binnenland. 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 Juli 1928 Tweede Blad No. 20952 EEN VREESELIJK ONGELUK verstoorde den eersten dag van het vliegfeest op Vmcennes. De aviateur Bringer viel te pletter met zqn machine, die in- brand geraakte, en kwam aldus jammerlijk om De brandweer bluscht de overblijfselen van het vliegtuig. KONINKLIJK BEZOEK AAN DE I.TA. Bij het bezoek van H. M. de Koningin- Moeder aan de Ind. Tent te Arnhem werden H. M. door 3 tnlandsche meisjes knie. lend bloemen aangeboden, (Men zie onder Binnenland), NA DE MIJNRAMP BIJ ST. ETIENNE. De minister van Openbare Werken, Tardieu (X), is In mijn. werkeracostuum gekleed in de mijn afgedaald om een onderzoek in te stellen. De eerste photo van den „zwaar gewonden" Nobile na zijn redding. Nobile is de derde van links. Naast hem staan de officieren der Citta Milano. Rechts i de photograa'f GasparonL BIJ DE GROOTE LUCHTMAN OEUVRES op Hendon (Engeland) waren, onder de meer dan 130.000 bezoekers, ook aanwezig de Koning en de Koningin van Engeland, alsmede de Heitog van Dfork, die de prestaties van de plm. 300 deelnemende vliegtuigen en ballons met aandacht volgden. DE KONINGIN-MOEDER TE ARNHEM. Een bezoek aan de Indische tentoonstelling. Gistermiddag heeft H. M. de Koningin- Moeder een bezoek gebracht aan de Indische tentoonstelling te Arnhem. H. M. was vergezeld van freule Tuyll van Serooskerken en baron Van Heemstra, kamerheer. De Koninklijke auto reed door tot aan het kasteel, op het bordes waarvan de Hooge Vrouwe werd ontvangen door den burge meester van Arnhem, mr. Huges. den voor- ritter der tentoonstelling; de professoren Van Eerde en De Bussy, alsmede door ir. Uetermark. Na verwelkoming door den bur gemeester. stelde deze mr. Huges aan H. M. voor, waama twee dochtertjes van laatst genoemde een fraaien ruiker aanboden. Vervolgens werden ook de aanwezige lei ders van het Koloniaal Instituut aan H. M. de Koningin-Moeder voorgesteld. Hierna ving de bezichtiging der tentoonstelling aan. Voor de afdeeling Volkenkunde werd H. M. voorgelicht door prof. Van Eerde en wat de afdeeling Handelsmuseum en Tropische Hy giëne betreft, door prof. De Bussy. WIJZIGING BEGROOTING NEDERLAND-INDIfi 1928. Memorie van Antwoord. Verschenen is de Memorie van Antwoord der Eerste Kamer over de wetsontwerpen tot goedkeuring van de besluiten van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië tot wijziging en aanvulling van de onderschei den afdeelingen van de begrooting van Ned.-Indië voor het dienstjaar 1928. De Minister betoogt daarin, dat de ex ploitatiekosten van watervliegtuigen veel hooger zijn dan die van landvliegluigen, terwijl het nuttig rendement veel lager is. Uit economische overwegingen verdienen de laatste daarom de voorkeur. Daarenboven vordert de outillage van een vlieghaven practisch ongeveer dezelfde uitgaven als fle inrichting van een vliegveld. Een interinsulair luchtverkeer, als is het voorloopig verslag bedoeld, zal zich aan de hand van de op te doene ervaring, geleidelijk dienen te ontwikkelen. Daarbij zal uiteraard ook van watervliegtuigen ge bruik moeten worden gemaakt. De onderhandelingen met de in het voor loopig verslag bedoelde combinatie hebben inderdaad haar beslag gekregen. Nopens 't ontwerp der overeenkomst is, behalve an dere autoriteiten, ook de commandant der zeemacht geraadpleegd. Ofschoon de verleening van concessies in Ned. Indië op luchtvaartgebied aan an dere ondernemingen in beginsel niet uit gesloten behoeft te worden geacht, zou daarvan, naar het oordeel van den Minister, slechts sprake kunnen zijn ten aanzien van trajecten, die niet voor exploitatie door de Ned. Ind. Luchtvaart-Maatschappij in aanmerking komen, zulks met het oog op de bij het bedrijf van deze maatschap pij betrokken geldelijken belangen van den lande. BEVORDERINGSWET VOOR DE LANDMACHT. In de memorie van antwoord aan 'de T\veed6 Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging van de bevorderingswet voor de landmacht 1902 zegt de minister van oorlog, dat het hem niet duidelijk is, hoe in de wettelijke uitbreiding der regeling van de bevordering bij keuze een verzwak king kan worden gezien van de rechtspositie der officieren. Volgens de tegenwoordige wet kan iedere minister een eigen stand punt innemen inzake de keuzebevordering. De voorgestede regeling beoogt nu; a. aan officieren, die aan bepaalde eischsn voldoen, een wetteljjken waarborg tot vóór- bevordering te bieden en daardoor den prikkel tot bijzondere inspanning in het leven te roepen; b. de grootte van den voorsprong voor allen, die aan de gestelde eischen voldoen, zooveel mogeljjk gelijk te maken; c. dat de hoogere rangen op jeugdiger leeftjjd dan tot dusver worden verkregen en worden bezet door hen, die daarop, op grond van htjp bekwaamheid, het meeste aanspraak kannen doen gelden. Een wetsontwerp tot wijziging van de bevorderingswet voor da zeemacht is in voorbereiding. De memorie is vergezeld van een nota van wijzigingen en een gewijzigd ontwerp van wet, alsmede van een afdruk van den beslaanden tekst met de voorgestelde ver anderingen. WEDUWEN- EN WEEZENPENSIOEN VOOR KLEERMAKERS-BUITENWERKERS. De heer Hiemstra heeft aan den minister van Oorlog de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Acht de minister het billijk, dat van de kleermakers-buitenwerkers, die, blijkens het antwoord van Zijn Excellentie op mijn, op 7 Juni jl. ingediende vragen, slechts bij wijze van gunst een pensioengratificatie ontvangen en aan wier nagelaten betrekkin gen door verzekering krachtens de bepalin gen der Invaliditeitswet alleen in bepaalde gevallen een en dan nog zeer lage uitkee- ring is gewaarborgd, een zelfde bedrag voor pensioenverzekering wordt afgehouden als van het vaste Rijkspersoneel, dat verzekerd is van eigen pensioen en van pensioen voor hun nagelaten betrekkingen? 2. Zou de minister nog niet eens willen overwegen of hier geen aanleiding is aan de nagelaten betrekkingen van de kleermakers- builenwerkers een zeker pensioen te verze- kren of, indien dit niet mogelijk is, den af trek van 8'/> pet. voor deze personen te ver minderen of geheel te laten vervallen? HET HALEN VAN MOSSELZAAD UIT DE ZUIDERZEE. Door den heer Drop zijn tot den Min. van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende schriftelijke vragen gericht: I. Wil de minister mededeelen om welke reden de Visscherij-inspectie heeft bepaald, dat de Zeeuwsche visschers slechts ge durende 6 weken in Mei en Juni mossel zaad van de Zuiderzee mogen halen, ter wijl tót nu de gelegenheid daartoe onbe perkt was? II. Weet de minister, dat deze maat regel een aantal visschers met kleine be drijven in hun broodwinning benadeelt, omdat dezen in den nu vastgestelden tijd in België zijn voor den verkoop van geteel- den mosselen, ten gevolge waarvan velen dus niet meer in de gelegenheid zullen zijn mosselzaad te halen? III. Wil de minister alsnog opheffing van de in vraag I genoemde beperking be vorderen? DE BENOEMING VAN DEN HEER COLIJN. Indien de heer H. Colijn zijn benoeming tot Tweede Kamerlid mocht aanvaarden, zal hij in de Eerste Kamer worden opgevolgd door den heer jhr. S. van Cittert, oud-Com missaris der Koningin in Gelderland, aan gezien zijn eerste opvolger, het oud-Eerste Kamerlid wijlen dr. H. Franssen te Zutphen, overleden is. Bedankt jhr. Van Cittert. dan is de heer H. Timmer te Meppel aan de beurt. Intusschen is het nog niet bekenif of de heer Colijn zijn benoeming zal aannemen. RIJKSSUBSIDIE T.B.C.-BESTRUDING. Mejuffrouw Groeneweg heeft den min. van Arbeid, Handel en Nijverheid de vol gende schriftelijke vraag gericht: Is de minister bereid te bepalen, dat van het Rijkssubsidie aan de plaatselijke ver- eenigingen tot bestrijding der tuberculose over 1928 en volgende jaren een zeker be drag mag besteed worden aan premies voor verzekering tegen geldelijke gevolgen van ziekte, ongeval, invaliditeit en ouderdom voor de plaatselijke huisbezoeksters en wijkverpleegster-huisbezoeksters, zooals Zijn Excellentie dit toestond bij schrijven van 8 April 1927 aan de provinciale vereeni- gingen in het belang van de provinciale huisbezoeksters? PLAATSEN VAN BAGAGE OP DE BALCONS DER ELECTRISCHE TREINEN. Per dienstorder maakt de Directie der Nederlandsche Spoorwegen aan het perso neel bekend, dat het plaatsen van bagage op de achterbalcons der electrische treinen ten strengste verboden is. Alléén op de voorbalcons mag zoo noodig bagage ge plaatst worden, maar dan zóó dat het niet hinderlijk ia voor de andere reizigers. VEREENIGING TER BEVORDERING VAN DE BELANGEN DES BOEKHANDELS. Jaarvergadering te Amsterdam. In Artis werd gisteren de algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging; ter bevordering van de belangen des boek bandels. Aan het jaarverslag ontleenen wij, dat de vereeniging op 31 December 701 gewone letten en 9 buitengewone leden telae. Dit verslag, zoowel als het financieel verslag werden goedgekeurd. Naar aanleiding van het verslag van da commissie van het Centraal Boekhuis maakte de heer Ruil enkele opmerkingen over de salarieering van het personeel. De voorzitter van deze commissie, de heer W. L. Brusse, antwoordde hierop, dat alle bezwaren, die bij het personeel bestonden in overleg met dat personeel zjjn opgelost. Ook het overwerk is geregeld met goed keuring van het personeel. De hierna volgende bestuursverkiezing had het volgende resultaat: In de vacature W, L. Brusse werd gekozen de heer W. J. Schillemans, in die van den heer Paul Njj- hoff werd gekozen de heer W. J. van Kam pen en in de vacature van den heer W. A. Petri werd gekozen de heer H. E. Stenfert Kroese. Vervolgens hield de vergadering zich bezig met huishoudelijke zaken, voor namelijk het wjjzigen van artikelen van ver schillende reglementen. Na afloop der bijeenkomst werd onder leiding van den heer A. B. Holkema een bezoek gebracht aan het Olympisch Stadion. VEREENIGING VAN GASFABRIKANTEN IN NEDERLAND. Deze vereeniging heeft vergaderd in Den Haag. Bij de bestuursverkiezing werden ge kozen: tot voorzitter, in de plaats van den heer Sissingh, die volgens de statuten moest aftreden, de heer J. A. A. Ochtman; tot be stuursleden de heeren G. M. Leignes Bak hoven en O. S Knottnerus; tot lid van ds commissie voor gaslevering op verren af stand de heer P. Hijdelaar. Besloten werd de volgende algemeen* vergadering te Vlissingen te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5