LEGPLAATJE.
misschien is hij wel gebroken!" beweerde
Bet je.
„Gebroken, o Bet, dat zou verschrikke
lijk zijn!" riep Tom.
Betje zag, dat Tom op eens heel bedrukt
keek en ze was al van plan te zeggen, dat
het zoo erg niet zijn zou, want ze had het
in haar boosheid wel wat erg overdreven;
maar t-oeai juist viel haar oog op het vlie
gertouw, dat Tom nog in zijn handen hield
en plotseling ging haar een licht op. Nu
pas begon ze te begrijpen, hoe ze op den
grond gekomen was. Ze voelde op haar
rug en kreeg het touw in handen. Toen
werd ze toch weer boos. 't Was te erg, dat
die jongen haar zoo had beetgenomen...!"
,,0 jou ondeugd, nu weet ik, waarom je
aldoor in de keuken bleef... en Leo wist
het natuurlijk ookl" riep ze en vond het
wel goed Tom voor straf nog een beetje
.„in de rats" te laten zitten.
,,Nou jongens, jullie begrijpen wel, dat
ik niets meer doen kan met m'n pols...
jullie moeten dus maar zien, dat je den
boel klaar krijgt!" zei Betje en ging kalm
op haar stoel zitten.
Tom was een-en-al bereidwilligheid om
alles te doen, wat Betje zou zeggen. Hij
begon met de aardappelen op te rapen en
Leo kwam ook helpen.
IntusscheD dacht Betje er over, hoe ze
het den jongens betaald zou zetten. Tom
was zoo gedwee als een lammetje, het was
een heel andere Tom dan gewoonlijk en
Leo vond het wel leuk om hem te helpen,
't Was zóó iets ongewoons dat er nu nie
mand was om voor hen te zorgen. Toen
ze de aardappelen opgeraapt had, wilde
Tom ze uit zichzelf al gaan schillen. Maar
daar ze deze dagen met Betje alleen voor
het gemak vroeg gegeten hadden, begreep
Leo, dat die aardappelen waarschijnlijk
voor den volgenden dag zouden zijn. Daar
om vroeg hij aan Betje. of het schillen niet
kon wachten tot morgendan moest de
werkvrouw maar komenDit was een
goede gedachte van Leo en Betje moest
er ook wel in toestemmen, hoewel ze het
jammer vond, dat de jongens op die ma
nier van het aardappelschillen af kwameo.
Er moestep, nu boterhammen gemaakt wor
den... Tom kwam eerst eens kijken, hoe
het met Betje's pols ging
Wordt het nog niet wat beter, Bet?"
vroeg hij angstig.
Beter I" riep Betje verontwaardigd,
..boe kun je nu zoo iets vragen Ik kan
h'm toch niet lijmen! Kijk, hij wordt al
dik," zei ze tegen Leo, die er ook bi]
kwam.
,,'t Zal wel zoo zijn," zei Tom neerslach
tig, terwijl hij Betje's pols bekeek. Maar
toch twijfelde hij, of de pols wel abnor
maal dik was of dat bij van nature zoo was.
,,Nee, 't is zoo!" zei Betje met nadruk.
Leo zou boterhammen snijden en ze
kwamen er... van allerlei dikten. De jon
gens waren in de kamer en Betje kwam
naar hen kijken Zoo nu en dan was er
een verraderlijke trek om haar mond
alsof ze moeite had om niet te lachen.
,.Nee. maar dèit is geen werk!" riep Leo
wanhopig. ..Die boterhammen willen niet
recht wordenIk maak nog liever een
Fransche thema!" riep hij wanhopig uit.
Bet-je lachte en peinsde er over, waarmee
ze de jongens nog eens kon beetnemen,
maar ze kon niets bedenken, 't Was ook
niet gemakkeliik: ze waren slim, als het er
op aan kwamGelukkig kwam een toeval
haar te hulp. Dat gebeurde zoo: er was een
spreekkamertje naast de kamer van de jon
gens. Fon de'ir rlie 's 'n^prs meestal rvoen
stond en 's winters dicht was, verhond de
twee kamers. Terwijl de jongens druk bezig
waren met de boterhammen en Betje er
over dacht om het beetnemen maar op te
treven, hoorden ze plotseling een bons in
het spreekkamertje... en toen een geritsel
als van vallende blaren. Ze schrokken alle
drie. Maar Betje was 't eerst van den schrik
bekomen, 't Was of ze begreep, waardoor het
leven veroorzaakt was. Ze liet er fctehter
niets van blijken.
„Een inbreker!" was het eerste, wat Leo
zei, 'k wed, dat hij het raam opengemaakt
heeft, 'k hoor de blaren waaien".
Met verschrikte gezichten keken de jon
gens naar Betje... wat ze doen zou?
Betje deed evenwel niets. „Ja jongens,
je begrijpt, dat ik met m'n pols tegen
zoo'n man toch niets kan doen! 't Is het
beste, dat jullie hem maar ontvangen".
De jongens keken, alsof ze een koude
douche kregen! Was dat hun trouwe Bet.
het. ze hen zóó in den steek, nu vader en
moeder weg waren en er werkelijk iets ver
schrikkelijks gebeurde?
„Was vader nu maar thuis!" riep Tom.
„Laten wjj samen maar eens gaan kjj-
ken; ik ben de oudste, dus ik zal voorgaan!"
zei Leo moedig.
Misschien is het wel geen inbreker; je
hoort hem niet loopen", zei Tom, ofschoon
hjj bijna vast overtuigd was, dat het wel
zoo was.
Heel voorzichtig deed Leo de deur van
het spreekkamertje open en juist hoorden
ze wéér een geritsel. Met gespannen aan
dacht volgde Betje hun bewegingen.
't Was pikdonker in het kamertje; dus
zagen de jongens eerst niets, maar het knop
je van het electrisch. licht was vlak bij de
deur. Leo draaide dadelijk het licht op en
angstig keken ze rondeerst konden ze
niets bijzonders ontdekken, toen riep Leo
op eens: „O, is dht alles!" Betje kwam er bij
en begon onbedaarlijk te lachen, terwijl ze
riep: „ik wist het wel!"
En de jongens lachten nu met haar mee.
't Was ook zoo bespottelijk, die angst
van hen en die verwachting een inbreker
te vinden. In plaats daarvan vonden ze
wat roet en verdroogde blaren. In het spreek
kamertje stond dezen winter geen kachel en
nu was de bus uit den schoorsteen gevallen.
Dit had den plof veroorzaakt en het ritselen
kwam door vallend roet en blaren, die in
den schoorsteen geraakt waren, daar er
een ouderwetsche schoorsteen met een dakje
op het huis stond.
Dat Betje na den eersten schrik niet
bang was, kwam omdat het de week te
voren overdag gebeurd was. De bus was er
toen zeker niet goed ingestoken, zoodat zij
er nu waarschijnlijk door den stormwind
weer uitgevallen was.
„Ziezoo, 'k zal het zaakje wel even op
ruimen!" zei Betje, toen ze het bekeken had
den.
„En je pols dan?" vroeg Tom verwon
derd.
„M'n pols.V' zei Betje lachend, „die
zit nog stevig in elkaar! Stel je maar ge
rust, hoor! 't Was zoo erg niet, ik voel er
al niets meer van".
„Is 't heusch waar, Bet?" riep Tom bljj,
„dat is een pak van m'n hart!" Tom zag er
zóó verlicht uit, dat Betje niet kon nalaten
te zeggen:
„Jullie zgn toch een paar goeie jongensl
Jullie hebben flink je best gedaan om het
weer goed te maken".
„Nou Bet, je mocht ons ten minste wel
e6ns trakteeren, want je hebt ons heel wat
angst doen uitstaan vanavond!"
„Dat is best: ik zal wat lekkers voor jul
lie klaarmaken bij het avondeten, zeg maar,
wat jullie hebben wiltl"
„Flensjes, in plaats van boterhammen!"
riep Tom en Leo stemde er mee in.
„Best hoor!" zei Betje en begon met
frisschen moed het beslag voor de flensjes
klaar te maken, want eigenlijk vond ze
niets prettiger dan „haar jongens" een ple
ziertje te bezorgen.
Toen Leo en Tom 's avonds in bed lagen,
zed Tom:
,,'k Ben blij, dat vader en moeder mor
gen terug komen, want wie weet, wat er
anders nog voor rare dingen gebeuren.
„Eerst vond je 't zoo leuk, dat we al
leen met Betje thuis waren en vanmiddag
wiloe je zoo graag, dat er iets gebeurde1"
zei Leo lachend.
„Ja," zei Tom, „maar nu heb ik er toch
genoeg van! Verbeeldt je, dat Betje's pols
werkelijk gebroken was door mijn schuld.,
en dan een inbreker in huis!"
Maar ik had toch even pret... Wat was
ze mooi vastgebonden, die Betje-"'
En Tom lachte nog bij de gedachte aan
Betje met het vliegertouw aan de lus van
haar schort.
J. C. B.
Dezen grappigen clown kun je heel ge
makkelijk maken van leghoutjes of luci
fers, waarvan de koppen verwijderd zijn,
en knoopen van verschillende grootte.
Als de clown precies zoo er uitziet als
op het plaatje, heb je zijn portret goed ge
maakt. Ik denk, dat hij het stokje met het
balletje langer op zijn neus in evenwicht
kan houden dan jullie en ik. Geloof je ook
niet 1