r 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 6 October 1928 Tweede Blad No. 21032 GEMEENTEZAKEN. RADIONIEUWS. ÉÉi» HAZEN, PAST OP! De Koninklijke Neder landsche Jachtvereeniging organiseerde Don- derdag in de omgeving van Amersfoort haai eerste slipjacht. De honden krjjgen na het werk hun welverdiende belooning. HET NIEUWE STATION HEEMSTEDE—AERDENHOUT aan de Zandvoortschelaan, dat morgen in gebruik genomen zal worden. Een uitkomst voor vele forensen I DE SLUISWERKEN TE IJMUIDEN. Het machinegebouw op den kademuur, dat het mogelijk zal maken vóór de groote sluisdeuren te laden en te lossen. EEN NIEUWE „VUURPIJL-AUTO". Op de Harz-spoor- 'baan werden proeven genomen met een nieirw-ge- bouwde „raketten-auto", waarvan echter bij den twee den rit tengeyolge van den hevigen luchtdruk ver- scheide spaken knapten. De Rak II in volle vaart. NADERE TOELICHTENDE* BESCHOUWINGEN OVER DE GEMEENTE- BEGROOTING 1929. Geen verlaging van den belastingdruk. B. en W'. vangen hun toelichtende be schouwingen over de begrooting aan met de opmerking dat tot hun leedwezen het op maken van de begrooting door verschillen de omstandigheden vertraagd is geworden, doch zij vertrouwen dat de verdere behan deling binnen zoodanig tijdsverloop zal kun nen geschieden, dat zij toch ongeveer op den gewonen tijd aan Ged. Staten ter goed keuring kan worden gezonden. De begrooting is <xu thans weder opge maakt naar het in de laatste jaren gevoigda i systeem, om bij de ramingen geen rekening te houden met ontvangsten en uitgaven betrellende vroegere diensten. Buiten beschouwing latende derhalve het batig saldo van den dienst 1927, groot f361.729,—, levert de begrooting, indien de inkomstenbelasting op hetzelide bedrag als voor 1928 (f 2.U18.871,wordt ge raamd, een tekort op van rond f75.(X)Ü, By de beoordeeling van het batig saldo over 1927 ad f367.729,— dient men echter in aanmerking te nemen, dat in de berekening daarvan de ontvangsten van hoofdstuk i (vroegere diensten) zijn begrepen. Dat hoofd stuk opende met een gedeelte van het ba- tig saldo van den dienst 1925 ad f25.000,— terwijl daarop later, door verlaging van de AJgemeene Reserve, nog werd gebracht f 300.000,Aanvankelijk liet het zich aan zien, dat de dienst 1927 dezen steun uit vroe gere diemsten en Algemeene Reserve niet zou kunnen ontberen, doch het resultaat is ten slotte geweest, dat dit bedrag van f 325.000 niet alleen kon worden behouden, maar dat bovendien nog, een klein batig saldo, n.L van f48.905,191/2, werd verkregen. Wanneer daarentegen de opbrengst van de inkomstenbelasting, in strijd met de begroo- tings- en rekeningsvoorschriften, was ver antwoord in evenredigheid van de tijdvak ken die de belastingjaren van de be- grootingsjaren vormen en voorts, in afwij king van het door den Raad genomen be sluit, het nadeelig saldo van het grondbedrijf ten laste van den gewonen dienst was ge bracht, dan zou er een nadeelig saldo zim geweest van pl.m. f 14.000.—. Ook de verwachtingen van den dienst 1928 zijn, gelijk reeds werd medegedeeld in het voorstel betreffende de vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer 19^8,1929, gun- stigei geworden, dan zjj zich bij het samen stellen van d e begrooting lieten aanzien. Kon de begrooting toen slechts sluitend gemaakt worden door over het batig saldo van den dienst 1926 te beschikken tot een bedrag van f296.552,er zijn aanwijzingen, die doen vermoeden, dat mogelijk met een lager be drag zal kunnen wor len volstaan. Uiteraard valt thans nog weinig van den dienst 1928 te zeggen Maar hoe men de berekenig ook maakt, steeds blijkt weer dat de uitkomsten van J928 vermoedelijk ongunstiger zullen zijn dan die van 1927 en dit, niettegenstaande ook voor 1928 op de hoogere winst der Lichtfabrieken mag worden gerekend Om het overzicht van de opeenvolgende diensten 1925 t./m. 1929 te vergemakke lijken hebben B. en W. overlegd: le een staat van de zuivere gxploitatie-saldi met en zonder correctie van de boeking van de inkomstenbelasting en van de kwade posten; 2e staten, waarin de ontvangsten en uitgaven, alsmede de saldi der begro tingshoofdstukken van de genoemde jaren tegenover elkander zijn gesteld. Het resultaat van die staten samenvat tende, kan worden geconstateerd, dat, met inachtneming van bedoelde correctie, het sinds 1925 niet mogelijk is gebleken, den dienst zichzelf te doen bedruipen. Wat nu den dienst 1929 in het bijzonder aangaat, zooals bleek, bedraagt het ge raamde tekort daarvan, indien wegens in komstenbelasting een gelijk bedrag als voor 1928, n.l. f. 2.018.871.wordt uitgetrok ken, f. 75.000.— Waar echter de opbrengst over 1928/28 f 1.924.264.bedroeg, hebben B. en W. het veiliger geacht om. in aansluiting aan de raming van den Inspecteur der directe belastingen bij de laatste vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer. voor het uit trekken van den a. en den b. post, de vermoedelijke opbrengst voor de belasting jaren 1928/1929 en 1929/1930 opf 1 960.000 te stellen. In totaal kan dan worden ge raamd f. 1.933.334 of f. 85.537 minder dan in 1928, zoodat het tekort stijgt tot ruim f. 160.000. Teneinde dit tekort te dekken, is over een bedrag van f. 160.729 van het batig saldo 1927 beschikt.- Een som van f. 207.000 blijft dan nog over voor reser veering. Al is derhalve het beeld van de begroe ting 1929 gunstiger dan dat van haar voor gangster, dit neemt niet weg, dat men er zich voor moet hoeden, daaruit al te op timistische gevolgtrekkingen te maken; een en ander is toch in hoofdzaak een gevolg hiervan, dat de winst van de Lichtfabrieken f. 241.000 en de opbrengst der opcenten op de personeele belasting f. 30.000 hooger konden worden geraamd, en dat de uit gaven wegen9 kwade posten met f. 30.000 en die voor ondersteuning van werkloozen met f 45.000 konden worden verminderd. Zonder deze hoogere ontvangsten en lagere uitgaven zou het resultaat zelfs ongunsti ger zijn geweest, aangezien tegenover de hiep bedoelde gunstige factoren een verder voortgaande stijging van uitgaven op ander gebied te constateeren valt, speciaal op dat van openbare werken en bijzonder onder wijs. Onder deze omstandigheden zijn B. en W. hoewel overtuigd van de noodzakelijkheid om den belastingdruk te verlichten tot hun leedwezen tot de conclussie gekomen, dat dit ook thans nog niet kan geschieden Belastingverlaging mag h.i. alleen worden ingevoerd, indien zekerheid bestaat, dat zij kan worden gehandhaafd en hef perspec tief van de eerstvolgende bergootingsjaren opent daarop naar hnn oordeel nog niet voldoende uitzicht. De winsten der bedrijven met uitzon dering wellicht van die van „Endegeest" zijn tot het uiterste opgevoerd en B. en W. zouden het niet goed achten, in weer wil van de zeer sterke positie van de be drijven, speciaal van de Lichtfabrieken, op de verwachting van een verdere toeneming te steunen. De inkomstenbelasting is voor 1927/1928 weder eenigszins terugge- loopen en ofschoon over dat jaar misschien geen maatstaf behoeft te zijn voor de toe komst, maant toch een en ander wel tot voorzichtigheid aan bij het uittrekken van dezen zoo overheerschenden post op de begrooting. Verder zullen in de naaste en verdere toekomst aan de gemeentekas bijzondere eischen "worden gesteld. B. en W. denken aan den aanleg van de centrale rioleering die zij zich thans voorstellen in versneld tempo te doen geschieden; aan den aanleg van een nieuwe veemarkt; aan de nood zakelijke verbeteringen die op verschillen de punten der stad ten behoeve van het verkeer ene. moeten worden aangebracht men zie o.a. den toestand van vele bruggen aan de uitvoering van het uit breidingsplan, wanneer de herziening daar van tot stand zal zijn gekomen. Er valt dan ook nog zeer veel te verrichten om zelfs aan de meest bescheiden eischen te kunnen voldoen De uitgaven voor het onderwijs geven voor 1929, niettegenstaande met de in krimping van het aantal leerkrachten bij het openbaar lager onderwijs rekening is ge houden, weder een aanzienlijke stijging te zien. Nu zal die inkrimping ook wel leiden tot verlaging van de vergoeding voor boven tallig onderwijzend personeel bij het bijzon der onderwijs, doch met het oog op de des betreffende wetsbepalingen, kan de geno men maatregel hier nog niet aanstonds een gunstige doorwerking hebben. Bestond nu gegronde verwachting, dat B. en W. voor het jaar 1930, nè belastingver laging, met een sluitende begrooting kon den komen, dan zoude er misschien iets voor te zeggen zijn geweest, de belasting verlaging reeds in 1929 in te voeren en de middelen daartoe, bij wijze van overgang, voor ditmaal te putten uit de aanwezige Algemeene Reserve. Maar uit het boven staande blijkt wei, dat die hoop niet gekoes terd mag worden, dat integendeel alle krachten zullen moeten worden ingespan nen om met den huidigen vermenigvuldi gingsfactor en de tegenwoordige winsten van de bedrijven aan alle eischen het hoofd te kunnen bieden. Onder deze omstandig heden, dat wil dus zeggen, terwijl de ont vangsten niet voldoende zijn om de uitga ven te dekken en dienaangaande op dit oogenblik ook voor de allernaaste toekomst g^n zekerheid bestaat de belasting te verlagen, of b.v. de tarieven der Lichtfa brieken te verminderen, achten zij niet toe laatbaar. De winsten der bedrijven heeft de ge meente thans absoluut noodig, doch zij mag deze winsten, waar onze tarieven tot de laagste in den lande behooren, ook gerust hebben. Doet de gemeente afstand van een gedeelte van de winsten, die haar thans nog niet eens in staat stellen de begrooting sluitend te maken, dan is het eenige gevolg, dat óf de behartiging van evidente belangen moet worden losgelaten óf de inkomsten belasting weder met een gelijk bedrag moet worden verhoogd; en het behoeft geen be toog, dat verdere verzwaring van deze sterk progressief geheven belasting ten eenen- male is uitgesloten. Dit heeft B. en W. ook weerhouden een voorstel le doen tot verlaging van de op centen op de personeele belasting, waarvan de opbrengst f. 30.000 hooger kon worden geraamd, dan voor 1928. Immers liet men deze hoogere ontvangst vallen, dan moest daartegenover de post in komstenbelasting weder worden verhoogd. Bovendien is voor verlaging van de opcen ten te minder aanleiding, omdat de meer dere opbrengst niet uitsluitend en niet in de eerste plaats een gevolg is van de wijziging van de heffingsverordening, maar ook van nieuwe schattingen, zoodat de meerdere opbrengst, althans een aanzienlijk deel daarvan, ook bij handhaving van het vroe gere tarief zou zijn verkregen. Intusschen is er h. i. geen reden om den financieelen toestand der gemeente al te donker in te zien. Vooreerst mogen zij wij zen op de gelukkige omstandigheid, dat be- lastingverhooging, hoewel met een lagere opbrengst rekening moest worden gehou den, niet behoeft plaats te hebben. Als ver dere lichtpunten kunnen worden genoemd, dat de werkloozensteun i9 gedaald; dat het bedrag der kwade posten weer tot meer nor male proporties is teruggebracht en dat het vooruitzicht op een herziening van de finan- cieele verhouding lussohen rijk en ge meente binnen afzienbaren tijd gunstiger is geworden. Aan de mogelijkheid om weder tot een budgetair evenwicht te gera ken, behoeft volgens B. en W. dan ook niet te worden getwijfeld, mits het finan- cieele beleid doelbewust in die richting wordt gestuurd. Met nadruk meenen zij daarom te moeten waarschuwen tegen mo gelijk al te optimistische beschouwingeu, die tengevolge zouden kunnen hebben, dat ontijdig de belasting werd verminderd of dat de tarieveD werden verlaagd. Gelijk zij reeds meermalen verklaarden, blijft op bezuiniging, waar die zonder schade voor de gemeentebelangen kan plaats hebben, bij voortduring hun aan dacht gevestigd; daarnaast zal, om het be reiken van het evenwicht en van de ver laging van den belastingdruk niet nog meer te bemoeilijken, het voteeren van nieuwe uitgaven slecbts met de grootste omzichtigheid mogen geschieden. Ten slotte wijden B. en W. nog een enkel woord over de reeds gevormde Algemeene Reserve en de bestemming van het niet benoodigde gedeelte van het batig saldo dienst 1927, ad f.207 000. De „Reserve voor algemeene doelein den" onder welken naam dit fonds thans rn de begrooting tot uitdrukking is gebracht, bedraagt op dit oogenblik f 525.000. Nu zouden zij genoemde som van f. 207.000 daaraan niet geheel willen toe voegen, maar uit dat bedrag allereerst eeö afzonderlijk fonds willen vormen en wel een „Fonds voor Stadsverbetering, Werkver schaffing en andere Sociale doeleinden. Als eerste storting ware ten behoeve vaö dit fonds af to zonderen een som vaa f. 195.000; aan de bepaling van de stor ting op dit bedrag ligt de gedachte tent grondslag, dat hetgeen de Gasfabriek in: 1927 als winst heeft opgeleverd meer dan f. 200.000 en de Electriciteitsfabriek meer dan f. 400.000, voot dit fonds is bestemd* Uit dit fonds zou men b.v. kunnen beta len de uitgaven, die de vervanging vait onbewoonbaar verklaarde woningen in de binnenstad door betere woningen elders of op dezelfde plaats meer zal kosten dan de intrensieke waarde van de te stichten wo ningen de bijdragen die de gemeente moet» geven als subsidie in de werkverschaffings- loonen betreffende de Leidsche Hout en' voorts kosten van openbare werken, die voor verkeersdoeleinden of ter verfraaiing van het stadsbeeld worden gemaakt, met» welke kosten men moeilijk den gewonen dienst kan belasten en die men toch ook niet uifc geldleening wenscht te bestrijden* Voor de Algemeene Reserve blijft cbm beschikbaar een som van f. 12.000, waardooü deze kan worden gebracht op f. 537.000. EEN NIEUW RADIOFOTOGRAFIE- SYSTEEM. Op de New-Yorksche Radio-tentoonstel ling werd een radiofotografie-systeem gede monstreerd, waarmede in circa 55 seconden een foto van 121/, bij 20 c.m. overgebracht kan worden. Het systeem is uitgevonden door dr. Vladimir Zworykin in de laboratoria van de Westinghouse Electric and Manufactu ring Company en werd reeds met succes toegepast op den bekenden ultra-kortegolf zender K.D.K.A., Pittsburgh Pa. Het zendgedeelte gelijkt veel op den hier te lanae door „Radiowereld" gelntroduceer- den beeldzender var. Brunn en Pedersen. Ook hier wordt een gewone foto, welke zich op een ronddraaiende beeldwals bevindt, be- schenen door een lichtstraal, waarin het te ruggekaatste licht met spiegels en lenzen op een licht-relay geworpien wordt, waarin de lichtvariaties omgezet worden in electri- sche stroompjes. Deze worden na krachtige versterking op den zender gebracht. De ontvangst geschiedt ook weer fotogra fisch. Op een ronddraaiende beeldwals is een stuk fotografisch papier gespannen, dat be licht wordt. De ontvangen stroompjes wor den na versterking door een soort neon- bnis geleid en daar dus omgezet in lichtva riaties waarmede het fotografisch papier op de beeldwals belicht wordt. Synchronisatie wordt verkregen met een speciaal apparaat. De snelheid is dus alweer belangrijk opgevoerd en de practische toe- passing een grooten stap vooruit J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5