"splinter
Uitverkoop.
HE" MYSTERIE
VAN BEIVOIR-MANSIONS.
'aargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Jnni 1928
Vierde Blad
No. 20949
MODEPRAATJES
VAN EEN PARIS1ENNE.
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
F.UILLETON.
Water ook in de wereld verandert: de
etofdot blijlt voorloopig bestaan. Daarom
geef i) u hier een model stoidoekzakje, dat
u bestzelf maken kunt. Koop een lapje
gerstekrrel of ruitjesstof van 24 c.M. in
het viikant. Zet het vierkant op een punt.
vouw 6 beide zijpunten naar elkaar; mar
keer d<hierdoor ontstane driehoeken; vouw
nu de lp weer open en borduur een fanta
sie in ;ruissteek op de punten, die omge
slagen raren. Als dat klaar is, vouwt u de
hoeker weer om; uw zak heeft nu van
boven en open driehoek; werk daar drie
rijen hiissteken langs om als randje af te
makenZoom den bovensten driehoek om;
hecht e naar binnen geslagen punten aan
eikand', zet een klein beenen ringetje bo
ven aa den zak en een kwastje onder aan
de put, en u heeft een keurig stofdoek
zakje har. Het aardige van dit eenvoudige
handwik zit in de kleur-combinaties; die
kan iku niet voorschrijven, omdat ik de
tint varuw kamer niet ken; maar wanneer
uw klet en gordijnen bruin zijn, staat fel
oranje iet blauw er aardig bij; heeft u een
paarse amer, neem dan een zakje in di
verse nances geel; is de hoofdkleur van
uw karer groen, dan zal een roode zak er
goed tem uit komen.
Een mder practisch handwerk is een
gehaaktimarkttaach. Hiervoor heeft u noo-
dig: 45 Tam goudgele en 20 gram zwarte
eordonetijde.
De la:h wordt dan 33 c.M. in het vier
kant. Hik eerst een goudgelen band die
64 c.M. Ing en 27 c.M. breed is. In de eer
ste toer aakt u afwisselend één stokje, één
losse, totu in totaal 83 stokjes heeft. In de
tweede ter wéér afwisselend één stokje, één
losse, mir dan zóó, dat het stokje van
dezen tor op de losse van den vorigen valt.
Op die mnier haakt u veertig toeren, steeds
stokje enosse op elkaar laten vallen. Daar
na volgervier toeren van hetzelfde patroon:
één stokj, één losse met zwarte zij. Nu
haakt u Vee zijstukken op dezelfde wijze;
u vouwt iw eersten band over de helft dub
bel en nait de zijstukken er tusschen in.
Haak me zwarte zijde een picolrandjo
over de laden, zoodat deze niet meer
als „neten" worden gezien. Haak
een paar 37 c.M. lange hengsels en
naai ze o een afstand van 22 c.M. van
elkaar boen aan de tasch; ook de heng
sels worde gemaakt van één losse, een
stokje. Hl hangt er van af, of u veel
zware dingn in uw tasch wenscht mee te
dragen, ho breed u die hengsels maakt. Ik
raad u aaide tasch met geel sajet te voe
ren; dan iinl u er ook kleine pakjes in
meedragen, zonder angst te koesteren, dat
u ze ver li een zult
Terwijl i dit schrijf, is 't zóó bar koud
en nat, dai ik me eerder zou kunnen be-
RECLAME.
2430
grijpen in November te leven dan in de
lieve zomermaand maar 't weer is zoo
wisselvallig wie weet of 't niet heusch
zomer is, als u dit onder de oogen krijgtl
Zomer met warmte en zonneschijn een
Paradijs-vizioenl En als de echte zomer
komt, als 't heusch mooi, warm weer
wordt, dan gaat u naar buiten, dan zit u
op 't gras en dan komt u thuis met uw
witten rok vol groene vlekken! Huil er maar
niet om, want zoo erg is 't niet: ze zullen
geheel wegtrekken als u den rok even in een
zwakke oplossing van tinzout legt (tinoxy-
dul).
Dan verdwijnen de vlekken direct, maar
u moet den rok dadelijk daarna goed naspoe
len en uitdrukken, zoodat er geen griezeltje
van het zout meer in achter blijft.
Als u op een anderen zomerschen dag
vroolijk uit is geweest en dan op den terug
weg ontdekt, dat uw gekleurde zijden kou
sen Vol vuile vlekken zitten, behoeft u er u
evenmin iets van aan te trekken, want als
u ze even in koud water legt, waar wat
borax aan is toegevoegd, dan kunt u ze na
anderhalf a twee uur met sodavrije zeep
nawasschen, ze flink uitspoelen in schoon
water en ze laten drogen: de vlekken zul
len verdwenen zijn. Vóór de kousen droog
zijn, strijkt u ze dan aan den binnenkant op
leg er vooral een doek overheen: anders
tast de ijzerwarmte het zijden weefsel te
sterk aan.
In den goeden, ouden tijd bekommerde
men zich weinig om zijn borstels; die wer
den zelden of nooit schoongemaakt! Tegen
woordig ziet men het andere uiterste: de
borstels worden te vaak gereinigd, al te
dikwijls in het water gestoptl Het is niet
goed voor de haren, als u die zoo nat maakt.
Zij breken er van of verslappen; en zij la
ten uit den borstel los. Gebruik liever wat
droge zemelen of een beetje meel. Daar
worden ze ook prachtig helder van. Des
noods giet u wat benzine op een diep bord
(pas op voor vuur en licht!) en drukt de
borstelharen stijf tegen den bodem van het
bord. Sla den borstel daarna uit en reinig
de haren na met een beetje zemelen.
Hebt u van al die schoonmaak- en hand
werkjes honger gekregen? Dan een receptje
tot besluit: Montagne Russe, of te wel Rus
sische berg, een smakelijk dessert! Maak
een vanillevla van 1 liter koude melk, waar
u een beetje afnam om 60 gram custard-
poeder aan te maken; breng de rest van de
melk aan de kook; voeg er twee afge
streken lepels suiker bij en laat dan de
massa even doorkoken, doch blijf steeds
roeren. Neem nu l1/® ot\s zachte biscuits,
bestrijk die met jam en laat ze weeken in
een beetje madera. Als de vla bekoeld is,
legt u de uitgelekte biscuits in hoopjes van
drie, twee en één op een schotel en giet daar
de vla over uit, die dus over hooge en lage
stapeltjes loopt, golvend als een bergland!
Het staat heel aardig, als u de gele vla met
wat rose suiker bestrooit.
(Nadruk verboden}.
Parijs 20 Juni.
Er zijn elk seizoen steeds eenige dingen
waar de elegante Parisienne niet buiten
kan en waaraan zij bijzondere zorg wijdt;
dat zijn dezen zomer het jurkje van ge
bloemde crêpe, de sweater, de mouchoir
of de driehoek. Gebloemde of met andere
figuurtjes bedrukte crêpe de chine, dragen
we 's middags, en als we dat niet kunnen
betalen, nemen we voile; 's avonds mous
seline de 9oie of chiffon. Mouchoirs, d.z.
vierkante chAles, hebben we steeds bij
ons, maar voor iedere gelegenheid hebben
ze een ander karakter en passen we ze an
ders toe. Driehoeken of driehoekige gevou
wen vierkante ch&les 1 meter in 't vier
kant dragen we 's morgens om den hals
bij een tailleur, „petite robe" of tricot
pakje; ze zijn dan van crêpe de Chine met
moezen of Schotsche randen, of van shan
tung uit vierkante lapjes van allerlei groot
te en meestal in twee kleuren èn naturel
samengesteld. De groote zakdoek, 60 c.M
lang en breed, die we uit een van de on
derste zakjes van een tailleur of sport-
pakje laten hangen, is dikwijls van naturel
shantung, met een breeden rand van ge
kleurde shantung, bijv. donkerblauw of
rood, met blauw monogram bij rood of an
dersom; het monogram is natuurlijk in
een hoek van het naturel-vierkant gebor
duurd. Beige batist met fijne witte streep
jes rondom en een bruin monogram of
rose voile met donkerder rose strepen en
donker-rose letters zijn waschbaarder, dus
praktischer, dan bijv. bedrukte crêpe en
Cbine met effen rand of shantung met
donkere randen. Een elegant luxe-dingetje
is de avond-mouchoir, die óf heel groot
is en om de schouders wordt gedragen,
of kleiner, van gekleurde georgette met
bijv. een tullen rand of van zijden mousse
line met hoeken van kant en die we met
een héél klein knoopje en lusje om de
pols bevestigen. Sweaters, pullovers en
vesten zijn onmisbaar geworden, sedert
ochtend-kleeding synoniem is met „sport".
Pul lovers zonder mouwen dragen we over
een t „blouse chemisier", een sport-blouse
met das van toile de soie, crêpe de chine
of andere lichte blousestof op een geplis-
seerd rokje, zooals de blouse, of van cré-
pella-wollen crêpe. Die pullovers, die we
op een blouse dragen zijn héél diep uit
gesneden, van voren puntig of rond; ze
zijn gebreid of van jersey, met strepen om
de halsuitsnijding, de armsgaten en onder-
langs. Pullovers zónder blouse hebben
meestal mouwen en een kleine V vormige
hals; als ze géén mouwen hebben is er
meestal een vest of „cardigan mèt mouwen
bij. Sweaters passen (in Parijs tenminste!)
zooveel mogelijk bij de rokjes; heeft bijv.
de pullover, die van jersey is, ingeweven
randen, dan is het rokje van crêpe de chine
uit de hand bedrukt met dezelfde randen
en dan heeft de driehoekige of schuinge-
knipte chêle met de hand gedrukte geome
trische figuren in dezelfde tinten. Bij een
pullover mèt blouse dragen we meestal
geen ch&le, wèl bij sweaters en vesten
zonder kraagje. Sweaters hebben we niet
alleen bij rokken en blouses, maar ook
op de zgn. „petite robe" van crêpe de chine
of toile de soie, bijv. een blauw vest op
'n jurkje van blauw-geruite toile de soie
met kraagje; in de rok links en rechts 'n
groep plooien. Een gebreide sweater, geel
met rond klein décolleté op een geruite
rok, chale en ceintuurtje geruit Zwarte
gebreide sweater met V vormige hals; van
geruite toile de soie zijn de geplooide rok,
de groote driehoek om den hals en de
kleinere zakdoek, die uit een zakje hangt,
zwart centuurtje. Op een wit jurkje met
blousemouwen een vest zonder mouwen
van gele jersey (geel modekleur!) Bij een
rokje van zachtgroene crêpe de Chine een
jasje zonder mouwen op een witte blouse
van fijne crêpe of zijden mousseline. Ro-
dier, de groote stoffenfabrikant, die ook de
echte kasha heeft uitgevonden weeft stof
fen, speciaal voor jumpers of sweaters, bijv.
jersey, dat van onder tot bijna bovenaan de
zweater gestreept is; de strepen, die onderaan
bruin zijn, worden naar boven steeds lichter
tot bijna wit, op de mouwen hetzelfde.
Soms zijn die strepen recht, soms als blik
semschichten op en neer.
Kleine ingeweven figuurtjes en gebor
duurde motiefjes van metaal zijn nieuwer
nog dan de van donker tot licht overgaande
kleuren. Bij die met metaal, meest goud,
bewerkte jumpers ceintuurtjes van ver
gulde schubbetjes. Op een jumper van don
kere jersey staat frisch en pittig een rond
kraagje van wit linnen. Crépella. jersey en
crêpe de chine zijn dus de uitverkoren
stoffen voor sportieve pakjes.
Bij een donkerblauwe of zwarte tailleur:
een witte blouse, witte handschoenen, na
tuurlijk waschbaar, en een witte bloem of
een mouchoir van witte crêpe de chine met
donkerblauwe of zwarte streepjes rondom en
e'en donker monogram. De ochtendhand
schoenen schuiven over onze mouwen of ze
zijn kort en hebben rondom de pols een
riempje met metalen gespje.
Een ander nieuwtje is nog: een ring of
9chuifje, waardoor we de eitiden van onze
fichu halen, om hem op zijn plaats te*
houden: het is namelijk eleganter, de chöle
tegen den schouder, dan middenvoor te
knoopen.
De leeren tasch. die. open gemaakt, een
vierkante „muil" heeft, kent u zeker al wel;
hij is practisch om diet wijde opening.
COLINE.
SLECHTHOORENDEN IL
Een van de redenen van het verschil in
mentaliteit tusschen dooven en blinden is
misschien hierin gelegen, dat de vermin
dering van het gehoor aan de omgeving niet
zoo direct opvalt Vermindering van ge
zichtsvermogen gaat bijna altijd gepaard
met pogingen tot verbetering door middel
van een bril. In vele gevallen kan iemand
met zwak gezicht door de hulp van dien
bril zich oogenschijnlijk even goed redden
als een ander. Is dergelijke hulp evenwel
onmogelijk of wel hebben wij met het aller
ergste, blindheid te doen, dan is dit gebrek
opvallend voor de omgeving. Het gevoel van
hulpeloosheid, dat de blinde bij de omstaan-
ders opwekt, let wel,, ik zeg niet: dat hij
heeft, gaat al spoedig in medelijden over. Als
rege'l kan men aannemen, dat de blinde door
ieder diep beklaagd wordt.
Nu kan men niet zeggen, dat dit voor den
doove niet geldt. Als men van iemand weet.
dat hij absoluut doof is. zal men hem zeker
evenzeer beklagen. Alleen, die doofheid
blijkt niet dadelijk. En bij slechthoorenden
in mindere graden begint men allicht toch
eerst nog te probeeren of men zich ver
staanbaar kan maken.
Tusschen iets zien en ie"ts verstaan be
staat alweer groot verschil. Bij zien is het
gewoonliik zoo: men ziet het of men ziet het
niet, daarmee uit. Verstaanbaar maken ge
lukt soms zelfs niet tusschen iemand met
normale spraakorganen. Ongewoon met
klank- en woordvorming, met de wijze van
uitdrukking, met bepaalde eigenaardigheden
zooals het dialect, gelukt het dikwijls maar
zeer matig om een onbekenden spreker dade
lijk feilloos te verstaan. Jantje Secuur zal
dikwijls, nadat bij een zin gehoord heeft,
voor alle zekerheid nog eens vragen: U
zegtu bedoeltverslond ik u
goed.En dat is nog niet zoo dwaas, want
hoe dikwijls komt het niet voor, dat een
zin of woord verkeerd verstaan of begrepen
wordt. Voor de oogen zal men vergeefs naar
iets overeenkomstigs zoeken.
Zoo kan het dan gebeuren, dat de slecht-
hoorende, die merkwaardig genoeg, in vele
gevallen nog langen tijd probeert, zijn ge
brek te verbergen, het tot hem gezegde half
of verkeert hoort en dat daardoor allerlei
misverstanden ontstaan. Ieder kent wel
anecdotes op dit gebied.
Komen dergelijke misverstanden dikwijls
voor, dan stemt dit den patiënt onaange
naam. Is er een grappige kant aan het ge
val. dan gelooft hij gemakkelijk dat men een
loopje met hem neemt. Gelukt het hem niet.
zich hierover heen te' zetten, dan wordt hij
allicht karig in zijn woorden, neemt minder
deel aan een algemeen gesprek, trekt zich
terug en gelooft ten slotte, hetgeen niet juist
maar psychologisch verklaarbaar is. dat
men hem laat liggen. Een zoodanige stem
ming wordt menigmaal bij hardhoorenden
aangetroffen.
Gelukkig niet altijd. Er zijn er. die hun
leed met moed en opgewektheid dragen, het
niet pogen te verbergen (waarom zouden
zij ook?) en van dezen is de drang tot
samenwerking uitgegaan, teneinde hun lot
te verbeteren en het leven in de groote
maatschappij minder bezwaarlijk te maken.
Een belangrijk bezwaar voor den slecht-
hoorende zijn de verkeersmoeilijkheden Nu
de motor het sneiverkeer zoo buitengemeen
sterk heeft uitgebreid, wordt voor hem die
aan het snelverkeer meedoet, een aparte
studie vereischt om alle regelen van het
verkeer in zich op te" nemen en wie er
persoonlijk buiten blijft, moet haast nog
meer oppassen, dat hij niet als slachtoffer
van de moderne jacht naar snelheid valt.
Opletten is de boodschap, opletten met het
gezicht, maar ook met het gehoor. Op een
druk punt. waar een verkeersagent den
scepter zwaait, kan men in den regel met
't gezicht volstaan. Indien men zijn. immers
door zichtbare teekens gegeven, bevelen
nauwkeurig opvolgt, is het gevaar voor on
gelukken niet groot meer. Maar niet overal
is een verkeersagent. En voor hetgeen van
achter nadert, blijft wel geen ander middel
over dan door geluidsignalen zijn komst aan
te kondigen. De doove kan het niet hooren,
maar erger is. dat hij die zijn signaal geeft,
niet weet, dat de persoon daar voor hem,
het signaal niet hooren kan. De vereeniging
heeft hierop het middel bedacht, dat de
slechthoorende door een bepaald teeken
(S. H.) op zijn rug of op de achterzijde van
zijn middel van vervoer de aandacht op
zijn gebrek kan vestigen. Zeker een middel
van waarde, vooral, wanneer het nog meer
bij de geheele bevolking bekend wordt en
wanneer ieder er zich dan ook naar gedraagt
De meeste oorzaken voor verminderde ge-i
hoorscherpte zijn moeilijk voor genezing
vatbaar. Dit «reldt niet voor de voorbijgaande
doofheid als gevolg van een verkoudheid,
welke van de keelholte door de buis van
Eustachius ook het middenoor bezoekt, doch
met die verkoudheid na enkele dagen weer
verdwijnt Maar wanneer bepaalde deelen
zijn verdwenen door eenig ontstekingsproces
of de geleidende organen hun weekheid heb
ben verloren, dan is daar dikwijls niet veel
meer aan te doen. Evenwel, in dat geval kan
het eigenlijke gehoororgaan, het slakkenhuis
nog gaaf zijn. Als dat buiten dienst is. als 't
orgaan van Gorti niet me*er werkt, dan is
geen hulp meer mogelijk. Maar anders
moeten wij probeeren, de geluidstrillingen
toch nog tot in dat orgaan voort te geleiden.
Allerlei middelen zijn daarvoor gebruikt. In
de eerste plaats allerlei horenvormige appai
raten, waardoor a. h. w. een grootere hoe-»
veelheid trillingen in den gehoorgang wor-«
den opgevangen en geconcentreerd. De een-i
voudigste vorm daarvan is wel de hol ge^
bogen hand achter tegen de oorschelp gele-gd
om zoo het geluid in den gehoorgang te
voeren. Een ander middel is het tusschen
de tanden vatten van een dunne plaat. De
trillingen van de plaat worden dan aan den
schedel medegedeeld en kunnen aldus in
het inwendige oor tot waarneming komen.
Een eigenaardig verschijnsel bij lijders aan
sklerose is, dat zij dikwijls beter hooren*
znodra zij in een rammelend voertuie zitten.
Dit moet aldus verklaard worden, dat dan
alle de<elen in sterke trilling worden ge
bracht en dat dan de door het spreken toe
gevoegde trillingen nu tevens tot waar-i
neming kunnen komen. In den laatsten tijd
is groote verbetering gekomen door de moge^
lijkheid om langs electrischen wefc zwakke
trillingen te versterken (microfoon). In
vele gevallen kan zulk een apparaat inder
daad groote diensten bewijzen. De kosten
van aanschaffing zijn wel hooger dan voor
een gehoorbuis of -trefchter, maar toch voor
de meesten nog wel bereikbaar. En het toe-,
stel kan zoo geplaatst of bevestigd worden,
dat het geen hinder van beteekenis oplevert.
Maar nog eens, alleen de geleiding der ge-
Juidsgolven kan verbeterd worden. Het
vermogen om te hooren moet niet aangetast
zijn. Het is daarom raadzaam, dergelijke toe
stellen niet aan te schaffen dan nadat men
door een werkelijk deskundige', dus een oor-
arts. zich nauwkeurig heeft laten voor
lichten.
H. A. S.
Uit het Enelsch van BEN BOLT.
Door een abus is gisteren het feuilleton
door elkaar gerakt Wij herplaatsen daar
om feuilleton No. 46 en geven tevens
daarbij een venilg, om onze lezers niet de
dupe van deze 'ergissing te doen worden.
46) i
Onverschrokkei wilde hij opnieuw be
ginnen, toen hij over het houtwerk boven
zijn hoofd zware voetstappen hooide: even
daarna zag hij ht licht van een lantaarn
en een man mei een baard, die naar be
neden keek.
Is daar ierrwd?
Maak de «eur open als u kunt,
schreeuwde Tracy Hier is nog iemand, die,
geloof ik, zwaar «ewond is.
Ja!
De baard verdreen, doch aan het ge-
schuivel van de \ieten hoorde hij, dat de
man er nog was.
Daarop schreeuvde een stem hem toe:
Pas opl
Tracy bukte zich en zag. dat de deur als
een luik boven zijrij hoofd opeü ging. Maar
blijkbaar kon de m?b haar niet langer hou
den. want mpt een shak sloeg ze weer dicht
en alles waf er not?, aan glas in het raam
gebleven was. viel (aar beneden: een der
stukken bracht hem een snee in de wang
toe. Toen zag hij. dat de deur opnieuw open
ging en ditmaal slaagde de poging- de zware
deur viel tegen den zijkant van het rijtuig,
waardoor een nieuwe stortbui van glas naar
beneden kwam. ditmaal uit het zijraam. Nu
verscheen de redder zelf en hij hield zijn
lantaarn zoo, dat het licht in de ruimte
viel, die veel op een diepen put geleek.
Kunt u dien heer overeind helpen,
meneer?
Ik zal 't probeeren, antwoordde Tracy.
Maar om Godswil, gauw. De wagen
hiernaast staatrin brand als deze wagen
vlam vat, brandt hij op als een lucifers
doosje.
Aan een schelle gloed boven zijn hoofd,
die de coupé verlichtte, zag Tracy dat hij
zich haasten moest. Hij klom naar beneden,
en met de beenen wijd uit elkaar staande
op het houten beschot onder de ramen,
deed hij zijn best om de bewustelooze op te
trekken. Als u hem bij de kraag kunt
pakken schreeuwde hij tegen den man
met den baard en trok het ineengezakte
lichaam op.
De man boven hem, die met zijn buik op
den rand van het raam lag en halverwege
in de coupé hing. greep de bewustelooze bij
de jas vast en begon te trekken; Tracy zette
zijn schouders onder het slachtoffer en
duwde het omhoog. In korten tijd hadden
ze het slappe lichaam uit de coupé gewerkt.
Ook Tracy klauterde er nu uit en hijgend
van de groote inspanning zeeg hij op de
knieën op den zijwand van het rijtuig en
hij voelde alles om zich heen in het rond
draaien
Hou je goed. meneer! klonk de stem
van den redder, die hem bij den schouder
greep.
Met groote moeite hield hij zich staande
en eeret toen de vlammen uit de vernielde
eerste wagen sloegen en hel tooneel met
een angstig fantastischen toortsgloed ver
lichtten. drong de volle omvang van do
ramp lot hem door. Door de mist en de tel
kens ontsnappende stoom zag hij de loco
motief van zijn eigen trein omhoog staan
als een steigerend voorwereldlijk monster.
Het voorste deel rustte op een andere loco
motief, die door den schok van den botsing
half was omgekanteld en op haar eene zijde
lag. Iets verder zag hij vaag een groote
puinhoop waar tegen de vlammen opklom
men. terwijl de brandende wagen naast hem
een felle hitte verspreidde. Gegil, gekreun,
vloeken en geschreeuw van de verbijsterde
passagiers vermengde zich met het geloei
en gestamp der machines. Mannen en vrou
wen liepen als krankzinnigen heen en weer
op de rails en er lagen reeds verscheidene
gewonden op de berm van den weg, waar
de enkele mannen, die het hoofd niet ver
loren hadden, ze hadden neer gelegd. Tracy
hoorde de stem van den man die hem te
hulp was gekomen.
Hier is er een Jim, die er nogal slecht
aan toe is. Ik zal hem naar beneden laten
zakken als je zoo ver bent.
Goed.
Tracy zag dat de man den bewustelooze
reeds over de voetplank tilde en hij kroop
vooruit om hem te helpen Het duurde maar
even of van beneden werd geroepen dat het
vrachtje was aangekomen.
In orde Tom! Nog meer?
Neen! Hier is nog een heer. maar die
kan alleen wei naar beneden komen Deze
wagen is nu leeg Goddank!
Toen dn man dil zei dacht Tracy opeens
aan de donkere mooie vtouw die in gezel
schap van zijn aanrander was geweest
Er was ook een dame, sprak hij snel.
In de eerste coupé. Hebt u die al?
Een dame? Groote God! Neen! Wacht
nog even, Jim, riep hij en voorzichtig liep
hij er heen.
Tracy, weer overeind gekomen, volgde;
hij werd bijna bevangen door de hitte van
den brandenden wagen naast de hunne. Bij
de verbrijzelde deur van de coupé gekomen
wees de spoorwegbeambte met een kreet
van ontzetting naar het versplinterde hout
werk aan het vooreinde van den wagen
waar de blauwe met rook omhulde vlam
men zich tegen op kronkelden.
Hemel deze wagen staat ook in
brand.
De man die tot op dit oogenblik bijzonder
vee! zelfbeheersching aan den dag had ge
legd, scheen als verlamd van ontzetting.
Tracy riep hem weer bij het werk dat ge
daan moest worden.
Je lantaarn, gauw manl
De man begreep hem en hield de lantaarn
omlaag door het verbrijzelde raam, terwijl
zij allebei naar binnen tuurden. De coupé
lag vol met versplinterd hout, een der zit
plaatsen was heelemaal naar voren gescho
ven, zoodat er slechts een uiterste kleine
ruimte was overgebleven, als doorgang.
Leeg. Goddankl De dame is zeker.
Neen! Daar is ze. In de doorgang, riep
Tracy heftig.
Dan mag God haar genadig zijn. Ze
zal verbranden. We kunnen er haar nooit
uit krijgen.
Maar man het moet. We kunnen haar
toch niet aan haar lot.
Voor geen millioen ga ik er in, meneer,
zei de man huiverend. Wie weet of we
weer uit dat wrakke ding kunnen komen en
binnen vijf minuten zal het in brand....
Gauw maar, hierlangs, riep Tracy.
Je hoeft me alleen maar te helpen. Ik zal
het werk wel doen.
Maar hoe.
Door de gang als die open is! ant
woordde Tracy, terwijl hij weer terugstrom-
pelde naar de coupé, waaruit hij zoo even
was ontkomen.
Zonder een oogenblik te aarzelen klom hij
er weer in. Het compartiment was bezaaid
met glas eD wat hij ging doen was gevaarlijk
en pijnlijk, maar hij drong vooruit in het
halve duister. Een rookwalm sloeg hem in
het gezicht waardoor hij telkens moest hoes
ten en tweemaal werden zijn knieën onder
het voortkruipen door het glas verwond.
Gelukkig lagen er alleen maar wat kleine
stukken versplinterd hout in de gang en in
zeer korten tijd had hij de vrouw bereikt.
Zij was bewusteloos, waarschijnlijk ten ge
volge van den schok, waardoor ze buiten de
coupé in de gang was geworpen, en dit had
haar het leven gered.
Gedurende één oogenblik stond hij stil,
nadenkend over wat hij moest doen. en ter
wijl hij daar zoo op de knieën lag, zag hij
hoe. nog geen meter van hem af. het vuur
reeds gan het houtwerk lekte, waar kleine
vlammetjes tegen opkronkelden.
Hij keek niet verder Nadat hij de vrouw
op haar rug had gelegd begon hij kruipend
den terugtocht terwijl hij haar telkens een
klein eindje achter zich voortsleepte Een
dikke rookwolk die hem bijna verstikte,
kronkeldp nu door de gang en in zijn ooren
klonk het geklptter van brandend hout als
een helsch vreudgevuur Ten slotte bereikte
hij met inspanning van al zijn krachten de
laatste coupé, waar hij den man gewaar
werd die hem met de lantaarn in de hand
opwachtte.