fiü'te JAARGANG
WOENSDAG 7 NOVEMBER 1928
No. 21059
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
SO Cts. per regel root advertentlsn oil Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiên 85 Cts. pet regeL Kleine Advertentiên uitsluitend
hij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrechl Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per weet 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week „0.18
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan: a. H. Kors-
wagem en rechtverkrijgenden lot hel oprich
ten van een banketbakkerij in het perceel
Kooilaan No. 27. kadastraal bekend ge
meente Leiden. Sectie K. Nis. 2717 en 2730,
b. de Sinclair Union Petroleum Company
S A. en rechtverkrijgenden tot het oprichten
van een ondergrondsche bewaarplaats voor
benzine met bovengrondsche altapinrich-
ting in en op het perceel Haagweg No. 32,
kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie
0. No. 868. 686
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden. 7 November 1928.
DE LEIDSCHE HOUT.
Een onzer lezers schrijft ons:
Het prachtige herfst-weer maakte, dat ik
'besloot eens een kijkje te gaan nemen bij de
■werkzaamheden aan den Leidschen Hout.
Het had mij zoo'n genoegen gedaan, toen ik
vernam dat het bestuur besloten had, dit
najaar toch maar te beginnen.
Wat durf is er voor dat besluit blijkbaar
wei noodig geweest, want naar ik hoor, zijn
de middelen, om het werk geheel af te ma
ken, nog niet bijeen. Men is dus begonnen,
in vertrouwen op de blijvende steun dear in
gezetenen; dus in de hoop dat nieuwe bijdra
gen de kas inmiddels wel zullen komen ver
sterken.
Ieder die» het goed met onzen Hout meent,
ga derhalve eens na of hij voor het doel nog
niet iets kan afzonderen.
Vooral de bewoners van Oegstgeest, mogen
zich dit wel eens voor gezegd honden, want
van den penningmeester, den heer B. F.
Krantz, hoorde ik, dat van Oegstgeest niet
veel binnen kwam. En toch zijn het juist
de Oegstgeesters, die het eerste en het
meeste van den Hout zullen kunnen profi
teered nu de Hout juist langs de grens
van Oegstgeest komt
In Oegstgeestj wonen veel welgestelden, op
wier medewerking ik dus gaarne een be
roep zou willen doen.
Uit Leiden komen steeds bijdragen binnen
en al zijn ze vaak heel bescheiden, alles
tezamen steunen ze de kas toch, terwijl ze
bovendien het bewijs leveren, dat velen voor
den Hout voelen en er ook iets voor missen
willen.
En was het, in dit verband, niet treffend,
dat nog onlangs een onderwijzeres aan den
penningmeester f. 100,zond, omdat zij zoo
voor het volkspark voelde?
Langs den Warmonderweg, komt men, van
den Kjjnsburgerweg af, spoedig aan de in
gang van den Leidschen Hout.
Toen ik er aankwam, zag ik, dicht bij de
ingang, een ploeg mannen bezig om door
middel van kipkarren, langs rails, grond te
verplaatsen. Ik liep langs hen, het terrein
op, tot ik op een opzichter stuitte. De me-
dedeeling, dat ik den heer Van Nes wilde
spreken, was echter voldoende om mij ver
deren toegang te verschaffen. De opzichter
wees mij de richting, waar ik den heer Van
Net, den architect onder wiens leiding het
werk wordt uitgevoerd, wel zou vinden. En
toen ik in de aangegeven richting verder
liep, kwam ik ook heel spoedig den beer
Van Nes tegen. Gelukkig herkende hij mij
daüelijk en toonde zich verheugd over mijn
belangstelling in ziju werk. Hij is toen met
mij het geheele werk langs gegaan, heeft
mij laten zien hoe alle aan te leggen wegen
door paaltjes op het terrein stonden aan
gegeven en hoe de beplantingen zich dan
aar. de wegen zonden aansluiten^
H" voornaamste werk, waar men op het
oogenblik mee» bezig was, was de aanleg van
een groot-en breecLen weg, dwars door het
terrein, min of meer evenwijdig aan den
Rijnsburgerweg. Voor dezen weg is veel
grondwerk noodig, omdat vooral de Oost>
ïnke helft veel opgehoogd moet worden,
öaar het weiland daar zeer laag ligt. Aan
dien weg waren dan ook verreweg de meeste
menschen werkzaam, doch er waren er ook
op een ander deel van het terrein een paar
bezig met grond omspitten. Op dat omge-
H'iltc deel kunnen dan de inmiddels reeds
^gekomen boomen en heesters voorloopig
gepoot worden. Deze kunnen dan alvast
aarden en worden dan later met wortelkluit
op hun definitieve plaats gezet. Zoo lijden de
boomen het minste van het verplanten en
zetten hun groei het spoedigste weer voort.
Het bestuur was zoo gelukkig een col-
mooie laanboomen te kunnen koopen.
^makkelijk gaat dat tegenwoordig niet, want
voorraad is niet heel groot.
Zooals men weet wordt het werk geheel
met Leidscbe werkloozen uitgevoerd. Al
leen voor het spitten had men een paar
geschoolde krachten, sinds kort werkloos.
Hun loon was geljjk aan dat der overige
werkloozen; met welk loon zij zeer tevreden
waren, daar zij gewoon waren tegen lager
tarief te werken. Over het werk der werk
loozen was de heer Van Nes overigens niet
ontevreden. De*stemming onder de menschen
was ook goed. Er waren een dertigtal thans
geregeld aan het werk.
De zon neigde inmiddels reeds ter kimme
en toen ik zag dat de menschen voor dezen
oag het werk staakten, begreep ik dat ook
voor mjj de tijd gekomen was om afscheid
te nemen. Alvorens het veld te verlaten, liet
ik mijn blik nog eens gaan over dat mooie
ruime terrein, dat binnenkort de Hout zal
fceeten. Wat was het landschap mooi, op
dien mooi en herfstdag, bij ondergaande zon.
In 't Westen glinstert het avondgoud
En vrede daalt er op veld en woud.
Rustig en statig verrees Poelgeest daar
san de Oostgrens en daarnaast dat raooia
verre poldergezicht; alles om mij heen adem
de rust en vrede en het kostte mij moeite,
heen te gaan en de drukke stad weer op
te zoeken.
INDISCHE WEEK.
De Senaatscommissie voor de Indische
Week maakt bekend, dat op Woensdag 14
dezer in het Botanisch Laboratorium, dr.
F. D. K. ^van den Bosch, hoofd van den
Oudheidkundigen dienst in Nederlandsch-
Indië een voordracht met lichtbeelden zal
houden over „Een en ander over Tjandi
Pranbatran".
Op Donderdag 15 dezer zal Prof. dr. P.
C. Flu alhier, in het Trianon-theater aan de
Breestraat spreken over „De Pest en hare
bestrijding in Nederlandsch-Indië."
De lezingen vangen aan des middags om
kwart over drie uur, en zijn toegankelijk
voor studenten en andere belangstellenden
Er zal nog een derde voordacht worden
gehouden, waaromtrent r.og mededeelingen
volgen.
ERFELIJKHEIDSLEER EN EUGENETIEK.
In den voortgezetteu cursus over Erfe
lijkheidsleer en Eugenetiek, die van wege
het Ned. Nationaal Bureau voor Anthro
pologic deze week in het Anatomisch Labo
ratorium alhier gehouden wordt, heeft dr.
J. van der Spek gesproken over:
Erfelijkheid bij den mensch.
Spr. merkte op dat bij plant en dier gino-
type en onmiddellijke müieu-invloeden alles
bepalen, terwijl het phaenotype door den
mensch vertoond wordt, beheerscht door
erfelijkheid, milieu en opvoeding, in het
bijzonder zelfopvoeding. In tegenstelling
met het ontwikkelingsbeginsel, dat in het
dierenrijk geldt: een steeds verder doorge
voerde aanpassing van het dier aan ae
natuur, geldt voor de menschheid het ont
wikkelingsbeginsel, dat de natuurlijke af
hankelijkheid in beperktheid van het li
chaam steeds meer wordt overwonnen en
uitgeschakeld, en dat het bloot natuurlijke
tot steeds meer vergeestelijke vormen rijpt.
Toch is in de paedagogie te dikwijls voor
bijgezien dat de mensch bij zijn geboorte
geen gladgestreken schrijftafeltje is, waar
op de opvoeder naar willekeur zijn charac
ters kan ingriffelen. Met plant en dier is
ook de mensch onderworpen aan gelijke
erfelijkheidsregels; gekenmerkt door de ge
compliceerdheid der verhoudingen en de
nog maar geringe bekendheid met de erf
factoren. Ook bij den mensch wordt diens
aanleg hem bij zijn geboorte meegegeven,
alleen is hier niet heelemaal te voorspellen
wat uit die eigenschappen in aanleg wor
den zal. De mensch gelijkt evenals plant
en dier op zijn ouders en voorvaderen,
naar lichamelijke verschijning en eigenaar
digheden. naar geestelijke eigenschappen,
temperament en karakter Toch bleef juist
de indentificatie van den enkeling tegen
over zijn soortgenooten een moeilijkheid
totdat in den vingerafdruk voldoende niet
te wijgigen idem'titeitsaanw ij zingen aanwe
zig bleken. Het dactylogram is dus van
theoretisch belang voor het erfelijkheids-
onderzoek. van praktisch belang voor de
cri minologie.
Spr. staat vervolgens stil bij de ver
strooiing der eigenschappen, die bij rang
schikking ook bij den mensch de benomi-
nale curve blijkt te geven, bij de erfelijk
heid van meerdere lichamelijke afwijkin
gen en geestelijke stoornissen. Maar in
dat alles is veel moeilijker een inzicht te
krijgen dan bij plant of dier, door de latere
geslachtsrijpheid bij den mensch, door het
beperkte kinderaantal, door de distantieele
verspreidheid der familieleden enz. Spr.
wees vervolgens op het ook bij den mensch
voorkomen van domineerende en recessieve
eigenschappen en op de verhoogde beteeke-
nis van het erfelijkheidsonderzoek bij de
studies over het ontstaan der zielsziekten
enz., om vervolgens nog te memoreeren de
heel gecompliceerde phaenstypie van den
mensch als lichamelijk geestelijk wezen.
Door dit alles aldus besloot spr.
neemt de menscb bij het erfelijkheidson
derzoek wel een eigen plaats in. Een eigen
plaats ook daarin, dat terwijl de veredeling
van planten en dieren, dikwijls onmiddel
lijk binnen het bereik van den mensch
ligt, 's menschen eigen veredeling altijd
door kaks-genetische groepen wordt be
dreigd.
Gisteravond heeft prof. dr. N. Ph. Ten-
deloo, hoogleeraar alhier, vervolgens een
voordracht gehouden over:
Het gestel.
Spr. behandelt allereerst de vraag,
welke de constitutioneele eigenschappen
van den normale volwassen mensch zijn.
Naast de eigenschappen, die aan alle leven
de weefsels toekomen, staan de orgaan
eigenschappen en deze zijn ook van consti
tutioneele beteekenis voor het organisme,
wanneer zij onmisbaar zijn voor de instand
houding er van, zooals hart, longen, nie
ren enz. Lndividueele verschillen der con
stitutie zijn dus mogelijk: 1. door verschil
len van algemeene eigenschappen, 2. door
verschillen van onmisbare organen en hun
verrichtingen. Al deze eigenschappen be
schouwen wij als geërfd, de pathologische
waarneming leert echter dat niet alle con
stitutioneele eigenschappen geërfd zijn. Bij
eunuchoiden, die zich van eurruchen alleen
onderscheiden door een „geërfde" hoogst
gebrekkige ontwikkeling der geslachtsklie-
ren, spreken wij van een veranderde con
stitutie, bij eunuchen, die dezelfde eigen
schappen vertoonen niet.
Spr. geeft nog enkele voorbeelden van
verandering van constitutie. Zoodra eeD
constitutioneele eigenschap een zelfstandig
geworden en duurzame verandering toont,
beteekent dat een verandering van het ge
stel. De constitutioneele factoren bepalen
den toestand en de vermogens van het or
ganisme, het gestel. Dit is dus niet een
voudig de som maar het samenstel of de
constellatie der op, met of tegen elkander
werkende constitutioneele factoren. Die
factoren vormen groepsgewijs kleinere con
stellaties, die wij als verschillende vat
baarheden, prikkelbaarheden, immuniteiten
I even aanduiden. Uit het bovenstaande
volgt, dat het onderzoek van een consti
tutie beteekent onderzoek van een nog on
bekend aantal factoren in constellaties. Het
kan doelmatig zijn tijdelijk een groep van
factoren of zelfs een factor te onderzoeken.
Voor ons eindoordeel moeten wij de ge
heele constellatie beschouwen. Geen won-
der dat wij niet een constitutie bij benade
ring kennen en allerlei pogingen de ver
schillende constituties te groepeeren zijn
dan ook onbevredigend gebleken. Overal
in het heelal ontmoeten wij constellaties,
ook in de bevruchte eicel. Van af de be
vruchting is het samenstel harer erffacto
ren haar constitutie. Dit samensteJ noemt
men genotypus. Door hun samenwerking
en allengs verder gaande splitsing en ont
wikkeling ontstaan gaandeweg de verschil
lende bestanddeelen. die den phaenotypus
opbouwen in het voldragen kind. Zijn con
stitutie heeft zich uit die van de bevruchte
eicel, den genotypus ontwikkeld en veran
dert langzamerhand verder ook onder in
vloed van exogene factoren, in die van den
volwassene en grijsaard. Het komt er op
aan, die eyogene factoren te leeren ken
nen en daardoor de ontwikkeling en het
leven van den mensch zoo gezond mogelijk
naar lichaam en geest te maketn.
Dr. P. J. Waardenburg (Arnhem) spr>k
over het belang van het
Tweelingenonderzoek voor de
erfelijkheidsstndie.
De tweelingen worden verdeeld in een
eiige (identieke), d.i. uit één ei afkomstige
en in twec-eiige tweelingen. Van de eerste
groep neemt men aan, dat zij wat hun er-
felijken aanleg op lichamelijk en geestelijk
gebied betreft, aan elkaar gelijk zijn; de
tweede groep verschilt onderling evenveel
of even weinig als na elkaar geboren broer
tjes en zusjes. De eersten zijn steeds, de
tweeden voor de helft van hetzelfde ge
slacht.
Al zijn een-eiige tweelingen erfelijk-iden-
fciek, zij zullen toch altijd in eenige op
zichten uit elkander loopen Deze verschil
punten zijn dan van niet-erfelijken aard,
gevolg van verschil in omstandigheden tij
dens de ontwikkeling vóór en na de ge
boorte. De mate, waarin zij kunnen ver
schillen geeft ons een aanknoopingspunt om
deD invloed van milieu en opvoeding te
leeren kennen. De overeenstemming der
identieke tweelingen, die de bron is ge
weest van tallooze anecdotes en vermake
lijke verrassingen of verwisselingen, is van
zeer veel belang; wanneer de in geslacht
gelijke twee-eiige tweelingen ter vergelij
king als achtergrond dienst doen. Komen
rul. kenmerken veel vaker bij beide een-
eiigen voor dan bij beide twee-eiigen dan
mag men ze voor overwegend door erfelijk
heid bepaald achten.De twee-eiigen groeien
immers eveneens onder soortgelijke omstan
digheden op; hun verschillen zijn ten deele
ook milieuverschillen. maar grootendeels
erfelijke verschillen. In het algemeen wij
zen dus verschillen tusschen een-eiige twee
lingen op niet-crfelijke, tusschen twee-eiige
tweelingen op erfelijke oorzaken, wanneer
n»L bij de laateten de verschillen afgetrok
ken worden, die men bij de een-edigen als
gevolg van omstandigheden leerde kennen.
Een voordeel van de tweelingstudie is dat
men materiaal bestudeert van denzelfden
leeftijd, zoodat het onderscheid, dat daar
door zou kunnen worden opgewekt, uitge
schakeld wordt. Heeft men met eigen
schappen te doen, die niet in één erfelijken
factor van andere verschillen, maar in
meerdere onderling onafhankelijke erffac
toren, daü zal bij het familieonderzoek
dikwijls geen erfelijke voortplanting van
de eigenaardigheid of van het gebrek blij
ken, omdat de bouwsteen en bij de vorming
der voor nieuwe individuen bestemde ge
slachtscellen uit elkaar vielen, zoodat na
komelingen niet het voor de ontwikkeling
van het kenmerk benoodigd aantal ontr
vingen. Zou men op grond van de afwezig
heid bij meerdere familieleden het kenmerk
voor niet erfelijk houden, dan kan de twee
lingstudie uitmaken of dit juist is, want
dan zullen een-eiigen het even vaak één
van beiden vertoonen als twee-eiigen. Is
hier echter een duidelijk verschil tusschen
de groepen dan is het kenmerk wel dege
lijk erfelijk. Met voorbeelden laat spr. zien,
dat de tweelingstudie ons reeds op ver
schillende punten licht verschaft heeft.
Voor de toekomst kan nog veel verwacht
worden. Spr. vertoont een groot aantal
lantaarnplaatjes over tweelingen, ook over
drie-, vier- en meerlingen en laat eenige
stamboomen zien, waaruit blijkt dat bet
verkrijgen van tweelingen op zich zelf een
erfelijke eigenschap is, die van twee kan
ten komt en daarom bij de minderheid
der geboorten in een gezin tot uiting komt.
De vader is evenzeer van invloed als de
moeder. Theoretische vragen over het ver
band tusschen een-eiige en twee-eiige twee
lingen, over de opvatting van sommige bij
een-eiigen gevonden verschillen, alsmede
practische vragen over de diagnostiek der
twee groepen van tweelingen door de
eivliezen, de vingerafdrukken en de verge
lijking van eem groot aantal kenmerken
worden besproken en toegelicht.
OPRICHTING VAN DE BUURT- EN
SPEELTUINVEREENIGIN G
„WESTERKWARTIER".
In een in Huize Feenstra gehouden open
bare vergadering is opgericht de buurtver-
ceniging „Westerkwartier".
Op deze vergadering heeft de secretaris
van Zuiderkwartier, gevolg gevende aan een
desbetreffende uitnoodiging, voor de aanwe
zigen uiteengezet wat het doel van een
buurt- en speeltuinvereniging moet zijn, en
wat zij kan bereiken. Hij wees op het be
lang van samenwerking tusschen Noorder
en Zuiderkwartier.
Het dagelijksch bestuur van de nieuwe
vereeniging is samengesteld uit de heeren:
J van de Bos. Oltmanstraat 2. voorz.; P. A.
Slierings, Nic. Beetsstraat 18a, secr., en M.
van Vredendaal, De Genestetstraat 45a, pen
ningmeester.
In het perceel Rijnsburgerweg 175
heeft gistermiddag de heer J. Rijnbende een
filiaal van zijn bekende „Kappershuis" aan
de Doezastraat geopend, voornamelijk ten
gerieve van zijn Oegstgeester dames-cliën-
tèle, voor wie een tocht naar de Doezastraat
veelal groot tijdverlies beleekende. Maar
daarnevens ook met de zakelijk-logjsche be
doeling zijn clientèle in dit zich steeds meer
uitbreidende stadsdeel, eveneens te ver-
grooten.
Bij herhaling heeft de heer R. blijk ge
geven met zijn tijd mee te gaan; de geheele
ontwikkeling van dit bedrijf getuigt daarvan
In 1916 richtte hij een heerenzaak aan de
Doezastraat op; in 1919 vestigde hij op de
bovenverdieping van dit perceel een dames
salon. Toen de ruimle nog te klein bleek,
werd de heerenzaak in 1926 overgebracht
naar de Doezastraat 7 en nog geen twee jaar
later durft de heer R het aan om aan den
Rijnsburgerweg op een schitterenden
stand dus volgens velen zelfs lè mooi
voor winkelstand z'n eerste filiaal te
stichten. Diezelfde groei komt ook tot uiting
in het aantal coiffeurs en coiffeuses, dat
den heer R. en zijn echtgenoole bij hun ar
beid terzijde staat.
Aanvankelijk begonnen met 1 bediende,
staan thans in totaal^21 paar rappe handen
klaar om de dames en heeren naar wensch
te kappen en knippen.
De nieuwe zaak aan den Rijnsburgerweg
ziet er keurig uit. Zoowel het intérieur van
de wachtkamer annex winkel als dat van
den eigenlijken salon, is met fijnen smaak
ingericht en draagt een uitgesproken gedis
tingeerd cachet. De betimmering, het meu
bilair en de étalagekast zijn in mooi eiken
hout uitgevoerd door de firma Geskes en
Co.; de heer P. de Cler zorgde voor een
fraaie en doelmatige sanitaire installatie
volgens de nieuwste methode, waardoor de
geisers alweer verdrongen zijn; de firma D.
Teske voor aardige lampen, terwijl de hee
ren A. van Weeren en Ziegelaar respectie
velijk de sloffeering en het schilderwerk in
welgeslaagde overeenstemming met de om-
gering wisten te brengen.
Do geheele verbouwing geschiedde onder
leiding van den heer Korswagen.
BINNENLAND.
Namens de Ned. Herv. Gemeente te Den
Haag is H.M. de Koningin-Moeder gisteren
een albnm aangeboden. (Binnenl., 2e Blad}.
Op 90-jarigen teeltijd is te Den Haag over.
leden Initenant-generaal G. J. W. Koolemans
Beynen. (Binnenland, 2e Blad).
De postvlnchten naar IndiB. (Binnenland,
2e Blad).
Het bindend prijstariei in het boekdruk*
kersbedriji gehandhaafd. (Binnenland, 2e
Blad).
BUITENLAND.
De repnbiikein Hoover is gekozen tot
president der Tereenigde Staten. (Buitenl.
en Tel. Ie Blad).
De Fransche crisie. (Buiten!, en Tel. Ie
Blad).
Het einde van het Belgische scheepvaart
congres. (3e Blad).
De Poolsch-Lithauensche conferentie te
Koningsbergen is wederom mislukt. (Buiten
land le Blad).
Scherpe critiek van Labour op de Engel*
sche regeeringspoütiek. (Builen!, le Blad),
Vermelden wij len slotte nog, dat deze
salon een filiaal is van de dames zaak
aan de Doezastraat en dat hij vier keurige
cabines bevat, waar de dames heur haren
zonder dat gebruik behoeft te worden ge
maakt van electriciteit, kunnen laten „per-
manenton", zooals men deze bewerking
veelal pleegt te noemen.
In den Templum Salomonis zal van
19 tot 28 dezer door de firma Burger9dijk
Niermans een verkooping worden gehou
den van boeken afkomstig uit de biblio
theken van de heeren mr. S. J. L. van Aalten
in leven lid van de Tweede Kamer der
Stalen Generaal; dr. W. J. Lente in leven
predikant bij de Remonstranische Gemeente
alhier; H. J. Noieboom, predikant te Rhoon;
dr. C. Harlog. specialist voor oor-, neus-
en keelziekten te 's-Gravenhage en uit an
dere belangrijke verzamelingen. Bij dezelfde
firma is verschenen Catalogus 69, van boek
werken. prenten en kaarten betreffende Zuid
Holland.
Ingekomen bij de Vereen. „Schoolkin
dervoeding en -kleeding": Van een lezer van
het „Leidsch Dagblad" f. 7.50.
KUNSTKRING VOOR ALLEN
Raya Garbonsova.
Een jeugdige Russische violoncellisle (uit
de school van Casals) in wie alle hoedanig
heden zijn vereenigd om een auditorium
stormenderhand te veroveren Dat is voor
eerst haar toon, die ongemeen bekoort, die
ons dadelijk pakt en duurzaam boeit, die
dezelfde beminnelijke individualiteit ver-
loont als de kunstenares zelve, door wie hij
wordt voortgebracht: teer en week en toch
gezond en krachtig Een toon, die wijst op
een gelukkige praedispositie voor het in
strument; iets aangeborens, zoo ongeveer
als de stem van den zanger, maar dan door