S.G.J. DE GROOT LEDERHOLZ-KOFFERS 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Juli 1928 Tweede Blad No. 20960 BINNENLAND. REPARATIE-INRICHTING. HERPLAATSTE MILITAIRE WACHTGELDERS. Het ministerieel antwoord in zake vergoeding van verhuis kosten. Op vragen van het Tweede Kamerlid K. ter Laan 1. Is het den minister bekend, dat tel kens klachten worden vernomen over een schriele toepassing van art. 9 der Wacht geldregeling voor militairen der landmacht beneden den rang van officier? 2. Is de minister niet van oordeel, dat de redactie van bedoeld artikel dusdanig ruim is gesteld, dat elke willekeur in de toepassing mogelijk is? Kan de minister mededeelen, welke regelen in het algemeen worden gevolgd en welk standpunt in het algemeen wordt inge nomen bij de beslissing op aanvragen om toekenning van een bedrag, als in het ar tikel bedoeld en of wordt voldaan aaü de voorwaarde: „indien bij gebreke van die toekenning die arbeid of dat bedrijf door hem redelijkerwijze niet zou zijn te aan vaarden"? 4. Is de minister niet van oordeel, dat een militaire wachtgelder, die vaak geruimen tijd met zijn gezin heeft moeten leven van een inkomen dat 30 tot 40 pCt lager is dan het loon dat hij in actieven dienst genoot, redelijkerwijze bijna nooit in staat kan worden geacht, extra kosten voor ge dwongen verhuizing te maken, vooral wan neer hij door plaatsing in tijdelijke betrek kingen meer dan dan eens wordt herplaatst en telkens moet verhuizen? 5 Wordt bij de beslissing ook rekening gehouden met het feit. dat het herplaatsen van wachtgelders ook in het geldelijk be lang van het Rijk is? 6. Zou de minister willen bevorderen, dat ten aanzien van de toekenning van verhuis kosten aan herplaatste militaire wachtgel ders een mildere houding wordt aangeno men? hebben de ministers van oorlog en van financiën geantwoord: Aangezien volgens art 11 der Wachtgeld, regeling voor militairen der landmacht be neden den rang van officier besluiten be treffende toekennen van wachtgeld, verhuis kosten en dergelijke bij gemeenschappelijke beschikking van den minister van oorlog en dien van financiën moeten worden genomen achten ondergeteekenden het gewenscht. de beantwoording van de door het lid der Tweede Kamer den heer K. ter Laan ge stelde vragen door beide genoemde minis ters te doen geschieden. Ad. lo. De klachten over een schriele toepassing van art. 9 der Wachtgeldregeling voor militairen der landmacht beneden den rang van officier zijn ondergeteekenden be kend. Ad 2o. De ondergeteekenden moeten deze vraag ontkennend beantwoorden. Zij zijn veeleer van meening. dat de redactie, zooals zip Thans luidt, bezwaarlijk anders dan op een uitzonderingsmaatregel kan doelen. Indien bedoeld ware aan de strekking van het betrokken artikel een ruime opvatting te geven, had de redactie anders moeten luiden. Ad 3o. Bij het beslissen op verzoeken om verhuiskosten kan geen algemeenen regel worden gesteld Voor ieder geval dient *een oordeel te worden gevormd of tot het toeken nen van verhuiskosten termen bestaan. Voor de toepassing van art. 9 der Wacht geldregeling wordt, in verband met het strin gente karakter van dat artikel, enkel onder zocht of de aanvaarding der nieuwe betrek king voor den herplaatste boven zijn wacht geld een zoodanig voordeel oplevert, dat aan genomen mag worden, dat ook zonder uit zicht op vergoeding in de verhuiskosten die functie redelijkerwijze kan worden aan vaard. De commissie bedoeld in art. 11 der Wachtgeldregeling, heeft zich, blijkens door haar uitgebrachte adviezen, eveneens met deze zienswijze vereenigd. Ad 4o. Ondergeteekenden zijn van oordeel dat een militaire wachtgelder, die geruimen tijd met zijn gezin heeft moeten leven van een inkomen, dat 30iO pet. lager is dan het loon, dat hij in dienst genoot, inderdaad in het algemeen niet in staat is, extra kos ten voor gedwongen verhuizing te maken, tenzij die verhuizing hem de gelegenheid geeft, zijn traktement belangrijk te doen stijgen, hetgeen bij herplaatsing in een nieu we betrekking steeds en in den regel met hetzelfde percentage, waarmede- zijn oor spronkelijk salaris werd gekort het geval is. Wanneer hij dus gedurende enkele maan den alléén van het laatstelijk vóór den dag der aanvaarding dier betrekking genoten in komen blijft leven, is hij in de gelegenheid een zeker bedrag voor de verhuiskosten te besparen. Bovendien kan den wachtgelder een voorschot worden gegeven, hetwelk ge leidelijk op het hem toekomend wachtgeld in mindering kan worden gebracht De nadeel en in dit opzicht, voor de wacht gelders verbonden aan plaatsing in tijdelijke betrekkingen, worden zooveel mogelijk on dervangen door het aanwijzen- van wacht gelders, die in of nabij de plaats wonen, waar de betrekking moet worden vervuld Ad 5o. Bij de beslissing wordt rekening gehouden met het feit. dat het herplaatsen van wachtgelders ook in het geldelijk be lang van het Rijk is, indien de overplaat sing alléén voor het Rijk voordeel geeft dit doet zich voor, wanneer een wachtgelder die in zijn woonplaats een betrekking ver vult. elders een hooger b zoldigd ambt wordt aangeboden De aanvaarding van dat ambt zal hem geen voordeel opleveren, omdat hij in eerstgenoemde betrekking reeds op zijü oorspronkelijk traktement als militair is te ruggekomen. In dit geval worden verhuiskosten door het Rijk vergoed. Ad 6o Aan het hier gedane verzoek is sedert eenige maanden tegemoet gekomen, doordat aan den in een tijdelijke betrekking buiten zijn woonplaats te werk gestelden wachtgelder worden toegekend de vergoe ding voor verhuiskosten, of wel de reiskos ten voor het dagelijks heen en weer reizen; dit laatste indien dagelijks heen en weer reizen mogelijk is. DE NEDERL. EMAILLE-INDUSTRIE. De Regeering acht bescherming niet noodzakelijk. Op de vragen van den heer Kortenhorst, betreffende bescherming van de Nederland- sche emaille-industrie, heeft minister Slote- maker de Bruine geantwoord, dat hij kennis heeft genomen van het bericht, dat het Engelsche Parlement heeft besloten, het invoerrecht op geëmailleerde ijzeren artike len voor huishoudelijk gebruik met ingang van 13 Juni met een invoerrecht van 25 pCt. ier waarde te belasten. De minister is van oordeel, dat, al moge wellicht eenige invoer naar Engeland mogelijk blijven, deze markt voor de Nederlandsche emaillefabrieken, voor zoo ver zij geslagen emaillewaren voor huis houdelijk gebruik exporteeren, waarschijn lijk ten gevolge van dit Invoerrecht groo- tendeels verloren zal gaan. Hij is niet in 9taat, thans reeds te over zien. in welke mate inkrimping van werk gelegenheid hiervan het gevolg zal moeten zijn. al is hij overtuigd, dat voor zoodanige inkrimping te recht gevreesd kan worden. Zelfs het geheele verlies van één enkele markt behoeft, naar de meening van den minister, nog niet tot maatregelen van bescherming te noodzaken, omdat dikwerf gebleken is. dat de nadeelige gevolgen uit eigen kracht kunnen worden afgewend Hij is rekening houdende met de zwaren, die aan een algemeen* bevoegdheid, als in deze RECLAME. Noordeinde 11 - Leiden - TeL 706 worden heden goedkoop aangeboden. 3260 vraag bedoeld, verbonden zijn. van oordeel, dat voor een geval als het onderhavige het niet noodzakelijk is, dat de Regeering over de bevoegdheid beschikte, om door bescher ming van eigen markt het eventueele ver lies eener markt te comjjenseeren. De minister ie vooralsnog niet ovortuigd, dat hel noodzakelijk en gewenscht zal zijn, de emaille-industrie in deze moeilijkheid door maatregelen van Regeeringswega ter hulp te komen. RECHTS HOUDEN. Ook dooi het vee. De heer van der Vegte, Minister van Waterstaat heeft op de vragen van den heer van den Heuvel betreffende wijziging van art. 3 van het Motor- en Rijwielreglement waarvan de bepalingen ter zake van uit wijken. rechtsbouden. enz. thans toepasse lijk zijn ten aanzien van kudden vee, bij het gaan van en naar den stal, o.m. nog het volgende geantwoord: Voor zoover bij de in het Oosten des lands beslaandp gewoonte om het vee 's avonds naar de 9tallen te drijven, zonder dat een voldoend aantal geleiders aanwezig is. na- leving van de voorschriften van ert S van AKlO.Vs DOLFIJN REDIVIVUS, zij hel in de meer moderne gedaante van een rubber-zwemgordel. Dolfijn blijft hij niet temin voor zijn jeugdige eigenaresse als hulp bij haar primitieve zwempogingen. HET NIEUWE VEILINGGEBOUW VOOR BLOEMBOLLEN TE BOVENKARS- PEL, dat Woensdag j.l. officieel geopend en in gebruik genomen werd. HET CORPS P- NIERS hield proeven met het vervoeren van zwaar vestinggeachut over onze groote rivieren door middel van gewone 6loepen tot vlotten geïmprovi seerd, die werden voortbewogen door een klein buitenboord motortje. Links: NEGER-CULTUS IN DE YILLE LUMIèRE. Op de Butle Montmartre hebben de negerlievende Parijzenaars 'n buste geplaatst ter eere van het jazz-ras. De plechtigheid werd o.a. door de „Koningin van Parijs" bijgewoond. DE SCHIPBREUK DHR „ANGAMOS". De plaats, waar de Chileensche stoomboot „Au- gamos" met 300 opvarenden onderging, namelijk op de Chileensche rotskust bij Arauco. DE TURKSCHE MUSSOLINI GAAT TROU WEN, en wel mei Prinses Kubra, een naaste bloedverwante van den Koning van Afghanistan Boven: Mu9tafa Kemal Pasja; onder: prinses Kubra.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5