"splinter Uitverkoop. HE" MYSTERIE VAN BEIVOIR-MANSIONS. 'aargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Jnni 1928 Vierde Blad No. 20949 MODEPRAATJES VAN EEN PARIS1ENNE. GENEESKUNDIGE BRIEVEN. F.UILLETON. Water ook in de wereld verandert: de etofdot blijlt voorloopig bestaan. Daarom geef i) u hier een model stoidoekzakje, dat u bestzelf maken kunt. Koop een lapje gerstekrrel of ruitjesstof van 24 c.M. in het viikant. Zet het vierkant op een punt. vouw 6 beide zijpunten naar elkaar; mar keer d<hierdoor ontstane driehoeken; vouw nu de lp weer open en borduur een fanta sie in ;ruissteek op de punten, die omge slagen raren. Als dat klaar is, vouwt u de hoeker weer om; uw zak heeft nu van boven en open driehoek; werk daar drie rijen hiissteken langs om als randje af te makenZoom den bovensten driehoek om; hecht e naar binnen geslagen punten aan eikand', zet een klein beenen ringetje bo ven aa den zak en een kwastje onder aan de put, en u heeft een keurig stofdoek zakje har. Het aardige van dit eenvoudige handwik zit in de kleur-combinaties; die kan iku niet voorschrijven, omdat ik de tint varuw kamer niet ken; maar wanneer uw klet en gordijnen bruin zijn, staat fel oranje iet blauw er aardig bij; heeft u een paarse amer, neem dan een zakje in di verse nances geel; is de hoofdkleur van uw karer groen, dan zal een roode zak er goed tem uit komen. Een mder practisch handwerk is een gehaaktimarkttaach. Hiervoor heeft u noo- dig: 45 Tam goudgele en 20 gram zwarte eordonetijde. De la:h wordt dan 33 c.M. in het vier kant. Hik eerst een goudgelen band die 64 c.M. Ing en 27 c.M. breed is. In de eer ste toer aakt u afwisselend één stokje, één losse, totu in totaal 83 stokjes heeft. In de tweede ter wéér afwisselend één stokje, één losse, mir dan zóó, dat het stokje van dezen tor op de losse van den vorigen valt. Op die mnier haakt u veertig toeren, steeds stokje enosse op elkaar laten vallen. Daar na volgervier toeren van hetzelfde patroon: één stokj, één losse met zwarte zij. Nu haakt u Vee zijstukken op dezelfde wijze; u vouwt iw eersten band over de helft dub bel en nait de zijstukken er tusschen in. Haak me zwarte zijde een picolrandjo over de laden, zoodat deze niet meer als „neten" worden gezien. Haak een paar 37 c.M. lange hengsels en naai ze o een afstand van 22 c.M. van elkaar boen aan de tasch; ook de heng sels worde gemaakt van één losse, een stokje. Hl hangt er van af, of u veel zware dingn in uw tasch wenscht mee te dragen, ho breed u die hengsels maakt. Ik raad u aaide tasch met geel sajet te voe ren; dan iinl u er ook kleine pakjes in meedragen, zonder angst te koesteren, dat u ze ver li een zult Terwijl i dit schrijf, is 't zóó bar koud en nat, dai ik me eerder zou kunnen be- RECLAME. 2430 grijpen in November te leven dan in de lieve zomermaand maar 't weer is zoo wisselvallig wie weet of 't niet heusch zomer is, als u dit onder de oogen krijgtl Zomer met warmte en zonneschijn een Paradijs-vizioenl En als de echte zomer komt, als 't heusch mooi, warm weer wordt, dan gaat u naar buiten, dan zit u op 't gras en dan komt u thuis met uw witten rok vol groene vlekken! Huil er maar niet om, want zoo erg is 't niet: ze zullen geheel wegtrekken als u den rok even in een zwakke oplossing van tinzout legt (tinoxy- dul). Dan verdwijnen de vlekken direct, maar u moet den rok dadelijk daarna goed naspoe len en uitdrukken, zoodat er geen griezeltje van het zout meer in achter blijft. Als u op een anderen zomerschen dag vroolijk uit is geweest en dan op den terug weg ontdekt, dat uw gekleurde zijden kou sen Vol vuile vlekken zitten, behoeft u er u evenmin iets van aan te trekken, want als u ze even in koud water legt, waar wat borax aan is toegevoegd, dan kunt u ze na anderhalf a twee uur met sodavrije zeep nawasschen, ze flink uitspoelen in schoon water en ze laten drogen: de vlekken zul len verdwenen zijn. Vóór de kousen droog zijn, strijkt u ze dan aan den binnenkant op leg er vooral een doek overheen: anders tast de ijzerwarmte het zijden weefsel te sterk aan. In den goeden, ouden tijd bekommerde men zich weinig om zijn borstels; die wer den zelden of nooit schoongemaakt! Tegen woordig ziet men het andere uiterste: de borstels worden te vaak gereinigd, al te dikwijls in het water gestoptl Het is niet goed voor de haren, als u die zoo nat maakt. Zij breken er van of verslappen; en zij la ten uit den borstel los. Gebruik liever wat droge zemelen of een beetje meel. Daar worden ze ook prachtig helder van. Des noods giet u wat benzine op een diep bord (pas op voor vuur en licht!) en drukt de borstelharen stijf tegen den bodem van het bord. Sla den borstel daarna uit en reinig de haren na met een beetje zemelen. Hebt u van al die schoonmaak- en hand werkjes honger gekregen? Dan een receptje tot besluit: Montagne Russe, of te wel Rus sische berg, een smakelijk dessert! Maak een vanillevla van 1 liter koude melk, waar u een beetje afnam om 60 gram custard- poeder aan te maken; breng de rest van de melk aan de kook; voeg er twee afge streken lepels suiker bij en laat dan de massa even doorkoken, doch blijf steeds roeren. Neem nu l1/® ot\s zachte biscuits, bestrijk die met jam en laat ze weeken in een beetje madera. Als de vla bekoeld is, legt u de uitgelekte biscuits in hoopjes van drie, twee en één op een schotel en giet daar de vla over uit, die dus over hooge en lage stapeltjes loopt, golvend als een bergland! Het staat heel aardig, als u de gele vla met wat rose suiker bestrooit. (Nadruk verboden}. Parijs 20 Juni. Er zijn elk seizoen steeds eenige dingen waar de elegante Parisienne niet buiten kan en waaraan zij bijzondere zorg wijdt; dat zijn dezen zomer het jurkje van ge bloemde crêpe, de sweater, de mouchoir of de driehoek. Gebloemde of met andere figuurtjes bedrukte crêpe de chine, dragen we 's middags, en als we dat niet kunnen betalen, nemen we voile; 's avonds mous seline de 9oie of chiffon. Mouchoirs, d.z. vierkante chAles, hebben we steeds bij ons, maar voor iedere gelegenheid hebben ze een ander karakter en passen we ze an ders toe. Driehoeken of driehoekige gevou wen vierkante ch&les 1 meter in 't vier kant dragen we 's morgens om den hals bij een tailleur, „petite robe" of tricot pakje; ze zijn dan van crêpe de Chine met moezen of Schotsche randen, of van shan tung uit vierkante lapjes van allerlei groot te en meestal in twee kleuren èn naturel samengesteld. De groote zakdoek, 60 c.M lang en breed, die we uit een van de on derste zakjes van een tailleur of sport- pakje laten hangen, is dikwijls van naturel shantung, met een breeden rand van ge kleurde shantung, bijv. donkerblauw of rood, met blauw monogram bij rood of an dersom; het monogram is natuurlijk in een hoek van het naturel-vierkant gebor duurd. Beige batist met fijne witte streep jes rondom en een bruin monogram of rose voile met donkerder rose strepen en donker-rose letters zijn waschbaarder, dus praktischer, dan bijv. bedrukte crêpe en Cbine met effen rand of shantung met donkere randen. Een elegant luxe-dingetje is de avond-mouchoir, die óf heel groot is en om de schouders wordt gedragen, of kleiner, van gekleurde georgette met bijv. een tullen rand of van zijden mousse line met hoeken van kant en die we met een héél klein knoopje en lusje om de pols bevestigen. Sweaters, pullovers en vesten zijn onmisbaar geworden, sedert ochtend-kleeding synoniem is met „sport". Pul lovers zonder mouwen dragen we over een t „blouse chemisier", een sport-blouse met das van toile de soie, crêpe de chine of andere lichte blousestof op een geplis- seerd rokje, zooals de blouse, of van cré- pella-wollen crêpe. Die pullovers, die we op een blouse dragen zijn héél diep uit gesneden, van voren puntig of rond; ze zijn gebreid of van jersey, met strepen om de halsuitsnijding, de armsgaten en onder- langs. Pullovers zónder blouse hebben meestal mouwen en een kleine V vormige hals; als ze géén mouwen hebben is er meestal een vest of „cardigan mèt mouwen bij. Sweaters passen (in Parijs tenminste!) zooveel mogelijk bij de rokjes; heeft bijv. de pullover, die van jersey is, ingeweven randen, dan is het rokje van crêpe de chine uit de hand bedrukt met dezelfde randen en dan heeft de driehoekige of schuinge- knipte chêle met de hand gedrukte geome trische figuren in dezelfde tinten. Bij een pullover mèt blouse dragen we meestal geen ch&le, wèl bij sweaters en vesten zonder kraagje. Sweaters hebben we niet alleen bij rokken en blouses, maar ook op de zgn. „petite robe" van crêpe de chine of toile de soie, bijv. een blauw vest op 'n jurkje van blauw-geruite toile de soie met kraagje; in de rok links en rechts 'n groep plooien. Een gebreide sweater, geel met rond klein décolleté op een geruite rok, chale en ceintuurtje geruit Zwarte gebreide sweater met V vormige hals; van geruite toile de soie zijn de geplooide rok, de groote driehoek om den hals en de kleinere zakdoek, die uit een zakje hangt, zwart centuurtje. Op een wit jurkje met blousemouwen een vest zonder mouwen van gele jersey (geel modekleur!) Bij een rokje van zachtgroene crêpe de Chine een jasje zonder mouwen op een witte blouse van fijne crêpe of zijden mousseline. Ro- dier, de groote stoffenfabrikant, die ook de echte kasha heeft uitgevonden weeft stof fen, speciaal voor jumpers of sweaters, bijv. jersey, dat van onder tot bijna bovenaan de zweater gestreept is; de strepen, die onderaan bruin zijn, worden naar boven steeds lichter tot bijna wit, op de mouwen hetzelfde. Soms zijn die strepen recht, soms als blik semschichten op en neer. Kleine ingeweven figuurtjes en gebor duurde motiefjes van metaal zijn nieuwer nog dan de van donker tot licht overgaande kleuren. Bij die met metaal, meest goud, bewerkte jumpers ceintuurtjes van ver gulde schubbetjes. Op een jumper van don kere jersey staat frisch en pittig een rond kraagje van wit linnen. Crépella. jersey en crêpe de chine zijn dus de uitverkoren stoffen voor sportieve pakjes. Bij een donkerblauwe of zwarte tailleur: een witte blouse, witte handschoenen, na tuurlijk waschbaar, en een witte bloem of een mouchoir van witte crêpe de chine met donkerblauwe of zwarte streepjes rondom en e'en donker monogram. De ochtendhand schoenen schuiven over onze mouwen of ze zijn kort en hebben rondom de pols een riempje met metalen gespje. Een ander nieuwtje is nog: een ring of 9chuifje, waardoor we de eitiden van onze fichu halen, om hem op zijn plaats te* houden: het is namelijk eleganter, de chöle tegen den schouder, dan middenvoor te knoopen. De leeren tasch. die. open gemaakt, een vierkante „muil" heeft, kent u zeker al wel; hij is practisch om diet wijde opening. COLINE. SLECHTHOORENDEN IL Een van de redenen van het verschil in mentaliteit tusschen dooven en blinden is misschien hierin gelegen, dat de vermin dering van het gehoor aan de omgeving niet zoo direct opvalt Vermindering van ge zichtsvermogen gaat bijna altijd gepaard met pogingen tot verbetering door middel van een bril. In vele gevallen kan iemand met zwak gezicht door de hulp van dien bril zich oogenschijnlijk even goed redden als een ander. Is dergelijke hulp evenwel onmogelijk of wel hebben wij met het aller ergste, blindheid te doen, dan is dit gebrek opvallend voor de omgeving. Het gevoel van hulpeloosheid, dat de blinde bij de omstaan- ders opwekt, let wel,, ik zeg niet: dat hij heeft, gaat al spoedig in medelijden over. Als rege'l kan men aannemen, dat de blinde door ieder diep beklaagd wordt. Nu kan men niet zeggen, dat dit voor den doove niet geldt. Als men van iemand weet. dat hij absoluut doof is. zal men hem zeker evenzeer beklagen. Alleen, die doofheid blijkt niet dadelijk. En bij slechthoorenden in mindere graden begint men allicht toch eerst nog te probeeren of men zich ver staanbaar kan maken. Tusschen iets zien en ie"ts verstaan be staat alweer groot verschil. Bij zien is het gewoonliik zoo: men ziet het of men ziet het niet, daarmee uit. Verstaanbaar maken ge lukt soms zelfs niet tusschen iemand met normale spraakorganen. Ongewoon met klank- en woordvorming, met de wijze van uitdrukking, met bepaalde eigenaardigheden zooals het dialect, gelukt het dikwijls maar zeer matig om een onbekenden spreker dade lijk feilloos te verstaan. Jantje Secuur zal dikwijls, nadat bij een zin gehoord heeft, voor alle zekerheid nog eens vragen: U zegtu bedoeltverslond ik u goed.En dat is nog niet zoo dwaas, want hoe dikwijls komt het niet voor, dat een zin of woord verkeerd verstaan of begrepen wordt. Voor de oogen zal men vergeefs naar iets overeenkomstigs zoeken. Zoo kan het dan gebeuren, dat de slecht- hoorende, die merkwaardig genoeg, in vele gevallen nog langen tijd probeert, zijn ge brek te verbergen, het tot hem gezegde half of verkeert hoort en dat daardoor allerlei misverstanden ontstaan. Ieder kent wel anecdotes op dit gebied. Komen dergelijke misverstanden dikwijls voor, dan stemt dit den patiënt onaange naam. Is er een grappige kant aan het ge val. dan gelooft hij gemakkelijk dat men een loopje met hem neemt. Gelukt het hem niet. zich hierover heen te' zetten, dan wordt hij allicht karig in zijn woorden, neemt minder deel aan een algemeen gesprek, trekt zich terug en gelooft ten slotte, hetgeen niet juist maar psychologisch verklaarbaar is. dat men hem laat liggen. Een zoodanige stem ming wordt menigmaal bij hardhoorenden aangetroffen. Gelukkig niet altijd. Er zijn er. die hun leed met moed en opgewektheid dragen, het niet pogen te verbergen (waarom zouden zij ook?) en van dezen is de drang tot samenwerking uitgegaan, teneinde hun lot te verbeteren en het leven in de groote maatschappij minder bezwaarlijk te maken. Een belangrijk bezwaar voor den slecht- hoorende zijn de verkeersmoeilijkheden Nu de motor het sneiverkeer zoo buitengemeen sterk heeft uitgebreid, wordt voor hem die aan het snelverkeer meedoet, een aparte studie vereischt om alle regelen van het verkeer in zich op te" nemen en wie er persoonlijk buiten blijft, moet haast nog meer oppassen, dat hij niet als slachtoffer van de moderne jacht naar snelheid valt. Opletten is de boodschap, opletten met het gezicht, maar ook met het gehoor. Op een druk punt. waar een verkeersagent den scepter zwaait, kan men in den regel met 't gezicht volstaan. Indien men zijn. immers door zichtbare teekens gegeven, bevelen nauwkeurig opvolgt, is het gevaar voor on gelukken niet groot meer. Maar niet overal is een verkeersagent. En voor hetgeen van achter nadert, blijft wel geen ander middel over dan door geluidsignalen zijn komst aan te kondigen. De doove kan het niet hooren, maar erger is. dat hij die zijn signaal geeft, niet weet, dat de persoon daar voor hem, het signaal niet hooren kan. De vereeniging heeft hierop het middel bedacht, dat de slechthoorende door een bepaald teeken (S. H.) op zijn rug of op de achterzijde van zijn middel van vervoer de aandacht op zijn gebrek kan vestigen. Zeker een middel van waarde, vooral, wanneer het nog meer bij de geheele bevolking bekend wordt en wanneer ieder er zich dan ook naar gedraagt De meeste oorzaken voor verminderde ge-i hoorscherpte zijn moeilijk voor genezing vatbaar. Dit «reldt niet voor de voorbijgaande doofheid als gevolg van een verkoudheid, welke van de keelholte door de buis van Eustachius ook het middenoor bezoekt, doch met die verkoudheid na enkele dagen weer verdwijnt Maar wanneer bepaalde deelen zijn verdwenen door eenig ontstekingsproces of de geleidende organen hun weekheid heb ben verloren, dan is daar dikwijls niet veel meer aan te doen. Evenwel, in dat geval kan het eigenlijke gehoororgaan, het slakkenhuis nog gaaf zijn. Als dat buiten dienst is. als 't orgaan van Gorti niet me*er werkt, dan is geen hulp meer mogelijk. Maar anders moeten wij probeeren, de geluidstrillingen toch nog tot in dat orgaan voort te geleiden. Allerlei middelen zijn daarvoor gebruikt. In de eerste plaats allerlei horenvormige appai raten, waardoor a. h. w. een grootere hoe-» veelheid trillingen in den gehoorgang wor-« den opgevangen en geconcentreerd. De een-i voudigste vorm daarvan is wel de hol ge^ bogen hand achter tegen de oorschelp gele-gd om zoo het geluid in den gehoorgang te voeren. Een ander middel is het tusschen de tanden vatten van een dunne plaat. De trillingen van de plaat worden dan aan den schedel medegedeeld en kunnen aldus in het inwendige oor tot waarneming komen. Een eigenaardig verschijnsel bij lijders aan sklerose is, dat zij dikwijls beter hooren* znodra zij in een rammelend voertuie zitten. Dit moet aldus verklaard worden, dat dan alle de<elen in sterke trilling worden ge bracht en dat dan de door het spreken toe gevoegde trillingen nu tevens tot waar-i neming kunnen komen. In den laatsten tijd is groote verbetering gekomen door de moge^ lijkheid om langs electrischen wefc zwakke trillingen te versterken (microfoon). In vele gevallen kan zulk een apparaat inder daad groote diensten bewijzen. De kosten van aanschaffing zijn wel hooger dan voor een gehoorbuis of -trefchter, maar toch voor de meesten nog wel bereikbaar. En het toe-, stel kan zoo geplaatst of bevestigd worden, dat het geen hinder van beteekenis oplevert. Maar nog eens, alleen de geleiding der ge- Juidsgolven kan verbeterd worden. Het vermogen om te hooren moet niet aangetast zijn. Het is daarom raadzaam, dergelijke toe stellen niet aan te schaffen dan nadat men door een werkelijk deskundige', dus een oor- arts. zich nauwkeurig heeft laten voor lichten. H. A. S. Uit het Enelsch van BEN BOLT. Door een abus is gisteren het feuilleton door elkaar gerakt Wij herplaatsen daar om feuilleton No. 46 en geven tevens daarbij een venilg, om onze lezers niet de dupe van deze 'ergissing te doen worden. 46) i Onverschrokkei wilde hij opnieuw be ginnen, toen hij over het houtwerk boven zijn hoofd zware voetstappen hooide: even daarna zag hij ht licht van een lantaarn en een man mei een baard, die naar be neden keek. Is daar ierrwd? Maak de «eur open als u kunt, schreeuwde Tracy Hier is nog iemand, die, geloof ik, zwaar «ewond is. Ja! De baard verdreen, doch aan het ge- schuivel van de \ieten hoorde hij, dat de man er nog was. Daarop schreeuvde een stem hem toe: Pas opl Tracy bukte zich en zag. dat de deur als een luik boven zijrij hoofd opeü ging. Maar blijkbaar kon de m?b haar niet langer hou den. want mpt een shak sloeg ze weer dicht en alles waf er not?, aan glas in het raam gebleven was. viel (aar beneden: een der stukken bracht hem een snee in de wang toe. Toen zag hij. dat de deur opnieuw open ging en ditmaal slaagde de poging- de zware deur viel tegen den zijkant van het rijtuig, waardoor een nieuwe stortbui van glas naar beneden kwam. ditmaal uit het zijraam. Nu verscheen de redder zelf en hij hield zijn lantaarn zoo, dat het licht in de ruimte viel, die veel op een diepen put geleek. Kunt u dien heer overeind helpen, meneer? Ik zal 't probeeren, antwoordde Tracy. Maar om Godswil, gauw. De wagen hiernaast staatrin brand als deze wagen vlam vat, brandt hij op als een lucifers doosje. Aan een schelle gloed boven zijn hoofd, die de coupé verlichtte, zag Tracy dat hij zich haasten moest. Hij klom naar beneden, en met de beenen wijd uit elkaar staande op het houten beschot onder de ramen, deed hij zijn best om de bewustelooze op te trekken. Als u hem bij de kraag kunt pakken schreeuwde hij tegen den man met den baard en trok het ineengezakte lichaam op. De man boven hem, die met zijn buik op den rand van het raam lag en halverwege in de coupé hing. greep de bewustelooze bij de jas vast en begon te trekken; Tracy zette zijn schouders onder het slachtoffer en duwde het omhoog. In korten tijd hadden ze het slappe lichaam uit de coupé gewerkt. Ook Tracy klauterde er nu uit en hijgend van de groote inspanning zeeg hij op de knieën op den zijwand van het rijtuig en hij voelde alles om zich heen in het rond draaien Hou je goed. meneer! klonk de stem van den redder, die hem bij den schouder greep. Met groote moeite hield hij zich staande en eeret toen de vlammen uit de vernielde eerste wagen sloegen en hel tooneel met een angstig fantastischen toortsgloed ver lichtten. drong de volle omvang van do ramp lot hem door. Door de mist en de tel kens ontsnappende stoom zag hij de loco motief van zijn eigen trein omhoog staan als een steigerend voorwereldlijk monster. Het voorste deel rustte op een andere loco motief, die door den schok van den botsing half was omgekanteld en op haar eene zijde lag. Iets verder zag hij vaag een groote puinhoop waar tegen de vlammen opklom men. terwijl de brandende wagen naast hem een felle hitte verspreidde. Gegil, gekreun, vloeken en geschreeuw van de verbijsterde passagiers vermengde zich met het geloei en gestamp der machines. Mannen en vrou wen liepen als krankzinnigen heen en weer op de rails en er lagen reeds verscheidene gewonden op de berm van den weg, waar de enkele mannen, die het hoofd niet ver loren hadden, ze hadden neer gelegd. Tracy hoorde de stem van den man die hem te hulp was gekomen. Hier is er een Jim, die er nogal slecht aan toe is. Ik zal hem naar beneden laten zakken als je zoo ver bent. Goed. Tracy zag dat de man den bewustelooze reeds over de voetplank tilde en hij kroop vooruit om hem te helpen Het duurde maar even of van beneden werd geroepen dat het vrachtje was aangekomen. In orde Tom! Nog meer? Neen! Hier is nog een heer. maar die kan alleen wei naar beneden komen Deze wagen is nu leeg Goddank! Toen dn man dil zei dacht Tracy opeens aan de donkere mooie vtouw die in gezel schap van zijn aanrander was geweest Er was ook een dame, sprak hij snel. In de eerste coupé. Hebt u die al? Een dame? Groote God! Neen! Wacht nog even, Jim, riep hij en voorzichtig liep hij er heen. Tracy, weer overeind gekomen, volgde; hij werd bijna bevangen door de hitte van den brandenden wagen naast de hunne. Bij de verbrijzelde deur van de coupé gekomen wees de spoorwegbeambte met een kreet van ontzetting naar het versplinterde hout werk aan het vooreinde van den wagen waar de blauwe met rook omhulde vlam men zich tegen op kronkelden. Hemel deze wagen staat ook in brand. De man die tot op dit oogenblik bijzonder vee! zelfbeheersching aan den dag had ge legd, scheen als verlamd van ontzetting. Tracy riep hem weer bij het werk dat ge daan moest worden. Je lantaarn, gauw manl De man begreep hem en hield de lantaarn omlaag door het verbrijzelde raam, terwijl zij allebei naar binnen tuurden. De coupé lag vol met versplinterd hout, een der zit plaatsen was heelemaal naar voren gescho ven, zoodat er slechts een uiterste kleine ruimte was overgebleven, als doorgang. Leeg. Goddankl De dame is zeker. Neen! Daar is ze. In de doorgang, riep Tracy heftig. Dan mag God haar genadig zijn. Ze zal verbranden. We kunnen er haar nooit uit krijgen. Maar man het moet. We kunnen haar toch niet aan haar lot. Voor geen millioen ga ik er in, meneer, zei de man huiverend. Wie weet of we weer uit dat wrakke ding kunnen komen en binnen vijf minuten zal het in brand.... Gauw maar, hierlangs, riep Tracy. Je hoeft me alleen maar te helpen. Ik zal het werk wel doen. Maar hoe. Door de gang als die open is! ant woordde Tracy, terwijl hij weer terugstrom- pelde naar de coupé, waaruit hij zoo even was ontkomen. Zonder een oogenblik te aarzelen klom hij er weer in. Het compartiment was bezaaid met glas eD wat hij ging doen was gevaarlijk en pijnlijk, maar hij drong vooruit in het halve duister. Een rookwalm sloeg hem in het gezicht waardoor hij telkens moest hoes ten en tweemaal werden zijn knieën onder het voortkruipen door het glas verwond. Gelukkig lagen er alleen maar wat kleine stukken versplinterd hout in de gang en in zeer korten tijd had hij de vrouw bereikt. Zij was bewusteloos, waarschijnlijk ten ge volge van den schok, waardoor ze buiten de coupé in de gang was geworpen, en dit had haar het leven gered. Gedurende één oogenblik stond hij stil, nadenkend over wat hij moest doen. en ter wijl hij daar zoo op de knieën lag, zag hij hoe. nog geen meter van hem af. het vuur reeds gan het houtwerk lekte, waar kleine vlammetjes tegen opkronkelden. Hij keek niet verder Nadat hij de vrouw op haar rug had gelegd begon hij kruipend den terugtocht terwijl hij haar telkens een klein eindje achter zich voortsleepte Een dikke rookwolk die hem bijna verstikte, kronkeldp nu door de gang en in zijn ooren klonk het geklptter van brandend hout als een helsch vreudgevuur Ten slotte bereikte hij met inspanning van al zijn krachten de laatste coupé, waar hij den man gewaar werd die hem met de lantaarn in de hand opwachtte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13