69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Juli 1928 Tweede Blad No. 20955 BINNENLAND. Het Verdrag met België. EEN ITALIAANSCH LEGERVLIEGTUIG, op weg naar Berlijn, moest Donderdag j.l., tengevolge van een machine-defect, een noodlanding maken op een weiland bij Diemea. De manoeuvre mislukte echter, en het toestel kwam met de wielen in de sloot terecht. Naast het vliegtuig Kapt. Brach-Pape. CURASAO is verblijd met nieuwe postzegels, die ge baseerd zijn op het ont werp van de zgn. „Jubi- Philatelisten aan 'twerk! leum-serie" van 1923. DE BIBLIOTHEEK VAN LEUVEN, die in den wereld oorlog deerlijk verwoest werd, is thans weer in vollen luis ter herrezen, en dezer dagen plechtig geopend. Z. Exc. Kardinaal van Roey tijdens zijn openingsrede. RECLAME. Doorzitten bij Wielriiden, Stuk- loopen van Huid en Voeten, en Verbranden der Huid door de zon, verzacht men dadelijk en geneest men spoedig, door onmiddellijk te behandelen met Doo» 30-60. Tobt êO ct Bi) Apoth. cd DrOfliittn 2974 geluncht, trok men naar het stadhuis, waar de burgemeester te midden van wethouders en raadsleden met een even geestige als hartelijke welkomstrede den feestelingen een aangename feestviering, bloei hunner vereeniging en genoeglijk verblijf te Utrecht heeft gewenscht. Mr. A. F. Vos, algemeen voorzitter dep vereeniging, te Appingedam, heeft daarop woorden van dank gesproken. Nadat de eerewijn was rondgediend werd de plechtigheid gesloten. Vervolgens had in het Jaarbeursgebouw een bijeenkomst plaats, waar dr. H. A. Poel man, Rijksarchivaris te Groningen, een in leiding hield over: „De economische ontwik keling van Stad en Lande" en de heer P. Groen, inspecteur bij het onderwijs te Delft, het woord voerde over „Het Groningerlied". Tot het succes dezer laatste lezing droeg bij een gezelschapje van eenige dames ep heeren der afdeeling Utrecht, die verschei dene ernstige en luimige Groningsche liedjes zongen. Tijdens de pauze werd door dames in Groninger costuum thee en echte „Groninger Kouke" rondgediend. Na het hierop volgend feestdiner, waar aan ook de burgemeester van Utrecht, dr. J. P. Fockema Andreae aanzat, had in den schouwburg een feestvoorstelling plaats van Jan Fabricus' in het Groningsche dialect omgezet „Hein Roekoe" door leden der afd. Utrecht van „Groningen en Ommelanden", De dag werd besloten met feestelijk bij eenzijn. Heden zal men Utrecht's omstreken bezoeken. BEGRAFENIS SERGEANT-VLIEGER W. VAN LIESHOUT. Gistermorgen heeft te Amersfoort onder zeer groote belangstelling de begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van sergeant-vlieger W. van Lieshout, die Maandagavond bij een vliegongeluk te Grave om het leven is gekomen. De kerkelijke ceremoniën werden verricht door majoor- aalmoezenier kapelaan Brouwer. De vertegenwoordiger van den comman dant van de luchtafdeeling en namens den chef van den generalen staf waren aanwe zig majoor S. Thomas en kapitein Van den DE DUITSCHE OCEAANVLIEGERS, die door ex-Keizer Wilhelm tot een bezoek waren uitgenoodigd, arriveerden gistermorgen per vliegtuig „Europa" op Soesterberg. V. 1. n. r.: Kapt. Koppert, Prins Ferdinand (zoon van Prinses Hermine), Lewitsof (secr. van den ex-Keizer), Koehl, v. Hüneveld en Fitzmaurice. WEER EEN NIEUW ARBEIDSVELD VOOR ONZE FIGARO'S. In Midden-Afrika „creëert" men evengoed mode als in de meer beschaafde deelen der aarde. De nieuwste haardracht der zwartjes zal misschien ook onze schoonen bekoren? De eerste plenaire zitting van het Astronomisch congres, gistermorgen in de Stads gehoorzaal te Leiden gehouden. van België af. Indien deze politiek in de toekomst niet wordt verwezenlijkt, zal de atmosfeer tusschen beide landen vertroe beld worden. België kan geen afstand doen van den wensch zijn essentieele belangen op afdoende wijze te verzekeren Het zal de tot dusver gevolgde politiek betreffende de verbindingen te water blijven volgen en zich daarbij in de eerste plaats laten leiden door zijn eigen belangen. Tndien de noodige garanties niet worden gevonden in een twee zijdig verdrag, zal België er toe komen deze garanties te zoeken op het gebied van het Internationaal recht. Het slot van de rede van Hymans werd met algemeen applaus begroet. Vandervelde, die de volgende spreker was, zeide, dat de kwestie in Holland tot een gevoelskwestie was geworden en dat hij van meening was, dat zij moest worden onder worpen aan het oordeel van het Hof van Arbitrage te Den Haag. HET KLOMPENWETJE EN BELGIË. Repressaillemaatregelen Uit Brussel wordt gemeld: Sommige Belgische klompenfabrikanten hebben de aandacht van de regeering ge vestigd op de Nederlandsche Klompenwst, welke de bedoeling heeft den invoer van Belgische klompen in Nederland vrgwel ge heel onmogelgk te maken. Aangedrongen werd op spoedige tusschenkomst bg de Nederlandsche regeering, ten einde haar te bewegen deze wet niet af te kondigen en om te 's-Gravenhage te laten weten, dat, in geval van weigering België gelijksoortige protectiemaatregelen tegen Nederlandsche producten zou treffen. In verband hiermede blgkt de Belgische minister van buitenL zaken aan den gezant te 's-Gravenhage op dracht gegeven te hebben stappen te doen bg de Nederlandsche regeering. BELASTING VAN NALATENSCHAPPEN ENZ. VAN UITWONENDE NEDERLANDERS. De Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp, houdende bepalingen betreffende de belasting van de nalaten schappen en schenkingen van Nederlanders, die niet zijn ingezetenen des Rijks. De minister van Financiën zet daarin uit een, dat bij de successierechten het vraag stuk van heffing naar nationaliteitsbeginsel een andere beteekenis heeft, dan bij de jaar- lijksche belastingen. Dit is altijd erkend, ook in de buitenlandsche wetgevingen. Het gevaar voor dubbele belasting wordt in het huidige ontwerp ondervangen door den bekenden aftrek. Dat een groot aantal landgenooten met kleine vermogens vaak het land verlaten, omdat zij beneden hun stand moesten gaan leven, kan juist zijn. Maar waarom dit zou moeten leiden tot vrij stelling van misschien in geheel andere om standigheden levende en zich ruirn bewe gende erfgenamen, is den minister allerminst duidelijk. De vrees, dat van deze beperkte wet het gevolg zal zijn dat vele Nederlanders in den vreemde zich zullen naturaliseeren, zegt de minister volkomen ongegrond te achten. Men zal z. i. niet licht geneigd zijn tot dezen maatregel over te gaan ten einde aan zijn erfgenamen successierechten te besparen, vooral waar het in hoofdzaak betreft erfge namen in de zijliniën. Onjuist acht de minister het, dat het ont werp in strijd zou zijn met de beginselen, waarvan de Commissie uit den Volkenbond in deze materie is uitgegaan. De voorstel len van de commissies dienaande beoogen slechts, aldus zegt minister De Geer, het aangeven van richtlijnen om vast te stellen, welke staat in de eerste plaats gerechtigd zal zijn om belasting te vorderen (waarbij dan de economische onderhoorigheid van 't belastingobject een belangrijke rol speelt) en welke Staat zich zal moeten bepalen tot een aanvullende heffing, welke geschieden kan zoo het belastingtarief van dezen laatst- gemelden Staat het belastingtarief, dat van kracht is in den Staat, welke in de eerste plaats het object belasten kan, overtreft. Het aanhangige ontwerp voert de ge dachte, welke aan genoemde voorstellen ten grondslag ligt, zuiver door. Het ligt, zegt de minister voorts, niet in het voornemen der Regeering om de mede werking van buitenlandsche regeeringen in te roepen voor de vaststelling van de hoe grootheid der vererfde vermogens. Het ge vaar, dat buitenlandsche kapitalen in Ne derlandsche of Nederlandsch-Indische on dernemingen belegd, ten gevolge van dit wetsontwerp aan ons land zullen worden onttrokken, acht de minister volkomen denk beeldig. Dat het ontwerp aan de erfgenamen een zwaren last oplegt, door hen te nopen tot het opmaken van twee memories van suc cessie, moet de minister met nadruk betwis ten. Met een doorslag en een handteekening is men gereed. Aan de Nederlandsche consuls zullen geen werkzaamheden worden opgedragen, die hen in de oogen van de leden der Nederlandsche kolonie zouden stempelen tot fiscale amb tenaren. Hoogstens zullen zij opgave hebben te verstrekken van de namen van Neder landers, die binnen hun ressort zijn over leden. HET DREIGEND CONFLICT IN DE RIJNVAART. De werkgevers wijzen het bemiddelings voorstel ai. Het door den Rgksbemiddelaar ir. H. A. van LJsselstegn voorgestelde bemiddelings voorstel inzake het dreigend conflict in de Rijnvaart te Rotterdam en te Dordrecht is door de arbeidersvertegenwoordigers aan vaard, doch door de vertegenwoordigers der werkgevers afgewezen. j NEDERL. CONGRES VOOR OPENBARE GEZONDHEIDSREGELING. Gisteren is te Rotterdam het 33e Ned. Congres voor openbare gezondheidsregeling gehouden. In zgn openingswoord wees de voorzitter, dr N. M. Josephus Jitta, op het feit, dat de begrippen van hetgeen arbeidshygiëne en arbeidsveiligheid beteekenen hoe langer hce meer tot het volk zgn doorgedrongen. In de ochtendbgeenkomsten werden de verslagen uitgebracht en vastgesteld. Tot bestuursleden werden gekozen mr. J. H. de Crane te Zeist, en dr. J. Th. Doyer te Hilversum. Ir. W. G. Witteveen, stadsarchitect te Rotterdam, bracht een praeadvies uit over „Do stad en de problemen, die zij ons in baar snellen groei uit een oogpunt van volksgezondheid stelt". Na een rondvaart door de havens en een een bezoek aan het vliegveld Waalhaven werden de congressisten ten stadhuize offi cieel ontvangen. DE DUITSCHE OCEAANVLIEGERS. Bg hun aankomst te Doorn vonden de Duitsche Oceaanvliegers gisteren daar de dorpsstraat met vlaggen versierd en hon derden waren op de been om de vliegers te begroeten. Van Huize Doorn werd het volgende communiqué over het bezoek verstrekt: „De Oceaanvliegers Köhl, Fitzmaurice en Von Hühnenfeld komen hedenmiddag op Huize Doorn voor een bezoek aan Hunne Majesteiten. Zij geven daarmede gevolg aan een oitnoodiging van den ex-Keizer, die tijdens zgn langen regeeringstijd steeds groote belangstelling beeft gehad voor de Duitsche techniek en den Duitschen onder nemingsgeest en deze het meest heeft be vorderd. Dit bezoek op Huize Doorn is ook daarom, dat de beide Duitschers en vooral Freiherr von Hühnenfeld Z. M. reeds uit den oorlog peraoonlgk bekend waren, en Freiherr von Hühnenfeld Z. M. ook voor ongeveer een jaar in Doom reeds een be zoek bracht" To Keulen schijnt men tamelijk ontstend te zgn, dat de Oceaanvliegers, alvorens naar deze stad te komen, eerst een bezoek aan Doom brengen. Het plan de vliegers met buitengewone plechtigheid te ontvangen, is reeds opgegeven. Er zou zelfs sprake van zgn, dat het gemeentebestuur aan de ont- vangs in het geheel niet zou deelne uen, voor het geval het bezoek van de vliegers aan den gewezen keizer aanleiding tot cri- tiek van politieken aard zou geven. GRONINGEN EN OMMELANDEN. Herdenking van het 10-jarig bestaan. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan der nationale vereeniging „Groningen en Ommelanden" heeft te Utrecht een twee- daagsche feestelijke bijeenkomst plaats. Na de ontvangst-bijeenkomst Vrijdagmor gen in het Jaarbeursgebouw en nadat was EEN VERKLARING VAN MINISTER HYMANS IN DE BELGISCHE KAMER. Minister Hymans. In de Belgische Kamer heeft minister Hymans gisteren een verklaring afgelegd, waarin hij het Belgische standpunt tegen over de verklaringen van den Nederland- schen minister van Buitenlandsche Zaken, Beelaerts van Blokland, betreffende de her vatting van de onderhandelingen tusschen Nederland en België, uiteenzette. Hij verklaarde hierbij, dat België de drie volgende eischen, die in het ontwerp-veixirag van 1925 werden ingewilligd, handhaaft: „1. Organisatie van een beheer over de Schelde van zoodanigen aard. dat de uit voering der maatregelen, welke mochten noodig zijn voor de scheepvaart niet kan worden verhinderd door een Staat, die er zelf niet direct bij geïnteresseerd is. 2. Verplichting van Nederland om den. waterweg te onderhouden en zoo te maken, dat hij beantwoordt aan alle eischen der moderne scheepvaart. 3 Het graven van nieuwe kanalen (voies latérales ou complémentaires) ter verbete ring van den verbindingsweg met den Rijn, welke thans moeilijk en onzeker is." Spreker drong aan op een spoedige be handeling, mede opdat men in België zou kunnen beslissen of er bij het vaststellen van het tracé van den nieuwen waterweg tusschen Luik en Antwerpen rekening dient gehouden te worden met de belangen der beide landen, of uitsluitend met die van België Ook voor de ophanden zijnde her ziening van het Verdrag van Mannheim over de Rijnvaart achtte hij het noodig, dat er spoedig een einde kome aan den toestand van onzekerheid De minister kwam tot de conclusie, dat België een politiek van hartelijke samen werking met Holland wenscht, waarbij re kening wordt gehouden met de verlangens van beide landen en met de belangen van hun havens. Deze politiek is volgens spre ker mogelijk, maar hangt niet uitsluitend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5