WET ASTRONOMI SC W CONGRES 69ste JAARGANG ZATERDAG 7 JULI 1928 No. 20955 STADSNIEUWS. DC AANKOMST DEELNEMERS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per rejel voor advertentiSn uit Leiden en plaatsen waar agentschappen Tan ons Blad gevestigd tijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdag? en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 7 2.35. per week'f 0 18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0 18 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. EET INTERNATIONAAL ASTRONOMISCH CONGRES. Receptie in „De Lakenhal". In het Stedelijk Museum „De Lakenhal" welks zalen wanneer zij baden in een zee van licht en wanneer ze rijkelijk behangen en belegd zijn met PeTzische tapijten een ideale gelegenheid bieden voor een officieele ontvangst had gisteravond 't gemeentebestuur het congres op 'n avondreceptie genoodigd. Be halve de meeslen der circa 400 congressisten hadden ook vele leden van het comité van ontvangst en zeer vele anderen zich opge wacht om deze receptie bij te wonen. Zoo zagen wij de voorzitter en secretaris van den Academischen Senaat de hoogleeraren dr. A. J. Wensinck en jhr. mr. dr. Van Eysinga, en vele hoogleeraren en lectoren en privaat docenten aan onze Alma Mater; jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar. president-curator der ihoogeschool en mr. P. J. Ideïiburg, secreta ris van curatoren; het eerste Kamerlid mr. P. C. Briët, en vele anderen. Nadat al deze bezoekers hun opwachting hadden gemaakt bij het dagelijksch bestuur van onze gemeente, namens hetwelk met den burgemeester aanwezig waren de wet houders Aug. L. Reimeringer, T. S. Goslinga en J. Splinter en den secretaris mr. dr. G. E. van Strijen. nam, te ongeveer negen uur onze burgemeester mr. A. van de Sanda Bakhuyzen het woord, tot het uitspreken in de Fransche taal van de volgende rede: Na de landsregeering is het thans aan het bestuur van de stad, waariD uw congres gehouden wordt, ora u het welkom toe te roepen. Ik stel het ten zeerste op prijs, dat gjj aan onze uitnoodiging gevolg hebt gegeven, teneinde ons in de gelegenheid te stellen, u te zeggen hoezeer wij het waar- deeren, dat r6eds zoo spoedig sinds het bestaan van de I.A.U. onze stad tot zetel voor een harer congressen werd gekozen. Wij meenen uw bezoek te danken aan het feit, dat hier een hoogeschool is gevestigd, welker obvervatorium de Sterrewacht onder u een goede reputatie geniet. Wij danken het echter ook aan het feit, dat de Nederlanders een belangrijke en nuttige rol hebben gespeeld b\j de vorming van de samenwerking op wetenschappelijk gebied, die vooral voor de astronomie van zulk een op den voorgrond tredende beteekenis mag worhen genoemd, evenals aan de onver moeide pogingen, die geleerde Hollanders steeds hebben aangewend om deze samen werking ook gedurende den oorlog te be houden en om haar na den vrede weer hechter te verkrijgen. Wij, in Leiden, mogen herhaaldelijk ge leerden van grooten naam ontvangeh, doch slechts zelden zagen wij binnen de poorten van onze stad, uit alle boeken van de wereld samengekomen, zulk een uitgelezen gezel schap vermaarde mannen hierheen komen, om over natuurwetenschappelijke onderwer pen van gedachte te wisselen, als dit ge zelschap, tot welk ik het voorrecht geniet thans het woord te richten. Ik verheug er mij daarom dan ook zeer over dat de geheele bevolking van onze stad en niet alleen zij die met de wetenschaps- men9eh<?n van onze hoogeschool relaties onderhouden, zich verblijdt over de eer die haar te beurt valt, nu uw keus op onze ge boortestad is gevallen. Ik geef u de verzeke ring van de erkentelijkheid die ons bezielt Trouwens alles wat de universiteit betreft interesseert de burgers. Sinds meer dan 350 jaar is de vereeniging tusschen stad en universiteit zoo hecht, dat zij een onver- breekbaren band vormen waarvan de onder deden voor elkanders heil onmisbaar zijn geworden. Wij hebben u juist genoodigd in ons Ge meentelijk Museum „De Lakenhal" omdat hier veel herinneringen aan de oprichting van onze universiteit worden bewaard. Leiden was reeds lang ten belangrijke stad, voordat zij werd begiftigd met dezen tempel der wetenschap. Haar bloeiende nijverheid en handel maakten deze stad in de oogen van onze vijanden uit de 16de eeuw onze vrienden van thans de Spanjaarden, dermate begeerenswaard, dat zij er een beleg voor sloegen. Leiden was vrijwel de laatste hoop van het overwonnen land. waarin het volk om zijn geloofsover tuiging werd geknecht; het was de laatste veste die zich in den wanhopigen krijg tegen den vijand verdedigde. Leiden was gedurende den tachligjarigen oorlog het brandpunt en kreeg door het glorierijk ontzet een schitterende faam in de geschiedenis van de 16de eeuw. Dit ontzet beteekende de overwinning voor het Gege- formeerde geloof in de Nederlanden en meer nog dan dat beteekende het de vrijheid van een volk dat zeer wel ii> slaat was om zelf te regeeren. Geheel omsingeld als het ware door een zwaar gesmeed hek en in handen van dö Spaansche veldheeren, had Leiden om zich te verdedigen tenslotte noch wapens, noch voldoende troepen, noch zelfs voedsel om zijn burgers in leven te kunnen houden. Veel gevochten werd er dan ook niet en de bevolking demonstreerde geenszins in de eerste plaats haaj krijgsmanskunst, doch wel toonde zij hoe onversaagd en geduldig zij was en hoeveel goede burgerzin er onder haar leefde. Het vaderland waarvoor men vocht eischte geen bloed op 't slagveld, maar deed een beroep op den moed van de burgers. De beproeving werd steeds verschrikke lijker en harder. De situatie eischte dat mannen, vrouwen en kinderen zelfs voor den vcrachtelijken vijand het hoofd wendden. Hongersnood teisterde het volk en de ouders zagen dag in dag uit hun kinderen ten gevolge van uitputting sterven. De regeering eischte dat men liever zou lij den en sterven dan dat men gehoor zou geven aan den raad van zwakke broeders om den strijd te staken of aan het stoken van de Spaansche handlangers. Moedig heeft men volgehouden tot 't ongen- blik waarop de Prins van Oranje, Willem de Zwijger had gezegevierd en nadat de dij ken waren doorgebroken met 'n vloot over de geïnundeerde landerijen kan binnenloopen. Als belooning voor haar lijden bood de Foto's v. d- KAAY, Katwljk-aan-Zeo. i - ,S De nieuwe Leidsche Buitenschool, die gisteren te Katwijk aan Zee officieel is geopend. Prins met fijne ironie, in naam van haar Heer en Meester den Koning van Spanje de stad deze Hoogeschool aan, opdat zij zou zijn een praesidium libertatis, wat zij tot in onze dagen gebleven- is. In deze zalen zult u verschillende schil derijen kunnen zien, die herinneren aan den strijd om ons ontzet en in de vitrines in dit museum hebben wij tentoongesteld eenige andere herinneringen aan deze dagen Ieder goed Leidenaar kent ze en zal ze u met genoegen toonen en u de ver klaring van hun beteekenis geven. Naast zijn nut heeft de radio ook zijn nadeel. Zoo bevordert 2^j minder noodzake lijke reizen, reizen, die odk minder belang wekkend en Icerzaaifc zijri. Maar daartegen over maakt zij het mogelijk, dat men in Azië en in Siberië' en in elk willekeurig dorp in den Congo kan kiezen tusschen een schier onbegrensde verscheidenheid con certen om van te genieten, of van de be sprekingen. die u, mijne heeren astronomen, hier naar Leiden voert. Ik zou u niet kunnen voorspellen, wie het overal ter wereld interesseert, maar ik ben er zeker van dat wij burgers van Lei den, geprikkeld door uw tegenwoordigheid in ons midden, met belangstelling de ver slagen volgen over hetgeen gij ons als nieuwe merkwaardige ontdekkingen aan kondigt. Met ongeduld wachten wij welke vooruil- gang gij ons kunt ontsluieren, tot welke diepzinnigheid gij vermoogt door te dringen in het mysterie van den hemel, die zich zoo onschuldig blauw aan ons oog vertoont. In den beginne werd aan onze Universi teit in de eerste plaats de theologie be oefend. De astronomie was een van de eerste andere wetenschappen, die haar kwamen beconcurreerenzij wordt hier thans gedu rende bijna 300 jaar bestudeerd en gedo ceerd. Welke van deze beide wetenschappen heeft er het best toe bijgedragen ons den Hemel te leeren kennen, welke van de beide heeft er ons het dichtst nabij gebracht? Ik hoop. dat gij in onze stad in de uren, die gij wijdt aan uw arbeid, een kalme atmosfeer zult vinden, het peil van uw be sprekingen waardig. Voor uw vrijen tijd heeft een comité uit de burgerij zich gevormd, dat een uitgebreid, pj-ogramma heeft samengesteld om uw geest te verkwikken en u verstrooiing te bezorgen. Moge iedereen er iets van zijn gading in vinden! Indien gij tijd hebt om de beziens waardigheden van Leiden te bezichtigen, zult gij de leden van dit comité en die van het damescomité steeds gaarne bereid vin den om ze u te laten zien. Ten slotte. Dames en Heeren, wil ik nog slechts een wensch uitspreken, namelijk dat uw bezoek aan Leiden u zoowel voldoening als genoegen moge schenken. Een hartelijk applaus volgde op deze rede van den Burgemeester, waarna prof. J. Schlesinger zich tot den burgemeester richtte als tolk de congressisten. De Amerikaansche hoogleeraar dankte voor het welkom en zeide dat het hem des te aangenamer wa9 nu deze woorden door een van de Sande Bak huyzen zijn uitgesproken, een naam. die in de geheele Astronomische wereld overbekend is. Zich tot den burgemeester richtend, zeide spreker verder: „Uw vader hebbe<n wij zeer vaak ontmoet; het laatst in Hamburg in 1913. Amerika heeft veel dat van Engelsche afkomst is o.a. ook onze taal. maar daar naast ook zeer veel waarvan de oorsprong in Holland te vinden is, waarvan vele namen in Amerika getuigen, hetgeen spreker met eenige voorbeelden nader aantoonde. Prof. Schlesinger herinnerde verder aan de Pel grim vaders. Velen hebben uw land reeds eerder bezocht, maar thans zijn wij hier als Astronomen. De wetenschap der sterrekunde staat in Holland op zeer hoog peil. De Leidsche Sterrewacht is niet alleen over de geheele wereld beroemd, maar de geheele wereld slaat vol bewondering den vooruitgang gade. die de Leidsche sterre'- wacht vooral na den oorlog heeft doorge maakt. Ten slotte gaf spr. de verzekering, dat de gasten zich te Leiden volkomen thuis ge voelen. De burgemeester verzocht hierop den aan wezigen zich naar de Harteveldzaal te be geven, waar een der gasten de aanwezigen vergastte op enkele proeven van zijn vaar digheid in het snelteekenon, waarmede hij veel succes oogstte. Op hetzelfde bord, schreef kort daarna prof. Abatti uit Florence in het Latijn: De' astronomen van de geheele wereld brengen hulde aan Leidsche ster, de schoonste aan den hemel. 1928. De receptie werd opgeluisterd door een kwartet uit het L. S. E. „Sappho". Prof. Dr. J. J. G. VüRTHEIM f Hedenmorgen is hier ter stede na een langdurige ongesteldheid overleden dr. .T. J. G. Vürtheim, hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan onze Leidsche Universiteit. Julius Johannes Gerardus Vürtheim werd geboren op 8 Februari 1869. Na de Rotter- damsche II. B. S. te hebben verlaten, be zocht hij de kweekschool te Haarlem, waar na hij enkele jaren bij het Lager Onderwijs te Rotterdam werkzaam was. Zijn naar hoogere ontwikkeling hakenden geest, kon deze werkkring geen bevrediging schenken, en als extraneus deed hij daarom weldra eindexamen aan hel Erasminiaasch Gym nasium. te Rotterdam, teneinde zijn studie in de klassieke letteren aan de Universi teit alhier te kunnen aanvangen. In 1898 promoveerde hij met lof op een proef schrift getiteld: „De Euripidis Bacchis". Dr. Vürtheim doceerde daarna de klas sieke talen achtereenvolgens aan de Gym nasia alhier ('98'99), te Haarlem, en te Utrecht, waar hij tot zijn benoeming in 1910 tot rector van het Erasminiaansch Gymnasium te Rotterdam, tevens conrec tor was. In 1898 ondernam dr. Vürtheim een stu diereis naar Griekenland en Klein-Azië en naar aanleiding van die reis o.a. danken eenige van zijn wetenschappelijke werken hun ontstaan. Ook overigens verschenen waardevolle werken van zijn hand. Wij herinneren slechts aan „De Aiacis origine, cullu, palria"; „Teukros und Teukrer, Untersuchung der Homerischen und der Nachhomerischen Ueberlieferung"; „Oclo- via praelexta"; ,,De Grieksche religie"; „de Romeinsche religie" en „de Mythologie der Grieken". In tal van tijdschriften publi ceerde dr. Vürtheim overigens verschillende kortere wetenschappelijke studiën, o. a. in De Gids, waarvan hij sinds 1902 vast mede- kerker was en in „Mnemosyne". In 1912 werd dr. Vürtheim benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van We tenschappen te Amsterdam. Sinds 4 Maart 1914 doceerde prof. Vürt heim aan onze Alma Mater Grieksche taai en letterkunde en Grieksche oudheden. Hij aanvaardde het hoogleeraarsambl met het uitspreken van een rede getiteld „Een eeuw verder". BINNENLAND. Te Leiden is overleden de hoogleeraar in de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte dr. J. J. G. Vürtheim. (Stadsnieuws, le Blad) De deelnemers aan hef Astronomisch Congres officieel door het Gemeentebestnnr van Leiden ontvangen. (Stadsnieuws, le Blad). Een verklaring van den Belgischen minister Hymans over de verhouding tusschen Neder land en België. (Binnenland, 2e Blad). Verschenen is de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de belasting op nalatenschappen, enz. van uitwonende Ne derlanders. (Binnenland, 2e Blad). Het dreigend conflict in de Rijnvaart. (Binnenland, 2e Blad). Het ministerieel antwoord op de vragen van den heer Albarda betreffende de afdee- ling A der H. B. S. met 5-jarigen cnrsns. (Kerk en School, 2e Blad). Lacoste wint het heerenenkelspel op het tennistonrnooi te Wimbledon. (Sport, 3e Blad). Twee gelijke spelen tusschen de Leidsche en de Utrechtsche Zwemclub. (Sport, 3e Blad). BUITENLAND. De Belgische minister Hymans over da buitenlandsche politiek. (Buitenl., le Blad). Bijzonderheden over de redding van Lnnd- borg. (Buitenland, le Blad). In verband met het overlijden van prof. Vürtheim zullen de Rector-Magnificus en de Secretaris van den Academischen Senaat niet meer deelnemen aan de feestelijkheden ter gelegenheid van het Int. Astronomisch congres georganiseerd. De vlag van het Academiegebouw aan het Rapenburg is halfstok gehe6chen en van alle overige Academiegebouwen zijn de vlaggen ingenomen. De begrafenis van het stoffelijk over schot van den overleden hoogleeraar zal plaats hebben op Woensdag a.s. 's middags één uur op Rhijnhof. DE BENOEMING VAN Prof. Dr. v. d. VALK In enkele bladen kwam volgend bericht voor: Naar wij vernemen, heeft prof. dr. J. W. v d. Valk, le Groningen, benoemd tot hoog leeraar in de huid- en geslachtsziekten aan de Leidsche Universiteit, nog geen beslissing genomen, of hij de benoeming zal aannemen. Naar wij vernemen ligt de reden, waarom prof. v. d. Valk zijn benoeming nog niet heeft aangenomen hierin, dat zijn kliniek zal worden ondergebracht in een gebouw, waarin reeds een kliniek is gevestigd, n.l. van prof. Kan, met wien hij dit gebouw zou moeten deelen. De hoogleeraar wenscht echter een zelfstandig gebouw, wat één van de voorwaarden is, voor de aanneming van zijn benoeming. Prof. v. d. Valk deelt ons mede, dat dit absoluut onjuist is. De kwestie is deze, dat hij geen genoegen kan nemen met de inrichting van het ge- Autoriteiten, bestuur en genoodigden na de openingsplechtigheid der nieuwe Leidsche Buitenschool bijeen voor het gebouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1