De Opening der Olympische Spelen Een grootsche plechtigheid 69**® Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Juli 1928 Vierde Blad No. 20973 Hedenmiddag heeft fn hef nieuwe Olym pische Stadion te Amsterdam de plechtige opening plaats gevonden van de Spelen der IXe Olympiade. Het is een gebeurtenis zonder weerga op sportgebied geworden, die de plechtigheid te Parijs, in 1924, ver in de schaduw stelde. Amsterdam was in feeststemming. De vlaggen wapperden; onze driekleur het Oranje-blanje-blen, de Olympische banier en tallooze vreemde vlaggen sierden de hoofdstad, hier en daar was de stad ver sierd o.a. waren de bruggen in de Leidsche- straat op kleurige wijze getooid met oranje en groen en overal in het centrum heerschte een cosmopolitisch gedoe als Amsterdam maar zelden kenmerkt: tallooze zwaar- bebrilde Amerikanen, korenblonde Finnen, donkergetinte Mexicanen, Spanjaarden en andere Latynen, kittige Japannertjes en majestueuse Indiërs Van twaalf uur af begon de uittocht naar het Olympische Stadion; alle taxi's die Amsterdam rijk is, waren te voorschijn gehaald en nog kwamen de chauffeurs wagens te kort om de duizenden naar de arena aan den Amstelveenschen weg te vervoeren. Trams waren bepakt en beladen tot er niemand meer bij kon maar het goede humeur van allen, die een kaart hadden weten te veroveren voor het Sta dion, deed alles gelaten en blijmoedig dragen. Voor de Olympische arena. Op het groote Van Tuyllplein was de drukte imponeerender dan ooit. De dappere helpers van hoofdinspecteur Bakkeris ver keerspolitie hebben enkele benauwde uren gehad maar ze hebben hun reputatie, de beste verkeersregel aars van Europa te Zijn, glansrijk gehandhaafd. Te twaalf uur openden zich de poorten van het Stadion: geleidelijk vulden zich de trotsche tribunes de officieele het laatst. Een geanimeerde stemming heerscht dan in het Stadion; allen wachten met intense spanning op de dingen, die komen: de opening der Spelen van de IXe Olym piade, een plechtigheid, die Nederland in de eerete honderd jaar wel niet meer bin nen zijn grenzen zal mogen aanschouwen! Om half twee worden de Stadiondeuren gesloten om buiten de arena vrije gelegen heid te geven voor het opstellen der deel nemers die straks zullen defileeren. Het geroezemoes in het eivolle Stadion wordt sterker. Dan gaat een gemompel over de tribunes: de Prins is in aantocht. Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden. Prins Hendrik komt. Tegen tweëen ongeveer bereikt het gala rijtuig, met vier paarden bespannen, het Stadion. Inzittenden zijn Z. K. H. prins Hendrik, die als vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, de Spelen zal openen en de vice-admiraal Bauduin, adjudant generaal van de Koningin en chef van haar Militair Huis, die bij deze gelegenheid aan den prins is toegevoegd. Het gala-rijtuig werd voorafgegaan door een met 2 paarden bespannen hofrijtuig, waarin de kamerheer-ceremoniemeester der Koningin, baron Van Hardenbroek van Lockhorst. Daarvoor reden de rijtuigen van den hoofdcommissaris der Am9terdamsche po litie, den heer A. J. Marcusse en van den burgemeester van Amsterdam, W. de Vlugt, in ambtscostuum. Achter het gala-rijtuig volgde een hof- rijtuig met de beide adjudanten van den Prins, majoor jhr. Laman Trip en luitenant ter zee le kl. Termijtelen. A Onder gejuich reed de stoet over het Van Tuyllplein en bereikte via de monumen tale middenpoort de ingang der koninklijke loge. Daar wachtten de leden van het In ternationaal Olympisch Comité en van het Nederlandsch Olympisch Comité, die door hun re9p. presidenten, graaf de Baillet Latour en mr. A. baron Schimmelpenninck van der Oye aan prins Hendrik gekleed in admiraals-uniform werden voorge steld, waarna Z. K. H. naar boven geleid werd, naar de met tapijten en planten ver sierde Koninklijke loge. Dan komt een oogenblik dat steeds weer ontroert. Het Wilhelmns schalt Terwijl de koninklijke standaard ge- heschen wordt zet de muziek en het koor der 1200 zangers onder leiding van Fred. J. Roeske ons mooie volkslied in, dat velen, schuchter eerst, krachtig daarna meezingen. In het Stadion heerscht een stemming, als nooit te voren. De spanning is merk baar, voelbaar. Terwijl de muziek nog naklinkt opent zich de Marathonpoort voor de deelnemers aan de Spelen der IXe Olympiade. Het défilé gaat beginnen Défilé der deelnemers. Lang voor dat in het uitverkochte stadion de tienduizenden in gespannen verwachting uitzagen naar de entree der deelnemers, was buiten reeds de lange, zeer lange stoet geformeerd, die thans haar opwachting zal maken aan het publiek. Geruimen tijd reeds zijn de deelnemers present, ze voegen zich rondom den vaandeldrager van hun land en als de honderden athleten, zwem mers, gymnasten enz. enz. allen verzameld zijn, wordt met de opstelling van den stoet begonnen: voorop komt de Grieksche groep als een hulde aan het land van oorsprong der Olympische Spelen en geheel achter aan komt Nederland, dat zich als gastheer geroepen voelt om de bescheiden laatste plaats in te nemen. Tusschen Griekenland en Nederland stellen de andere landen zich op, alphabetisch volgens de Nederlandsche taal en dus niet zooals in St. Moritz bi) de winterspelen, alphabetisch volgens de Fransche taal. Argentinië volgt dus op Griekenland, de voetballers uit het Zuid- Amerikaansche zilverland zijn al lang weot huiswaarts, en tevergeefs kijkt het publiek dus uit naar de bekende gezichten van 'n Monti, 'n Orsi en 'n Evaristo. Australië komt met den zwemkampioen Charlton in de eerste gelederen, daar achter België met eenige ook in ons land bekende fi guren, de Britsch-Indiërs, zonder hockeyers helaas, de kleine Bulgaarsche groep en de vele tientallen sportmenschen uit Canada. Chili en Cuba vormen slechts kleine groepen, Denemarken is heel wat grooter en dan komt het massale Duitsche leger in volle vredes-uitrusting. De vele Duitschers in het Stadion aan schouwen met trots dit prachtige legioen der Duitsche sport, dat 'n uitnemenden in druk maakt.. Het is anders niet gemakkelijk om de deelnemêrs te herkennen in hun uniformen: we zien het typisch hoekige gelaat van den zwemmer Rademacher, dien we niet anders kennen dan met druipnatte haren opduikend uit het zwembassin, nu schuil gaand onder 'n bij hem zeer ongewoon hoofddeksel, Körnig, Houben, Paul us, Hirschfeldt en de andere athleten herkent men gauw genoeg in dit groote leger. Egypte met eenige neger-deelneraers, en Estland volgen. Dan Finland, bijna hon derd man. Overal zoekt men naar Nurmi, den super-athleet, dien men in Nederland nog nimmer heeft gezien, maar die toch al een bekende figuur is geworden van de tallooze foto's en teekeningen. Ja, daar gaat hij, de stugge en in zich zelf gekeerde Paavo, die het heelemaal geen genoegen vindt om mee te marcheeren. Veel liever was hij ergens op zijn eentje aan het trai nen gebleven om zijn ouden vorm weer terug te krijgen. Ritola en PeDtilaa, even eens dragers van een Olympischen eereti- tel, loopen met hem in de Finsche gele deren. Frankrijk brengt heel wat deelne mers in deze &toe«t, maar het wordt over troffen door de vlak daarachter gaande groep van Groot^Brittannië. Engeland, het sportland bij uitnemendheid, stelt er prijs op om bij deze gelegenheid een grootschen indruk te maken e*n daar ia men tenvolle in geslaagd. 'n. Klein groepje voigt: Haïti staat er op het bord, dat voor het vaandel uitgedra gen wordt. Bij Hongarije zien we de scher mers en zwemmers als welbekenden in het internationale sportleven. Ierland brengt geen bekendenslechts eenige ahtleten, zwemmers, wielrenners en boksers verte genwoordigen den Ierschen vrijstaat. Een machtige groep volgt: Italië. Wat 'n ver schil met de vrij kleine Italiaansche ver tegenwoordiging bij vroegere Olympiades maakt dit groote leger sportmenschén uit het Land van Mussolini en hoe correct ziet deze groep van stroohoedendragers (de Ita liaansche industrie) er uit. Hier zien we ook voetballers; de Italianen toch zijn de eenige prijswinnaars van het Olympisch voetbaltournooi, die zich nog in Nederland bevinden, 'ji Geheel andere natie volgt: Japan met meest kleine kwieke kereltjes, die als twee druppels water op elkaar lij ken en eenige even kleine en even kwieke sport vrouwtj ee. We kijken eens op ons horloge: 'n half uur reeds duurt deze ommegang van sport menschen uit alle naties, reeds 2000 zijn er naar schatting aan ons voorbij ge trokken en we zijn volgens het alphabet nog niet eens op de helft. De tweede helft. Letland en Lithauen, de twee staten aan de Oostzee, volgen na elkaar met vlak da ar ach tea- nog eenige kleine groepen: Luxemburg en Malta Uit Mexico zijn »r meerderen, de Indiaansche typen van en kele athleten vallen hier op. Monaco geeft acte de presence, daar achter Noorwegen met 'n groot aantal deel nemers. Uit Nieuw-Zeeland zien we athle ten, zwemmers en 'n enkelen bokser Groo ter is de vertegenwoordiging van Oosten rijk, dat gevolgd wordt door do tien offi cials en zwemmers uit Panama en de niet veel talrijker deelnemer» uit de Philippij- nen. iWeer komt Oost-Europa in zicht: Polen dat aan niet minder dan 13 takken van sport deelneemt en dientengevolge ee* groot aantal vertegenwoordigers stuurt. Portugal en Roemenië gaan ons voorbij Spanje en Rhodesia volgen met 'n aantal ons onbekende gezichten, Nog steeds is er geen einde aan den stoet: we zien de Tsje chen naderen met 'n machtig legioen van sportmenschen, waarbij de athletische figu ren der Sokols de aandacht trekken. Tur kije komt ent dan Uruguay. Eerlijk gezegd, de vertegenwoordiging van Uruguay stelt ons teleur, alleen voor het voetbal-tournooi hebben deze Zuid-Amerikanen ingeschre ven, voor geen enkele andere tak van sport zonden ze vertegenwoordigers en waar de voetballers zelfs al weer lang en breed Montevideo zijn, volgen slechts weinigen de blauw met witte vlag, die men uit het voetbaltournooi zoo wel kent. En dan komt Amerika, het machtig ste sport leger dat ooit in Amsterdam is binnengetrokken. „America for ever". Wanneer de massale intocht der verte genwoordigers van de Vereenigde Staten begint, geraakt het publiek in vervoering, zoo grootsch is het aanschouwen van deze groep, die honderden athleten telt. Bij dit sportlegioen zinkt bijna alles in het niet; fier marcheeren Weismüller en Paddock vooraan, al9 Olympische kampioenen is hun de eer ten deel gevallen den stoet te openen. Aan de Yougoslaven is de taak bedeeld om achter de Amerikaansche groep te kom^n, maar op dit kleine chibje uit het Slavische land volgt weer 'n groote groep Zweden, waarbij we Wide zien, den snel- voetigen schoolmeester, en Arne Borg, die Europa's zwem-eer zal verdedigen tegen Amerika en Australië. De Zwitsers komen, 'n groote groep uit het land der Bergen., volmaakt in orde ge schaard achter hun leider, dan Zuid-Afrika en dan, eindelijk Nederland met niet minder dan 358 deelnemers, waardoor onze groep de grootste van den stoet geworden is. Nederland trekt voorbij. Jhr. mr. Van Doorn vertegenwoordigt het N.O.C. in de Ned groep, Dick J. de Vries en de leider der Hollandsche athleten Jan C. de Vries loopen in den stoet, welks vaandel door den bokser Sam Oly wordt gedragen. Verder zien wij: Rapmund (Nad. Boks Bond), Looman (Ned. Krachtsport Bond), dr. Reys (Kon. Ned. Gymn. Verb.), Tresling en Wagen er (Ned. Hockey Bond), Wilson en Heyboer (Ned. Korfbal Bond), Schutto (Ned. Roeibond), jhr. mr. dr. De Beaufort en mr. Van Heukelom (Kon. Ned. Amateur Scherm bond), Herberts (Ned. Voat- bal Bond), Lucassen en Boele (Kon. Verg. Ned. Watersportvereen.), en Borsten (Ned. Zwembond), de officials, die onze deelnemers en deelneemsters vergezellen. Wie we al brj de Hollandsche groöp zien? Onze roem op sportgebied marcheert achter het vaandel: bjj de schermers zien we majoor A. E. W. de Jong, Kunze en onze vier dames; bö de athleten Broos, Paulen, v. d. Berge, De Boer, Peeters en tallooze anderen; de dames-athleten komen met onze oud-wereldrecordhoudster Gisolf vooraan;dan achter Wynschenk en Jacobs, de tientallen gymnasten; bij de kleine groep boksers Karei Miljon en Van Klaveren; onze beide hcckey-elftallen achter captain De Waal; de twee korfbalploegen, die de demonstatie zullen geven, met aanvoerder Gerding voorop een groot aantal vertegenwoordigers van den Ned. Krachtsport Bond; de roeiers met Günther in de eerste plaats; onze beide voetbalelftallen geheel volledig met ai onze nationale voetbalhelden, zooals v. d. Meulen, Van Heel, Elfring, Weber en Van Kol; bjj da kleine groep wielrenners herkennen we Maas; de vrij talrijke vertegenwoordigers der zwemsport laten onze dames Neer- land's hoop voorop gaanZus Braun, Marie Baron en Willy den Turk, terwijl we verder onze vier vertegenwoordigers voor den modernen vijfkamp, o.a. Pasma, zien. Een uur lang! En daarmee is bet défilé geëindigd: alle deelnemers zgn binnen de stadionmuren en ze groepeeren zich op het groote grasveld, dat thans door 4 h 5000 vertegenwoordi gen der internationale sportwereld vrjjwel geheel gevuld wordt. Een uur lang heeft het défilé geduurd. De vaandeldragers der 45 landen, die aan het défilé hebben deel genomen, stellen zich op voor de eeretribune en de duizenden sportmenschen maken in lange rjjen daarachter front voor de eereloge, waarin zich prins Hendrik en de buitenland- sche vertegenwoordigers bevinden Het défilé is geëindigd, men wacht thans op het volgende deel van deze openings ceremonie. Terwijl gansch de arena gevuld is met den bloem der jongelingschap van heel de werela, verheft zich een figuur, die meer dan alle andere magistraten getoond heeft de zaak der Olympische Spelen een warm hart toe te dragen: het is dr. J. Th. de Visser, oiid-minister van Onderwas, Kun sten en Wetenschappen, eere-lid van het Ned. Olympisch 'Comité, dezelfde, die inden tjjd in de Tweede Kamer zoo krachtig heeft verdedigd het wetsontwerp tot regeerings- steun aan de Olympische Spelen. Dr. De Visser houdt voor den microfoon de volgende in diepe stilte aangehoorde wtjdingsrede, die door middel van luid sprekers in heel het Stadion gevolgd "kan worden: Wijdingswoord yan dr. J. Th. de Visser. Aan het verzoek, dat mij, als eere-lid van het Nederlandsch Olympisch Comité werd gedaan, om de Olympische Spelen met een enkel woord in te leiden, heb ik zonder aar zeling gevolg gegeven. Ik ben er toch als Nederlander eenigszins trots op, dat, toen de poging om van Staats wege belangrijken financieelen steun aan de Olympische Spelen te verschaffen, mislukte, Dr. De Visser. een opvlamming van hef particulier initia tief plaats vond, als zelden, zelfs in ons milddadig volk, is aanschouwd. Het was een genot te lezen van de groote sommen, die in betrekkelijk korten tijd werden samenge bracht en niet minder weldadig deed het aan, dat de hoofdstad, altijd grootsch in het geven, haar machtigen steun tot het wel slagen verzekerde. Allen die alzoo, onder de kranige leiding van het Olympisch Comité, er toe medewerkten om ook ten dezen op zichte de eer van ons land op te houden, zij daarvoor de dank van duizenden en dui zenden landgenooten en ook van zoo vele buitenlanders gebracht. Zij deden een mooie nationale en internationale daad tegelijk. Nu aanvankelijk hebben al deze mede arbeiders voldoening van hun werk. Ik be doel hiermede niet zoozeer, dat ontelbaar velen als door een magneetnaald naar het Stadion worden getrokken, maar dat allerlei standen en rangen en gezindten uit de maatschappij zich hier telkens vereenigen om van de sport te genieten. Het eerst noem ik Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hen drik en onmiddellijk na hem Ministers van de meest verschillende godsdienstige en staatkundige richting, die reeds bij den strijd, die hier in de maand Juni gestreden werd, hun persoonlijke belangstelling toon den. En als wij eens nauwkeurig konden nagaan, wie er alzoo in deze maanden het Stadion hebben bezocht, zouden wij inder daad tot de slotsom komen, dat de Olympi sche Spelen werkelijk populair zijn gewor den, en de ontwerpers en de uitvoerders ruimschoots slof hebben om blijde te zijn, dat zij hun stoere schouders onder dit veelzins mooie werk hebben gezet. Want een mooi werk waren eertijds de Olympische Spelen en is de herhaling daarvan. Pinda rus, die in zijn onsterfelijke Oden eens den roem der overwinnaars in de Grieksche worstelspelen en- wedstrijden zoo heerlijk bezong, zegt van deze laatste, dat zij alle andere overtreffen, gelijk het bronwater alle andere schatten der aarde overtreft. En dien lof verstaan wij, als wij on9 goed indenken, waarom het hierbij eigenlijk ging. Werkelijk niet om stoffelijken rijkdom of winst. De prijs, die den triomfator werd uitgereikt, be stond immer slechts uit 'n vergankelijken bladeren-krans. Ook ging het niet om 't ver krijgen van bijzondere eer-ambten. Hij, die de zege had behaald, trad straks als gewoon burger in het rijk der burgers terug. Neen, het was alleen en uitsluitend te doen om het grijpen naar een ideaal, hetwelk de Griek sche Wereld als een hoogst menschelijk ideaal vereerde, de volkomen harmonie tus schen zijn geestelijke en lidhamelijke ont wikkeling; het bezit van een schoon ge vormd en gespierd lichaam als tempel van een rijk gestoffeerden geest; de eenheid in het individu, het zuivere kenmerk zijner persoonlijkheid. Ter bereiking van dit doel achtte men geen inspanning te groot. Met stoere volharding werden daartoe de edelste krachten in het werk gesteld. Alles wat ver zwakking en verweekeling van het lichaam ten gevolge kon hebben, werd behoedzaam vermeden. Ter wille der goede zaak ont beerde men gaarne wat aantrekkelijk was voor het vleesöh. Zelfs de kleinste onder- deelen van het lichaam werden angstvallig verzorgd. Want men zou strijden voor schoonheid, voor diezelfde schoonheid, die den roem der Grieksche kunst heeft ver eeuwigd. Dit was het verheven, het eenig doel dier fiere strij<fers. O neen, verre van die lieden lag de ge dachte een tegenstander of liever een mede strijder te prikkelen, te vernederen, af te maken. Men zag geen personen; persoonlijke afkeer was dien kampvechters vreemd Daarvoor lag het ideaal te hoog. Op waar dige wijze, naar vaste regels, in vriendschap pelijke samenwerking me-t de mededingers, in strikte gehoorzaamheid aan de leiders, wenschte men den strijd te voeren. De mid delen moesten even schoon zijn als het doel; alle9 moest in harmonie met elkander zijn Zoo is eens de Grieksche Olympiade opge zet; daardoor is zij beroemd geworden, en als de negentiende eeuw het gewaagd heef! haar opnieuw een plaats, en nog wel een internationale plaats, in de huidige samen leving te geven, dan ontzeg ik haar het recht den adel harer geboorte te verlooche nen en herinner ik haar aan haren duren plicht den naam hoog te houden, dien zij draagt. Met opzet teeken ik voor u het eigenlijk ideaal der Olympiade, opdat gij in het licht daarvan en daardoor bezield, straks den strijd zult beginnen. Hoe sterker dit het ge val is, des te meer moreele discipline zal de enkeling over zichzelf oefenen en over het geheel heerschen. Al wordt de spanning dan zelfs zoo groot, dat zij in opwinding dreigt over te gaan, de maat, de zelfbeheersching, die de schoon heid van de sport is genoemd, zal desnet-f temin behouden blijven. In het teeken van onkreukbare eerlijkheid en goede trouw zal dan de kamp staan. De fijnheid van 't spel zal alle grofheden ban nen. Voor de autoriteit van de vaste regels en van hen, die ze met strengheid toepas sen, zal gaarne worden gebogen. En elke strijder zal er van doordrongen zijn, dat den overwinnaar slechts dan persoonlijke en nationale eer ten deel valt, wanneer de zege bevochten werd met een blank wapen m een reine hand. Ook hier moet, gelijk op elk} ander gebied, de schoonheid van het ideaal eerst het binnenste zuiveren, zal er naar buiten een schoone daad kunnen worden volbracht. Vooral bij de Olympische Spelen komt het op de mens sana in corpora sano aan. Toen kardinaal Mercier in 1920 te Ant werpen de Spelen wijdde, sprak hij dit ware woord: „Les exercices du Stade ne sont pas un jeu vaniteux et sterile. lie sont une ecole." En als de rechtzinnige predikant Monod in 1924 te Parijs hetzelfde doet, roept hij den strijders zoo schoon toe: En realité, l'energie animatrice des Jeux Oiympiques etait un ideal de l'honneur et de la beauté, une vision, une ambition, un rève patrioti- que et social une idee. Juist: een idee, een ideaal zelfs van uitbeelding in het lichaam van wat de geest des menschen vermag. En hoe reiner die geest is, des te zuiverder zal ook die uitbeelding zijn. Hier is het punt, waar de religie de sporf raakt. Want hoe meer de geest de9 men schen het hoogste zoekt, des te vuriger zal hij wen9chen zijn lichaam in harmonie te brengen met dit geestesleven. Vlamme dan die diep religieuze passie in uwe zielen hoog op, welke alleen de traditie der Olym pische Spelen hooghouden en haar verhe-. ven ideaal tot verwerkelijking brengen kan! Melodieni intermezzo. Nauwelijks is de onder diepe aandacht aangehoorde indrukwekkende rede van oud- Minisler De Visser beëindigd, of ruim twaalf honderd zangers geven een glorieuso demonstralie van massazang, onder leiding van Fred. Roe9ke, directeur van het bekende Apollo". Onder begeleiding van de Kon. Militaire Kapel en de slafmuziek der Ko ninklijke Marine, aangevoerd door 1ste luite nant Boer, klinkt statig door het Sportpark; „Wilt heden nu treden Voor God den Heere", Het oude Geuzenlied uit Valerius' Ge- denck-clank. Rede Schimmelpenninck «L Oye. Vervolgens stellen de leden van het Inter nationaal Olympisch Comilé en van het Nederl. Olympisch Comilé (Comité 1928) zich in een halven cirkel op véér de Ko ninklijke eeretribune. Mr. A. Baron Schimmelpenninck van der Oye, president van het Nederl. Olympisch Comité, en voorzitter van het organiseerend Comité treedt dan naar voren en houdt voor den microfoon de volgende rede: „Steed9 meer wint de meening veld, dat de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van den mensch gelijken tred behooren te houden, wil een harmonisch geheel verkre gen worden De pogingen, allerwege aangewend, om de lichaams-vaardigheid tot het juiste peil op te voeren, zijn daarvan een gevolg, alsook het streven om in de beoefening der sport orde en regelmaat te brengen. Uiteraard komen uit de algemeene sport beoefening enkelen naar voren, die spe ciaal door de natuur begunstigd, of wel met groole wilskracht bedeeld, met hoofd en schouders boven hunne mede-menschen uitsteken. De wedstrijden, waarbij deze elkander ontmoeten zijn ter verwezenlijking der boven omschreven gedachte van de grootste waarde als een aanschouwelijk bewijs van wat een goede aanleg, juist aangewend, maar vooral wat energie en zelftucht berei ken kunnen. Onder deze wedstrijden nemen de Olympische Spelen een eerste plaats in,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13