courantenberichten van recenten datum,
•waaruit blijkt hoe in vele landen de oorlogs-
en marinebegrootingen nog steeds verhoogd
worden, hoe bijna dagelijks ontploffingen
voorkomen in kruitfabrieken, hoe lucht-
manoeuvre9 worden gehouden met oorlogs
vliegtuigen en leger- en vlootmanoeuvres
ook in ons land. En hoe daaTbij ook in Ne
derland slachtoffers vielen. En hij wees er
op hoe in het afgeloopen jaar bij de mili
taire luchtvaart in het Britsche Rijk 100
dooden en 2000 gewonden waren gevallen,
tegen geen enkele dood© a'.9 slachtoffer van
de Britsche burgerluchtvaart.
Voortgaande vroeg spr. zich af, waar
om wij niet een voorbeeld geven door een
vacuum? Men durft niet, aldus spr. Wij zijn
veel te dapper! Hjj bestreed vervolgens de
uitlatingen van Kolonel Van Munnikrede, die
aldus spr. hier ter stede door predikanten
was geïntroduceerd. Hrj verlangt den vrede
te offeren aan den vrede, en dat noemt spr.
den vrede verzaken.
Voortgaande vertelt spr .hoe hg dikwijls in
debat ls getreden met militaire autoriteiten
en hoe hjj dezen steeds gewezen heefb op de
consequenties van hun theoriën.
Wij worden vermoord naar den geest. Men
wil ons een rad voor de oogen draaien en be
weert dat wij ons leger en onze vloot in
stand moeten houden om den vijand af te
schrikken. Spr. noemt het dwaasheid dat
onze weermacht daartoe zou kunnen dienen.
Voortgaande citeerde spr. een uitlating van
Sir William Robertson, eertijds, in den groo-
teii oorlog, chef van het Militaire Huis van
Engeland, die schreef dat hij aanbeveelt om
naar verstandiger middelen om onderlip ge
geschillen te regelen, te zoeken. Hij wijst
ook op de millioenen die in den» laatsten oor
log verschoten zijn.
Uitvoerig zette spr. uiteen dat ook hij,, dat
ook anti-oorlogsmenschen me't vaderlands
liefde bezield zijn en hij wijst op het kar
dinale verschil tusschen het bezit van een
huis en dat van een land, van de rechten van
eer. bewoner van een huis en van een land.
Het woord, het begrip onafhankelijkheid, al
dus spr., heeft veel leed veroorzaakt, veel
ellende gebracht. Ook de heffing van tol-
en douanerechten noemt spr., maar hij wil
daarover niet uitweiden, een misdaad.
Ten slotte staat spr. stil bij de verklarin-
egn van minister Beelaerts van Blokland in
verband met het lidmaatschap van Neder
land van den Volkenbond, Nederland is aldus
spr., met alle consequenties lid van dien bond.
En onze minister vraagt thans het Nederland
sche volk zich moreel te ontwapenen. Maar
hoe wil de minister dat als hij ons ondertus-
schen de wapens in handen geeft?
Spr. herinnert er ook aan hoe pro£ Fran
cois, de kenner bij uitnemendheid van den
Volkenbond, verklaard heeft dat neutraliteit
van ons land bij een volgende oorlog onmo
gelijk zal zijn, omdat er slechts twee par
tijen zullen kunnen bestaan, de partij die
teger. den wil van den Volkenbond handelt
en de Volkenbondspartij. Ook daarin ziet
spr. groot gevaar en ook deze nieuwe om
standigheid is een reden, dat wij ons ontwa
penen moeten.
Tenslotte brengt spr. hulde aan den Leid-
schen student Drooglever Fortuin die nog
kort geleden halsstarrig dienst geweigerd
heeft en hij beveelt jongelieden aan zich
zoolang mogelijk te beroepen op de nieuwe
Dienstweigeringswet (spr. noemt den naam
dien men deze wet gaf onfatsoenlijk), zich
dus stellende onder de wet die men, daarop
dringt spr. met klem aan, zoolang mogelijk
moet trachten niet te negeeren.
Wij moeten eerlijke loyale burgers zijn,
maar door niets ons geweten laten bezwa
ren.
Na een korte pauze sprak daarop de heer
Beentjes di? in hoofdzaak een serie licht
beelden vertoonde, herinneringen aan den
laatsten oorlog en zijn verschrikkingen, en
daarbij ook in woord deed uitkomen hoe
ontzettend oorlog en oorlogsbedrijven zijn.
De plaatjes waren inderdaad afschrik
wekkend. ja zelfs tendentieus en na afloop
van de vertooning zat men te rillen, zoo
gruwelijk en aangrijpend waren de herinne
ringen aan den oorlog die crp het doek wer
den gebracht.
Spr. wees op het gevaar kinderen met
looden soldaatjes te laten spelen en op het
gevaar om hun soldaatje te laten spelen of
padvinder te laten worden. Hij eindigde
zijn betoog met een krachtige opwekking tot
aansluiting bij de nog zeer kleine afdeeling
Leiden van de federatie.
Daarna sloot dr. Van Thiel met een woord
van dank aan de sprekers de herdenkings
bijeenkomst.
INSTITUUT VOOR ARBEIDERS
ONTWIKKELING.
Gisteravond sprak in het Volksgebouw
aan de Heerengracht voor een groot aantal
belangstellenden dr. B. Prem9ela, arts te
Amsterdam over geslachtsziekten.
Na door den voorzitter te zijn ingeleid
bij de vergadering ving de spreker aan met
te wijzen op den machtigen impuls, welke
de geslachtsdrift in het leven van den
mensch en vooral van den jongen mensch
is Het geslachtsleven is van de grootste
beleekenis en daarom is het zoo jammer,
dat altijd sleur en traditie dit leven als iets
minderwaardigs voorstellen, als iets, waar
over men met zijn opgroeiende kinderen
liever niet spreekt, met het treurige gevolg,
dat op dit gebied een noodlottige onkunde
beslaat of wel „de straat" op onkiesche
wijze vertelt, wat de ouders en onderwij
zers verzuimden op de juiste wijze te doen.
Gelukkig breken op dit gebied betere denk
beelden baan, maar we staan nog slechts
aan het begin.
Komende tot zijn onderwerp besprak de
spreker de twee meest voorkomende ge
slachtsziekten: gonorrhoe en syphilis. Van
heide ging hij ontslaan en genezing na en
wees op de middelen ter voorkoming. Dui
delijke lichtbeelden illustreerden het ge
sprokene.
Uitvoerig stond de ©preker stil bij den
moeitevollen en veel geduld vragenden
arbeid der medici om een afdoend genees
middel te vinden tegen de syphilis-bacterie
en hoe die arbeid eindelijk met gunstigen
uitslag werd bekroond. Gewezen werd op
het nuttige werk der consultatie-bureaux in
de groote steden, terwijl de spreker in ver
band met het feit, dat geslachtsziekten het
meest voorkomen bij ongehuwden, tenslotte
een pleidooi hield voor vroege huwelijken.
De leerzame voordracht werd met groote
aandacht gevolgd en met een dankbaar
applaus beloond.
De voorzitter sloot de vergadering met
woorden van dank aan den spreker voor
zijn nuttig en baanbrekend werk.
De door het Leidsch Universiteitsfonds
benoemde bijzondere hoogleeraar dr. J. M.
Buffin stelt zich voor zijn ambt te aanvaar
den met het uitspreken van een rede op 19
December e.k. ten 2 ure n.m.
Het bestuur der Philosophische Facul
teit der Leidsche Studenten is als volgt
samengesteld:
C. J. Gorter, praeses: mej. E. J. van
Douwe, ab-actis; H. B. G. Casimir, quaestor;
J. G. Kerkhof, assessor I en mej. J. Lodder,
assessor II.
Mej. G. II. Los alhier komt als num
mer twee voor op een voordracht van B. en
W. van Rotterdam, voor de benoeming van
een 'tijdelijk leerares voor bepaalde uren in
de Lichamelijke oefening aan het 1ste
Lyceum voor meisjes aldaar.
Voor de tweede maal heeft de N.V.
Vereen. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel hier
gisteravond Merijntje Gijzen's Jeugd over
het voetlicht gebracht, en ook voor de
tweede maal was het succes uitermate
groot! Deze voorstelling vond plaats op
initiatief van het weekblad ,,'s Gravenhage
in Beeld", dat bij wijze van propaganda
voor lage prijzen had zorg gedragen en daar
mede talloos velen aan zich heeft verplicht.
Immers de Schouwburg was uitverkocht en
uit het telkens herhaalde applaus is wel
heel duidelijk gebleken hoe enthousiast men
was over deze inderdaad uitstekende op-
voeringl
Maandagavond heeft de Leidsche
Dames-Kapclub haar eerste vergadering ge
houden welke vrij goed bezocht was.
Voor dezen avond was uitgenoodigd de
heer José di Torero uit Amsterdam, die een
lezing hield over „Het kapsel van voorheen
en thans".
Spr. verdeelde zijn voordracht in een
twaalftal perioden, zoodat de aanwezigen
een duidelijk overzicht kregen van de ver
schillende tijdperken om daarna langen tijd
stil te staan bij de verschillende typen
permanent-wave.
Het was voor de aanwezigen een leer
zame avond.
Op den Maresingel heeft gisteren de
19-jarige S. zich bij het afstappen van zijn
rijwiel aan het scheenbeen verwond door
een stuk ijzer dat hij op den schouder droeg.
Door den E. H. D. werd de jongeman naar
het Academisch Ziekenhuis gebracht om
daar te worden verbonden. Vandaar heeft
men hem per brancard naar zijn woning
vervoerd.-
BINNENLAND.
Ingediend is een wetsontwerp inzake do
toetreding van ons land tot het Kellogg-
pact (Binnenland, 3e Blad).
De vogelbescherming (Binn., 3e Blad).
Een nienwe postvlncht naar Indië in
voorbereiding? (Binnenland, 3e Blad).
Te Mijdrecht zijn vijf arbeiders door gas
bedwelmd. (Gemengd, 2e Blad).
BUITENLAND.
Debat in den Dnitschen Rijksdag over hei
conflict in de Dnitsche metaalnijverheid
(Buitenland, le Blad).
De minderheden in Roemenië voor Manin
(Buitenland, le Blad).
Het Engelsche Lagerhuis heeft de Labonr-
motie inzake de werkloosheid verworpen
(Buitenland, le Blad).
Het Engelsche stoomschip „Vestris" is bij
de Amerikaansche kust vergaan. Of de ge-
heele bemanning is gered, is nog niet ze
ker (Buitenl. en Tel., le Blad).
Ook een schoener is vergaan (Tel. le BI.)
De werking van de Etna neemt af. (Bui-
tenlandsch Gemengd 2e Blad).
Hedenmiddag om ongeveer kwart na
een viel een leerling van de Ambachts
school, wonende te Katwijk aan den Rijn,
bij het spelen van een in het Galgewater
liggende schuit te water. Een vriendje van
hem mocht het gelukken hem door handrei
king op den wal te trekken.
HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING.
Van Beinum heeft de nagedachtenis van
Schubert waardig geëerd met een in eerbied
en bewondering voor den grooten meester
gedrenkte uitvoering van de Unvollendete
en van de ouverture „die Zauberharfe". Men
zou moeite hebben om in de muzieklittera-
tuur een werk aan te wijzen dat aan innig
heid, beminnelijken eenvoud en gulheid de
Unvollendete nabij komt Zij is de uitstor
ting van het gemoed van een goed en braaf
mensch, wien alle kunstenaarsijdelheid
vreemd was; zij richt zich tot alle eenvou-
digen van harte, die in haar het spiegel
beeld zien van hun eigen ik in zijn aller
beste oogenblikken. Wie de Unvollendete in
zich hoort heeft een onvervreemdbaren
schat vergaard. Zoo vaak ze ook wordt ge
speeld, nooit verliest ze haar weldoende
mildheid. Van Beinum heeft er zijn ziel in
gelegd en in een hier en daar sterk per
soonlijke opvatting het schoone werk ge
plaatst in de spheer van religiositeit, waar
in het moet worden verstaan.
De Zauberharfe-ouverture is een kostelijk
stukje muziek, al staat het zeer sterk onder
invloed van Webers Freischütz. Het is over
gebleven van een geheele opera, die het op
het tooneel niet kon houden. Hetgeen min
der aan den componist dan aan den tekst
fabrikant moet worden geweten. Gewoonlijk
wordt het uitgevoerd onder den titel van
Rosamunde-ouverture. Het programma van
gisteravond hield ook de dubbele benaming
aan. Zulks in overeenstemming met de
groote lexicon van Riemann, die op dit
punt vermeldt: de ouverture voor de Zau
berharfe is later voor de „Rosamunde" ge
bruikt. Dat is onjuist. Schubert heeft voor
de eenige jaren later gecomponeerde Rosa
munde een zelfstandige ouverture geschre
ven. Maar er heeft na Schuberts dood een
merkwaardige verwisseling plaats gevon
den. De ouverture Zauberharfe werd be
kend onder den naam Rosamunde-ouver
ture, terwijl de werkelijke Rosamunde-
ouverture als ouverture voor „Alphonso und
Estrella" haar ronde deed door de concert
zalen. Dit om een algemeen verbreid mis
verstand op te helderen.
Over welke uitstekende blazers de H.O.V.
beschikt, kon,wie het nog niet mocht weten,
besluiten uit een seplett voor fluit, hobo,
klarinet, 2 fagotten, trompet en hoorn van
Pierné, voortreffelijk voorgedragen door de
heeren Spies, Nienhuis, Strikkers, Alberts,
Schulpzand. de Vrie9 en v. d. Beek. De
geestige, vlot geschreven variaties op een
door fluit en clarinet ingeleid pastoraal
thema, vereischen blazers van de bovenst®
plank. In bewonderenswaardige zuiverheid
en met mooien toon is het precies in elkaar
sluitende en daarom zeer moeilijke
stuk door de heeren voorgedragen, die er
terecht een groot succes mee inoogstten. Als