BERICHT. 69ste JAARGANG WOENSDAG 13 JUNI 1928 No. 20934 FFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. DSCH DAGBLAD 04G3LAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per regel voor advertentie uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel Kleine Advertentie uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdag? en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per week ƒ0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0 18 Franco per post f 2.85 portokosten. nummer bestaal uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Van den tweeden wedstrijd in het Olympisch Voetbaltournooi tusschen Uruguay en Argentinië zullen wij hedenavond vanaf zeven uur een rerslag publiceeren aan ons bureau, terwijl de uitslag verder per bulletin bekend zal worden gemaakt op de gewone plaatsen in de stad en te Oegstgeest. DE DIRECTIE. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden rengen ter aTgemeene kennis, dat door hen beslissing op het verzoek van J. T. M. Pinkelman, om vergunning tot het opri?h- van een koek- en banketbakkerij in het «rceel Nieuwe Rijn No. 25, kadastraal be iend. Gemeente Leiden, Sectie I. No. 2570, verdaagd. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN.\ Secretaris. Leiden, 12 Juni 1928. Prof. Dr. J. W. MULLER. borgen hoopt prof. dr. J. W, Muller, oud- oogleeraar in de Ncderlandsche taal- en Merkunde aan de Leidsche universiteit oud-leermeester van Prinses Juliana, «ns privaat-docent aan onze universiteit, 70sten verjaardag te vieren. Prof. Muller werd 14 Juni 1858 te Amster- geboren en is de zoon van wijlen Pre dik Muller, wetenschappelijk antiquair en °Dsthandelaar, de grondlegger van de be- •Dde firma Frederik Muller Co. te Am- '*rdam Aanvankelijk bestemd voor den ^handel genoot hij zijn opleiding bij «irrassowitz te Leipzig. Zijn voorliefde tor de studie in de letteren deed hem toedie een andere richting uitgaan. In werd hij aan de Leidsche universiteit student ingeschreven. In 1S80 vertrok naar Bonn, om aan de universiteit al- ll*r onder leiding van prof. Franck zijn l^die voort te zetten. Daarna keerde hij fons land terug, waar hij in 1883 aan de ftd$che universiteit promoveerde tot doc- 'n de letteren op een dissertatie over Reinaert, bet. Middeleeuwsche Dieren- •\a zijn promotie werd hij benoemd tot "aar aan het gymnasium te Haarlem, iraan hij tot 1888 verbonden bleef. In laar werd hij benoemd tot redacteur de samenstelling van bet Nederlandsen ''""denhoek alhier, welke functie bij ^■'nam tot 1902, toen hij werd benoemd h hoogleeraaT in de Nederlandsche taal- 'etterkunde aan de universiteit te :!r?cht In 1915 volgde hij wijlen prof. Ver- !- °P als hoogleeraar aan de universiteit -*1". doch trad in 1924 op 66-jarigen leef- at om zich rustiger aan zijn studies tonnen wijden. Deze studies bewogen - ap het gebied van het Middel-Neder- '■^h en Nieuw-Nederlandsch. Vaak ston- bi in verband met bet oude Dieren- den Reinaert, waarvan hij verscbil- uitgaven verzorgde. Vooral bekend zijn verder zijn lexicographiscl^e arbeid en zijn studies over spreek- en schrijftaal, over uitbreiding van de Nederlandsche cultuur in vroegeren en lateren tijd en over geograpb' scbe namen., In 1924 werd prof. Muller door H. M. de Koningin belast met het geven van les sen in het Nederlandsch aan Prinses Ju liana. Nadat bij in 1927 deze taak had vol bracht, werd hij benoemd tot commandeur in de Huisorde van Oranje Nassau. Sinds 1927 is prof. Muller aan onze Alma Mater als proviaat-docent verbonden, Men verzoekt ons mede te deelen, dat prof. dr. Muller morgen uitstedig zal zijn. MAATSCHAPPIJ DER NEDERL LETTERKUNDE. De portretten naar Hugo de Groot. Aan den vooravond der jaarlijksche ver gadering van de Mij. der Ned. Letterkunde, hield gisteravond jhr. mr. dr. E. A. van Berensteyn uit Den Haag, in een voor allo leden der Mij toegankelijke bijeenkomst der Commissie voor Geschied- en Oudheidkun de, een voordracht over ,,de portretten naar Hugo de Groot." Zooals bekend stelde de Koninklijke Aca demie van Wetenschappen, even vóór de opening der Grotiustentoonstelling in 1925 een commissie in, die tot taak had een monografie te geven van Hugo de Groot, van welke commissie*ook spr. deel uitmaakt Als zoodanig heeft hij zoowel in het bin nen als in het buitenland tal van musea, bibliotheken en particuliere verzamelingen bezocht. Er bestaan aldus spr. niet minder dan 83 geschilderde portretten, waarvan gezegd wordt dat zij De Groot voorstellen. Van een aantal dezer schilderijen is thans uitgemaakt, dat ze De Groot niet voor stellen, o.a het schilderij van Antonie More, die reeds vóór de geboorte van Hugo de Groot overleden was. Daarnaast is een aantal gevonden, die tot heden onbekend waren, o.a. een pot loodschets naar een portret van De Groot op 4-jarigen leeftijd, afkomstig uit het be zit van jhr. Cornets de Groot, die in 1864 te Cuyck is overleden en die de laatste recht- streeksche afstammeling van Hugo Grotius was. Vastgesteld is dat op de bekende prent van den zeilwagen inderdaad De Groot voorkomt. Verder wees spr. op het portret van De Groot door Jan van Ravcnsteyn (plm. 1612) en op portret-ten uit dc jaren 1617 en 1629. Ook uit Parijs tijdens zijn verblijf aldaar, zijn schilderijen van hem, alsmede van zijn verblijf in Holland gedurende het tijdvak Oct. 1631 tot Maart 1632, het bekende schil derij door Van Mierevelt Behalve van de schilderijen is ook studie gemaakt van de prenten, waarvan er niet minder dan 150 zijn gevonden, ongerekend de gewone historische prenten in oude boc- keD enz. voorkomend. Spr. vertoonde vervolgens de reproduc ties der besprokpn schilderijen, prenten- p latera enz., waarbij hij er op wees dat ver schillende portretten op naam van De Groot staan, die iemand anders voorstellen. Zoo was dit tot nu toe het geval met een portret van Waverius, uit de biblio theek der stad Munchen. enz Een onzer geïllustreerde bladen kwam nog in 1919 met. een portret op «le vóórpagina dat hem zeker niet voorstelde. Ten slotte toonde spr afbeeldingen van De Groot, voorkomende o.a. op het- fronti spice van eeD gebouw te Amsterdam (thans in het Rijksmuseum aldaar) op prentbrief kaarten op een ganzenbord, enz. en liet daarna foto's zien van portretten van De Groot's vtouw en van familieleden. Hij besloot met de hoop uit te spreken dat zi.in voordracht eD het in druk te verschij nen rapport der bovengenoemde commissie er toe zullen bijdragen, dat er een einde komt aan de verwarring die er betreffen de de afbeeldingen van onzen Grotius tot heden heeft bestaan. De jaarlijksche vergadering. Heden voormiddag, klokke elf werd de druk bezochte vergadering geopend met een toespraak vau deu voorzitter prof. mr. D. van Blom, hoogleeraar in de Staathuis houdkunde en Statistiek aan de Universi teit alhier. Necrologie. De Nederland sche letterkunde kent de toe standen van het platteland niet. Spr. ving aan met een beschouwing over den naam, dien de buitenwereld en ook wol de leden zelf. aan de Maatschappij plegen te geven: kortweg ..Letterkunde" ofwel „de Leidsche Maatschappij". Van den eersten, den verkorten doopnaam, weet ieder, dat zij zich leent tot historisch-taalkundige, zoowel als tot moderne spotzieke bespiege lingen. De tweede naam is verklaarbaar uit twee feiten. Het eerste is dat de Mij. in Leiden geboren, gebakerd en gegroeid is en dat de stad nog altijd dagelijksche getuige is van haar rijpen wasdom. Het tweede feit is, dat hier de maandvergaderingen steeds plaats hebben, in hoofdzaak bezocht door leden uit de stad en de omgeving, wat het niet geheel denkbeeldig gevaar meebrengt dat deze vergaderingen in den roep komen van „onderonsjes" te zijn. Spr. zou deze maandvergaderingen willen noemen de gere geld herhaalde aanloop tot het jaarlijks wederkecrend hoogtepunt van het bestaaD der Mij., het festijn der jaarvergadering op den tweeden Woensdag van Zomer- maand, voorafgegaan door het nakomen van een plicht, die voor een oogenblik de vreugde bant; een korte herdenking van hen, die in het afgeloopen jaar de Mij. door den dood zijn ontvallen. Van de binnenlandsche leden waren het: F. A. Liefrinck, groote figuur uit ons kolo niaal ambtenaars-corps, dr. A. Rutgers v. d. Loeff Azn., voorman in de vrijz. godsd. beweging in ons land, de inspecteur van het L. O., G. G. van As, dagbladschrijver van naam in Chr.-Historischen kring, Ed. Cuypers, de bouwmeester, die Nederland en Nederlandsch-Indië beide gekend heeft en verrijkt, mej. N. M. C. Sloot, (schuilnamen Mét-lati van Java en Mathilde) die mede Indië over de brug van letterkundig werk nader tot Nederland heeft gebracht, F. B. I/>hnis, oud-inspecteur van den Landbouw, erkend schrijver over agrarische onderwer pen, W. P. van Stockum Jr.. bekende telg uit het bekende geslacht van boekhande laren-uitgevers, prof. dr. H. Oort, pa triarch van het modernisme, een stoere man van haast onvergankelijke levens kracht en levensmoed, streng wetenschap pelijk en heilzaam populair tevens, ir. dr. J J. de Jong. sedert tientallen jaren redac teur van „Kunst en Letteren" maar vóór alles muziekrecensent van „Het Vader land", mr. J. B. Breukelman, oud-referen daris bij den Raad vpn State, kenner van eigen publiek, internationaal-privaatrecht en politieke geschiedenis, mevrouw T. K. E. de HaasOkkers, erkend verdienstelijk op het veld der Nederl dialect-literatuur, W. J. Lugard, gangmaker in sport cn toe- risme, mej. M. W Maclaine Pont, die, voor zij haar levenstaak vond in philantropisch werk, door literairen arbeid de deur van de Mij geopend vond en prof. dr. A. J. Th. Jonker, bekende vertegenwoordiger der ethische richting, op den kansel zoowel als in geschrifte. Buitenlandsche leden verloor de Mij. twee uit de oude gardeden EngeUchman geworden Nederlander J. H. Hessels; te Cambridge, bekend als verdediger van Haarlem's en Costers aanspraken op de eer der ontdekking van de boekdrukkunst cn den N. Amerikaanschen predikant dr. W. Elliot Griffie te Ithaca in den staat New- York, wiens geschriften over den invloed .-an Nederland op Engeland en Amerika hem in 1896 het lidmaatschap bezorgden. Deze korte rij de-r dooden bewijst vol gens spr., dat de Mij. niet eenkennig is in de keus van haar leden, en de levende rij kleurt dit bewijs nog meer aan, zooals prof. Van B. nader uiteenzette bij de be spreking der gebieden van werkzaamheid van de stille organen der Mij, van welke arbeid niet veel naar buiten blijkt., maar maar toch heel wat werk wordt verzet. Behalve taal- en letterkundigen, geschied en oudheidkundigen en beoefenaren der .schoone letteren" zijn er leden, die noch het een, noch het ander zijn en als het dan eeD enkelen keer wil gebeuren zooals thans dat een uit- de groep der zelf ka ri- ers, voorzitter is, dan moet hij een voor dvacht. houden naar zijn keus maar naar den smaak der leden. En zoo komt spr. er toe zijn gehoor de vraag voor te leggen hoe het komt dat in vele landen de literatuur bruikbaar wordt geacht ter verklaring van agrarisch-econo- mische vraagstukken terwijl dit hieT slechts zelden het geval is. AlleeD de Friesche lite ratuur maakt daarop een uitzondering. Ec«n breede rij van werken uit het buitenland, waarin bij wijze van ro»an agrarische waagstukken worden behandeld, liet spr. e revue DasseereD en knoopte er zijn ver gelijkende opmerkingen aan vast. Zelfs in de jongste geschiedenis van Rus land, die van na 1917, het jaar van de ein delijk geslaagde boerenrevolutie. die span nende geschiedenis vaD een ook tegen de nieuwe machthebbers rebelsch gebleven platteland, vindt daar in romans en novel len haar weerslag He-t is duidelijk, dat en waarom de Nederlandsche letteren hiermee overeen komstigs niet kan aanwijzen: in Nederland ontbreekt dat gegeven, of het is zwak. Maar onverklaard blijft, volgens spr. toch, hoe een boek als dat van Herman de Man, een boek dat veel goed maakt, maar toch niet alles, zoo een eenzame uitzondering is in onze letteren. Ons platteland heelt letterkundig altoos zoo goed als braak ge legen en toch heeft waarlijk niet enkel dat stuk Nederland, waar boven alles, de nooit versagende strijd tegen het wassende wa ter der groote rivieren hel bestaan der boeren bebeerscht. recht op zijn De Man Dat de kunstenaar zich zijn stof niet laat opdringen is spr. bekend. De grief door hem ontwikkeld is ook niet persoonlijk, maar zakelijk. Het is de grief tegen het feit dat de Nederlandsche letterkunde, den Nederlandschen boer niet kent, dat zij in dit opzicht zoo eenzijdig steeds is. Want zuiver steedsch is dit verschijnsel wèlde gemiddelde Nederlandsche stedeling, hij drage hoed of pet, kent den boer evenmin. Hij ziet neer op die lieden van buiten, wien inderdaad ontbreekt het vernis van de stad, dat veel holheid bedekken kan, maar dat de boer kan missen omdat hij inhoud heeft. Deze steedsche manieren der Nederland sche letterkunde heb ik u voorgelegd als een probleem, en ik heb gemeend aan het opzett-en van dit vraagstuk enkele opmer kingen te moeten verbinden die het tevens doen zien als een organisch tekort, als een ziekteverschijnsel. Dubbele reden aldus besloot spr. om te pogen, het in deze beide opzichten meester te worden. Jaarverslagen. Na de warm toegejuichte rede van den voorzitter verkreeg de secretaresse mej. dr. C. Sernirier privaat-docente in de geschie denis der nieuwe Fransche letteren het woord voor het uitbrengen van het verslag van den staat der Maatschappij en haar belangrijkste lotgevallen en handelingen ge durende het afgeloopen jaar, waaraan wij het volgende ontleencn In de eerste maandvergadering op 7 Octo ber deelde de voorzitter mede dat het be stuur den nieuwbenoemdeo burgemeester van Leiden, mr. A. van de Sande Bak- huyzen het. lidmaatschap der Mij. had aan geboden. In de bestuursvergadering van 31 October had het bestuur, ten tweede male gebruik makende van het hem bij art. 16 der Wet toegekende recht, tot buiten- landsch lid benoemd, den heer G. Looten, kanuuiek te Rijssel eD ten slotte in zijn jongste vergadering op 4 Juni 1.1. eveneens tot buitenlandse!» lid, den beer G. Fatio, te Genóve. De drie heeren hebben do benoe ming aangenomen. Van de in de vorige jaarlijksche verga dering verkozen 21 gewone leden hebben allen op 2 na en van de 5 buitenlandsche leden allen op 1 na de benoeming aan vaard. De gewone jaarlijksche vergaderingen hadden geregeld plaats. Omtrent de verdere werkzaamheden der Maatschappij vermeldt het verslag dat op initiatief van de Commissie voor Taal- en Letterkunde, het bestuur het plan heeft gevormd, de Maatschappij tot oen centrum te maken voor folkloristische studiën in Nederland door aanvulling van het in de .Universiteitsbibliotheek aanwezige mate riaal en zoo mogelijk door het verwerven van nieuwe publicaties. Vooral beoogt het de stichting van een Archief ter verzame ling van een collectie van sprookjes, volks liedjes, sagen enz. v De Maatschappij werd dit jaar getroffen door het overlijden van 14 gewone en 2 buitenlandsche leden. Op dit oogenblik telt de Maatschappij 1 eerelid. 539 gewone leden in Nederland. 10 in onze overzeesche ge westen. 10 in den vreemde en 165 buiten landsche leden, een totaalcijfer van 724, tegen 738 in het vorig jaar. Een der trouwste leden, die niet langer in de gelegenheid is de vergaderingen bij te wonen, bood het bestuur een geschenk aan voor de bestuurskamer, een ander lid schonk een gift van f. 100. Vervolgens werden verslagen uitgebracht over de boekverzameling van de Commissie voor Schoone letteren, de Commissie voor Taal en Letterkunde en de Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde, terwijl de pen ningmeester rekening en verantwoording omtrent de geldmiddelen deed, die in een gunstigen toestand verkeeren. Nieuwe leden. Hierna werd mededeeling gedaan van den uitslag der stemming van de nieuw be noemde binnen- en buitenlandsche leden. Tot binnenlandsche leden werden be noemd dr J. N. Bakhuizen van den Brink, te Winterswijk, A. Bonger, te Amsterdam, mr. dr. S. van Brakel, te Utrecht, dr. L. BrummeL te 's-Gravenhage, N. van Empei, te Middelburg, dr. P. Endt, te Leiden, dr. G J. Geers, te Enschedé, E. E. Gewin, te Bilthoven, G. L. Gingrijp, te 's-Graven- hage, mr. E. J. H. Jaspar, te Maastricht, S. Kalff, te Amsterdam, mr R. Kranenburg te Leiden. S. W. F. Margadant, te 's-Gra- venhage, mr. P. Scholten, te Amsterdam, Z. Stokvis, tijdelijk in Zwitserland, mej dr. E. M A. Timmer, te 's-Gravenhage, dr. A. van Veldhuizen, te Groningen, dr. A. de Vletter, te Bloe-roendaal. jhr. dr. P J. van Winter, te Amsterdam en dr A. Zijderveld, te Amsterdam. Tot buitenlandsche leden Mr. A. fl. Cornette, te Antwerpen, dr L. J. Reypeos S. J., te Antwerpen en dr. R. Verdeyen, te Luik. De prijs van f. 1000. Hierna volgde de bekendmaking van het werk, dat het bestuur der Mij. voor het vereenigingsjaar 19271023, op advies van BINNENLAND. Verslag der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland over 1927. (3de Blad). Jaarvergadering der Maatschappij der Nederl. Letterkunde. (Stadsnieuws, le Blad) De wijziging der Dienstplichtwet. (Tweede Kamer, 3de Blad). Het voorstel van Ged. Staten betreflende de Kondekerksche brug is aangenomen. (Prov. Staten, 3de Blad). De jaarvergadering van „Vreemdelingen verkeer". (Binnenland, 2de Blad). Te Loosdninen is een antobns met 25 passagiers te water geraakt; slechts enkele personen zijn gewond. (Gemengd, 2e Blad). De voortgezette behandeling van de zaak der Veendammer Hypotheekbank. (Recht zaken, 1ste Blad). BUITENLAND. De pogingen in Dnitschland een kabinet te formeeren. (Builenl., 1ste Blad). Tientsin door de Zuidelijken bezet. (Bui- tenl., 1ste Blad). Een grensincident aan de Oostenrijksch- Italiaansche grens. (Tel., Ie Blad). Het gevaar voor de mannen der „Italia". (Buitenl en Tel., 1ste Blad). do commissie voor Schoone Letteren met den jaarlijks uitgeloofden prijs van aanmoe diging ad f 1000 had bekroond. De commissie voor Schoone Ietteren be sloot met algemeene stemmen voor te dra gen den dichtbundel: „Het Aardsche Para dijs", door Aart van der Leeuw, verschenen in 1927. Zij overwoog daarbij het volgende: Hoewel Aart van der Leeuw niet meer be hoort tot de jonge letterkundigen, wordt hij toch naar het oordeel der Commissie, in verhouding tot de belangrijkheid van zijn werk nog altijd te weinig genoemd cn ge kend. De Commissie blijft dus door deze voordracht de eenmaal door haar aange nomen gedragslijn volgen, om door het toe kennen van dezen jaarlijkschen prijs bij voorkeur in het openbaar de afcidacht te vestigen op schrijvers, wier beteekenis naar haar meening Dog niet voldoende algemeen wordt ingezien. In het gezamenlijk ^erk van dezen dich ter nu neemt de bundel: „Het Aardsche Paradijs" een waardige plaats in. Hij be vat een aantal gedichten, die in hun klaren ernst, bun edelen eenvoud en hun schoone gebondenheid enkele der voornaamste deug den bezitten, die het Nederlandsche vers van oudsher eigen waren en welker veron achtzaming in het algemeen niet heeft ge leid tot verhooging van het peil der dichter lijke scheppingen. Op grond hiervan was het der Commissie ook een bijzondere vol doening dezen bundel eenstemmig voor be kroning te kunnen voordragen. Het bestuur, zich met dit advies vereeni- gend besloot dan ook den genoemden bun del te bekronen met het daarvoor bestem de bedrag. Steun-voorstellen. De volgende voorstellen werden aange nomen a. uit de rente van het Vaste Fonds, ge durende den tijd van vijf jaar met in gang van 1929 eeD jaarliiksohe bijdrage van f. '160, beschikbaar te stellen voor een Bureau, dat de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam voornemens is te stichten en welks taak zal zijn het onderzoek van de Nederlandsche en Frie sche dialecten van stad en land: b. over de jaren 1928 en 1929 te zaroei», een subsidie van f 250 uit de reDte van het Vaste Fonds, te verleenen aan den heer D. J. van der Ven. voor de samenstelling van zijn documentair-reg-streerend filmwerk betreffende het volksleven der Zuiderzee kust-bevolking: c. het in de vorige Jaarlijksche Verga dering aan deD heei J. Cornelissen te Deurne (bii Antwerpen) uit de rente vau het Vaste Fonds toegekende bedrag t-n f 250. voor 7»in te verschijnen uitgave ..Ne derlandsche Volkshumor op Stad cn Dorp,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1