BEEKMAN
n's Parijsche Wafels
HET MYSTERIE
BELVOIR-MANSIONS.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 8 Juni 1928
Derde Blad "No. 20930
GEMEENTEZAKEN.
TWEEDE KAMER.
MANTELS
JAPONNEN
REGENMANTELS
RADIO-PROGRAMMA.
FEUILLETON.
jfete Jaargang
EORGANISATIE VAN HET BUREAU
DER GEMEENTEWERKEN.
Iin 21sten Februari 1927 besloot de
Rai de organisatie van het bureau der Ge-
nieotewerken te wijzigen in dier voege,
I kboor een der opzichters voor de bestra
ten zoomede voor den opzichter voor de
I platsoenen de rang van hoofdopzichter in
I tetalgemeen bereikbaar werd gesteld. De
tedeling zat hierbij voor, den dienst der
tingen tot een zelfstandige afdeeling
nken, welke rechtstreeks onder de
pirecie zou zijn gesteld en voorts een ge-
lijkei maatregel met betrekking tot den
diens der plantsoenen te zijnertijd mogelijk
:e meen. B. en W. meenen, dat thans het
cogenlik gekomen is, om deze gedachte
wk vor de andere deelen van den onder-
houdsienst door te voeren, aldus, dat de
feheel onderhoudsdienst gesplitst wordt in
vier aieelingen, n.l. a) Algemeene Zaken
en Gbouwen, b) Bruggen en Waterwer
ken, c Bestratingen, Wegen en Rioleerin-
I gen end) Plantsoenen, Beplantingen, Lan-
I derijenen Sportterreinen. De chefs der af-
I deelingn, welke den rang van hoofdop-
I zichtenf technisch ambtenaar lsle klasse
I zullen -ekleeden. zullen ieder rechtstreeks
I slaan oder de Directie en benoemd en ont-
I siagen orden door den Raad.
Intus:hen komt het hun voor. dat het
I fewensat is, ook in de organisatie van
I andere eelen van den dienst der Gemeen-
I fewerke eenige wijziging te brengen. De
I groei tch van die organisatie heeft in de
I laatste'O jaren niet genoegzaam gelijken
Itred geouden met de uitbreiding van de
I gemeeiB in gebied en zielenaantal, welke
i datijdvak heeft plaats gevonden, noch
I cok m- de toeneming, welke, in het alge-
I ineen e bemoeiingen van de gemeente ook
I op lie-terrein der Gemeentewerken ver-
I looner De algemeene inrichting van den
I dienst alsmede het aantal der daarbij in-
jfedeele ambtenaren, in het bijzonder in
Ideletende functies zijn, behoudens enkele
Ipartide wijzigingen van ondergeschikte
Iteleeinis, nog altijd, gelijk zij voor 20
Ijarenwaren. De tegenwoordige organisatiè
Ij: djntengevolge allengs enkele gebreken
||ianertoonen. Hierbij treden in het bijzon-
|dir - volgende punten naar voren.
1. De positie van den Adjunct-
Directenr.
bemoeiingen van den Adjunct-Direc-
Iter beperkten zich tot dusverre. behoudens
Itagen bijstand van den Directeur bij het
litigeeren van belangrijke rapporten van
pmeenen aard, of den onderhoudsdienst
(treffende, .tot den diensttak „nieuwe
■vken". Hem was opgedragen de voorbe-
Ircing en de uitvoering van belangrijke
|iiwe werken zoowel van bouwkundigen
ilvan waterbouwkundigen aard. Afet den
loerhoudsdienst daarentegen had hij in
|c regel geen bemoeienis, met als gevolg,
■keen te groot deel van de rechtstreeksche
Itenische leiding van den onderhouds-
Ic st en de taak van het redigeeren der
leaetreffende rapporten, met hulp alleen
1"! den hoofdopzichter in algemeenen
iist. kwam te rusten op de schouders van
j Directeur. Moest eenerzijds de Direc-
t dagelijks te-veel aandacht wijden aan
(rlei technische finesses van den dienst,
lat hem te weinig tijd overbleef voor
ükstudeeren van algemeene technische
<or;ani?atorisehe vraagstukken in grooter
ftand, het ontwerpen van regelingen en
|1 doen van voorstellen deswege, ander-
>is zag de Adjunct-Directeur zich van de
JgelijkStóhe aanraking met een te groot
|f£l van den technischen dienst verstoken,
pUeen vooral daarom bezwaar meebrengt,
lat d| Adjunct-Directeur tevens plaats-
prvangad Directeur is en als zoodanig
Ider oojenblik den Directeur, ook voor
'at de technische leiding van den onder-
wdsdierht betreft, moet kunnen vervan-
RECLAME.
BLIJIE.\ ALTIJD WELKOM!
1219
gen. Hel voornemen is thans, aan deze be
zwaren tegemoet te komen, door den Ad
junct-Directeur te stellen aan het hoofd,
altijd natuurlijk onde&opperleiding van den
Directeur, van den geheelen technischen
dienst, welke dus zoowel de nieuwe wer
ken als den onderhoudsdienst omvat. Aldus
verkrijgt de Directie meer tijd voor de
studie van algemeene vraagstukken in groo
ter verband en het geven van algemeene
leiding, terwijl de Adjunct-Directeur als
eerste schakel tusschen den Directeur en
den geheelen technischen dienst een meer
centrale positie inneemt, als de recht
streeksche steun en medewerker van den
Directeur van alle zaken geheel op de
hoogte zal zijn. en ieder oogenblik in staat
zal zijn den Directeur zoo noodig volledig
te vervangen, zonder dat dit tot eenige
stagnatie in den dienst behoeft te leiden.
2. De positie dei afdeelings-
chefs van den onderhoudsdienst
Met den onderhoudsdienst had de ad
junct-directeur tot dusver geen bemoeienis,
terwijl de verschillende deelen van dien
dienst, tot voor kort niet rechtstreeks res
sorteerden onder den directeur, doch onder
den hoofdopzichter. Hierin is door het be
sluit van 21 Februari 1927 ten aanzien van
de afd. Bestratingen bereids wijziging ge
bracht, in dien zin, dat aan het hoofd van
deze afdeeling en rechtstreeks onder de
Directie een eigen hoofdopzichter is gesteld.
De andere deelen van den onderhoudsdienst
bleven voorloopig onder den anderen hoofd
opzichter, thans hoofdopzichter in algemee
nen dienst genoemd, ressorleeren. De bedoe
ling is nu, deze ontwikkeling, volledig door
te voeren en mitsdien vier ofdeelingen in te
stellen: aan het hoofd van elke afdeeling
zal al9 chef de technische ambtenaar wor
den gesteld, welke tot dusverre de directe
leiding van het werk dier afdeeling had, be
houdens, dat de hoofdopzichter in algemee
nen dienst zal worden belast met de leiding
der afdeeling a: Algemeene Zaken en Ge
bouwen. In aansluiting hieraan hebben B.
en W. gemeend, den betrokken ambtenaar,
den heer J. A. Verhoog, op grond van zijne
bijzondere verdiensten jegens de gemeente,
aan den Raad te moeten voordragen voor
de toekenning van een persoonlijke toelage
van f. -400 per aar. De chefs der afdeelingen
zullen, gelijk gezegd, voortaan rechtstreeks
staan onder de Directie en wel meer in het
bijzonder onder den Adjunct-Directeur; zij
zullen den rang bekleeden van hoofdopzich
ter, of technisch ambtenaar le klasse.
3. De bezetting der leidende
Inncties bij den diensttak
Nieuwe Werken.
Bij den diensttak „Nieuwe Werken" wa
ren tot dusverre in leidende functies werk
zaam de Adjunct-Directeur en de Bouwkun
dig Hoofdambtenaar. Reeds in de laatste
jaren is gebleken, dat deze bezetting bij de
zich steeds uitbreidende werkzaamheden on
voldoende is. om een goeden voortgang van
het werk, gepaard aan een afdoende con
trole zoowel op de technische uilvoering als
op het economische beheer, te waarborgen.
Dit klemt te meer. nu de Adjunct-Directeur
zal worden gesteld aan het hoofd van den
geheelen technischen dienst en derhalve
voor het geven van directe leiding bij den
diensttak Nieuwe Werken alleen de Bouw
kundig Hoofdambtenaar overblijft. B. en W.
achten mitsdien* th3ns het oogenblik geko
men, om over te gaan tot de aanstelling van
een jonger ingenieur, welke naast den
Bouwkundig Hoofdambtenaar en evenals
deze onder leiding van de Directie bij den
dierfsttak Nieuwe Werken werkzaam zal
zijn. Tusschen den Ingenieur en den Bouw
kundig Hoofdambtenaar, aan wien de juis
tere titel van Architect ware te geven, zou
alsdan een verdeeling van werkzaamheden
en samenwerking tevens tot stand kunnen
worden gebracht, waarbij zooveel mogelijk
van ieders bijzondere bekwaamheden partij
wordt getrokken, in dier voege, dat de Archi
tect meer in het bijzonder de bouwkundige
werken en het bouwkundig gedeelte der wer
ken van gemengd karakter zal verzorgen
en in het algemeen als aesthetisch adviseur
bij den dienst der Gemeentewerken zal op
treden, terwijl de Ingenieur zich meer zal
bezig houden met het waleroouwkundig ge
deelte, het maken van constructiebereke
ningen, het maken van bestekken en be-
groolingen voor de desbetreffende werken
en het geven van dagelijksche leiding bij de
uitvoering daarvan. De voorgestelde uit
breiding van personeel brengt uiteraard
eenige uitgave mee, doch B. en W. achten
deze gerechtvaardigd, ook uit hoofde van de
betere contröle op een voortdurend zuinig
beheer, welke aldus zal worden verkregen.
Dat overigens een aantal van 3 ingenieurs
(de Directie inbegrepen) bij den dienst der
Gemeentewerken voor een stad als Leiden
waarlijk niet als een overdreven luxe mag
worden beschouwd, moge ook daaruit blij
ken, dat het aantal ingenieurs (de Directie
inbegrepen, doch ongerekend de architecten
of bouwkundige ingenieurs"», in Haarlem 5
bedraagt, in Delft -4, in Arnhem 3, in Bus-
sum eveneens 3.
■4. De organisatie van de Tee
kenkamer.
In de overige functies bij den diensttak
Nieuwe Werken zullen in de vaste formatie
elf technische ambtenaren werkzaam zijn,
welk aantal in de laatste jaren steeds in
vasten dienst aanwezig is geweest en der
halve in verband met de zich steeds uitbrei
dende werkzaamheden thans als een mini
mum kan worden beschouwd; zij zullen al
naar den aard van hun werk en hunne be
kwaamheid den rang bekleeden van tech
nisch ambtenaar, le, 2e of 3e klasse, ad
junct-technisch ambtenaar, klerk le of 2e
klasse of hulpklerk. Deze ambtenaren in de
eerste plaats en voorts ook somtijds de
technische ambtenaren van den onder
houdsdienst zullen van tijd tot tijd werk
zaamheden hebben te verrichten op de Tee
kenkamer Het komt B. en W. gewenscht
voor, om hen, zoolang zij op de Teekenka
mer werken, te 9tellen onder directe leiding
en toezicht van een hunner, die daartoe
naast zijn gewone werk met de functie van
chef der Teekenkamer zal worden belast,
en die den rang van hoofdopzichter zal be
kleeden. Al het teekenwerk, ook dat voor
den onderhoudsdienst, zal alsdan zooveel
mogelijk op de teekenkamer worden gecon
centreerd en door de daar hij voortduring
werkzame feekenaars. worden verricht,
zoodat de eigenlijke opzichters zoo veel mo
gelijk voor den buitendienst beschikbaar
blijven.
De Commissie van Fabricage kan zich
met deze regeling vereenigen en in over
eenstemming met deze Commissie stellen
B. en W. als nu den Raad een desbetref
fende verordening vast te stellen.
De suppletoire Indische be
grooting De communisti
sche onlusten Het inter
communale antobnsverkeer.
(Zitting van gisteren.)
Aan de agenda wordt toegevoegd de wij
ziging kieswet (o a. stemmen, hij vol
macht). Aan de orde is de suppletoire In
dische begrooting.
De heer CRAMER brengt hulde aan de
samenstellers van het rapport betreffende
de onlusten op Sumatra's Westkust. Hij
wijst erop, dat ook andere oorzaken voor
de onlusten bestaan dan het communisti
sche en noemt o.m. de fouten in het be
stuursbeleid en de zeer hooge belastingen.
Door het niet onderzoeken van gerechtvaar
digde klachten, werd de bevolking vatbaar
voor de communistische propaganda.
Spreker dringt aan op opheffing van de
interneering in Roven-Digoel.
De heer L. DE VISSER zegt, dat Tndië
niet tot rust zal komen, zoolang de Neder-
landsche overheersching voortduurt.
Spreker critiseert de verkorting van het
rapport betreffende de onlusten en de ver
keerde toepassing van de exhorbitante
rechten door den gouverneur-generaal. Ge-
eischt moet worden oogenblikkelijke ophef
fing van het Digoelkamp.
De heer BIJLEVELD bestrijdt, dat de
interneering in strijd is met de Indische
Staatsregeling en betreurt, dat zooveel rail-
lioenen moeten worden besteed ter verze
kering van orde en rust. Hij vraagt een on
derzoek naar de mogelijkheid, dat de inter-
neeringsmaatregel op sommigen te streng
is toegepast.
Minister KONINGSBERGER zegt. dat bet
rapport betreffende de ongeregeldheden met
meer vrucht zou kunnen worden besproken
bij de Indische begrooting in het najaar.
Een gedeelte van het rapport werd niet
openbaar gemaakt om politieke redenen.
Het inlerneeringsonderzoek is zoo nauwkeu
rig geweest, dat dwaling is uitgesloten.
Wanneer de omstandigheden het toelaten,
zal aan de interneering een einde ikomen.
De heer CRAMER oppert bezwaar tegen
den voorgestelden post van gedelegeerde te
Genève.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN
wenscht dezen voor eenige jaren te zien
benoemd.
Minister KONINGSBERGER verdedigt
den post als een eenvoudige uitkijkpost
voor Indische aangelegenheden.
Op een vraag van dr. BEUMER zegt de
MINISTER publicatie van het rapport over
de mijnramp en onderzoek te Sawah Loento
toe, wanneer de Gouverneur-Generaal geen
bezwaar heeft.
De heer CRAMER wenscht de kosten der
luchtlijn naar Indië voor de helft mede door
Nederland te zien gedragen.
De hoeren DROOGLEEVER FORTUYN
en BIJLEVELD bepleiten aanhouding van
den post voor de eredietverleening aan het
burgerlijk luchtverkeer in Indië.
De MINISTER acht uitstel in hooge mate
ongewenscht. Een bijdrage van Nederland
aan het luchtverkeer acht spr. niet noodig.
Wel wanneer eenmaal de verbinding van
Nederland met Indië door de lucht aan de
orde is.
De stemming wordt bepaald op heden.
De vergadering is geschorst tct dc? avonds
8 uur.
Avondvergadering.
Aan de orde is de-interpellatie-Braat over
het optreden van den inspecteur der directe
belastingen te Dordrecht, waarbij de heer
Braat een zestal vragen stelt inzake het ge
val van den heer v. Hoven te Papendre^ht.
Minister De Geer vindt geen aanleiding
sanctie aan de beslissing van den inspec
teur te onthouden.
De heer Braat dient een motie in, waarbij
de Kamer als Ihaar oordeel uitspreekt, dat
een inspecteur der directe belastingen geen
gemachtigde van een reclamant moet kun
nen weigeren zonder opgaaf van geldige
redenen.
Deze motie komt direct in behandeling.
Heden zal er over worden gestemd.
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Kersten betreffende de in den Iaatsten
tijd getroffen maatregelen ten opzichte van
het intercommunale autobusverkeer, ook in
verband met bestaande wettelijke bepa
lingen.
Spr. stelt de volgende vragen:
1. Overweegt de minister naar aanleiding
van de bezwaren, die gerezen zijn bij de
toepassing van de wet betreffende de open
bare middelen V3n vervoer, wijziging dier
wet met name in dien zin, dat rekening ge
houden wordt met de bezwaren, verbonden
aan het plotseling doen stop zetten van een
autobusbedrijf, dat in elk opzicht aan den
eisch der wet voldeed en ter voldoening van
het publiek diende?
2. Is de minister bereid ook met de be
langen te rekenen van hen, die onder de
toen bestaande wet een autobedrijf hebben
ingericht?
3. Wenscht de minister zorg te dragen
voor de heiliging van den dag des Heeren,
althans toenemende ontheiliging te verhin
deren?
Minister v. d. VEGTE geeft een overzicht
van de genomen beslissingen en merkt op,
dat deze geheel overeen stemmen met de
wettelijke bepalingen.
Na uitvoerige discussie diende de heer
VAN BRAAMBEEK een motie in, strekkende
om een vervoerraad in te stellen, die den
Minister van advies kan dienen.
Hierover wordt in de volgende vergade
ring gestemd.
De vergadering wordt om 10 min. voor
één verdaagd tot hedenmiddag 1 uur.
RECIaAME.
KOREVAARSTRAAT
HOEK-STEENbCHUUiR
Onze Kleeding is Superieur
èn niet duur.
700
VOOR ZATERDAG 9 JUNI.
Hilversum, 1060 M. 12.30—2 u Lunch-
muziek door het Trio Verhey. 2—4.30:
Aansluiting van het Theater Tuschinsky to
Amsterdam. Concert door het Theater-or
kest, jazzband. Optreden van solisten etc.
Max Tak, muz. leider 5.306 u. Zwem
les door Ben Carton. 6—7.45: Concert
door het Omroep-orkest. 8.05: VARA.
Opvoering van ,,De Grond", spel van boe
renleven in 3 bedr. van Geert Teis Pzn.,
uit het Groningsch door G W. Spitsen.
Het Dilett. Tooneel-ensemble ,,De Vrije
Club." 10.3011.45: VARA. Aansluiting
van de Cinema Royal te Amsterdam. Or
kest o.l.v. Hugo de Groot.
Huizen, 340.9 M. Na 6 u. 1860 M. (KRO*
uitzendingen uitsluitend). 12.301.30:
Lunchmuziek door het Trio Winkels. 5
7 il Dinermuziek. 77.30; Cursus Hol-
landsch. 7.308 u.Spr. Prof. H. F. Mj
Huybers van de Keizer Karei Universiteit.
810.30: Concert. Het KRO-orkest o.l.v.
M. v. d. Ende. Spr. Pater Jac. Zeu, S. J.
Apostolaat des Gebeds.
Daventry, 1600 M. 10.35: Kerkdienst
1.20: Orfcestconcert. 2.20: Cambridge
Universiteits-athletiekwedstrijden. Militaire
band en D. Foxon, bariton. Dans-orkest.
4.45: De militaire kapel en F. Foxon, bari
ton. 5.35: Kinderuurtje. 6.20: Concert
orgel-bespeling. 6.50: Nieuwsber. 7.05:
Vaudeville Turn. 7.20: Dansmuziek.
7.35: Brahms piano-composities. 7.45:
Sportcauserie. 8.05: Licht orkestconcert.
S. Bertin, sopraan. 9 20: Nieuwsb.
9.35: Motorpraatje. 9.50: Nieuwsb
9.55: Vaudeville. Dans-orkest- en variété-
artisten. 10.5012.20: Dansmuziek.
Parijs ..Radio-Paris", 1750 M. 10.50-*
11 u.Gramofoonmuziek. 12.502.10:
Gramofoonmuziek. 4.055.05: Dansmu
ziek. 8.509.20: Kinder-halfuurtje
9.2011.20: Orkestconcert.
Langenberg, 4-69 M. 1.202.20: Or
kestconcert. 4.204.50* Declamaties door
P. Kania. 6.207.20: Orkestconcert.
8.40: Vroolijke avond. Orkest en solisten*
Daarna tot 1.20: Dansmuziek.
Zeesen, 1250 M. 12.505.20: Lezingen;
—5.20—6.20: Orkestconcert, 6.20-8.05:
Lezingen. 8.20: „L'Ivrogne corrigé",
kom. opera in 2 acten van Gluck. Daarna;
tot 12.50: Dansmuziek Elsa Schumann*
eopraan. Dr. Becce's orke«t.
Hamborg, 395 M. 4.35: Bandonion-con-
eert. 5.20: Nederduitsche volksdansen
met zang. 6.20: Vroolijk concert, 8.20:
Frankfurter avond. Orkest en solisten.
Brussel, 509 M. 5.206.20: Orkesfcon*
cert, 7.057.50: Orkestooncert. 8.35—
10.35: Concert. Orkest en M. Jans, bas.
ÏÏi het Engelsch van BEN BOLT.
L,- Epitein Tracy, waarschijnlijk, zei hij
end. Ik ben heel blij dal u met
d mee kon komen. Onder het spre-
c-n het hij naar het verband om Tracy's
W e merkte op: Dat is toch geen
;"t>iij!?l van den oorlog, Kapitein. Ik
da het niets ernstigs is?
':5n lachte. De moeite niet waard,
Alleen maar een klap met een
ooder. Als ik den vent, die het ge-
3 -ft, in handen krijg, zal ik het hem
F* interest terug betalen.
.^}nt u hem? vroeg de millionair,
met onverschillige nieuwsgierig-
1 jal 't Is een ploert, die bekend is
naam „De Duif". Mr. Shottelius
I bijna op. Gedurende één seconde
|ti!: n z»Jn vreemde oogen iets dat
ees had kunnen noemen, maar die
rdween even spoedig weer als hij
I was en de vreemde oogen glira-
r^n>pnieuw.
Ru j', i" wa^ een vreemde naam voor
een ploert en dood er gebruikt Ik
-?ien dat „Havik" een betere schuil-
^>r hem was.
I it vind ik ook, gaf Tracy lachend
toe. Maar onder den naam „De Duif"
staat hij nu eenmaal bekend.
U schijnt nogal-veel te weten. De mil
lionair hield op en riep plotseling op een
toon van zelfverwijt: Maar neemt u me
toch niet kwalijk heeren. Gaat toch zitten.
Hij wees twee stoelen aan die een beetje op
zij van den haard stonden: Singleton be
greep, toen hij gezeten was, dat deze opzet
telijk juist d&èr waren neergezet opdat het
volle licht op zijn gezicht zou vallen. De
gastheer zelf nam een stoel vlak tegenover
hen, waardoor zijn gezicht in de schaduw
kwam, en daarop begon hij weer, waar hij
was blijven steken.
Wat ik zeggen wilde, u schijnt nogal
veel van uw aanrander te weten, Kapitein
Tracy.
O, niet zooveel als u misschien denkt,
meneer Shottelius. Ik heb bij toeval zijn
bijnaam gehoord, en ik heb een flauwe her
innering dat ik hem vroeger wel gekend
heb. En toch verwondert het mij dat hij een
roover en vechtersbaas is geworden.
Singleton keek zijn vriend even be
vreemd aan: hij begreep niet waarom deze
zonder dat dit noodig was den bijnaam van
Gérard de St. Pierre noemde tegenover den
man die, als hun verdenking juist was. dien
naam zeker zelf wel wist. Óp Tracy's ge
zicht lag een trek van argelooze vroolijk-
heid waardoor het er niet bepaald intelli
gent uitzag. Maar Dick begreep dat dit
slechts een pose was. om hun gastheer om
den tuin te leiden; deze laatste glimlachte
dan ook welwillend.
Er zijn tegenwoordig veel menschen,
die vroeger in de beste kringen kwamen en
nu straatarm zijn geworden. Dat behoort
ook tot de naweeën van den oorlog, even
goed als hun geweldadigheden.
Hij zweeg, als verwachtte hij een ant
woord op zijn opmerking. Tracy nam du9
weer het woord en zei onbenullig:
Juist, meneer Shottelius, juist.
Wat Singleton betreft, deze keek de
lange, rijk gemeubelde kamer rond, zijn
hart was ziek van vrees bij de gedachte
aan de woorden die hij voor de deur had
opgevangen Hij twijfelde er niet aan of
Nerica was hier nog geen vijf minuten ge
leden in deze kamer geweest. Door het
openstaande raam had hij haar angstig
smeekende stem gehoord, waaruit hem dui
delijk was gebleken dat zij aan de genade
van den millionair was overgeleverd; maar
waar was zij nu? Voorzichtig keek hij rond,
en hij ontdekte in den muur een deurope
ning die door een rijk wandtapijt half ver
borgen was. Deze kamer had dus verbin
ding met een andere kamer. Was Nerica
daar?
Zijn oogen zochten zijn gastheer, die
juist op hetzelfde oogenblik toevallig naar
hem keek In de vreemde oogen van den
millionair kwam een eigenaardige vragende
uitdrukking. Het was alsof hij zichzelf een
vraag stelde en niet goed wist wat het ant
woord daarop was. en geheel onverwacht,
in een opwelling die hij niet zou hebben
kunnen verklaren, nam Singleton het
woord en vroeg:
Heeft u juffrouw Berringlon hier op
bezoek gehad, meneer Shottelius. De man
in den sfoel tegenover hem keek hem weer
aan; het was duidelijk aan zijn gezicht te
zien dat dit een vraag was die hij evenmin
had verwacht als de mededeeiing van
Tracy over .,De Duif". Een oogenblik was
hij uit het veld geslagen, maar dadelijk her
stelde hij zich en lachte.
O, dan heeft n haar natuurlijk onder
weg ontmoet?
Neen, antwoordde Singleton kortaf.
Maar hoeShottelius brak den zin
af, liet zijn blik door het vertrek gaan en
keek toen zijn gasten glimlachend aan.
Dan begrijp ik het niet goed. Ik zie
toch geen enkel teeken, dat een amateur
Sherlock Holmes zou kunnen helpen. De
jonge dame heeft toch haar handschoenen,
noch haar taschje laten liggen. Even zweeg
hij weer. en met een breeden glimlach en
honingzoete stem vervolgde hij: zelfs
niet haar zakdoekje.
Dich Singleton voelde bij de toespeling
in de laatste woorden weer een vlaag van
woede opkomen en stond op het punt zijn
gastheer vierkant de waarheid te zeggen,
maar daarin werd hij verhinderd door Tracy
die op spottenden toon inviel:
En al was dit zoo, dan zou Dick dat
toch niet gezien hebben. Een man, die een
dame op den weg kan voorbij loopen zon
der haar te zien, valt eerder over zulke
kleine dingen, dan dat hij ze ziet. Is juf
frouw Berrington al vertrokken?
Voor het antwoord kwam, was er een
kort oogenblik stilte. Maar toch niet zoo
kort. of Singleton had er uit opgemaakt, dat
Shottelius het met zichzelf niet eens was,
welk antwoord hij moest geven.
Ja, twintig minuten geleden. U moet
haar op den heuvel zijn tegengekomen. Ik
had haar verzocht hier te komen
O. dat weet ik, viel Singleton kortaf
in. Hij durfde Tracy niet aanzien Shotte
lius had gelogen en hij. Singleton, was bang
om het te laten merken, dat hij het wist.
Ed uit vrees, dat zijn vriend zich zou bloot
geven, ratelde hij door.
U heeft vanmorgen naar het huis van
Lady Arthwaite getelefoneerd. U heeft zeken
haar hier laten komen om haar over die
ellendige zaak in Belvoir Mansions te on
dervragen V
Goed geraden, jongeman! Maar hef
was tijdverspilling. Ik ben heel weinig van
haar te weten gekomen. Die bekoorlijke
jonge dame is of heel gesloten of heel on
schuldig. Even wachtte hij. en daarna, nog
steeds glimlachend, wendde hij zich in het
bijzonder tot Tracy.
U weet zeker niet, of Charles South
well met iemand bekend was, die haal)
misschien als boodschapper heeft willen ge-»
bruiken?
Tracy schudde zijn hoofd.
Hoe zou ik dat weten? Southwell was
een gesloten man.
U ook, nietwaar kapitein Singleton?
Neen.
Maar er is iemand, die door het jonge
meisje in bescherming genomen wordt, daar
ben ik van overtuigd misschien iemand,
met wien ze in stilte verloofd is!
Singleton sprong op en wilde iets zeggen.
Maar Shottelius hief zijn hand op en zeil
Kalm aan. Laat mij dit verder uit
werken. Het is duidelijk, dat er een bij
zondere reden was, waarom juffrouw Ber
rington eergisteravond in Belvoir Mansions
geweest is. Wat was die reden? Een ge
woon rendez vous, daar is geen sprake van.
Iemand, die dat mooie meisje ook maar even
kent, kan aan zooiets niet denken
(Wordt vervolgd).