69ste JAARGANG
ZATERDAG 6 OCTOBER 1928
No. 21032
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
EINDE VAN DEN ZOMERTIJD.
De Klok één uur achteruit.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PP.IIS DER ADVERTENTIEN
30 Gts. per regel voor advertentièn uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentièn 35 Cts. per regel. Kleine Advertentièn uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden f 2.35. per weekƒ0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „018
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Gezien het verzoek van de N.V. Bondas
Veevoederhandel om vergunning tot het
oprichten van een fabriek voor het bereiden
van veevoeder in het perceel Oude A est INo.
171, kadastraal bekend, gemeente Leiden,
Sectie H. No. 2434 ged.
Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet;
Geven kennis aan het pubhek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secre
tarie dezer gemeente ter visie gelegd is;
alsmede dat op Zaterdag, den 20sten
October e.k. des voormiddags te hall elf
uren op het Raadhuis, gelegenheid zal wor
den gegeven om bezwaren tegen dit verzoek
in te brengen terwijl zij er de aandacht op
vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn
zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hin
derwet voor hel gemeentebestuur of een
zijner leden zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
AUG. L. REIMER1NGER, Weth.,
Lo.-Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 6 October 1928. 8678
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
de beslissing op het verzoek van de American
Petroleum Company om vergunning tot het
uitbreiden van de bewaarplaats voor petro
leum op het perceel Zijlsingel, kadastraal
bekend Gemeente Leiden, Sectie K. No. 912,
is verdaagd.
AUG. L. RE1MERINGER,
Weth. lo.-Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
8677
Leiden, 6 October 1928.
Wij herinneren er aan, dat in den nn
komenden nacht oificieel om 3 uur
de Zomertijd een einde neemt.
Vóór hedenavond naar bed te gaan, zal
men derhalve goed doen de horloges een
uur achteruit te zetten en de klokken een
nur te doen stilstaan.
40 JAREN COLLECTANT BIJ HET NED.-
HERVORMD KERKGENOOTSCHAP ALHIER
Deze weinige woorden zeggen zeer veel,
want er spreekt trouw en liefde uit voor de
Hervormde Gemeente alhier.
Dat dit geheel belanglooze werk der
dienende liefde gewaardeerd werd bleek
gisteravond toen den nestor der colleclan-
ten, de heer W. M. Oppelaar, m een buiten
gewone vergadering van hel College gehul
digd werd.
Het oudste lid in dienstjaren sprak hem
op hartelijke wijze, in een van waardeering
en hoogachting getuigende gloedvolle
rede toe.
De heer W. M. Oppelaar.
Toespraak en gelukwenschen gingen ge
paard met aanbieding van stoffelijke bewij
zen van erkentelijkheid en vriendschap
zijner medeleden.
Uit dit alles bleek hoe men zijn leider,
want de jubilaris is sederl 1906 ook voor
zitter van het College, hoogacht.
Na toespraak en n& aanbieding der ge
schenken, zong men den jubilaris een lied
en zegen-bede waren door een der leden
speciaal voor dit jtibilé samengesteld.
Verschillende kerkelijke corporatiën kwa
men den eenvoudigen jubilaris, in het met
groen en bloemen versierde vergaderlokaal
van het College in de Hooglandsche Kerk
hunne gelukwenschen aanbieden. Ook oud
collega's gaven den jubilaris blijken van
hunne genegenheid en vriendschap.
Bij zijn 35-jarige ambtsvervulling in 1923
spraken wij den wensch uit dat hij nog vele
jaren voor het College gespaard zou mogen
blijven. Ook nu wenschen wij hem dit voor
recht van harte toe.
Als vermeldingswaardig zij gememoreerd
dat het graveerwerk op de aangeboden ge
schenken was uitgevoerd door het welbe
kende atelier van den heer M. Brinks en de
versiering van het vergaderlokaal was ver
richt door den heer C. M. Smitlenaar, bloe
menmagazijn „Mille Fleurs", beiden alhier.
SCHENKING AAN HET MUSEUM VAN
NATUURLIJKE HISTORIE.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen brengt ter algemeene kennis,
dat mr. A. J. F. Fokker van Craijesteyn van
Rengerskerke, burgemeester van Zierikzee,
aan den Staat der Nederlanden, ten behoeve
van het Museum van Natuurlijke Historie te
Leiden, heeft geschonken een door hem sa
mengebrachte verzameling Hemiptera van Pa-
alerctisch Europa. De Regeering heeft de
ze schenking dankbaar aanvaard, terwijl zjj
aan den schenker haar oprechte erkente-;
lijkheid heeft betuigd voor dit blyk van be
langstelling in openbare verzamelingen.
Zooals men ziet, was deze schenking reeds
eenigen tijd geleden aangekondigd.
RADEN VAN BEROEP DIRECTE
BELASTINGEN.
Bij Kon. besluit van den 15den Septem
ber 1928, houdende instelling van raden van
beroep voor de directe belastingen en vast
stelling van bepalingen nopens die Colleges,
is o.m. bepaald, dat alhier zoo'n raad zal
zijn gevestigd voor het gedeelte der prov.
Zuid-Holland, behoorende tot de inspectiën
der dir. bel. te Leiden, le, 2e en 3e afd., en
Alphen aan den Rijn, benevens de gem.
Woerden, Waarder, Barwoutswaarder, Riet
veld, Bodegraven, Zwammerdam, Oudewater
Papekop, Langeruigeweide en Hekendorp.
MAATSCHAPPIJ DER NEDCRLANDSCHE
LETTERKUNDE.
Indië's sier- en bonwkust.
In de eerste bijeenkomst in het Nuts-
j gebouw in dit 9eizoen van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde, heeft dr.
If. P. Berlage uit Den Haag gisteravond
een voordracht met lichtbeelden gehouden
over: Indië's sier- en bouwkunst.
Alvorens tot zijn eigenlijk onderwerp
over te gaan schelste spr. de aankomst in
de havan van Colombo op Ceylon, welke
oude haven, aldus spr,, in de atmosfeer
van het Oosten, dus ook van het prachtige
Insuline inleidt. Daar aanschouwt men
voor het eerst het karakteristieke van die
sfeer: de alles beheerschcnde plantengroei,
waarin de klapperboom of kokospalm het
typeerend element is terwijl men aan land
zijnde, de daarbij passende bevolking aan
treft: die gebronsde verschijning met zijn
gesticuleerdende beweging, die de sterk
ste herinnering van het Oostersche leven
achterlaat.
Teneinde zijn lochoorders eveneens in
deze sfeer in te leiden, vertoonde spr. eenige
lichtbeelden van Ceylon- de warinjjin, rijst
velden. suikerriet, aloen-aloen, kampong,
enz. enz.
Vervolgens behandelde spr. de oude bouw
kunst van Indië, hieraan knoopt zich, aldus
spr. liet belangwekkend vraagstuk vast be
treffende een Indo-Europeesch achitectuur-
plijl.
Voor on9 begint de Javaansche cultuui
aldus spr. met de monumenten, die in de
beide vosten landen Djnkjokarta en Soera-
karta en in het Residentschap Semarang
I op het zoogenaamde Djangplateau door de
Hindoes zijn achtergelaten. De geschiede-
J nis der Hindoes-Javanen is nog niet gc-
j schreven.
Toen de Hindoes op Java kwapien (van
I het tegen woord ice Engelsch-Indie) vonden
zij er een tamelijk beschaafd volk. In dit
verband wees spr. o.m. op de wajang, de
j gamelang enz.
Er ontstond een Hmdoe-Javaansche kunst
j niet dadelijk, daar deze oorspronkelijk
zuiver Hindoes was.
De bronnen, waaruit wij onze gegevens
i kunnen putten, aldus vervolgde 9pr. zijn
I inscripties en dergelijke van Chineeschen
oorsprong.
De eerste nederzetting was in het Wes-
j ten van lava, waar echter geen monumen-
j ten zijn gevonden.
Te Tjanggal is een inscriptie gevonden
1 van 732 n. Chr. vermoedelijk een over
blijfsel van een tempel-, verder een van
760 te Malang van een dertig jaar later uit
790 op Oost-Java.
Midden-Java blijft het centrum, waar
volgens verschillende berichten een belang
rijk rijk heeft bestaan. Op het Djangplateau
(oDgev. 2000 meter) stond er vermoedelijk
een stad, waarvan behalve een gering aan
i o,
tal kleinere monumenten, nog slechts en
kele fundeeringen van vroegere woningen
zijn te onderkennen. Er moet dus volgens
9pr. worden gedacht aan houten woningen
op steenen voetingen, die gedeeltelijk zijn
verbrand (de vulkanen) of op andere wijze
zijn verdwenen; alleen de tempels zijn
van steen.
Dat groote rijk beleeft een bloei tot het
jaar 915 n. Chr., waarna een- plotselinge
en altijd nog onverklaarbare inzinking
heeft plaats gehad. Volgens IJzerman zou
er een vlucht hebben plaats gehad voor de
uitbarsting van de Merapi. Spr. beschreef
hierna uitvoerig de pracht van het land
schap met monumentale lijn van de vul
kanen.
Eerst eenige eeuwen daarna is er een
cultuuropbloei in O.-Java waarvan ook be
langrijke overblijfselen nog aanwezig zijn.
Omstreeks 1500 waren de Mohammedanen
meester van deze rijken, maar door het
verdwijnen der Hindoe-cultuur, was ook
de bodem voor een Mohammedaansche
kunst verdwenen.
De Mohammedaansche veroveraars ver-
woesttentwel de Brahmaansche Residentie,
maar de rijke Buddhistische en de eenvou
dige Brahmaansche cultuurgebouwen bleven
behouden. Alleen op Bali kon zich de Hin
doecultuur verder ontwikkelen.
Alle Hindoe-Javaansche kunst houdt ver
band met den eeredienst.
Trouwens, aldus- spr. de geheele kunst
van het Oosten is zoo in het bijzonder re
ligieus, dat van een profane bouwkunst ter
nauwernood sprake is. Toch moet men met
deze uitspraak voorzichtig zijn, omdat er
waarschijnlijk wel monumentale profane
bouwwerken helbben beslaan, n.l. de pa
leizen.
De eere-diensten van het Buddhisme ver
langt geen groote ruimte, omdat alleen het
beeld van de godheid in een ruimte wordt
geplaatst; de geloovigen brengen het offer
waarschijnlijk buiten de eigenlijke tempel
ruimte.
Spr. is het niet eens met hen, die van
meening zijn, dat van een Buddhistische
bouwkunst eigenlijk in het geheel niet kan
worden gesproken. Spreker wordt in zijn
meening nog gesterkt door het relisieuse
karakter en het „orientalisme" waarbij de
zin van het decoratieve, het bouwkundig
organisme blijft overheerschen-, ook dit,
aldus spr., in tegenstelling met het westen.
Vandaar dat alle Oostersche bouwkunst on9
barook aandoet, 't Sterkst treft dat op Bali.
Do woningbouw blijft tengevolge van het
religieuse karakter ook eenvoudig en ont
wikkelt zich ternauwernood.
In het Oosten zien we, aldus spr. de col
lectieve geestelijke, d.i. religieuse veralge
meening als eeuwigheidswaarde en niet het
veranderlijke der collectieve verbizondering.
Op Java is het Buddhisme in drie ge
zindten verdeelt: het Ciwaïsme, het Bud
dhisme en het Brahmaïsme, waarvan de
twee eersten staatsgodsdiensten zijn.
Spr. gaf vervolgens een kort overzicht der
verschillende godengestalten om daarna een
beschrijving te geven van de monniken-
stad en bedevaartplaats op het Djengpla-
teau, waarbij 9pr. in het bijzonder de aan
dacht vestigde op de tempels: het dak is
pyramidaal terwijl de uitgang het Kala-
Makkara ornament heeft, welk ornament
typisch is voor de geheele Hindoe-Javaan
sche ornamentiek.
De -kala-kop, een gestyleerde leeuw ver
beeldt lijd en dood, het Makkara-ornament
is aan den olifant ontleent: uit den kop
ontbloeit een lotusbloem, als hulde aan
Buddha, uit den bek een andere figuur:
leeuw, papegaai, soms zelfs een mensch.
Na de tempelcomplexen op het Djang
plateau behandelde spr. die van Djnkja en
Solo. waarvan tenslotte de Boro (of Bara)
boedoer de apotheose beleekent. Hierbij
wees spr. er op,dat hij de tempels in het
algemeen rle figuren boven het individueele
uitgaan; zij zijn typen: van de lempelgroe-
pen behandelde spr. uitvoerig de Sewoe,
Prambanan, Kalasan, Sari, Pawang en de
Brahmahnen of Lozo Djanggrang-groep,
deze laatste bestaan uit 3 groote tempels
er 156 kleinere, waarvan niets meer over is.
De vorm is vierkantig Het zijn mausolea,
omdat er urnen zijn gevonden.
Uitvoerig beschreef spr. hierna de Boro
boedoer.
Er zijn twee soorten van Hidoe-Javaan-
sebe monumenten- l) het tempelgebouw
met het klooster, 2) de stupa, voor den
Buddhist het bouwwerk bij uitnemendheid.
De B. B. is de eenige stupa op Java. Stupa
was oorspronkelijk een grafmonument met
het overschot van een heilige. De Boro
boedoer i? het monument ter verheerlijking
van Buddha, de heilsleer van den God-
rnensch van het Oosten als afstraling van
den algeest. De B. B. is waarschijnlijk in
de 8ste eeuw gesticht. Het heeft 9 terrassen
waarvan de zes onderste vierkant, de drie
bovenste rond zijn. Er zijn twintig poorten
met den kalakop. De beeldhouwkunst is no
beler dan in Voor-Indië. De B. B. is een
stapel-constructie van Trachiet-lava, terwijl
er een volstrekte samenwerking van archi
tect en beeldhouwer heeft plaats gehad.
De eerste begon en voltooide met alle ver-
Ileel het huisgezin op stelten,
Moeder nijdig als een spin,
Vader liep aldoor te razen,
Zoonlief had 't niet naar zijn zin.
Want de groote klokketoren
Galmde twalef slagen uit,
Maar de prachtige pendule
Stond toen vier uur achteruit.
Moeder dacht bij het naar bed gaan,
Wacht, de klok moet teruggezet,
Want als vader uit de soos komt.
Wordt er vast niet op gelet.
Vader echter was van 't soosje
Op wintertijd naar huis gegaan,
En liet, in zichzelve lachend,
De klok toch één uur vroeger slaan.
Zoonlief, komend van 't partijtje,
Draaide eveneens vol vuur
Aan die arme klokkenwijzers.
Keek daarbij niet op een uur.
En de dienstmaagd, 't was het toppunt,
Kwam 's Zondagsochtends laat beneé,
't Was acht uren op het klokje
Eén uurtje terug, 'tviel haar nog mee.
Iedereen had dus gewerkt
Aan den Winter-Zonnelijd,
Daarom zat nu de familie
Om twalef ure aan 't ontbijt.
LEON.
eischt© profileeringen; de beeldhouwkundige
versieringen bleven schetsmatig.
Na de pauze behandelde spr. de nieuwe
bouwkunde eenige eeuwen na de in
eenstorting van de cultuur op midden Java
in 950.
Spr. begon met er op te wijzen, dat van
zelfsprekend, dat niettegenstaande de be
sproken monumenten Hindoes zijn, er toch
invloeden van de oorspronkelijke Javaan
sche kunst, die de Hindoes er vonden, be
merkbaar zijn, vooral in Oost-Java, waar
de sculptuur er nog fijner is dan de Boro
boedoer.
Een typisch verschijnsel, in den lateren
tijd, is de wijziging der verhouding tusschen
tempel en tempelhof, deze wordt grootex
er wordt meer werk gemaakt van de om
muring en van de poorten.
Hierna besprak spr. de bouwwerken op
Bali, een wonder door den eenheid van na
tuur en cultuur. Er is een bak- en berg
steen. De monumentale Indo-Javaansche ar
chitectuur is een baksteen-architectuur, voor
den Nederlandschen architect van groot be
lang.
Ten slotte gaf spr. een overzicht van de
Balineesche architectuur en volkskunst. De
Balineesche woning is, evenals de Javaan
sche, zeer eenvoudig.
Toch zijn er in onzen archipel streken, al
dus besloot spr. waar het woonhuis tot 'n
bijzonder architecturaal object is geworden,
hetgeen spr. aan de hand van foto's van
Sumatra, de Minang Kabouw en aan het
Tobn-meer aantoonde.
De voorzitter bracht namens de aanwe
zige leden dr. Berlage dank voor zijn inte
ressante lezing.
HINDERWETVEREENIGING.
De Hinderwetvereeniging heeft gisteren
in „In den Vergulden Turk" alhier, onder
voorzitterschap van ir. M. E. H. Tjaden. di
recteur van Bouw- en Woningtoezicht te
Amsterdam, zijn jaarvergadering gehouden.
Aanwezig waren 4-6 afgevaardigden uit
verschillende gemeenten des lands. De Leid
sche wethouder van fabricage, de heer J.
Splinter, woonde als vertegenwoordiger van
het Leidsche gemeentebestuur deze verga
dering bij.
De secretaris, de heer C. Visser, hoofd
inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht le
Amsterdam, heeft het jaarverslag uitge
bracht. ITet aantal schriftelijke verzoeken
van de verschillende gemeenten tot het be
komen van adviezen is dit jaar toegenomen
tot 70, hetgeen wel een bewijs is, dat deze
instelling aan beteekenis slecds wint.
Het aantal leden blijft nog steeds
groeiende.
Sedert de vorige algemeene ledenverga
dering traden 8 gemeenten lol de yereeni-
ging toe en wel: Amersfoort. Aalsmeer,
Helmond, Leerdam, Heemstede Baam,
Tjietsjerksteradeel en Almelo. Voorts een
buitengewoon lid. Het aantal aangesloten
gemeenlen is dus gestegen tot 58. waarvan
27 met niet meer dan 20.000; 25 met niet
meer dan 20.000 tot 100.000 en 6 gemeenten
met meer dan 100.000 inwoners.
Ten vorigen jare waren deze getallen
resp. 25, 22 en 5.
Het aantal gewone leden steeg van 67
tot 78.
Nadat het financieel rapport was uitge
bracht, dat evenals het jaarverslag werd
goedgekeurd, werd in de plaats van ir. F.
J. Groote te Hilversum, die wevens veran
dering van werkkring als bestuurslid had
bedankt, gekozen de heer ir. J. A. Kuylaers,
directeur van gern.-werken le Roermond.
Besloten werd dat de volgende jaarverga
dering te Enschede zal worden gehouden.
Hierna werd overgegaan tot de bespre
king van de vragen:
BINNENLAND.
De geleidbricf van B. en W. van Leiden
bij de begrooting voor 1929. (Gemeentezaken
2e Blad).
Minister De Geer over de financieele ver
houding tusschen rijk en gemeenten. (2e
Blad).
Ervaringen en plannen van K. L. M. (Bin
nenland, 3e Blad).
De toepassing van de Natnurschoonwet.
(Binnenland, 3e Blad).
Vergadering van Chr.-Hist, leden van ge
meentebesturen. (Binnenland, 3e Blad).
Ernstig ongelnk op een onbewaakten over
weg te Made. (Gemengd, 3e Blad).
In den komenden nacht eindigt de
Zomertijd.
De postvlnchten naar Indië; het vierde
vliegtuig vandaag naar Konstantinopel of
Aleppo. (Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
Alle voorzorgsmaatregelen voor de betoo
gingen op morgen in Oostenrijk genomen.
(Buitenl.. le Blad).
Het Engelsche Labourcongres gesloten,
(Buitenl., le Blad).
De nieuwe Chineesche grondwet afge
kondigd. (Buitenl., le Blad)5
1. Of de aan een Hinderwetvergunning te
verbinden voorwaarden slechts het met die
voorwaarden beoogde resultaat behoeven
aan te geven, het aan den concessionaris
overlatende, op welke wijze hij dit resul
taat bereikt, dan wel
2. Of die voorwaarden de middelen behoo-
ren aan te geven, door welke het beoogde
resultaat zal kunnen worden bereikt.
Deze vragen werden ingeleid door den
heer A. H. van do Velde, inspecteur van de
Volksgezondheid (e Breda en den heer G.
W. J. van Sierenberg de Boer, hoofdinspec
teur van den Arbeid, eveneens te Brerla.
Onder applaus der vergadering bracht de
voorzitter hierna dank aan de beide inlei
ders voor hun klare en uitvoerige uiteenzet
ting.
Aan de gedachten wisseling, welke hierna
plaats had en die zeer geanimeerd was,
namen vele afgevaardigden deel.
Na repliek van de beide inleiders verce-
nigdo de vergadering zich met groote meer
derheid met de volgende door den voorzitter
voorgestelde conclusie: Laat men hij de klei
nere fabrieken de middelen voorschrijven:
bij de groote, moderne fabrieken cipiin ropn
zich tevreden met 't eischen van resultaten.
Hierna kreeg de heer J. Zaalhercr .Tr. het
woord tot het geven van een inleiding in
verband met het bezoek, dat des middags
aan de fabriek van wollen dekens de N V.
voorheen .T. C. Zaalberg is gebracht.
Na afloop hiervan werd de Keilincrfahrïek
der Kon. Ned. Grofsmederij in oogepsehoaw
genomen.
MOEILIJKHEDEN
IN DE "GEMEENTEPOLITIEK.
Tn de groote zaal van Prediker" heeft
gisteravond de heer T 8. Goslingn voor
de leden der Anti-Revolutionaire Kiesver-
eeniging over bovenstaand onderwerp een
een rede gehouden.
De voorzitter, majoor Kuiper, opende
met gebed on deed medecleeling, dat tot
penningmeester was benoemd de heer Laia-
booy.
De heer Goslmga besprak achtereenvol
gens de Zondagsrust, de Volkshuisvesting,
het Overwegvraagstuk. het Lager- en Be-
waarschoolonderwijs en de belastingen, in
verband mot. de bedrijfswinst.
Ten aanzien van het eerste onderwerp
merkte spr. op. dat de A' R. raadsfractie
de verklaring van B en W. gaarne anders
gewenscht had, doch deze niet had kunnen
tegenhouden.
Met betrekking tot de volkshuisvesting,
merkte hij op. dat nog altoos hier ter
stede 134 onbewoonbaar verklaarde wonin
gen staan, doch wanneer de 174 nieuwe ar
beiderswoningen gereed zullen ziin, komt
daarin ongetwijfeld verbetering.
De heer Ooslinga achtte het raadzaam
op den voet van de Woningwet door te
gaan met tien bouw van arbeiderswoningen
en oordeelde deD bouw door woningbouw
verenigingen daarbij de meest aanbeve
lenswaardige wijze.
Het overwegvraagstuk is niet alleen een