EEREPROMOTIES VAN PROF. H. A. DESLANDRES (Parijs) EN PROF. F. KÜSTNER (Bonn) AAN DE LEIDSCHE H00GESCH00L 69*» JAARGANG DINSDAG 10 JULI 1928 No. 20957 STADSNIEUWS. Een indrukwekkende plechtigheid. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cis. per regel voor adverlenliün uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiên 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT». Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week' /0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. HET INT. ASTRONOMISCH CONGRES. Waarnemingen van de zoneclips in Lapland. Gistermiddag heeft prof. Th.Banachiewicz van de sterrewacht van Krakau. die de lei der is geweest van de Pool9che zon-eclips- expeditie van 1927 in Lapland, zooals wij reeds meldden, in het Trianon-Theater een film vertoond van deze waarnemingen. In een daarbij gegeven inleiding wees spr. er op. dat de waarde van de film zoozeer niet gelegen was in de beelden zelf als wel in het feit, dat door deze film op een nieuwe wijze de waarnemingen geregistreerd zijn. A^roeger werden dergelijke waarnemingen, hetzij met het oog of met een chronomeier verricht. Door deze film zijn de conlactbe- palingen van de zon en de maan tijdens de eclips uiterst nauwkeurig opgenomen, het geen de betreffende becijferingen nader heb ben aangetoond. Voor de waarnemingen zijn drie stations in de tolaliteitszóne opgericht en wel één in het midden en twee aan de grenzen der totaliteitszóne. Een en ander werd door de film verduidelijkt. Ontvangst van de congressisten door de regeerinp. De deelnemers aan het congres van de Internationale Astronomische Unie zijn gisteravond met hun dames namens de Ned. Regeering door den minister van Onderwijs. K. en W. in de Ridderzaal te Den Haag ont vangen. Tot de genoodigden behoorden een groot aantal leden van het corps diploma tique, de president-curator der Leidsche Universiteit ,jhr. mr de Gijselaar. de kanse- lic-T van de Nederlandsche orden, vice- admiraal v. d. Bosch; onze burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuvzen en gem. secretaris mr. dr. G. E. van Strijen (burge meester Patijn van den Haag was verhin derd); de heer P. Visser, chef der afd. K. en W. van het dept. van Onderwijs en verschil lende hoogleeraren. De1 minister van Onderwijs, mr. Waszink, constateerde in zijn toespraak tot de zeer talrijke gasten, dat het programma van het congres wel getuigt van een vereenigen van het nuttige met het aangename; non semper tendit arcum Apollo. Dezen avond zijt gij na de drukke sectievergaderingen en de ver moeiende bezoeken van bezienswaardig heden hier gekomen om uit te rusten. In- tusschen hebt gij voor zoover gij voor de eerste maal dit land bezocht, kunnen con stateren. dat Holland niet slechts een land van kanalen en molens is en ik hoop. dat gij allen er een prettige indruk van zult be waren. Het was spr. aangenaam thans in deze historische zaal den gasten het welkom te mogen toeroepen. Prof. De Sitter, voorzitter van de I. A U.. dankte den minister voor ziin hartelijke woorden en uitte de hoop. dat. waar het congres thans tot de tweede helft van ziin program is genaderd, ook de thans komende dagen evengoed mogen blijken als de reeds gepasseerdere. Terwijl daarna een strijkje zich deed hoo- ren. was er gelegenheid aan de buffetten om zich van ververschingen te voorzien. VIERING KONINGINNED/ Het welslagen van de 31 Augustusviering schijnt langzamerhand wel verzekerd tc-< worden, gezien de resultaten der verzonden circulaires. Nu de eerste flinke stoot ge geven is. verwacht het comité, dat zij die per abuis vergaten hun antwoord in te1 zen den dit zeker een dezer dagen zullen doen. Voor hen die geen circulaire ontvangen Dochten hebben., zn medegedeeld, dat de penningmeester de heer P. J. Jansen. Aal markt 3. Postrekening No. 65548 nog altijd bereid is bijdragen in ontvangst te nemen. Het comité zag gaarne dat op zijn verga- van a.s. Vrijdag de penningmeester kon mededeelen het geraamde bedrag is binnen. De alhier tot semi-arts bevorderde stu dent J. A. Bijleveld is bestemd tot reserve officier van' gezondheid bij den geneeskun digen dienst van het leger hier te lande. Eerste luitenant J. van Waning van het 6e reg. vedlartilerie wordt van 2328 dezer gedetacheerd in de legerplaats Olde- broek tot het volgen van een schietcursus. Voor het examen L. O. is nog geslaagd van de Gem. Kweekschool voor Onder wijzeressen) alhier de heer A. D Rovers, van Hillegom. De examens zijn hiermede geëindigd. Alle candidaten zijn geslaagd. Voor het handwerk-examen slaagden de dames- L Prevo, P. J. Verberg en W. Wa- rings. Leiden en G M. Saraber. M. H. Singeling en M. A W. van Sermondt, Oegslgeest. Alle candidaten zijn geslaagd. De Wethouder van Financiën, de heer T. S. Goslinga, is verhinderd morgen (Woensdag) spreekuur te houden. Om drie uur hedenmiddag heeft in het Groot Auditorium van onze Alma Mater in een plechtige buitengewone bijeenkomst van den Academischen Senaat die door zeer vele genoodigden, o.a. door talrijke congres sisten, werd bijgewoond, plaats gehad. De zaal was reeds geruimen tijd voordat Curatoren en senaat, en de buitenlandsche hoogleeraren prof. Derlandres en prof. Guthnick (als vertegenwoordiger van prof. Küstner, die ziek is) voorafgegaan door de heide Pedellen, naar hun zetels schreden, tot de laatste plaats gevuld met vele voor name persoonlijkheden uit de geleerde we reld en uit diplomatieke en overheids kringen. Onder hen werden opgemerkt de gezan ten van Frankrijk en Duitschland, H. Excel lenties De Marcitty en Graaf Van Zech. Toen allen gezeten waren, nam de Rector- Magnificus van den Academischen Senaat, prof. dr. A. J. Wensinkck, zijn plaats in achter den katheder en sprak als volgt: Ik open deze plechtige buitengewone bij eenkomst van den Senaat, die helaas ook ditmaal met rouw omfloerst is. Ik heet namens den Senaat van harte welkom u, Heeren curatoren dezer Universiteit, U, Excellenties. Mon sieur de Marcilly en graaf Von Zech. Ge nanten van de Fransche republiek en van het Duitsclle rijk. U dames en heeren leden van de International Astronomical Union en verder u allen, die aan de door den Senaat tot u gerichte uitnoodiging tot het bijwonen van dtze plechtigheid wel hebt willen gevolg geven. Jk veroorloof mij U in herinnering te brengen, dat de Senaat in zijn vergadering van 10 Mei jl., op voordracht van de facul teit der wis- en natuurkunde, besloten heeft het doctoraat honoris causa te verleenen aan professor Deslandres, directeur van de stcr- rewachten te Parijs en te Meudon. en aan professor Küstner, oud-hoogleeraar aan de universiteit van Bonn en oud-directeur van de sterrewacht te Bonn. wegens beider uit nemende verdiensten voor de astronomie. Het ligt builen mijn bevoegdheid over dit laatste punt uit te weiden. Naar ik ver trouw zal de promotor gelegenheid vinden, voor zoover dit tegenover zoovele bevoegden noodig is, deze vergadering duidelijk te maken, welke deze verdiensten zijn. wat de sterrekunde aan hun initiatief, hun leiding en stuwende kracht te danken heeft. Maar wet ligt het op mijn weg in deze bij eenkomst er aan te herinneren, dat de Senaat slechts hoogst zelden van de hem door de wel verleende bevoegdheid lot het toekennen van het doctoraat honoris causa, gebruik maakt Het is bekend, dat de opvattingen te dien aanzien in verschillende landen niet gelijk zijn. De Senaat der Leidsche universiteit heeft steeds daaraan vastgehouden, dat de door zijne autoriteit gedekte doctorsbul slechts mag worden uitgereikt op grond van hnoge verdienste voor den tak van weten schap waarin het doctoraat wordt verleend. Zijn rede daarop in de Fransche taal ver volgende. sprak professor Wensinck zich daarop richtende tot prof. Deslandres: Wij zijn verheugd, dat gij onze uitnoodi ging, om hier te komen hebt willen aan nemen, ten einde óns de gelegenheid te ver schaffen u persoonlijk met de waardigheid, die u tot een der onzen maakt te kunnen bekleeden. Wij zijn er fier op en wij hopen van harte, dat de persoonlijke en wetenschappelijke banden, die in deze plech tige oogenblikken zijn gesmeed, dermate hecht zullen zijn, dat ze voordeclig mogen zijn zoowel voor u als voor ons. Veroorloof mij, zeer geëerde professor, pan deze weinige woorden toe te voegen, den wensch, dat het.U gegeven moge zijn nog ge durende een lange reeks van jaren de weten schap uw belangrijke diensten te bewijzen. Zich vervolgens tot prof. dr. P. Guthnick, den vertegenwoordiger van prof. dr. Küstner wendend, sprak prof. Wensinck in het Duitsch: Hoezeer het ons ook spijt dat professor Küstner in verband met zijn gezondheidstoe stand geen gehoor heeft kunnen geven aan onze uitnoodiging om hier tegenwoordig te zijn, zoozeer verheugd het ons professor Guthnick, dat gij u bereid verklaardet na mens hem de doctorsbul in ontvangst te nemen. Wij verzoeken u, hooggeachte professor Guthnick, professor Küstner behalve die bul, de gevoelens van onze hoogachting en bewondering evenals onze beste wenschen voor r:jn welzijn over te willen brengen. Ei. een slotte eindigde prof. Wensinck in het Nederlandsch: Hiermede geef ik het woord aan den pro motor, den hoogleeraar de Sitter, die ge machtigd is de heeren Deslandres en Küstner met de waardigheid van doctor in de wis- en natuurkunde te bekleeden. Prof dr. W. de Sitter, hoogleeraar in de Sterrekunde, directeur van de Leidsche Sterrewacht en voorzitter van de Interna tional Astronomical Union begon hierop met de voorlezing van de volgende Latijnsche promotie-formule: Lubenter in me recipio provinciam, quam mihi dedit Rector Magnificus, ut in vos, viros amplissimos, sum mós in philosophia naturali honores honoris causa conferam. Accipite igitur quod vobis pro insignibus meritis vestris justum praemium debetur: Quod bonum, felix fauslumque sit. Pro potestate Lege nobis concessa; ex auctoritale Rectoris Magnifici, amplissimique Senatus Academici con sensu et nobilissimae. Facultatis philosophiae natnralis decreto: ego te Henri Alexandre Deslandres, simul tecum Friedrich Küstner, quem abesse vehementer dolemus. philosophiae naturalis Doctores honoris causa dico, creo, renuncio, tribuoque Vobis quicquid juris atque honoris vel hic vel alib. locorum, sive lege, sive longa con- suetudine, rite creatis philosophiae natura lis Doctoribus haberi concedique solet. Na het uitspreken van deze Latijnsche formule richtte professor De Sitter zich in de Fransche taal tot prof. Deslandres uit Parijs en zeide: Toespraak tol prof. Deslandres. Naast de evr u mei den eeregraad te be kleeden, rust op mij de plicht de over wegingen uiteen te zetten welke den Senaat hebben geleid u het eeredoctoraat te' ver leenen. Een aangename plicht, die ook niet moeilijk is. omdat de wetenschappelijke ver diensten van prof. Deslandres over de ge- heele wereld bekend zijn. In 1891 werd prof. Deslandres benoemd tot astronoom aan het Observatorium te Parijs en de directeur, de Admiraal Mouchez vertrouwde hem de organisatie van het spec troscopische werk toe. Hetzelfde jaar 1891 kenmerkt, volgens Sir Noman Newton, het begin van een nieuw tijdperk in de zonnephisica. De twee gebeurtenissen zijn niet zonder verband. De keus van Admiraal Mouchez was wel gegrond. De heer Deslandres was in dien tijd reeds een beroemd beoefenaar van de spectroscopie. Hij had reeds ontdekt de drie wellen die zijn naam dragen en die orde hebben geschapen waar een chaos heerschle in het moeilijke gebied van de spectrale banden. In eenige mot korte tusschen- poozen gepubliceerde mémoires had hij ge durende de vijf voorafgaande jaren de re sultaten van zijn studie over de stikstof- en koolstof-banden neergelegd, evenals die van hpt cyaan en van koolstofverbindingen. Hij had aangetoond dat iedere verbinding bestaat uit een menigte lijnen en dat men de frequenties van die lijnen kan voorstel len door een uiterst eenvoudige algebraïsche formule. Dezelfde formule, wat meer in het algemeen genomen, voldoet voor al de regels van alle banden van een zelfde Spectrum. Ik kan niet bij al dit eerste werk van prof. Deslandres, werk dat de hechte basis heeft gelegd voor de theoreti sche ontwikkelingen die veel later zijn ge komen, stilstaan. Toen prot. Deslandres naar het observa- toire te Parijs werd geroepen, waren de practische en theoretische spectroscopische onderzoekingen onvermijdelijk naar het tweede plan verbannen en zijn geheele ener gie was geconcentreerd op de toepassing van de spectroscopie bij de astronomie. Waarom spreken wij van een nieuw tijd perk sindsdien? Omdat toen de mogelijkheid werd gescha pen om de zon en de maan monochroma- tisch te observeeren. Het principe van die waarneming is eenvoudig. In het spectrum gevormd door een spleet en twee of drie prisma's is een zeer nauwe band van eenige honderdsten van een Angstrom geïsoleerd door een tweede spleet. Terwijl het beeld van de zon zich verplaatst op de eerste spleet, stelt de gevoelige plaat zich tegenover de tweede spleet, zoodat de plaat het licht ontvangt van de golflengte geko zen uit de achtereenvolgende deelen van de zonneschijf. De moeilijkheden om dit een voudige principe te realiseeren waren ge weldig. Het is noodzakelijk, dat de twee bewe gingen van het zonnebeeld en van de plaat volkomen gelijkvormig en geheel synchro nisch zijn, het is noodzakelijk alle be komend licht afzijdig te houden, en dan komen daarbq ontelbaar vele andere détails, waarop ik zelfs niet kan wijzen. De groote wetenschappelijke ontdekkingen komen niet allen geheel volmaakt, zooals Athene uit Zeus' hoofd te voorschijn kwam. Zjj be ginnen met een gelukkigen inval, geniaal misschien, maar eer zij groeien en zich ontwikkelen, moeten de omstandigheden gunstig zijn en de tijd rijp om ze te bevatten. Daarom ziet men zoo dikwijls, dat, als de tijd rijp is voor bepaalde ontdekkingen, deze gelijktijdig door twee of drie personen wor den gedaan. Dat is ook het geval geweest met de spectroheliographie. die door Hale en Deslandres terzelfdertijd en onafhankelijk van elkander ontdekt is. Het nieuwe instrument heeft dadelijk een rijke oogst van uitkomsten tengevolge gehad. Ik kan daarvan slechts enkele noemen. Een van de eerste was de ontleding van de lijn K. van het zonnespectrum en zijn componenten K1.K2.K3, waarvan Deslandres de oorsprong kon localiseeren in de diepte- lagen van de atmosfeer van de zon. Deslandres heeft ook de ontdekking ge daan van filamenten, merkwaardige vor men die er uit zien als barsten in de zon, stippellijnen en chromospherisch netwerk dat zich uitstrekt op de zonneschijf. Gedurende de eerste twintig jaar na de constructie van de spectroheliograaf, kwam er schier geen einde aan de waarnemingen die er met dit instrument aan de sterrewacht te Meudon, waar Deslandres weldra tot astronoom was benoemd en waarvan hij later directeur werd, evenals aan de waar nemingen van de sterrewacht te Mount Wil son in de V. S. Daarna brak vijftien jaar geleden het tijdperk aan, waarin de vooruitgang van de wetenschap grootere instrumenten eischte. Te Mount Wilson construeerde men steeds krachtiger spectroheliografen, maar voor de sterrewacht te Meudon vormden deze laatste 15 jaren een periode van finan- cieele moeilijkheden, die de verbetering van de instrumenten niet toelaatbaar maak te. Misschien is dit de reden waarom een ander instrument, door Deslandres gelijk tijdig met de spectroheliograaf ontworpen, nog niet de algemeene toepassing heeft ge vonden, die het verdient. Ik doel hier op de ,,spectroenregistreur des vitosses", die greedere banden in het spectrum snijdt en die een synchronische beweging vraagt, af gebroken van het zonnebeeld en van de gevoelige plaat. De photo's met dit instru ment gemaakt toonen ons de radiale snel heden op de geheele' zonneschijf. Het in strument is wellicht ook moeilijker en om zichtiger te behandelen dan de spectrohe liograaf. Ofschoon Deslandres er reeds vele merkwaardige en uiterst belangwekkende waarnemingen mede heeft gedaan, wil het mij toch voorkomen, dat men over het alge meen niet het voordeel genoten heeft, dat dit instrument zou kunnen bieden. Ik moet mij thans beperken. Ik heb niet kunnen gewagen van de technische details, van groote beteek en: 8* zooals de substitu tie van waterstof door het ijzer voor het spectrum, de automatische controle van de temperatuur in de spectograaf, die Des landres voor het eerst verwezenlijkte, en nog van zooveel meer. Ik ben ook zwijgende voorbij gegaan zijn prachtige onderzoekingen op de kometen, naar de radiale snelheden van de sterren, naar de rotatie van de zon, de assymétri- srche verdeeling van de zonnefakkel en de protuberans bij onafgegroken spectrum. Al het werk van professor Deslandres wordt gekaraktiseerd door de combinatie van de uiterste gestrengheid en de meest denkbare stiptheid bij alle bij alle kleinig heden. evenals den weiverzorgden vorm die aan de gepubliceerde resultaten van zijn waarnemingen een bijzondere charme verleenen. Het is werk van de beste kwaliteit en de hoogeschool van Leiden die den geeste lijken vader van al dien arbeid met de hoogste waardigheid waarover zij be schikt bekleedt, wenscht zich geluk om dat zij daardoor eenigszins deelt in de glorie die dit werk omstraalt. Terstond na de Fransche toespraak *ot prof. Deslandres, sprak prof. De Sitter, zich van de Duilsche taal bedienende verder: Toespraak tot prof. Küstner. Gelijk met de eer professor Küstner met de waardigheid van eere-doctor te beklee den, wordt mij tot taak gesteld de gron den uiteen te zetten waarop de Senaat be sloten heeft hem deze te verleenen. De we tenschappelijke verdiensten van Küstner liggen voor een deel op het gebied der fun- damenteele astronomie, en hij beheerscht die zooals nauwelijks iemand anders. De wetenschap dankt hem veel en velerlei, zoodat ik slechts een paar van de meest op den voorgrond tredende onderzoekingen BINNENLAND. Eerepromoties van twee bnitenlandsche sterrekondigen aan de Leidsche Universiteit. (Stads nieuws, le Blad). De kwestie van de benoeming van den Commissaris van Politie in den Leidschen Gemeenteraad. (Gemeenteraad van Leiden, 3e Blad). Te Amsterdam is een borstbeeld van mr. Smeenge onthuld. (Binnenland, 2e Blad). De ziektegevallen aan boord van de „Insn- linde". (Gemengd, 2e Blad). Te Den Haag is een jongen door een anto doodgedrukt. (Gemengd, 2e Blad). De Nederlandsche inschrijvingen voor de Olympische atletiekwedstrijden voor dames (Sport, le Blad). BUITENLAND. Polen en Lithauen nog altijd even weinig ver. (Tel., le Blad). Pessimisme ten aanzien van de redding der „Italia"-expeditie. (Buitenland, 2e Blad en Tel., le Blad). Waarom in Italië ministerwisseling plaats had. (Buitenland, le Blad). De positie der buitenlanders in China. (Buitenland, le Blad). uitkiezen kan om daarmede den aard van zijn werk en den onverdeelden geest waar van zijn geheel wetenschappelijk werken doortrokken is, aan te toonen. Als een zeer jong astronoom nog kwam Küstner te Berlijn, en werd door den toen- maligen directeur van de Sterrewacht. För- sler, belast met het onderzoek van een nieuw instrument voor Universaal-transiet. Het is karakteristiek voor Küstner, dat hij voor dit onderzoek van het instrument zich tot taak stelde ermede de fundamenteele konslanten der astronomie, de aberratie- konstant te bepalen. In den beginne nam hij waar naar het klassieke voorbeeld in de eerste verticaal, maar weldra ging hij over tot de nieuwere Talcott-methode, die een veel volleliger onafhankelijkheid van per soonlijke en instrumentale fouten leverde. Dit werk word onderbroken door zijn deel name aan de Venus-expeditie van 1882 en zijn benoeming na zijn terugkeer tot assistent bij de Sterrewacht te Hamburg. In 1884 echter keerde Küstner naar Berlijn terug en terwijl de meridiaan-kijker voor eenige maanden in reparatie was, nam hij zijn oude werk weer op. Deze waarnemingen hebben, naar men weet tot de ontdekking der Breedtevariaties geleid. Het klinkt zeer eenvoudig. Wie even wel weet hoevele en velerlei fouten zulk een waarnemingsreeks heeft, die weet ook hoeveel moed en zelfvertrouwen en voor een jongen man noodig is, om uit een kleine tegenstrijdigheid bij de waarneming van een paar tienden van een op de seconde van een eerder geheel onbekend natuurverschijnsel te stuiten. Er zijn voorbeelden te over van ver meende ontdekkingen, die zelfs uit veel grootere waarnemingstegenstrijdigheden ge stuit waren, doch later slechts waarnemings fouten bleken te zijn. Küstner wist echter nauwkeurig in hoeverre hij zijn waarne mingen vertrouwen kon, en zijn conclusies waren zoo overtuigend, dat ze voetstoots door de geheele geleerde wereld werden aan genomen. zoo onverwachts en onwaarschijn lijk als ze geleken. Na deze korte waarnemingenreeks, die lot zulke groote resultaten had geleid, moest Küstner zich weer met de eenvoudige en be scheiden waarnemingen van den Meridiaan- cirkel bezighouden. De meridiaancirkel is het instrument dat zich het meest van alle astro nomische instrumenten, lot routine-werk leent. Hoezeer echter ook hierbij de geboren waarnemingskunstenaar, die Küstner was, andere waarnemers overtrof, leert het pro gramma, waaraan 23 Sterrewachten deel namen (de waarneming van vergelijkende sterren voor Iris, Victoria en Sappho van 188389), Küstners waarnemingen, die precies gelijk stonden wat de juistheid be trof met het gemiddelde van vier andere waarnemers Na zijn overplaatsing naar Bonn was Küstners eerste daad. de samenstelling van, een catalogus van 10663 sterren. Uit de com binatie van oneindige oplettendheid gepaard

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1