69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 September 1928 Tweede Blad No. 21020 BINNENLAND. Wijziging der Ouderdomswet WEDUWE NRENTEVERZEKERING TOT ZES GULDEN. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de Ouderdomswet. Deze wet is bedoeld als een aanvulling voor zoover be treft de voorziening in geldelijke gevolgen van den ouderdom op de verplichte Invali diteitsverzekering, geregeld in de Invalidi teitswet. De wenschelijkheid is geuit om de ge legenheid tot vrijwillige verzekering niet te beperken tot de ouderdomsvoorziening, maar baar uit te breiden tot de voorziening ten bate van de weduwen in geldelijke gevolgen van het overlijden van den echtgenoot-kost winner. waarmede ook op dit punt de wet telijke invaliditeitsverzekering een aanvul ling zou ondervinden. De Minister i9 van oordeel dat aan dit verlangen kan worden voldaan en dat de ter zake onmisbare waar borgen kunnen worden verkregen, zoodat wordt voorgesteld de Ouderdomswet in be doelden zin aan te vullen Ten einde het karakter van aanvulling op de Invaliditeits wet te doen uitkomen, is het maximum der te verzekeren weduwen-rento gesteld op zes gulden per week. De kosten der weduwenrenteverzekering zullen door de premiën moeten worden ge dekt, zoodat de Staat in deze verzekering geen bijdrage verleent, ook niet in dj ad- minfstratiff-kosten. Voorts is het in de praktijk gebleken, dat in verscheiden gevallen personen, wier maatschappelijke omstandigheden het slui ten van een vrijwillige ouderdomsverzeke- ring gewenscht doen zijn. daarvan worden afgehouden door de overweging dat indien zii mochten komen te overlijden vóór den leeftijd waarna het renfe?gennt zou intre den. de betaalde premiën voor hun gezin nen en nabestaanden nutteloos zouden zijn opgebracht De populariteit der verzekering *ou er daarom op winnen, indien bij over lijden va"n den verzekerde vóórdat het recht op rente is onstaan, de betaalde prermiën goeddeels zoöden kunnen worden terugbe taald. Tot het scheppen van de mogelijkheid van zoodanige premie-teruggaaf is echter vooraf gaande wijziging der Ouderdomswet nood zakelijk, aangezien met deze premielerug- gaaf wordt getreden buiten het kader der thans geldende regeling. Art. V van het onderhavige wetsontwerp bevat de noodige regeling. Voor de verzeke ring. aangegaan onder het beding van terug gaaf van betaalde premiën zal uiteraard een hoogere premie verschuldigd zijn dan verschuldigd is voor verzekeringen, geslo ten zonder dat beding. Van de gelegenheid is voorts gebruik ge maakt om door aanvulling van de wet met een overeenkomstige bepaling als die van art. 116. 4e lid. der Pensioenwet het voor de gemeenten en de door het openbaar gezag erkende instellingen van weldadigheid mo gelijk te maken om op eenvoudiger eö doel treffender wijze dan in de Armenwet is geregeld zich in het bezit kunnen stellen van de rente toegekend aan personen, die voor haar rekening in een inrichting of gesticht worden verpleegd of verzorgd. Krachtens de huidige gedachte van art. 10 kunnen Nederlanders, gevestigd in het bui tenland. met inbegrip van het Rijk buitem Europa geen vrijwillige ouderdomsverzeke- ring sluiten Het artikel is thans zoodanig gewijzigd, dat aan dit bezwaar wordt te gemoet gekomen. De practijk heeft aangetoond, dat de over- groote meerderheid der verzekeringen be treft renten van drie tot ten hoogste 10 gul den per week Het verdient naar het ge voelen van den Minister daarom aanbeve ling om het maximum te verzekeren rente- bedrag terug te brengen op 10 gulden per week. ADRES VAN ANTWOORD DER EERSTE KAMER OP DE TROONREDE. De aanbiedinn aan de Koningin. Gistermiddag had de laatste der tot de opening van het nieuwe zittingsjaar van het Parlement, behoorende officieele en tradi- tioneele plechtigheden plaats, doordien de Koningin te 5 uur in ha3r pal6is aan het Noordeinde te 's-Gravenhage de Commissie uit de Eerste Kamer ontving, welke daar het adres van Antwoord dier Kamer op de Troonrede kwam overhandigen. De Commissie bestond uit den voorzitter, luitenaDt-generaal Baron van Voorst tot Voorst en de leden der commissie van redao- tie van het antwoord-adres de heeren Van Lanschot, Van Embden, Briët, De Gijselaar en Slingenberg. In auto's, begeleid door boden van de Eerste Kamer, reed de commissie van het Kamergebouw op het Binnenhof naar het Koninklijk Paleis, waar den heeren in de vestibule de militaire honneurs, die ver plicht zijn wanneer de President der Kamer zich aan het hoofd der commissie heeft gesteld, bewezen werden door een detache ment huzaren, welks hoornblazer, bq het betreden door de commissie van het Paleis, eon eeremarsch blies. De manschappen pre senteerden de karabgnen. Baron van Voorst tot Voorst droeg de groote tenue van luitenant-generaal, met het lint en de plaque van Grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De heer De Gijselaar droeg het ambtscostuum van zqn vroegere burgemeesterlijke waardig heid, de overige leden der commissie wa ren in het ambtscostuum van lid der Eerste Kamer gekleed. 3 Koningin ontving de commissie, om ringd door leden van haar civiel en militair Huis. Ook bij het vertrek uit het Paleis ontving de commissie dezelfde militaire eerbewijzen. DE ROTTERDAMSCHE BURGEMEESTERSKWESTIE. De gemeenteraad betreurt de wijze van benoeming. Op de vragen van het A.-R. raadslid Hanemaayer over de benoeming van mr. P. Droogleever Fortuyn, welk raadslid de benoeming zonder contact tusschen Regen ring en B. en W onjuist acht en in de be noeming zelve éen grieven van de beide groote groepen in den Rotterdamschen Raad, heeft de loco-burgemeester mr. A. R. de Jong (A.-R.) geantwoord: Met het college van B. en W. in zijn ge heel noch met een van zijn afzonderlijke le den is inzake deze benoeming eenig overleg gepleegd of contact gehouden van de zijde der regeering. Het College vond dit te won derlijker daar dit alles bij de vorige vaca ture, zoowel door den commissaris der Ko ningin in de provincie Zuid-Holland, als door den minister van Binnenlandsche Za ken. wel was geschied. Het College acht het stellig onjuist, dat Rotterdam zich op zoodanige wijze haren burgemeester ziet aangewezen. Geheel bui ten de gemeente Rotterdam om heeft de be noeming plaats gevonden. Het college acht deze miskenning vernederend voor onze groote gemeente. Het College acht de ge volgde gedragslijn bovendien kwetsend voor het college in zijn geheél en zijn leden af zonderlijk Toen dan ook, nadat sedert 5 September omtrent de aanstaande benoe ming courantenberichten de eenige bron waaruit het mocht putten waren ver schenen, in de Collegevergadering van 11 September voor allen zeer waarschijnlijk werd dat inderdaad, geheel buiten de ge meente Rotterdam om de benoeming zou plaats hebben, heeft het een audiëntie aan gevraagd bij den commissaris der Koningin in Zuid-Holland. Deze conferentie is go- houden in den middag van 12 September. Volkomen eendrachtig heeft het College toen zijn ernstige ontstemming te kennen gegeven over de wijze van behandeling van het besluur eener groote stad. Over het on derhoud zelf kan het geen mededeelingen doen. omdat het had een vertrouwelijk ka rakter Maar de commissie deelde mede. dat hij over het onderhoud met den minis ter van Binnenl. Zaken zou spreken. Dien aangaande hebben het College geen nadere berichten bereikt. Op de vraag of het college van B. en W. van oordeel is, dat de benoeming zelve over een te brengen is met de politieke verhou dingen in den raad luidde het antwoord: Het College is van oordeel, dat het tot dusver in den Raad gewoonte was. dat het College als geheel beschouwingen en uit spraken van deze strekking overliet aan den Raad. Al hebben de leden van het College aangaande de gestalde vraag bun overtui ging, toch komt het aan het College ge wenscht voor, dat de Raad zelf den inhoud van de vraag beantwoordt. Na uitvoerige discussie 19 met 40 tegen 1 stem aangenomen een motie, waarin be treurd wordt, dat de benoeming van den nieuwen burgemeester geheel is geschied buiten eenig overleg met het college van B en W. En met 32 tegen 9 stemmen is aangeno men een motie, waarin de Raad als zijn oor deel uitspreekt, dat de benoeming niet slrookt met de politieke verhouding in den gemeenteraad. DE RAMP IN DE STAATSMIJN HENDRIK. De ramp zal in druk ver schijnen. Op een vraag van het Tweede Kamerlid den heer Van der Waerden luidende: Is de minister bereid ter algemeene ken nis te brengen het rapport in zake de mijn ramp, die in de mijn Hendrik heeft plaats gehad? heeft de minister van waterstaat geant woord: He-, lag van den aanvang af in het voor* ne ora de rapporten, over de ramp im Staatsmijn Hendrik op 13 Juli 1928 uitge bracht, gedrukt verkrijgbaar te stellen. De rapporten van den hoofd-ingenieur dec mijnen en van de directie van de Staatsmijn nen waren reeds door den ondergeteekende ontvangenevenwel moest het drukken wach ten op het rapport van een der arbeiders- controleurs. Nu dit stuk ook is ontvangen, zal to' afdrukken words: overgegaan. DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIË. Hei tweede vliegtuig te Boedapest. Vas Dias meldt: Het postvliegtuig voor Indië, de H.N.A.F.B dat gistermorgen van Amsterdam is vertrokken en te Neuren berg landde, is vandaar om 10.53 vertrokken en om 14 uur 55 (Holl. tijd) te Boedapest aangekomen. WET OP DE RIJKSVERZEKERINGSBANK. Ingediend i9 een wetsontwerp tot wijziging der wet op de Rijksverzekeringsbank. In de toelichting wordt o.m. gezegd, da| Floris Vos voor de rechtbank. Gisteren werd de zaak Floris Vos en de zijnen, de kwestie van den Muidertol, in kort geding door de rechtbank behandeld Floris Vos (links) en zijn advocaat mr. S. Zadoks op weg naar de zitting. De prijswinnaar in de klasse zwaarste beer op de veeten toonstelling te Gouda. Eigenaar: Beerhouderij „Reeuwijk". DE KWESTIE VAN DEN MUIDER TOL. Links Burgemeestef De Raadt en rechts met de tasch voor het gezicht de raadsanaif van het Hoogheemraadschap, mr. J. H. Worst. ONS BEST HOLLANDSCH VEE. Gisteren werd te Gouda een groote vee- en kaastentoonstelling gehou den. Een 5-tal pinken van v. d. Kroft te Alphen a. d. Rjjn, welke met een eersten prgs bekroond werden. TER GELEGENHEID VAN DE BENOEMING TOT BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM van den heer P. Drooglever Fortuyn (X) i9 dezen gisteren door den Haagschen Ge meenteraad een diner aangeboden in Hotel „Anjema".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5