DE MARATHONLOOP. 69*te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 6 Augustus 1928 Derde Blad No. 20980 Waarop heel Holland tevergeefs heeft gewacht. ATHLETIEK. (Van onzen eigen medewerker)'. Te ruim 3 uur gistermiddag verzamelden ongeveer tachtig athleten zich in het Sta dion voor de Marathontribune, allen gereed voor den titanenkamp over ruim 42 K.M. De Nederlandsche eer zal verdedigd wor den door zes athleten, n.l. T. Sprong, H. Landheer, W. F. van der Sleen, J. Ver meulen, C. Groeneweg en P. van Leenen. Onder groot gejuich loopt het peleton een ronde door het Stadion, de eenarmige Zuid- Afrikaan M. J. Steytler voorop. Het is een moment om niet te vergeten. Tachtig athle ten een fille van wel 100 Meter vormend! Het gejuich der duizenden volgt hen, terwijl zij, een bontkleurig geheel vormend, de arena verlaten. Merkwaardig is wel, dat van de prijswinnaars van Parijs (1924) vier athleten aan den start verschijnen, te we ten: de tweede aankomende in Parijs, de Italiaan Bertini, no. drie de Amerikaan de Mar, no. vijf de Engelschman Ferns en no. zes de athleet Plaza uit Chili. Alleen de winnaar: de Fin Stenroos en de vierde prijswinnaar Halonen zijn niet aanwezig. Finland is een natie, die zich de luxe kan veroorloven elke vier jaren een aantal nieuwe Marathonkrachten te zenden. Het koele land der duizend meren heeft nu een maal meer goede lange afstandloopers dan de rest van de wereld te zamen. Thans de wedloop. In een groote sight seeing car hebben wij hem gevolgd en het komt ons voor dat de regeling langs den weg overal uitstekend genoemd mag wor den. Niet alleen op het van Tuyllplein, maar vrijwel overal langs den weg, voornamelijk echter binnen de grenzen van de Hoofdstad maar ook aan het Kalfje en in Ouderkerk hadden zich in dikke hagen duizenden en nog eens duizenden menschen opgesteld om de loopers te zien passeeren. De weg zelf was overal perfect vrij gehouden. Om elf minuten over drie hoorden wij het start schot binnen de Stadionmuren vallen. Een oogenblikje later kwamen de loopers met een flink gangetje door de Marathonpoort naar buiten gestoven, door de menigte toe gejuicht, nagestaard met ontzag of wel met medelijden, al naar gelang men geneigd is over een Marathonrace van ruim 42 Kilo meter te denken. Voort ging het, langs den Olympiadeweg, en de Apollolaan door plan Zuid en daar, via de Noorder Amstellaan, den Amsteldijk op in de richting van het Kalfje. Overal staat het zwart van menschen om de circa 80 loopers, welke dien reuzentaak hebben aangedurfd voor de eer van hun landen, even te kunnen aanschouwen. Intusschen zijn die moedigen bij hun komst op den Amsteldijk al niet meer bij een. Het veld heeft zich reeds zoodanig uit gerekt, dat tusschen de eersten en de laat- sten een verschil ligt van circa 700 a 800 Meter. Of de snelheid van circa 20 K.M. per uur de staartgroep nu reeds te machtig is dan wel of hier tactische overwegingen in het spel zijn, vermogen wij nog niet te zeggen, maar zeker is, dat er zich langza merhand groepen vormen welke op onder linge afstanden van 100 tot 200 Meter, met daartusschen enkele „eenzamen" uit elkaar liggen. Bij de middelste groep bevinden zich de meesten met Oranjepantalons aan. Dat zijn de Hollanders, die er nu een rustigen gang in hebben. Onder hen noteeren wij Vermeulen, Groeneweg, Landheer en Van der Steen en het doet ons Hollandsche hart goed te hooren hoe zij hier en daar door bet publiek luide worden aangemoedigd. Dit neemt niet weg, dat de onderlinge af standen tusschen de 5 groepen, die zich thans reeds gevormd hebben, zienderoogen groeien en wanneer wij bij het Kalfje er even een vaartje inzetten om alle deelne mers te zien passeeren tot het opnemen der volgorde, noteeren wij een hoofdgroep van dertien, bestaande uit: Wandrer (Duitschland), Isuda (Japan), Yumada (Japan), Martilainen, Rastas Laak- sonen, Kuokka en Sipila allen Finland, de Belg Linsen, de Amerikaan Joie Ray en nog enkele anderen, die wij niet zoo snel kunnen onderscheiden. De tweede groote groep volgt nu pas op een 500 Meter en hierbij ontdekken wij van onze landgenooten nog slechts Landheer. De andere Hollanders liggen reeds een stuk achter, doch zijn toch nog niet de al- lerlaatsten. Vast staat eohter dat de voorsten op de laatslen zeker reeds twee kilometer voor liggen. En dat op een afstand van nog maar 87» K.M. welke tot dit punt zijn afgelegd. Het heeft weinig doel de achterblijvers nu verder nog geregeld in het oog te houden. Het gaat immers om de overwinning. En wij besluiten dan ook de leiders weer op te zoe ken en te zien hoe zij het maken. Intusschen zij nog opgemerkt dat die afstand van 87» K.M. om 3.30 was afgelegd dus in 27 min. tijd. Toen wij Ouderkerk passeerden om 3.52 uur (de 3 K.M. was tot hier toe afgelegd in 41 minuten) de strak9 genoemde hoofdgroep nog volledig bijeen. Voorop gaan de beide Japanners Isuda en Yuamada, die als een schaduw door den Amerikaan Ray gevolgd worden. Enkele meters daarachter volgen de overigen van het hoofdpeleton. Toch zien wij spoedig ook die hoofdgroep slinken. De Fin Sipila met nog een landgenoot wiens nummer niet klopt met de officieele opgave, zakken langzamerhand af, ondanks het feit dat de pace iets matiger wordt en thaps va rieert van 16 tot 17 K.M. per uur. Bij de Nesserlaan (16.2 K.M.) groeit het hoofdpe leton weer met twee man aan doordat de Canadees Bricker met een landgenoot wiens nummer ook al niet klopt met het program ma, zich daarbij voegt. Even verder echtet een belangrijk moment. De Japanners ver snellen het tempo weer en slechts Marti lainen, Laaksonen en Joie Ray volgen. De overigen blijven achter en verliezen wel dra eenige honderden meters terrein. We naderen nu langzamerhand het keerpunt, dat aangegeven staat Amsteldijk-Zuid. Op dat punt is bijna de helft van de race, nl. 20.8 K.M. afgelegd. Onze auto kan hier niet verder, omdat de wegen zich daartoe niet leenen en ons rest dus niets anders dan te keeren om ongeveer 8 K.M. later, op wel ken afstand wij de loopers dus niet kunnen volgen, hen weer bij de Nesserlaan op den terugweg af te wachten. Intusschen maken wij van dat oogenblik gebruik om het pas seeren van alle deelnemere af te wachten. Het heeft geen zin al hun namen hier te vermelden. Wij volstaan daarom met op te merken, dat het verschil tusschen den eer sten en de laatsten thans ongeveer 27* a 3 K.M. was geworden. De Hollanders, thans nog slechts 3 in getal, behoorden weliswaar niet tot de laatsten, maar waren toch zeker 2 K.M. achter de leiders. Bij de telling bleek dat ook reeds verschillende loopers den strijd hadden gestaakt. Als we de loopers op den terugweg op den hoek van de Nesserlaan weer opvangen, blijkt dat daar nog steeds aan het hoofd gaan de beide Japanners, gevolgd door Rav, Laaksonen en Bricker. Toch is de volgende groep op dit oogenblik niet verder dan 150 Meter achter, maar het schijnt, op een af stand gezien, dat dit niet de loopers zijn welke voordien zich bij de leiders hadden bevonden. Eenige honderden meters daar achter zagen wij een robusten jongeling in het wit, dien we voordien ook nauwelijks opgemerkt hadden en achter hem kwam weer een klein tenger kereltje met bruine gelaatskleur en kroeshaar, dat op dat oogen blik vrijwel niemands aandacht had gehad. Deze twee laatstgenoemden bleken de Chileen Plaza te zijn en het kleine tengere ventje in blauw, de Franschman El Ouafi, een geboren Algerijn. Veel aandacht schonk men echter zelfs op dat oogenblik aan dit tweetal nog niet. Wat zouden zij ook willen met een Joie Ray, een Martinlainen en twee van die kranige Japansche telgangers voor zich.Terloops nemen wij de leiders eens wat nauwkeuriger op en zien dat de Fin en de Canadees er nog vrij frisch uitzien. De Japanners echter loopen zwaar, hoewel men aan hun gezichten niet zou zeggen, dat zij erg vermoeid zijn. Den Amerikaan Ray ech ter, die kletsnat is, is het aan te zien, dat het gewicht van de circa 35 K.M., welke thans achter hem liggen, zwaar op hem drukt. Martilainen is blijkbaar van meening, dat een kleine hartversterking hem goed zal doen en hij stopt aan een tafeltje, waar hij haastig eenige vruchten en een kop thee tot zich neemt. De beide Japanners hebben zich intusschen van de drie overigen losgemaakt en het verschil beloopt weldra een 50 meter. Zoo naderen we geleidelijk den nieuwen Wandelweg, het laatste gedeelte van het ge weldige parcours en daar, op het midden ongeveer van dien Nieuwen Wandelweg speelt zich, voor velen onverwacht, de groote sensatie van den strijd af. Tot enkele minuten voordien dacht men algemeen dat de Japanner Yamada, die de leiding had met een dertig meter voorsprong op Joie Ray, zou winnen. Hoogstens had men ook den Fin Martilainen, die in derde positie lag, nog een kans gegeven. Maar wat was dat? Daar schiet plotseling het kleine tengere kereltje, de Fransche Algerijn, El Ouafi, in ongedacht tempo vooruit. Hij passeert den Fin, vervol gens ook Ray en een oogenblik later schiet hij ook langs den leidenden Yamada heen, om in een minimum van tijd een voorsprong van circa 100 Meter te nemen. Dit was ech ter niet de eenige sensatie. Op een 50 meter achter den Franschman volgt de stoere Chileen Plaza en thans wordt het duidelijk hoe uitermate tactisch, hoe welberekend dit tweetal de course heeft geloopen. Er valt niet meer aan te twijfelen, de strijd voor de eerste en tweede plaats zal gaan tusschen deze twee en deze twee alleen. Weg zijn de kansen van den kranigen Japanner, die bijna 40 K.M. lang op zoo schitterende wijze de leiding had gehad; weg zijn de kansen van den befaamden Joie Ray; weg zijn de kan sen ook der in den Marathon zoo gevreesde Finnen. Onze auto zet een spurtje in en we zwaaien van den Nieuwen Wandelweg den Amstelveensche-Weg op, om op de laatste tientallen meters den strijd, die een zoo emotievol einde man. te volgen, een strijd, waarvoor ook duizenden, die langs den weg geschaard stonden, zich hadden opgemaakt, en die niet ophielden de kranige loopers in het voorbijgaan zoo enthousiast mogelijk toe te juichen. Van een eigenlijken strijd op die laatste meters van de race is feitelijk geen sprake geweest. De Franschman, die nog volkomen frisch scheen, was en bleef voor. Hij won zelfs nog op zijn Chileenschen rivaal en toen hij om 5.44 uur, dus na 2.33 uur, door de Marathonpoort het stadion binnenschoot om zijn laatste halve ronde tot de finishlijn te loopen, barstte het gejubel in het Stadion uit duizenden kelen omhoog als een hulde voor den triomphator van de meest klassieke race, welke de wereld kent. Een goede 50 meter na hem volgde als tweede de Chileen Plaza en als een bewijs, met welk een grootsch tempo dit tweetal het laatste gedeelte van de race van den Nieu wen Wandelweg tot het Stadion, dus hoog stens 1 K.M. had afgelegd, moge dienen dat Martilainen, de Fin, als derde binnenkwam met een achterstand van circa 2 minuten. Dan volgde op ongeveer 50 M. No. 4 de Japanner Yamada en eerst 200 meter na hem kwam de Amerikaan Joie Ray binnen, met vrij groote onderlinge afstanden gevolgd door Isuda, Koski, Ferris, Michelson, Bricker en anderen. Voor de weinigen, <£e het vergund was deze Marathonrace te volgen, zal zij altijd onvergetelijk blijven. De volledige uitslag is als volgt: 1. El Ouafi (Frankrijk), tijd 2 uur 32 min. 57 sec.; 2. Plaza (Chili); 3. Martellin (Fin land); 4. Yamada (Japan); 5. Ray (Amerika); 6. Isuda (Japan); 7. Korholin Kosti (Finland); 8. Ferris (Engeland); 9. Michelson (Amerika); 10. Bricker (Canada); 11. Wood (Engeland); 12. Laaksonen (Fin land); 13. Payne (Engeland); 14. Rastas (Finland); 15. Sipila (Finland); 16. Krof (Tsjecho-Slowakije). De Nederlander H. Landheer kwam als 27e binnen in den tijd van 2 uur 52 minuten. De tweede Nederlander kwam te 6.25 uur binnen, namelijk J. Vermeulen. Een minuut later arriveerde P. van Leenen en te half zeven W. van der Steen. Bij het sluiten vande Marathonpoort ont braken nog Sprong en Groeneweg. HET ROOD WIT EN BLAUW AAN DEN OLYMPISCHEN MAST... EEN ILLUSIE! Het athletiektournooi is ten eindel Zonder eenige plechtigheid is het hoofdbestanddeel van het Olympisch festijn gisternamiddag uitgeluid en het zijn thans andere sporten, die de volle aandacht voor zich opeischenl Acht dagen lang heeft de athletiek het Olympisch gebeuren overheerscht en wan neer wij thans den blik terugslaan dan kan met voldoening worden geconstateerd dat de regeling voortreffelijk is geweest en dat de publieke belangstelling aan de verwach tingen heeft voldaan. Bovendien is dit tour- nooi rijk geweest aan verrassingen. De Yankees, en al wie hen als sportgoden ver heerlijkten, hebben geenszins die resultaten behaald, welke men van de athleten uit het groote land der Nieuwe Wereld meende tegemoet te kunnen zien. Ongetwijfeld heb ben zij uitstekend werk geleverd, maar in ieder nummer, op iederen afstand, was er bijna altijd weer één uit een ander kamp die een nóg betere prestatie wist te verrich ten: Lowe, de Engelschman, op de 800 M.; de Canadees Williams op de 100 en de 200 M., Lord Burghley in den hordenloop En zóó heeft het geduurd tot op dezen laat sten dag voordat de hardloopers de „Stars en Stripes" aan den middelsten Olympischen mast hebben weten te brengen! De 4 x 100 M. estafette voor heeren bracht hun een éclatante zege en ook op de 4 x 400 M. esta fette werd tenslotte de overwinning behaald, hoezeer de Yanks dan ook door Duitschland werden bedreigd. Duitschland.1 Ja, ook hier een teleurstelling; want even min als Amerika heeft het machtige sport- leger der Duitschers, wier supporters bij duizenden in onze hoofdstad vertoeven, aan de in hen gestelde verwachtingen voldaan. Veel meer zijn de successen gekomen van de zijde van Engeland en haar Dominions, van Canada en Zuid-Afrika. De zonen van het oude Albion hebben op schitterende wijze de ietwat tanende sporteer van hun land tot nieuwe glorie gebracht en aldus ten over vloede nog eens gedemonstreerd hoe moei lijk en hoe gevaarlijk het is op athletiek- gebied bij voorbaat reeds den buit te ver- deelenYankees en Duitschers hebben dat tot hun schade ondervonden! Oók Hólland! Gedachten aan een reeks van Olympische overwinningen waren ons vreemd, maar heel ons sportminnende volk heeft toch in de waan verkeerd en het werd daarin door de verklaringen der leiders versterkt dat in ieder geval ons rood wit en blauw eenige malen aan den middelsten mast zou komen en dat de duizenden vreem delingen staande zouden luisteren naar ons mooie Wilhelmus, eerbiediglijk en vol ont zag voor de groote prestaties van ons kleine volk! HélaasI Het athletiektournooi is ten einde en de Hollandsche oogst had nauwelijks kleiner kunnen zijn. Met is minder dan in 1920 te Antwerpen, minder ook dan in 1924 te Parijs, het is, in 't kort gezegd, een schrij nende teleurstelling en daarenboven een ernstige les voor al dezulken, die zoo gaarne met onze athletische vaardigheid te koop gann loopen. Zeker 25000 landgenooten, ongerekend de vele buitenlanders, die het Stadion bevolkten hebben gistermiddag weer reikhalzend uitge zien naar 't oogenblik, waarop eindelijk eens een zege zou worden behaald; hèt oogen blik der Ceremonie prolocolaire Olympique, waarbij de duizenden van hun zitplaatsen zouden rijzen om te luisteren naar oms volkslied en om te kijken naar onze vlag, die langzaam maar statig omhoog zou gaan aan den mast, totdat zij tenslotte haar breede banen zou ontplooien in de zachte etreeling van den wind Dèn wij weten het zeker zou er ontroering zijn geweest in het Stadion en als één man zou men hebben meegezongen uit volle borst, om aldu9 uiting te geven aan die enorme spanning, welke sportief Holland tot op dèt moment had beroerd 1 Een tijdlang heeft het er naar uit gezien dat dit oogenblik zou komen. Mej. Gysolf vertegenwoordigde ons land bij het hoog springen voor dames en zij plaatste zich niet enkel in de finale's doch bracht 't tot de laatste drie. De laatste drie! Ho'e fe! hebben deze drie sporlmeisjes ge kampt om .den Olympischen titel en hoe lang en hoe sterk heeft het publiek met haar meegeleefd! Alle drie overtroffen zij het oude wereldrecord van miss Green en pas daarna toen de lat op 1.58 M. lag is de scheiding gekomen. Met was de Cana- deesche miss Catherwood, die dezen af stand (en later zelfs 1.59 M.) haalde; de twee anderen sprongen M en bleven dus heneden het nog zoo jonge record van mej. Gysolf, dat 1.57 6/10 M. bedraagt. In die periode was het angstig stil in het Stadion en het klonk als een benauwende gil toen mej. Gysolf de lat van de staanders wierp! Waaroh heel Holland wacht....: de Olympische zege.... Zij was thans zoo heel dicht in ons bereik geweest. Maar wéér is er een illusie vernietigd, wéér is de teleurstelling vergroot! Mej. Gvsolf heeft zich uitstekend geweerd en door 't behalen van den 2e prijs schitte- rend werk gedaan, maar 't is niet meer vol doende geweest om op dezen laatsten dag van het athletiektournooi aan de énormq spanning tegemoet te komen. Zooals de zaken thans staan kan Hol land in het internationale koor der athlei- ten slechts een heel onbeduidend rolletje vervullen. Laat ons voortaan bescheiden, zijn, heel bescheiden; misschien dat dan na hard en bovenal na eendrachtiglijk wer ken bij een volgende Olympiade zich het feit zal voltrekken waarop ditmaal heel Holland zonder succes heeft gewacht: dö vaderlandsche vlag aan den Olympischen mast! Vooralsnog is het beter de mogelijkheden daartoe aan onze vertegenwoordigers en vertegenwoordigsters in andere* sporten dan' athletiek over te latenl Misschien dat efl dan nog eenmaal reden tot juichen zal zijn, HET EINDE VAN DIT TOURNOOL i 1 Amerika wint de eetaJettenommen toot heeren. Zaterdagmiddag hebben de wedstrijden in het Stadion in stroomenden regen plaat# gevonden. Desondanks waren er nog onge veer 12.000 toeschouwers aanwezig. Begonnen werd met de 4 X ïoo Meter estafette vooï heeren. Het Olympisch record etaat op naam van Amerika met 41 seconden; Neder- landsch record 42.8 sec. (Haarlem). De beste ploegen uit iedere serie komen in de finale. Nederland neemt niet deel om haar; loopers te sparen voor de estafette oveij 4 x 400 Meter. De uitslagen zijn lste serie: 1. Canada, 42.2 sec.; 2. En geland. 2de serie: 1. Frankrijk, 41.8 sec.; 2< Duitschland. 3de serie: Amerika, 41.2 sec.; 2. Hon garije, dat echter gediskwalificeerd wordt*; waardoor Zwitserland in de finale komt. Oda (Japan) won het Olympisch kampioen* schap hink-stap-sprong,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9