69-Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 23 April 1928 Tweede Blad No. 20892
GEMEENTEZAKEN.
BINNENLAND.
tMaematogein
SAMENSMELTING VAN*DE COMMISSIES
VAN FABRIGACE EN VAN HET GROND
BEDRIJF EN UITBREIDING VAN HET
AANTAL LEDEN.
In aansluiting van hetgeen we onder de
^Laatste Berichten'' Zaterdag nog konden
mededeelen omtrent het voorstel van B. en
inzake de wijziging der verordeningen
ic-gelende de samenstelling en werkzaam
heden der bovengenoemde Commissies, zij
nog opgemerkt, dat B. en W. het eens
zijn met de Commissie van Fabricage, dat
tel in de gegeven omstandigheden wei aan
beveling verdient, het aantal leden van de
Commissiën van Fabricage en voor het
Grondoedrqf van 3 tot 6 (den voorzitter
in beide getallen begrepen) uit te breiden.
Immers, in de eerste plaats wordt aldus,
ook voor het werk van deze beide belangrijke
raadscommissiën, een veelzijdiger gedragen
verantwoordelijkheid tot stand gebracht. In
de tweede plaats kan het bij een juiste
wiize van werken tot bekorting van de
discussies in den Raad leiden, indien een
rooter deel van den Raad in de voorberei-
ing van de zaken wordt betrokken. Ten
slotte is, naar de Commissie van Fabricage
mwedeelt, bij de behandeling van moeilijke
zaken door haar meermalen als een bezwaar
gevueld, dat de gedaehtenwisseiing ge
schiedde in een zoo kleinen kring.
Intusschen dient er tegen te worden ge
waakt, dat niet tengevolge van 3e uitbrei
ding van het aantal leden van de bedoelde
commissie een belangrijke vertraging in de
geregelde afdoening van zaken ontstaat. In
.926 toch hield de Commissie van Fabricage
4b vergaderingen en werden 973 dossiers
bjj haar aanhangig gemaakt; in 1927 was
het aantal vergaderingen 46 en bedroeg
het aantal dossiers 986. De vrees is dus
gewettigd, dat een commissie van belang
rijk uitgebreider samenstelling niet meer
in staat zal zijn in hetzelfde tijdsverloop
van een zoo groot aantal stukken kennis
te nemen en daaromtrent advies uit te
brengen. Dit bracht er B. en W. toe een
onderzoek in te stellen in verschillende
nndei gemeenten. Uit dat onderzoek bleek,
da. aldaar, niettegenstaande het aantal leden
der commissie in de meeste voor verge
lijking in aanmerking komende gemeenten,
de voorzitter inbegrepen, 5 of meer be
draagt, de door hun college gevreesde be
svaren niet worden gevoeld. Dit komt, naar
B en W. meenen, omdat daar de werk
zaamheden der Commissie zich hoofdzakelijk
tot de behandeling van de belangrijkste zaken
beperkt, hetgeen o.m. in het aantal vergade-
vbig-n tot uitdrukking komt. Terwijl de Com
missi^ alhier in den regei eenmaal fn de
week vergadert, vindt een zoo groot aantal
vergaderingen elders alleen in de veel groo-
tero gemeenten Rotterdam en VGravenhage
P aats In^ Groningen, Haarlem, Utrecht, en
zelfs in Amsterdam# wordt daarentegen
*v-'ds .éénmaal ia de voertion dagen ver
gaderd, in Arnhem, Nijmegen, Eindhoven en
Dordrecht zelfs slechts éénmaal in de maand
of nog minder.
Een beperking nu van het aantal (fossiers,
dat in de commissie in behandeling wbrdt
gebracht, aldus, dat de commissie slechts
éénmaal in de 14 dagen vergadert, blqkt
ook hier mogelijk en wenscheiijk. Immers,
van de 973 dossiers, welke in 1926, en
van de 986 dossiers, wélke in 1927 bij de
commissie aanhangig werden gemaakt, waren
er, daar de Commissie van 'Fabricage in
haar rapport opmerkt, resp. 600 en 575
van zoo eenvoudigen aard, bqv. betreffende
eenvoudige toepassingen van wetten of ver
ordeningen, dat daarover vrqwel geen dis
cussie behoefde te worden gevoerd. Noch
tans vereischte de behandeling, ook van
dezo zaken, natuurlijk tijd. Het komt B.
en \V. voor, dat deze tqd kan worden
gewonnen door het m eerend eel van laatst
bedoelde dossiers voortaan niet meer Dq de
commissie aanhangig te maken en haar werk
zaamheden mitsdien te bepalen tot d e zaken,
welke werkeiqk van eenig belang zijn en
waarover verschil van gevoelen mogelijk is,
evenwel met dien verstande, dat de commissie
in elk geval haar aandacht zal blij/en
wijden aan alle zaken, haar werkkring be
treffende, welke bestemd zqn te zijner tqd
in den Raad in behandeling te komen.
Wordt een dergelijke werkwijze gevolgd,
dan zal, gelijk ook in andere gemeenten
geschiedt, niet meer dan éénmaal fh de
14 dagen behoeven te worden vergaderd èn
dus een behoorlijke kennisneming en af
doening van de stukken ook door een com
missie van uitgebreider samenstelling moge
lijk zijn, zonder dat de vlotte afdoening
van de zaken van minder belang hierdoor
vertraging ondervindt.
De beoogde uitschakeling van de onbe-
laDgr'rjke stukken kan, naar het oordeel van
de Commissie van Fabricage, het beste wor
den bereikt door het verouderde systeem
van de uitvoerige opsomming van de zaken,
welke tot den werkkring van de commissie
behooren, in de artikelen 6, 7, 8 en 9
der verordening, te laten vallen en daarvoor
op het voorbeeld van de recente verordening
voor de Commissie voor het Onderwijs, in de
plaats te stellen, dat de commissie van
advies dient omtrent de zaken van Fabri
cage en van de Reiniging, voor zoover dat
van haar gevraagd wordt, of door haar
wenscbelqk of noodig wordt geacht en
voorts de bevoegdheid heeft, zelf aan B.
en W. omtrent onderwerpen, tot haar werk
kring behoorende, de voorstellen te 'doen,
welke haar noodig of nattig voorkomen.
Hierbq ware, in overeenstemming met het
geen ook thans reeds geldende is, buiten
het begrip „zaken van fabricage" en buiten
den werkkring van de commissie te houden,
hetgeen betrekking j^eeft op de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit, het
Openbaar Slachthuis, de Gestichten „Ende-
geest", „Voorgeest én „Rhqngeest" en de
brandblusch- en reddingsmiddelen. Ten slotte
steil de commissie voor, het recht tot be
noeming van de vaste werklieden van haar
onder te brengen bij den betrokken Direc
teur onder goedkeuring van *B. en VV., aan
gezien dit h.i. meer in overeenstemming is
met de taak van een oommissie van Bijstand,
gelijk deze in de wet is bepaald.
B. en W. kunnen zich in het algemeen
zeer we^met het advies van de Commissie
van Fabricage vereenigen, doch zouden
bovendien nog willen voorstellen de Commis
sion van Fabricage en voor het Grondbedrijf
te doen samensmelten, aangezien beide Com-
missiën de laatste jaren niet alleen denzelf
den voorzitter hebben, doch de Raad ook
dezelfde personen uit zqn midden tot leden
daarvan heeft aangewezen.
Blqkens haar rapport heeft de Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen tegen
uitbreiding van het ledental van beide com-
missiën geenerlei bezwaar en evenmin tegen
samensmelting van de twee oommis. Tón. In
meerderheid is zij echter gekant tegen de
verder thans voorgestelde wijzigingen van
de bestaande verordening, terwijl .tij unaniem
op behoud van art. (benoemingsrecht van
de vaste werklieden) prqs steil.
In de zienswqze van B. en W. heeft een
en ander echter geen verandering gebracht
behoudens, dat het hun bq nadere overwe
ging het beste voorkomt, om het benoe
mingsrecht van de werklieden, gelqk dit
het geval is in bijna alle andere gemeenten,
te brengen tot de bevoegdheid Van hun
college, dat dan, evenals reeds ten opzichte
van de benoeming van de ambtenaren en
beambten in de verordening is bepaald, te
voren het advies van de Commissie van
Fabricage zouden kunnen inwinnen.
Zij stellen den raad voor de door hen in
dien zin gewqzigde verordening 'vast te
stellen.
WIJZIGING DER DIENSTPLICHTWET.
De voor- en nadeelen van
het plan-PosthnmaBoele.
Het voorloopig verslag
dez Tweede Kamer.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer omtrent de overweging in
de afdeelingen van de tweede nota van wij
zigingen, voor zoover betreft de wijziging
van het tweede lid van art. 27 der Dienst
plichtwet. Daaraan is het volgende ont
leend
Verscheidene leden verklaarden dat het
voorstel, 't welk de verwezenlijking wil
brengen van het bekende plan Posthuma-
Boele, is te beschouwen als een toegeven
aan een van de zijde der groote werkgevers
geoefenden drang, en de strekking heeft het
leger te maken tot een instrument in hun
haüden. Tegen dit laatste kaD niet genoeg
gewaarschuwd worden Tot dusver had de
ontwikkeling der politiek in Nederland een
vreedzaam verloop. Wil men daaraan eeD
einde maken, dan is nauwelijks een meer
doeltreffend middel te vinden, dan het sy
steem, dat de regeering thans voorstelt.
Ook voor den goeden geest in het leger
zelf is naar het oordeel der hier aan bet
woord zijnde leden een regeling als de
voorgestelde gevaarlijk.
Verscheidene andere leden gaven toe, dat
het in beginsel het beste is, dat het leger
een afspiegeling is van het geheele volk,
dat volks als het ware in al zijn geledingen
vertegenwoordigt. Daarom was de afschaf
fing van het remplacantenslelsel zoo toe
te juichen. Daarom ook is het hier bespro
ken voorstel in zekeren zin een stap ach
teruit. De vraag is echter, of het niet nood-
zakelijk is, dien stap te doen. Van de zijde
van hen, die thans gevaar voor volk en
leger speuren, zijn bij meer dan één gele
genheid uitingen vernomen welke er op wij
zen, dat zij voor ondermijning van de weer
macht niet terugdeinzen, integendeel daar
aan met zekere voorliefde hun krachten
wijden. Hun tot uiting komende zorg voor
den goeden gang van zaken in het leger
doet in dit verband vreemd aan.
Het vreedzaam verloop van de ontwikke
ling der politiek in Nederland, waarover
zij zich blijkens de beschouwingen zoozeer
verheugen, is zeker ook allerminst de
vrucht vau him geestesgesteldheid. Men
denke bij dit alles o.a. aaD de uitlatingen
van het lid der Kamer, den heer Van Za/-
delhoff bij de behandeling der oorlogsbe-
grooting voor het dienstjaar 1928 en de zich
steeds uitbreidende actie voor dienstweige
ring. Tegen dat optreden is verweer noo
dig. En het eenige mogelijke verkeer is
wellicht de invoering van een stelsel, al zij
het dan dat deze niet de ideëele vrijwilli
gers zijn, waaruit uiteraard velen het leger
gaarne opgebouwd zouden willen zien.
Weder andere leden zagen juist een zeer
goede zijde van het voorstel in de vermin
dering van de beteekenis van den dienst
plicht, welke daarvan het gevolg is.
Intusschen achtten ook deze leden het
stelsel, dat kennelijk aan het regeeringa-
voorstel ten grondslag ligt, aanvankelijk
niet geheel zonder bezwaar. Bij toepassing
van dat stelsel zoo is althans de bedoe
ling zal het leger voor een groot deel
bestaan uit industriearbeiders. Dit zal er
toe leiden, dat de over het algemeen goed
gezinde plattelandsbevolking, in belangrijke
mate uit de weermacht zal verdwijnen. Bo
vendien zal daardoor de kaderopleiding in
ernstig gevaar komen.
Andere leden meenden, dat het stelsel
van den dienstplicht dient te worden ge
handhaafd, omdat alleen op deze wijze de
meest gewenschte samenstelling van het
leger, namelijk uit alle groepen des volks,
verzekerd is.
Verscheidene leden gaven als hun oordeel
te kennen, dat de voorgestelde wijziging
niet noodig is om het doel te bereiken, dat
de regeering zich voor oogeD heeft gesteld.
Naar de meening dezer leden toch kan de
regeering reeds thans zooveel vrijwilligers
tot een verbintenis tof!aten als zij wil en
kan zij het aaaital dier vrijwilligers in min-
RECLAME.
•pt». ,s
33 JAAR BEPROEFD
fyoedtHrmend-VertótetAond.
i—'1
S3 44
dering brengen op het aantal dienstplichti
gen, in het eerste lid van art. 27 der Dienst
plichtwet genoemd.
Andere leden achtten deze opvatting on
juist.
Ten slotte gaven sommige leden den
wensch te kennen, dat het voorstel, waar
over dit voorloopig verslag handelt, niet
meer voor de a.s. verkiezingen worde afge
daan. Zij achtten dit voorstel van zoo groo
te principieele beteekenis, dat het van be
lang is vóór de besliasfoie te weten, hoe daan»
over in den lande wordt gedacht.
Vele andere leden meenden, dat voor een
uitstel van de openbare behandeling van
dit voorstel tot na de verkiezingen niet de
minste aanleiding bestaat.
DE BEGRAFENIS VAN DORIS RIJKERS.
Zeer groote belangstelling
Talrijke toespraken en warme
waardeering.
Duizenden zijn Zaterdagmiddag te Den
Helder tegenwoordig geweest bij de begra
fenis van Doms Rijkers. De regeering was
vertegenwoordigd door de ministers van
Defensie en Waterstaat, door schoutebij»
nacht Quant en de heer O A, G. v. dL
Boom, inspecteur Scheepvaart le district f
de stad Den Helder door den loco-burge
meester den heer A. G. A. Verstegen, oni
volk door allen, die het Helden der Zee
fonds, dat Dorus Rijkers' naam draagt^
steunen.
Afgevaardigden waren er daarnevens van'
alle corporaties, die met het Nederlandsche
Reddingswezen verband houden.
Om ruim één uur vertrok de stoet vaij
het sterfhuis aan het Artilleriehuis. Er wa
ren een dertiental voigTijtuigen. Vooraf
ging het stedelijk muziekcorps.
Ook de marine heeft deelgenomen aan da
laatste eerbewijzen. Qp het Havenplein
stond het stafmuziekcorps opgesteld, waar
het de leiding van het stedelijk muziek
korps tot het Ankerpark overnam. Alle in
richtingen, gelegen aan het maritieme ge
deelte der gemeente, van de Buitenöaven
tot het Ankerpark, benevens alle schepen,
welke in de Buitenhaven gplaate hadden,
hadden de vlag halfstok. Voor het wacht
schip stond een marinewacht aangetreden
van twintie man, onder bevel van een onJ
der-officier, welke de gewereD presenteer*
de tijdens het passeexen van de koets. Ook
GISTEREN WERDEN DE OPENINGSREN NEN van de 'srGravenhaagsche Windhonden-
club gehoudeai in het Zuiderpark. Een hindernis wordt genomen.
TE ROTTERDAM werd Vrijdag en Zaterdag het 600-jarig bestaan herdacht van het
Erasmiaansch Gymnasium. Tijdens de feestelijke herdenking.
MR. A J. BARON VAN NAGELL VAN
AMPSEN, lid der Eerste Kamer, die de vorigt»
week een ernstige operatie onderging, is
gelijk gemeld Zaterdag overleden.
ZATERDAGMIDDAG bracht jhr. mr. dr. A Roëll, Comm.
der Koningin in N. H. een bezoek aan de damesbeure in
hel R. A. I.-gebouw te Amsterdam. De Commissaris voor
den stand van de Anti-Trekhondenbond.
ZATERDAG had te Helder de plechtige begrafenis plaats van Dorus
Rijkers. De bemanning van de reddingboot „Dorus Rijkers" bracht
den ouden strijdmakker ten grave.