EEREPROMOTIES VAN PROF. H. A. DESLANDRES (Parijs) EN
PROF. F. KÜSTNER (Bonn) AAN DE LEIDSCHE H00GESCH00L
69*» JAARGANG
DINSDAG 10 JULI 1928
No. 20957
STADSNIEUWS.
Een indrukwekkende plechtigheid.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cis. per regel voor adverlenliün uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentiên 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT».
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week' /0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
HET INT. ASTRONOMISCH CONGRES.
Waarnemingen van de zoneclips
in Lapland.
Gistermiddag heeft prof. Th.Banachiewicz
van de sterrewacht van Krakau. die de lei
der is geweest van de Pool9che zon-eclips-
expeditie van 1927 in Lapland, zooals wij
reeds meldden, in het Trianon-Theater een
film vertoond van deze waarnemingen. In
een daarbij gegeven inleiding wees spr. er
op. dat de waarde van de film zoozeer niet
gelegen was in de beelden zelf als wel in
het feit, dat door deze film op een nieuwe
wijze de waarnemingen geregistreerd zijn.
A^roeger werden dergelijke waarnemingen,
hetzij met het oog of met een chronomeier
verricht. Door deze film zijn de conlactbe-
palingen van de zon en de maan tijdens de
eclips uiterst nauwkeurig opgenomen, het
geen de betreffende becijferingen nader heb
ben aangetoond. Voor de waarnemingen zijn
drie stations in de tolaliteitszóne opgericht
en wel één in het midden en twee aan de
grenzen der totaliteitszóne. Een en ander
werd door de film verduidelijkt.
Ontvangst van de congressisten
door de regeerinp.
De deelnemers aan het congres van de
Internationale Astronomische Unie zijn
gisteravond met hun dames namens de Ned.
Regeering door den minister van Onderwijs.
K. en W. in de Ridderzaal te Den Haag ont
vangen. Tot de genoodigden behoorden een
groot aantal leden van het corps diploma
tique, de president-curator der Leidsche
Universiteit ,jhr. mr de Gijselaar. de kanse-
lic-T van de Nederlandsche orden, vice-
admiraal v. d. Bosch; onze burgemeester,
mr. A. van de Sande Bakhuvzen en gem.
secretaris mr. dr. G. E. van Strijen (burge
meester Patijn van den Haag was verhin
derd); de heer P. Visser, chef der afd. K. en
W. van het dept. van Onderwijs en verschil
lende hoogleeraren.
De1 minister van Onderwijs, mr. Waszink,
constateerde in zijn toespraak tot de zeer
talrijke gasten, dat het programma van het
congres wel getuigt van een vereenigen van
het nuttige met het aangename; non semper
tendit arcum Apollo. Dezen avond zijt gij
na de drukke sectievergaderingen en de ver
moeiende bezoeken van bezienswaardig
heden hier gekomen om uit te rusten. In-
tusschen hebt gij voor zoover gij voor de
eerste maal dit land bezocht, kunnen con
stateren. dat Holland niet slechts een land
van kanalen en molens is en ik hoop. dat
gij allen er een prettige indruk van zult be
waren. Het was spr. aangenaam thans in
deze historische zaal den gasten het welkom
te mogen toeroepen.
Prof. De Sitter, voorzitter van de I. A U..
dankte den minister voor ziin hartelijke
woorden en uitte de hoop. dat. waar het
congres thans tot de tweede helft van ziin
program is genaderd, ook de thans komende
dagen evengoed mogen blijken als de reeds
gepasseerdere.
Terwijl daarna een strijkje zich deed hoo-
ren. was er gelegenheid aan de buffetten om
zich van ververschingen te voorzien.
VIERING KONINGINNED/
Het welslagen van de 31 Augustusviering
schijnt langzamerhand wel verzekerd tc-<
worden, gezien de resultaten der verzonden
circulaires. Nu de eerste flinke stoot ge
geven is. verwacht het comité, dat zij die
per abuis vergaten hun antwoord in te1 zen
den dit zeker een dezer dagen zullen doen.
Voor hen die geen circulaire ontvangen
Dochten hebben., zn medegedeeld, dat de
penningmeester de heer P. J. Jansen. Aal
markt 3. Postrekening No. 65548 nog altijd
bereid is bijdragen in ontvangst te nemen.
Het comité zag gaarne dat op zijn verga-
van a.s. Vrijdag de penningmeester kon
mededeelen het geraamde bedrag is binnen.
De alhier tot semi-arts bevorderde stu
dent J. A. Bijleveld is bestemd tot reserve
officier van' gezondheid bij den geneeskun
digen dienst van het leger hier te lande.
Eerste luitenant J. van Waning van
het 6e reg. vedlartilerie wordt van 2328
dezer gedetacheerd in de legerplaats Olde-
broek tot het volgen van een schietcursus.
Voor het examen L. O. is nog geslaagd
van de Gem. Kweekschool voor Onder
wijzeressen) alhier de heer A. D Rovers,
van Hillegom. De examens zijn hiermede
geëindigd. Alle candidaten zijn geslaagd.
Voor het handwerk-examen slaagden de
dames- L Prevo, P. J. Verberg en W. Wa-
rings. Leiden en G M. Saraber. M. H.
Singeling en M. A W. van Sermondt,
Oegslgeest. Alle candidaten zijn geslaagd.
De Wethouder van Financiën, de heer
T. S. Goslinga, is verhinderd morgen
(Woensdag) spreekuur te houden.
Om drie uur hedenmiddag heeft in het
Groot Auditorium van onze Alma Mater in
een plechtige buitengewone bijeenkomst
van den Academischen Senaat die door zeer
vele genoodigden, o.a. door talrijke congres
sisten, werd bijgewoond, plaats gehad.
De zaal was reeds geruimen tijd voordat
Curatoren en senaat, en de buitenlandsche
hoogleeraren prof. Derlandres en prof.
Guthnick (als vertegenwoordiger van prof.
Küstner, die ziek is) voorafgegaan door de
heide Pedellen, naar hun zetels schreden,
tot de laatste plaats gevuld met vele voor
name persoonlijkheden uit de geleerde we
reld en uit diplomatieke en overheids
kringen.
Onder hen werden opgemerkt de gezan
ten van Frankrijk en Duitschland, H. Excel
lenties De Marcitty en Graaf Van Zech.
Toen allen gezeten waren, nam de Rector-
Magnificus van den Academischen Senaat,
prof. dr. A. J. Wensinkck, zijn plaats in
achter den katheder en sprak als volgt:
Ik open deze plechtige buitengewone bij
eenkomst van den Senaat, die helaas ook
ditmaal met rouw omfloerst is.
Ik heet namens den Senaat van harte
welkom u, Heeren curatoren dezer
Universiteit, U, Excellenties. Mon
sieur de Marcilly en graaf Von Zech. Ge
nanten van de Fransche republiek en van
het Duitsclle rijk. U dames en heeren leden
van de International Astronomical Union en
verder u allen, die aan de door den Senaat
tot u gerichte uitnoodiging tot het bijwonen
van dtze plechtigheid wel hebt willen gevolg
geven.
Jk veroorloof mij U in herinnering te
brengen, dat de Senaat in zijn vergadering
van 10 Mei jl., op voordracht van de facul
teit der wis- en natuurkunde, besloten heeft
het doctoraat honoris causa te verleenen aan
professor Deslandres, directeur van de stcr-
rewachten te Parijs en te Meudon. en aan
professor Küstner, oud-hoogleeraar aan de
universiteit van Bonn en oud-directeur van
de sterrewacht te Bonn. wegens beider uit
nemende verdiensten voor de astronomie.
Het ligt builen mijn bevoegdheid over dit
laatste punt uit te weiden. Naar ik ver
trouw zal de promotor gelegenheid vinden,
voor zoover dit tegenover zoovele bevoegden
noodig is, deze vergadering duidelijk te
maken, welke deze verdiensten zijn. wat de
sterrekunde aan hun initiatief, hun leiding
en stuwende kracht te danken heeft.
Maar wet ligt het op mijn weg in deze bij
eenkomst er aan te herinneren, dat de
Senaat slechts hoogst zelden van de hem
door de wel verleende bevoegdheid lot het
toekennen van het doctoraat honoris causa,
gebruik maakt
Het is bekend, dat de opvattingen te dien
aanzien in verschillende landen niet gelijk
zijn. De Senaat der Leidsche universiteit
heeft steeds daaraan vastgehouden, dat de
door zijne autoriteit gedekte doctorsbul
slechts mag worden uitgereikt op grond van
hnoge verdienste voor den tak van weten
schap waarin het doctoraat wordt verleend.
Zijn rede daarop in de Fransche taal ver
volgende. sprak professor Wensinck zich
daarop richtende tot prof. Deslandres:
Wij zijn verheugd, dat gij onze uitnoodi
ging, om hier te komen hebt willen aan
nemen, ten einde óns de gelegenheid te ver
schaffen u persoonlijk met de waardigheid,
die u tot een der onzen maakt te kunnen
bekleeden. Wij zijn er fier op en wij
hopen van harte, dat de persoonlijke en
wetenschappelijke banden, die in deze plech
tige oogenblikken zijn gesmeed, dermate
hecht zullen zijn, dat ze voordeclig
mogen zijn zoowel voor u als voor ons.
Veroorloof mij, zeer geëerde professor, pan
deze weinige woorden toe te voegen, den
wensch, dat het.U gegeven moge zijn nog ge
durende een lange reeks van jaren de weten
schap uw belangrijke diensten te bewijzen.
Zich vervolgens tot prof. dr. P. Guthnick,
den vertegenwoordiger van prof. dr. Küstner
wendend, sprak prof. Wensinck in het
Duitsch:
Hoezeer het ons ook spijt dat professor
Küstner in verband met zijn gezondheidstoe
stand geen gehoor heeft kunnen geven aan
onze uitnoodiging om hier tegenwoordig te
zijn, zoozeer verheugd het ons professor
Guthnick, dat gij u bereid verklaardet na
mens hem de doctorsbul in ontvangst te
nemen.
Wij verzoeken u, hooggeachte professor
Guthnick, professor Küstner behalve die
bul, de gevoelens van onze hoogachting en
bewondering evenals onze beste wenschen
voor r:jn welzijn over te willen brengen.
Ei. een slotte eindigde prof. Wensinck in
het Nederlandsch:
Hiermede geef ik het woord aan den pro
motor, den hoogleeraar de Sitter, die ge
machtigd is de heeren Deslandres en
Küstner met de waardigheid van doctor in
de wis- en natuurkunde te bekleeden.
Prof dr. W. de Sitter, hoogleeraar in de
Sterrekunde, directeur van de Leidsche
Sterrewacht en voorzitter van de Interna
tional Astronomical Union begon hierop
met de voorlezing van de volgende
Latijnsche promotie-formule:
Lubenter in me recipio provinciam, quam
mihi dedit Rector Magnificus, ut in vos,
viros amplissimos, sum mós in philosophia
naturali honores honoris causa conferam.
Accipite igitur quod vobis pro insignibus
meritis vestris justum praemium debetur:
Quod bonum, felix fauslumque sit.
Pro potestate Lege nobis concessa;
ex auctoritale Rectoris Magnifici,
amplissimique Senatus Academici con
sensu et nobilissimae.
Facultatis philosophiae natnralis decreto:
ego te Henri Alexandre Deslandres,
simul tecum Friedrich Küstner, quem
abesse vehementer dolemus.
philosophiae naturalis Doctores honoris
causa dico, creo, renuncio, tribuoque Vobis
quicquid juris atque honoris vel hic vel
alib. locorum, sive lege, sive longa con-
suetudine, rite creatis philosophiae natura
lis Doctoribus haberi concedique solet.
Na het uitspreken van deze Latijnsche
formule richtte professor De Sitter zich in
de Fransche taal tot prof. Deslandres uit
Parijs en zeide:
Toespraak tol prof. Deslandres.
Naast de evr u mei den eeregraad te be
kleeden, rust op mij de plicht de over
wegingen uiteen te zetten welke den Senaat
hebben geleid u het eeredoctoraat te' ver
leenen. Een aangename plicht, die ook niet
moeilijk is. omdat de wetenschappelijke ver
diensten van prof. Deslandres over de ge-
heele wereld bekend zijn.
In 1891 werd prof. Deslandres benoemd
tot astronoom aan het Observatorium te
Parijs en de directeur, de Admiraal Mouchez
vertrouwde hem de organisatie van het spec
troscopische werk toe.
Hetzelfde jaar 1891 kenmerkt, volgens Sir
Noman Newton, het begin van een nieuw
tijdperk in de zonnephisica.
De twee gebeurtenissen zijn niet zonder
verband.
De keus van Admiraal Mouchez was wel
gegrond. De heer Deslandres was in dien tijd
reeds een beroemd beoefenaar van de
spectroscopie. Hij had reeds ontdekt de drie
wellen die zijn naam dragen en die orde
hebben geschapen waar een chaos heerschle
in het moeilijke gebied van de spectrale
banden. In eenige mot korte tusschen-
poozen gepubliceerde mémoires had hij ge
durende de vijf voorafgaande jaren de re
sultaten van zijn studie over de stikstof- en
koolstof-banden neergelegd, evenals die
van hpt cyaan en van koolstofverbindingen.
Hij had aangetoond dat iedere verbinding
bestaat uit een menigte lijnen en dat men
de frequenties van die lijnen kan voorstel
len door een uiterst eenvoudige algebraïsche
formule. Dezelfde formule, wat meer
in het algemeen genomen, voldoet voor al
de regels van alle banden van een
zelfde Spectrum. Ik kan niet bij al dit eerste
werk van prof. Deslandres, werk dat de
hechte basis heeft gelegd voor de theoreti
sche ontwikkelingen die veel later zijn ge
komen, stilstaan.
Toen prot. Deslandres naar het observa-
toire te Parijs werd geroepen, waren de
practische en theoretische spectroscopische
onderzoekingen onvermijdelijk naar het
tweede plan verbannen en zijn geheele ener
gie was geconcentreerd op de toepassing
van de spectroscopie bij de astronomie.
Waarom spreken wij van een nieuw tijd
perk sindsdien?
Omdat toen de mogelijkheid werd gescha
pen om de zon en de maan monochroma-
tisch te observeeren. Het principe van die
waarneming is eenvoudig. In het spectrum
gevormd door een spleet en twee of drie
prisma's is een zeer nauwe band van
eenige honderdsten van een Angstrom
geïsoleerd door een tweede spleet. Terwijl
het beeld van de zon zich verplaatst op de
eerste spleet, stelt de gevoelige plaat zich
tegenover de tweede spleet, zoodat de plaat
het licht ontvangt van de golflengte geko
zen uit de achtereenvolgende deelen van de
zonneschijf. De moeilijkheden om dit een
voudige principe te realiseeren waren ge
weldig.
Het is noodzakelijk, dat de twee bewe
gingen van het zonnebeeld en van de plaat
volkomen gelijkvormig en geheel synchro
nisch zijn, het is noodzakelijk alle be
komend licht afzijdig te houden, en dan
komen daarbq ontelbaar vele andere détails,
waarop ik zelfs niet kan wijzen. De groote
wetenschappelijke ontdekkingen komen niet
allen geheel volmaakt, zooals Athene uit
Zeus' hoofd te voorschijn kwam. Zjj be
ginnen met een gelukkigen inval, geniaal
misschien, maar eer zij groeien en zich
ontwikkelen, moeten de omstandigheden
gunstig zijn en de tijd rijp om ze te bevatten.
Daarom ziet men zoo dikwijls, dat, als de
tijd rijp is voor bepaalde ontdekkingen, deze
gelijktijdig door twee of drie personen wor
den gedaan. Dat is ook het geval geweest
met de spectroheliographie. die door Hale en
Deslandres terzelfdertijd en onafhankelijk
van elkander ontdekt is.
Het nieuwe instrument heeft dadelijk een
rijke oogst van uitkomsten tengevolge gehad.
Ik kan daarvan slechts enkele noemen. Een
van de eerste was de ontleding van de
lijn K. van het zonnespectrum en zijn
componenten K1.K2.K3, waarvan Deslandres
de oorsprong kon localiseeren in de diepte-
lagen van de atmosfeer van de zon.
Deslandres heeft ook de ontdekking ge
daan van filamenten, merkwaardige vor
men die er uit zien als barsten in de zon,
stippellijnen en chromospherisch netwerk
dat zich uitstrekt op de zonneschijf.
Gedurende de eerste twintig jaar na de
constructie van de spectroheliograaf, kwam er
schier geen einde aan de waarnemingen die
er met dit instrument aan de sterrewacht
te Meudon, waar Deslandres weldra tot
astronoom was benoemd en waarvan hij
later directeur werd, evenals aan de waar
nemingen van de sterrewacht te Mount Wil
son in de V. S.
Daarna brak vijftien jaar geleden
het tijdperk aan, waarin de vooruitgang
van de wetenschap grootere instrumenten
eischte. Te Mount Wilson construeerde men
steeds krachtiger spectroheliografen, maar
voor de sterrewacht te Meudon vormden
deze laatste 15 jaren een periode van finan-
cieele moeilijkheden, die de verbetering
van de instrumenten niet toelaatbaar maak
te. Misschien is dit de reden waarom een
ander instrument, door Deslandres gelijk
tijdig met de spectroheliograaf ontworpen,
nog niet de algemeene toepassing heeft ge
vonden, die het verdient. Ik doel hier op
de ,,spectroenregistreur des vitosses", die
greedere banden in het spectrum snijdt en
die een synchronische beweging vraagt, af
gebroken van het zonnebeeld en van de
gevoelige plaat. De photo's met dit instru
ment gemaakt toonen ons de radiale snel
heden op de geheele' zonneschijf. Het in
strument is wellicht ook moeilijker en om
zichtiger te behandelen dan de spectrohe
liograaf. Ofschoon Deslandres er reeds vele
merkwaardige en uiterst belangwekkende
waarnemingen mede heeft gedaan, wil het
mij toch voorkomen, dat men over het alge
meen niet het voordeel genoten heeft, dat
dit instrument zou kunnen bieden.
Ik moet mij thans beperken. Ik heb niet
kunnen gewagen van de technische details,
van groote beteek en: 8* zooals de substitu
tie van waterstof door het ijzer voor het
spectrum, de automatische controle van de
temperatuur in de spectograaf, die Des
landres voor het eerst verwezenlijkte, en
nog van zooveel meer.
Ik ben ook zwijgende voorbij gegaan zijn
prachtige onderzoekingen op de kometen,
naar de radiale snelheden van de sterren,
naar de rotatie van de zon, de assymétri-
srche verdeeling van de zonnefakkel en de
protuberans bij onafgegroken spectrum.
Al het werk van professor Deslandres
wordt gekaraktiseerd door de combinatie
van de uiterste gestrengheid en de meest
denkbare stiptheid bij alle bij alle kleinig
heden. evenals den weiverzorgden vorm
die aan de gepubliceerde resultaten van
zijn waarnemingen een bijzondere charme
verleenen.
Het is werk van de beste kwaliteit en
de hoogeschool van Leiden die den geeste
lijken vader van al dien arbeid met de
hoogste waardigheid waarover zij be
schikt bekleedt, wenscht zich geluk om
dat zij daardoor eenigszins deelt in de
glorie die dit werk omstraalt.
Terstond na de Fransche toespraak *ot
prof. Deslandres, sprak prof. De Sitter,
zich van de Duilsche taal bedienende
verder:
Toespraak tot prof. Küstner.
Gelijk met de eer professor Küstner met
de waardigheid van eere-doctor te beklee
den, wordt mij tot taak gesteld de gron
den uiteen te zetten waarop de Senaat be
sloten heeft hem deze te verleenen. De we
tenschappelijke verdiensten van Küstner
liggen voor een deel op het gebied der fun-
damenteele astronomie, en hij beheerscht
die zooals nauwelijks iemand anders. De
wetenschap dankt hem veel en velerlei,
zoodat ik slechts een paar van de meest
op den voorgrond tredende onderzoekingen
BINNENLAND.
Eerepromoties van twee bnitenlandsche
sterrekondigen aan de Leidsche Universiteit.
(Stads nieuws, le Blad).
De kwestie van de benoeming van den
Commissaris van Politie in den Leidschen
Gemeenteraad. (Gemeenteraad van Leiden,
3e Blad).
Te Amsterdam is een borstbeeld van
mr. Smeenge onthuld. (Binnenland, 2e
Blad).
De ziektegevallen aan boord van de „Insn-
linde". (Gemengd, 2e Blad).
Te Den Haag is een jongen door een anto
doodgedrukt. (Gemengd, 2e Blad).
De Nederlandsche inschrijvingen voor de
Olympische atletiekwedstrijden voor dames
(Sport, le Blad).
BUITENLAND.
Polen en Lithauen nog altijd even weinig
ver. (Tel., le Blad).
Pessimisme ten aanzien van de redding
der „Italia"-expeditie. (Buitenland, 2e Blad
en Tel., le Blad).
Waarom in Italië ministerwisseling plaats
had. (Buitenland, le Blad).
De positie der buitenlanders in China.
(Buitenland, le Blad).
uitkiezen kan om daarmede den aard van
zijn werk en den onverdeelden geest waar
van zijn geheel wetenschappelijk werken
doortrokken is, aan te toonen.
Als een zeer jong astronoom nog kwam
Küstner te Berlijn, en werd door den toen-
maligen directeur van de Sterrewacht. För-
sler, belast met het onderzoek van een
nieuw instrument voor Universaal-transiet.
Het is karakteristiek voor Küstner, dat hij
voor dit onderzoek van het instrument zich
tot taak stelde ermede de fundamenteele
konslanten der astronomie, de aberratie-
konstant te bepalen. In den beginne nam hij
waar naar het klassieke voorbeeld in de
eerste verticaal, maar weldra ging hij over
tot de nieuwere Talcott-methode, die een
veel volleliger onafhankelijkheid van per
soonlijke en instrumentale fouten leverde.
Dit werk word onderbroken door zijn deel
name aan de Venus-expeditie van 1882 en
zijn benoeming na zijn terugkeer tot
assistent bij de Sterrewacht te Hamburg. In
1884 echter keerde Küstner naar Berlijn
terug en terwijl de meridiaan-kijker voor
eenige maanden in reparatie was, nam hij
zijn oude werk weer op.
Deze waarnemingen hebben, naar men
weet tot de ontdekking der Breedtevariaties
geleid. Het klinkt zeer eenvoudig. Wie even
wel weet hoevele en velerlei fouten zulk
een waarnemingsreeks heeft, die weet ook
hoeveel moed en zelfvertrouwen en voor een
jongen man noodig is, om uit een kleine
tegenstrijdigheid bij de waarneming van een
paar tienden van een op de seconde van een
eerder geheel onbekend natuurverschijnsel
te stuiten.
Er zijn voorbeelden te over van ver
meende ontdekkingen, die zelfs uit veel
grootere waarnemingstegenstrijdigheden ge
stuit waren, doch later slechts waarnemings
fouten bleken te zijn. Küstner wist echter
nauwkeurig in hoeverre hij zijn waarne
mingen vertrouwen kon, en zijn conclusies
waren zoo overtuigend, dat ze voetstoots
door de geheele geleerde wereld werden aan
genomen. zoo onverwachts en onwaarschijn
lijk als ze geleken.
Na deze korte waarnemingenreeks, die lot
zulke groote resultaten had geleid, moest
Küstner zich weer met de eenvoudige en be
scheiden waarnemingen van den Meridiaan-
cirkel bezighouden. De meridiaancirkel is het
instrument dat zich het meest van alle astro
nomische instrumenten, lot routine-werk
leent. Hoezeer echter ook hierbij de geboren
waarnemingskunstenaar, die Küstner was,
andere waarnemers overtrof, leert het pro
gramma, waaraan 23 Sterrewachten deel
namen (de waarneming van vergelijkende
sterren voor Iris, Victoria en Sappho van
188389), Küstners waarnemingen, die
precies gelijk stonden wat de juistheid be
trof met het gemiddelde van vier andere
waarnemers
Na zijn overplaatsing naar Bonn was
Küstners eerste daad. de samenstelling van,
een catalogus van 10663 sterren. Uit de com
binatie van oneindige oplettendheid gepaard