LONDENSCHE BRIEVEN.
weest' zijn Overal waar zich in Duitsch-
land Nederlanders als gasten vertoonden,
hebben zij de laatste jaren in redevoeringen
en in particuliere gesprekken moeten aan-
hooren, hoezeer de Duitschers zich bewust
zijn van het vele. dat door Nederlanders in
de eerste plaats voor Duitsche kinderen ge
daan is: Indien met een oogenblik de droeve
aanleiding builen beschouwing laat. dan
kan men zich over het feit van de hier
door nu eenmaal ontstane toenadering lus-
schen beide volkeren slechts ten zeerste
verheugen.
Maar ook zonder deze hulpactie zou hel
niet ontbroken hebben aan pogingen om
de onderlinge verstandhouding te verbete
ren. Hier wil ik in de eerste plaats op de
„Nederlandsch-Duitsche Vereenigingen" in
Nederland en de „Deulsch-Niederiandische
Gesellschaften" in Duitschland wijzen. Wat
eerstgenoemde doen is den lezer nog beter
bekend dan mij. De Duitsche vereenigingen
die ten doel hebben Nederland en het Ne-
lerlandsche volk in Duitschland beter be
kend te maken, hebben, sindsdien de
Deutsch-Niederlandische Gesellschaft" in
Berlijn ter ziele is, niet in die male ten
goede kunnen werkzaam zijn als de zuslcr-
veroenigingen in Nederland. Sinds 1-920 be
slaan zulke Duitsche propaganda-verceni-
ngen ten bate van Nederland, behalve in
erlijn, nog te Aken (dank zij onzen uitne-
menden en zeer invloedrijken Ncderland-
schen consul jhr. Von Pelser Berensberg
aldaar) en te Leipzig; sinds een goed half
jaar ook te Keulen.
Deze drie afdeelingen hebben echter te
samen nog niet tot stand kunnen brengen,
wat de Berlijnsche centrale geheel alleen
volbracht. Zij organiseerde, in samenwer
king met den toenmaligen Berlijnschen ver
tegenwoordiger van de Vereeniging „Neder
land in den Vreemde", kort na de revolutie
twee „Ncderlandsche Dagen" in de Duit
sche hoofdstad, met als hoogtepunt een
bajikct in hel Hotel Esplanade, waarbij
mannen als de heer P. J. de Kanter, de
voorzitter van het Algemeen Nederlandsch
Verbond, en wijlen het Kamerlid mr. Dres-
sclhuys aanzaten, met officieele vertegen
woordigers van het nieuwe en kopstukken
van liet oude Duitschland. Dat was toen
een demonstralie, die op het Duitsche volk
m die dagen scherper dan ooit gesplitst in
twee vijandige groepen, niet naliet een
diepen indruk te maken, en die de verhou
ding lusschen Duitschland en Nederland
niet weinig verbeterde.
Maar ook tal van tentoonstellingen van
Nederlandsche en Nederlandsch-Indische
kunst organiseerde de Vereeniging in Ber
lijn en jn Potsdam. En onvergetelijk blij
ven de beide concerten door de Vereeni
ging georganiseerd, van Mengelberg cn zijn
erkest in de Berlijnsche Philharmoniel
Ten slotte is de „Deutsch-Niederlandi
sche" te Berlijn toch opgelost. En laten we
eerlijk zijn: wegens gebrek aan belangstel
ling van Duitsche zijde. In de eerste jaren
na den oorlog had Duitschland bitter wei
nig vrienden. Het was ons dankbaar vonr
de uilgestoken hand. Toen later zoo mach
tige naties als Engeland, de Vercenigde
Staten en ten slotte zelfs Frankrijk duidelijk
bewijzen van toenadering begonnen te
geven, verminderde Duitschland's belang
stelling voor de „kleine neutralen". De
i.Deutsch-.Xiuderl&ndische Gesellschaft" in
Berlijn, die hoogstens 150 Duitsche Joden
geteld had. kon nauwelijks van 50 hunner
de contributies meer binnen krijgen. De
leiders gaven den moed op. Alleen Leipzig
en Keulen moesten hel mooie werk alleen
voortzetten.
Wat naastenliefde inlusschen ten bate
Van onderlinge toenadering lot stand
bracht, word gedeeltelijk weer teniet ge
daan door een zeer weinig waardige
campagne in een deel maar belaas een
invloedrijk deel 1 van de Duitsche pers
togen Nederland naar aanleiding van de
bekende communistische woelingen in Ne-
dorlandsch-Indië. Men heeft onzerzijds
deze ongelooflijk-domme, vaak hatelijke,
van absoluut gebrek aan kennis, der din
gen getuigende stokerijen niet op zich laten
zitten. En het moet erkond worden, dat niet
alleen vele Duitscli bladen onmiddellijk be
reid waren, werkelijke deskundigen in hun
kolommen aan het woord te laten, maar
dal ook Duitsche vrienden van .Nederland,
onder wie in de eerste plaats dr. P. Osz-
wald te Potsdam ..genoemd moet worden,
uit eigen initiatief een tegenactie begonnen
die voor onze reputatie een alleszins ver
heugend resultaat had.
Men had intusschen van Nederlandsche
zijde, en niet geheel ten onrechte, ge
klaagd over gebrek aan belangstelling in
de Duitsche dagbladen voor ons volk. Het
moet erkend worden, dat sinds een klein
jaar voor zulke klachten geen reden meer
is. De belangstelling is opvallend toege
nomen en naast veel oppervlakkigs, wordt
in Duitschland ook zeer veel waardee-
rends over Nederland gedrukt.
Een korte periode van afkoeling volgde
naar aanleiding van wederzijdsche protec
tionistische maatregelen, waarbij vooral de
tariefpolitiek van de Duitsche Rijksspoor
wegen ten gunste van Hamburg en Bremen
cn ten nadcelc van Rotterdam ontstem
mend werkte. Maar die ontstemming ver
dween weer. In 's-Gravenhage verscheen in
den persoon van den jongen, sympathieken
Duilschen gezant graaf Zech een modern
diplomaal met oprechte liefde voor het Ne
derlandsche volk; en algemeen werd ver
wacht, dat de Olympische Spelen, voor het
eersj na den oorlog op Ncderlandsch
grondgebied, ook weer Duitsche sporlvor-
tegemvoordigers met „neutrale" en „ex-
vijandige te zamen brengend, de verhou
ding tusschen Nederland en Duitschland
nog belangrijk zouden verbeteren.
Men he#eft gelezen, boe tientallen builen-
landsche journalisten onlangs Nederland
bereisd hebben, hoe hartelijk zij onthaald
zijn en hoe spontaan zij gedurende die reis
van hun bewondering voor ons land en
voor ons volk hebben blijk gegeven. Onder
die journalisten waren ook heel wat ver
tegenwoordigers van invloedrijke Duitsche
bladen. Een deel van hen heeft reeds de
noodige indrukken van Nederland op schrift
gebracht, en wij mogen met deze impres
sies over het algemeen tevreden zijn. Van
groot belang waren ze vooral omdat het
moge ongelooflijk klinken juist onze
Duitsche buren van ons over het algemeen
bitter weinig afweten en daarom des te
meer te betreuren is. dat de uitstekende ver
eeniging „Nederland in den Vreemde"
zich van het Duitsche arbeidsveld de
laatste jaren zoo weinig aantrekt. De
secretaris dezer Vereeniging, dr. M. de Har-
logh te Amsterdam, die de cullurccle pro
paganda gedurende de Olympische Spelen
leidt, heeft echter door zijn actie voor do
internationale persmenschen alweer heel
wat goedgemaakt!
Maar ten slotte mag ik in dit overzicht
toch niet verzuimen te vermelden, dat
naast veol gunstige Duitsche persstemmen
over Nederland, ook tal van artikelen in
do Duitsche pers verschenen zijn. en nog
heden verschijnen, die helaas de goede
werking van de journalisten-rondreis geheel
of gedeeltelijk teniet zullen doen niet alleen,
maar waarschijnlijk een verbittering onder
Acle Duitschers tegen Nederland zullen
doen ontslaan, dio het werk dor toenade
ring wel eens jaren terug zou kunnen
werpen.
Ik wil hier alleon de feilen vaststellen,
omdat ik van hieruit niet zuiver-objectief
kan vaststellen of de werkelijk sensnlio-
neele ophitsing tegen ons volk op geheele of
gedeeltelijke waarheden berust.
Reeds voordal de hockeywedstrijden be
gonnen. schreven groote Duitsche bladen,
dat wij voor de Duitschers slechte kwar-.
lieren uitgezocht hadden (naar ik meen,
hadden zij dat zelf gedaan) cn dal Duitsche
gasti n in Nederland den indruk kregen, wel
geduld, maar allesbehalve met sympathie
begroet te worden. Spoedig daarna kreeg
men te lezen, dat ons publiek zno onsportief
brulde en raasde om tegenstanders van
eigen of van ons sympathieke ploegen ner
veus te maken. Daarop critiseerde men
en niet alleen in de pers maar nok in den
invloedrijken Keulschen drnadloozen om
roep onze neiginc om nan de Spelen in
de eerst* plaats geld te verdienen door te
hooge prijzen, afzetterijen, verpachting van
film en fotografie enz.
Het mag niet verzwegen worden, dal de
aanvallen op ons volk in scherpte toena
men naar gelang van bet ongunstiger wor
den der Duilschc sportieve kansen! Ten
slotte.kwam de onverkwikkelijke voetbal-
strijd tusschen Duitschland en Uruguay.
Sindsdien is een deel van de Duitsche pers
aan het stoken tegen Nederland op een
wijze, die heusch niet meer door den beu
gel kan
Als het scherpste staaltje wil ik een
hoofdartikel aanhalen, dat gisteren in de
Berlijnsche „Kreuzzeilung". het hoofdor
gaan der Duitsch-nationalen. dus der op één
na sterkste groep van het Duitsche volk.
verschenen is. Hier worden dingen aan liet
adres van ons volk gezegd, die ik als Ber-
lijnsch briefschrijver toch waarlijk niet ver
zwijgen mag.
Nu reeds, zegt het blad ongeveer, slaat
het vast. dat de Duitschers in Nederland
tijdens de Spelen als Asschepoetsers be
schouwd zullen blijven, waartoe zij door
„haat en afgunst" gedegradeerd worden. De
tot nu .toe opgedane ervaringen zijn niets
minder dan catastrofaal voor ieder Duil-
scher, die het nationaal prestige van zijn
volk nog niet vergeten heeft." Bij het
hockeyspel bleek reeds do „ongehoorde Hol
landsche partijdigheid, waardoor wij gesla
gen werden". „Door brullen, schreeuwen en
fluiten wordt de tegenstander zoolang ver
doofd, lot hij rijp is voor de nederlaag." „De
onderbrenging onzer menschen kon niet
slechter". „De haat legen Duitschland ging
zoover, dat in cabarets en andere openbare
gelegenheden direct schnamlelooze woord
spelingen .tegen de Duitschers gebruikt
werden. Waar Duitschers verschenen, wer
den zij geïsoleerd. Men deed mei eens
moeite deze haat te verbergen. In de be
richten van de Hollandsche dagblad- en
vakpers nam deze haat merkwaardige en
groteske vormen aan."
Maar het blad beschuldigt ook de Neder
landsche Olympische officials.
Dat Duitschland tweemaal het lot legen
een sterken tegenstander trok „kan toeval
geweest zijn." „Niemand kan echter
tegenspreken, dat Holland er het grootste
belang bij had, het eindspel Argentinië cn
Uruguay tot stand te brengen. Voor Holland
is dc Olympiade ten slotte uitsluitend een
geldkwestie."
Dan wordt#verteld van een gedresseerden
hond in een cabaret in Amsterdam (Tu-
srhinsky). die met zijn staart aangaf dat
Uruguay Duilschland zou kloppen en waar
bij het publiek dan juichte. Voorts wordt
gesproken van de „door nijd en gemeenheid
verpeste Hollandsche atmosfeer", en ten
slotte geöisch, dat Duitschland zich onmid
dellijk uit de Olympische Spelen moet
teructrekken. D't is slechts een enkel
staaltje uit helaas velo.
Men zou veel kunnen anhvoorden: hij
voorbeeld, dat een Duisch publiek (denkt
aan de ongelooflijke herrie van een zes-
dangsc.hen wedstrijd) hondermaal harder
brult dan een Nederlandsch, dat de Duit-
schors bun pigen hotels gehuurd hebben
en Nederland toch heusch niet verant
woordelijk is A'onr een om'crwnrht kouden
zomer, dat Nederland zelf door hot lot
tegen Uruguay te spelen had op 'de grootste
poohvogel was. dat een cindstriid Duitsch
landArgentinië of DuitschlandUruguay
stellig even voordeelig voor de Stadionkas-
sen zou geweest zijp als d!c. welke nu heeft
plaats gehad, dat on dien ongelukkigen
Zondag blijkens alle Nederlandsche cn ook
de meeste Duitsche verslagen het Ncder
landsch puhliek oorspronkelijk liever een
Duitsche overwinning zou gezien hebben,
maar door de woeste onsportieve gemeen
heden van enkele Duitschers elk gevoel van
symnathie verloor.. enz.
Maar ik wil het hierbij laten.
Ernstige menschen. die reeds zooveel
voor de onderlinge verstandhouding gedaan
hebben, moaen de koppen bij elkaar steken
en beraadslagen. or> v-el'-c wiizo aan deze
ophiUmg legen Nederland paal en perk ge
steld kan worden.
ROLAND.
(Van onzen Londensehen Correspondent).
Londen, 14 Juni 1928.
Onder de tragi-komische lectuur, die de
Engelsche dagbladen verschaffen, nemen do
verslagen van rechtzittingen, waarin
„breach of promise"zaken worden behan
deld, een niet onbelangrijke plaats in.
..Breach of Promise' 'is beloftebreuk, in
het onderwerp dat ik ga behandelen altijd
,,huwelijksbeloftebreuk".
Eon Engelschman in zijn land, die ver-
keering zoekt met een meisje, moet wel
weten wat hij doet. Indien hij de verkee
ring niet bedoelt als een inleiding tot het
huwelijk dan dient hij dat steeds voor oogen
te houden en er zich wel voor wachten .'n
het meisje huwelijksverwachtingen te wek
ken. Indien hij de verkeering wel bedoelt
als inleiding tot het huwelijk en dus
naar men mag aannemen de liefde met
de voor de zaak geldende intensiteit in zijn
aderen gloeit, dan doet hij er verstandig
aan zich het wijze volkswoord in dc her
innering te brengen, dat n.l. de liefde niet
steeds bestendig van duur is. Een hart dat
nu nog brandt van den zachten hartstocht
die vereeniging zoekt voor het leven kan
straks koel ziin van een onverschilligheid
die de geliefde niet begeert of zelfs van
korzeligheid die haar op goeden afstand
wenscht. De lessen des levens hebben het
bestaan van zulke veranderlijkheden ge
leerd.
Zonder hier le-esen voor moraal en karak
ter te willen geven mag ik opmerken dat
iedere jonge man, wat zijn nationaliteit ook
zij, hieraan behoort tc denken wanneer hij
zich onder den invloed voelt van de na
tuurdrift die een gezellin voor hem ver
langt.. Maar voor een Engelschman is zulks,
afgescheiden van de redenen van mensche-
lijkheid en eerbied voor de vrouw, ook go-
boden omdat de wet hem aan zijn beurs
kan straffen voor zijn achteloosheid of licht
zinnigheid.
Wanneer men zulke ..breach of promise"-
processen leest a'raagt men zich af waarom
een niet zelden aantrekkelijk meisje (de
plaatsjes vertellen het ons) een man voor
den rechter sleept en schadevergoeding
vraagt omdat hij weigert een huwelijksbe
lofte na te komen.
Door dit te doen maakt zij de gansche
wereld deelgenoot van het voor haar wei
nig vleiende feit dat zij niet genoeg be
koring en bevalligheid heeft- de aanvanke
lijk in den man gewekte liefde levend te
houden. Zij stelt zich bloot aan den spot
van vrouwen, die op dit gebied der liefde
succes hebben gehad. Maar de Engelsche
wet reikt haar de hand.
De degelijke burgeressen hier, met wie
ik wel eens over dit geval heb gesproken,
zeggen altijd dat het meisje, dat een ge
rechtelijke actie begint tegen een vrijer
die zijn woord niet gestand heeft gedaan,
geen zelf reject kam hebben en geen ge
voel van eigenwaarde. Maar daar is de
landswet, die er zeker niet zou zijn indien
de staat er zoo over dacht als de degelijke
burgeressen.
De slaat behandelt een huwelijk als een
contract. Wanneer men bii de huwelijks
voltrekking zijn handteekening zet, dan zet
men zijn handteekening ondpr een binden
de overeenkomst. De Engelsche Avetgever
heeft de consenuenties getrokken uit deze
opvatting van het- huwelijk. De staatswet
(niet alleen in Emreland immers) tprcekt
niet van een heilige verbintenis. Ze be
schouwt een huwelnksbclnfte niet als hei
lig of als opleggend een moreele of maat
schappelijke verpliehtincr Voor dc wet is
er slechts sprake van een zakelijke over
eenkomst.
Het huwelijk heeft zijn lieflijken, zijn
romantischen kant, zooals de appelboom
zijn bloesems heeft. Maar evenmin als de
vruchtcnboer appelboomen kweekt om de
bloesems, evenmin bevordert de staat bet
huwelijk omdat het zooiets lieflijks en ro
mantisch kan zijn. Fegeeringen bevorderen
bet huwelijk omdat regeeringen zich ten
doel moeten, stellen den staat hecht cn
stabiel te hóuden. Het verbond tusschen
een man en een vrouw, hun samenleven
onder een gemeenschappelijk dak, in oen
gemeenschappelijk huis, geeft niet alleen
vastigheid" en evenwicht aan het individu,
maar voorziet in omstandigheden waarin
de toekomstige staatsburgers gezond en op
de beste manier kunnen Avorden groot go-
bracht. Zoo is elk huwelijk een fragment
van het cement dat het staatsgebouw ste
vig bijeen houdt. Het huwelijk beteekent
op zichzelf een huis (de vergelijking met
architectuur wordt als steeds met verge
lijkingen weer wat verwarrend). Geslacht
nn geslacht vindt er herberg in.
Het is dus voor den staat van hoog be
lang dat de mensehheid zulke huizen bouwt
en blijft bouwen. En ccn overeenkomst om
tot den bouw er van over te gaan (het
huwelijk) moet daarom bindend zijn.
Voor eiken staatr is de positie zooals
hierboven is aangegeven. Maar in den En-
gelschen staat, in tegenstelling met andere
staten, worden de consequenties er van
zooals ik reeds vertelde ver doorgezet.
Als het aan de wet ligt dan wordt het hu
welijk.een bondgenootschap voor het leven.
En zegt de Engelsche wet met ander©
woorden dan ik het hier doe lichtzinnig
heid in de voorbereidingen of in de eerst©
stappen tot dat huwelijk dienen te wor
den ontmoedigd met de middelen die be
schikbaar zijnboete en oneer.
De vele vrouwen, die hier een man ver
volgen wegens verbreking van de huwelijks
belofte, tooncn aldus dat zij het met de
opvatting van den staat geheel eens zijn.
Het huwelijk is de belangrijkste stap van
haar leven. En een gevoel dat veel dieper
gaat dan ijdelheid Avordt gekwetst indien
de man ten opzichte van bet huwelijk licht
vaardig is van gedachte en gedrag.
Ik vertelde u dat „breach of promise"-
zaken hier vaak voorkomen. Ik moet er aan
toevoegen dat men de rechtzoekenden zel
den vindt onder de zoo geheeten betere
standen. Op het onderwerp van dezen brief
kwam ik door een verhaal van de werk
vrouw, dat mijn vrouw mij overbriefde. Het
Avas een geval van een melkrondbrenger di©
een buurmeisje van onze werkvrouw in den
steek had gelaten na een trouwbelofte. Het
buurmeisje had haar spaargeld besteed
voor den aankoop van uitzet en wat meu
beltjes. „She'll have the law on the bligh
ter", vertelde de werkvrouw. „Blighter" is
nogal een grove term. Wat zij zeide wil zég
gen dat het buurmeisje den smakker voor
den rechter zal laten boeten. Het buur
meisje nam de rechterlijke wraak omdat de
melkrondbrenger haar had teleurgesteld in
haar verwachtingen van verantwoordelijk
burgerschap. De wetgever zal haar onge-
twiifeld bijstaan. De melkrondbrenger, die
zich zoo lichtzinnig ten opzichte A^an het
huwelijk had gedragen, zal haar in con
tanten den sl/ig moeten verzachten.
Het spreekt vanzelf dat de opvatting vari
de vrouw ten opzichte van het huwèli'k
geenszins zoo bewust en beredeneerd is als
die van den staat. De vtouav zegt niet: het
huwelijk is een levenskwestie voor dcu
staat. Het buurmeisje kan de structuur vaa
den staat en de middelen die hem hecht
moeten houden, niet eens bevatten. Maar
in 't effect van de twee motieven, het in-
dividueele en het maatschappelijke, reiken
het buurmeisje van miin werkvrou\v en de
'staat elkaar in roerende eensgezindheid
du hand.
Deze toestand is wat hard voor den ind:-
vidueelen raaD. Hij heeft in dit land Teeds
enorme sommen boete betaald voor zijn
onvoorzichtigheid. Vooral als hij jong is
en dat is de periode die in deze zaak bijna
uitsluitend in aanmerking komt is hij ge
neigd te dwalen in zorgeloosheid. Hij is a'.s
de bij, op zoek naar honing, die vele bloe
men bezoekt en van de eene naar de an
dere zoemtf. Zulke neigingen zijn even ver
ontrustend voor de.vrouw als voor deal
staat.
Een vervolging wegens trouwbelofte-
breuk lijkt op het eerste gezicht een Avraak-
gierige poging een man te laten betalen in
klinkende munt voor de wonde, toegebracht
aan de ijdelheid van ccd vrouw. Maar In
wezen heeft men hier te doen met een af
schrikwekkend middel, door ver ziende wet
gevers uitgevonden. Het huwelijk zegt
de Britsche wet mtfg niet lieht worden
opgevat; nog meer dan voor het individu is
het een levensbelang voor den staat.
En toch ben ik het eens met de meer
malen genoemde degelijke burgeressen dafc
een meisje nimmer haar toevjucht moest
nemen tot den rechter indien een man, die
had beloofd haar echtgenoot te Avorden,
haar den bons heeft gegeven. Ik voel ook
eerliik orezegd niet veel voor de recht
vaardigheidstheorie, die ik hierboven niet
zonder zorg en gepeins heb weergegeven.
Intussche nblijkt wel uit deze „breach of
promise1'-praktijk dat men in Engeland,
alles en nog wat tot ,,sterling"-waarde weet
te herleiden.
Weet je waarheen hij een kaartje had
genomen?
Ja meneer tot Glasgow. Dat weet ik
toevallig om dat ik hem aan het kaartjes-
loket hoorde vragen of hij er ook last mee
kon krijgen als hij aan een tusschenstation
uitstapte en de beambte zei dat dit wel
(mocht ais hij maar wist dal het kaartje dan
verder niet meer geldig was.
Hij had zeker niemand bij zich?
Nee meneer. Maar ik heb zoo'n idee
dat hij erg veel belang stelde in een dame
die in gezelschap was van een langen heer
die erg kreupel liep.
Natuurlijk dacht Dick dadelijk aan
Nerica.
O, zei hij spontaan. was liet een
heel mooie jongedame, met blauwe oogen
en haar dal op geel-rood goud leek?
De kruier had'moeite om niet te grin-
neken.
Neer. meneer. De dame was lang en
donker, bijna even groot als de kreupele
heer zelf Ik kon haar niet in het gezicht
zien, omdat ze een voile droeg.
En die kreupele heer, hoe zag die er uil?
Dat zou ik u niet kunnen zeggen, me
neer. Ik heb alleen gezien dat hij groot was.
Singleton gaf den man een fooi en verliet
het station. Buiten gekomen stond hij even
besluiteloos en dacht na.
Tracy had 'n versc-h spoor ge\'onden. waar
voor hij naar het Noorden moest Dat spoor
stond in verband met een groote donkere
vrouw in g°zelschap van een langen man
die erg kreupel liep en
Plotseling zag hij voor zijn geestesoog
den man die in het huis naast Shottelius
Aveonde en dien hij gisteravond hij Christ
mas Common had aangereden Hij moest
wel een flinke opstopper gehad hebben, dat
hij nu zoo kreupel liep. Dit moest de man
zijn, dien Tracy achterna gegaan was....
Hij riep een taxi aan die eenige meters
verder s'ople; hij holde er heen.
Green Park, zei hij zoo gauw je
kunt.
En loïn de taxi \roorlschoot keek hij
door het raampje met oogen die van opAvin-
ding schitterden. Er was ten minste iels wat
hij kon doen terwijl hij op verdere berichten
moesten wachten Hij kon onderzoeken of
die lange man mei het sombere gezicht op
het oogenblik in zijn huis in Londen was.
HOOFDSTUK XXX.
Ontwakend uit haar bewusteloosheid,
opende Nerica Berrington de oogen en keek
om zich heen, niet wetende waar ze was.
Even later vielen de moede oogleden sveer
dicht en verviel ze in dien toestand van
halve bewusteloosheid die noch waken noch
slapen is. Maar het duurde niet lang of zij
opende opnieuw de oogen, keek naar het
raam Avaar. door de dichtgetrokken gordij
nen het grauwe morgenlicht naar binnen
s'oop en luisterde naar het huilen van den
wind en het kletteren van den regen op de
dakpannen.
In een oogenblik dat de wind even was
gaan liggen, troffen haar twee andere ge
luiden het krijschen van een zeevogel,
triosl als het klagen van een verloren ziel.
en het loeiende geluid van het breken van
golven op de kust.
Nu geheel en al wakker geschrikt, ging ze
overeind zitten en ontdekte tot haar verba
zing dal zij, op haar schoenen na, geheel
gekleed was
Verbijsterd keek ze naar haar kleeren en
in nog grootere verbijstering keek ze het
vertrek rond.
Het was niet haar eigen kamer bij Lady
Arlhwaile, en toch had ze een eigenaardige
gewaarwording dat ze dit vreemde vertrek
kende, ja, er zeif3 eenigszins vertrouwd mee
was. Het leek hier Avel op.Ze dacht niet
verder door. Het was haar of ze droomde.
een van die droomen. die zoo levendig zijn
alsof ze werkelijk beleeft en onderwijl hoor
de zc weer het gebulder van de zee.
Ze liet zich van het bed af glijden doch
terwijl ze dit deed voelde ze zich vreeselijk
misselijk en duizelig. Om niet te vallen
hield ze zich aan den stijl van het ledikant
vast cn liet zich zoo weer op het bed terug
vallen, Avachtend tot deze aanval voorhij
was. Ze zag ZAvarte vlekken voor de oogen
en ze voelde het kloppen van haar polsen
als hamerslagen in haar hoofd. Het stond
haar vaag voor den geest dat ze een raad
selachtige ziekte had gehad en dat deze ka
mer, die haar tegelijk vreemd en bekend
was, even als de geluiden die ze gehoord
had, deel van de koortsfantasieën uit
maakte die bij deze ziekte behoorden: doch
toen de aanval voorbij was, ontdekte ze dat
alles werkelijkheid was.
Al haar wilskracht verzamelende liep ze
de kamer door naar het getraliede venster.
Avaarvan de openslaande ramen door den
wind heen en weer \aTerden geschud Terwijl
ze bezig was om ze open te maken, voelde
ze de misselijkheid weer opkomen, doch
teen ze het raam wijd open wierp en de
kille wind haar de regendroppels in het ge
zicht zwiepte, ging hel beter.
De ruwe wind tegen haar gezicht en
lichaam deden haar goed en hel hinderde
haar niet dat ze doornat werd van den re
gen; ze boog zich voorover uit hel raam en
keek over een ruimen, tamelijk verwilder
den tuin en een paar stoppelvelden naar
een grauwe, verlaten kust, waarlegen de zee
haar golven te pletter sloeg. Met deze om
geving was zo heolemaal vertrouwd; het ge
heele beeld herinnerde' haar aan haar kin
derjaren.-Dit was de kust van Solway, en
dit huis.
Ze dacht niet verder, liep vlug van het
roam weg en keek rond. Haar oog viel op
con portret in lijst dat aan den muur hing
en de duizeligheid die haar onder het loo-
pen opnieuw beving, met kracht onderdruk
kend. ging ze er heen om het van dicht bij
te bekijken. Het was het portret van een
grooten jongen, gekleed als Eton stu
dent haar broeder Tony. Ze had zich dus
niet vergist en fluisterde eensklaps:
Graigdarrochl
Het was hel huis van haar broer Tony in
Kirkcudbright! Maar wat deed ze daar in
een huis dat. zooals ze Avist. aan vreemden
verhuurd Avas? En hoe was ze hier gekomen
en wanneer? Terwijl ze zich dit alles af
vroeg kreeg haar gezicht een bekommerde
uitdrukking en daar de duizeligheid weer
opkwam, wankelde ze naar een divan, ging
zitten en trachtte haar gedachten te ver
zamelen.
Gisteren als het ten minste gisteren
geweest was was ze naar Rowant End
gegaan op een dringende boodschap van
rrenper Shottelius. Een huivering ging door
haar heen bij de gedachte aan dien man.
Ze herinnerde zich nu alles tot aan het
oogenbiik dat die Fransehman haar dien
zakdoek tegen haar mond en neus had ge
drukt. Maar van wal na dat oogenblik ge
beurd was kon zij zich niel9 herinneren.
Onder het wilde kletteren van den regen
tegen de vensters zat zp daar en zocht in de
diepste diepten van haar bewustzijn om iels
te vinden dal de schakel kon zijn tusschen
heigeen er gebeurd was en hetgeen zij nu
beleefde; maar tevergeefs. Ze wist noch boo
zij hier naar Craigdarrock was gebracht,
noch wie haar hier gebracht had. Er was
een gaping. Maar al spoedig begreep ze wat
er gebeurd moc-sl zijn.
Ik was bedwelmd, fluisterde ze in zich
zelf. Ik heb nl dien tijd geslapen tot nu
toe. Die Fransehman was een gemeene
valschaard.
Er was geen twijfel aan of zij werd ge
vangen gehouden door die schurken, die ook
haar broer in hun macht hadden. Hoe lang
Avas ze hier nu al? ITet was niet gemakke'ijk
hierop een antwoord te vinden. Het scheen
haar onmogelijk dat ze haar in één enkebn
nacht van Engeland naar Craigdarrock aan
de Solway-Golf hadden kunnen brengen.
Zelfs al was ze met den trein vervoerd dan
zou ze onmogelijk reeds den volgenden mor
gen hier in deze kamer wakker kunnen zijn
geworden. Maar het scheen haar ook on-
waarsehijnlnk dat ze een etmaal en een
nacht geslapen had.
Peinzend keek ze naar de deur.
Zou die ïoslQten zijn? dacht ze.
Ze 9:ond snel van den divan op en nadat
ze even was blijven staan'om de opkomende
duizeligheid te laten zakken, ging ze naar
de deur Hep| voorzichtig draaide ze de kruk
om cn trok zachtjes aan de deur. Deze bleef
dicht. Ze was een gevangene in het huis
waar ze een deel van haar kinderjaren had
doorgebracht, in het huis van Tonyl
Er flitste een denkbeeld door baar gee9f!
Had Tony uit angst over haar. deze ontvoe
ring op touw gezet? Het was wel iels voor
hem om zoo een dolle streek uit te halen,
maar het huis Avas immers aan vreemden
verhuurd? (Wordt vervolgd^