Humor uit het Buitenland.
i'i (LJf
Het Veiligheidsprobleem
Laddervrije Zijden Kousen
Bij 3 paar 5 pCt. korting.
£D Buitenl. Weekoverzicnt.
OVERZICHT KAASMARKTEN.
LAND- EN TUINBOUW.
Lucie: Wat, dat parelsnoer dat Karei me gaf, ton niet
ecbi zijn? Dat geloof ik niet M'd geloof in hem l* rotsvast,
Annie: No, vraag het dan aan een expert,
t Lucie: 0, dat heb ik ai gedaan. (Humorist)
'Agent (na de botsing): Non, iedereen met oogen ta
**n hoofd kan zien, dat de dame geiyk heelt, {Judged
Landlooper: 'Ja meheer, en toen ze me de laagte keer
opereerde badde ze zoo n haast om me weer dicht te naait,
dat ze in de gauwigheid een epona hebben late zitte.
Heer: M n hemel Doet het geen pijn?
Landlooper: Non da'e de moeite nie waard meheer,
u ik heb daarna altijd een erge dorst gebouw©
.(London Opinion)
De heef des huizee (als de bel gaat) Dat is de politic
Ik zou me maar laten gaan als ik jon waa.
Inbreker Geen fcaDs. vader Zeg. Bertos, je zal z*n
nachthemd motte leene en benejp *v© motte gaan oitlegge,
dat er per abuis alarm is gemaakt. (Passing Show)
Nee Dirk, ft zal p« gaan vliegen wanneer het heelemaal
veilig is. (Judge)
Bestuurder: Een verdraaid slechte weg is dit ft vloog
daarnet bijna den wagen uit.
Stevige passagier: Het Is de weg niet ft heb opeens
de hik gekregen. (London Opinion)
Zij waren zoo mooi en wilden mij
vleugelen geven, moeder...
O!... fluistert zij.
richtte zich op en ving aan te spre
ken; en hij gaf hem aan zijn moeder..."
Maar ik zei aan hen,.dat ik bij u blij
ven wil, voorloopig nog ecrvigen tijd...
0...1
Zij moesten met de vleugels nog rfcaar
even wachten tot dat ik later zou komen...
Lief kind... zij kust zijn handje. Iets
bovenaardsch komt over haar.
en zij werden allen van vreeze bevan
gen en zij prezen God..."
Moeder, het is zoo droevig hier...
willen wij niet gaan...
Ja. laten we-gaan...
Kom... En zij ziet, hoe hij zich heftig
opricht, opstaat en vooruitloopt. Ook zij
staat op, volgt hem, teer bezorgd dat hij
daar nu door de kamer loopt, en neemt
hem koesterend in haar armen en sluit de
deur achter zich.
Het is goed, dat zij niet steeds bij hot
lijkje zit zegt een vrouw, terwijl zij haar
verwonderd na heeft gekeken.
Ja.
Dat zij 't mag overleven...
Een boer zegt: .Zij is de moeder..."
en zij werden allen van vreeze be
vangen cn prezen God en zeiden„een
groot profeet..."
III.
In de kapel met den fijnen, schceven
toren sloeg de klok des avonds.
Men zette de doodkist op de banr eu
droeg haar langzaam onder het zeggen der
gebeden naar buiten. De vader moest on
dersteund worden ,toen hij haar zou volgen,
zoc vreemd was 't tn zijn hoofd. De ge-
meentenaren prevelden aanhoudend hun ge
beden.
Twee vrouwe«v gingen de moeder halen.
Zij kwamen het vertrek binDen en zagen
haar aan de tafel zitten en lot iemand
«preken, dien zij echter niet ontdekten.
Haar oogen glansdon hemels eu haar ont
spannen trekken gaven een volslagen rus
tige blijmoedigheid te zien.
Zij hoorden haat zeggen
en dan moet je ook begrijpen, dat
deze ridder niet alleen beroemd in het ge-
heele land was door zijn machtige daden,
maar ook. omdat het aan een ieder be
kend was. dat hi.i door God gezonden was
om de zwakken met zijn zwaard te verde
digen Want altijd tot de zwakken ging hij
en tot de armen, en alle verworpenen von
den hem en hij behoefde zijn arm maar op
te heffen en zij waren beter beschermd
dan door welken muur ook, mijn kind...
Want bij was een held... Ja allen, die hem
om hulp smeekten, zij allen vonden hem
bereid..."
De beide vrouwen bij de deur zagen el
kaar verwonderd aan en bleven lang staan,
maar zij werden door de moeder niet opge
merkt. Zij vertelde vérder langzaam en uit
voerig. en haastte zich niet.
Toen sloegen de beiden een kruis en
gineen weer geluidloos heen en sloten de
deur.
Zij bereiken 6poedig den stoet, die lang
zaam naai het kerkje toeschreed.
Zooals des morgens luidden de klokken
plechtig zonder onderbreking en de kna
pen zongen in koor:
Christus, dien wij liefhebben,
Heeft ons verlost.
Menschen stonden
men hun petten af.
langs den weg en na-
door LORD PARMOOR.
Lid van het Hoogerhuis.
Gewezen voorz. van den Vol ken bondsraad.
Ik geloof niet, dat het veiligheidsvraag
stuk noch in Europa, noch in de verdere
wereld is opgelost door het Verdrag van
Locarno. Dit verdrag heeft de kans op oor
log tusschen Frankrijk en Duitschland
enörm verminderd, omdat het de rechts
kwesties onderwerpt aan juridische beslis
sing en andere geschillen aan arbitrage.
Ik geloof ook dat Frankrijk en Duitsch
land. vertegenwoordigd door Briand en
Stresemann, oprecht verlangen Je vredes-
idee aan te moedigen.
Algemeene vrede echter kan niet worden
verzekerd, wanneer Locarno wordt be
schouwd als het laatste woord, in plaats
van datgene, wat het onderwerp zou moe
ten zijn van een algemeen verdrag tusschen
alle landen, die lid zijn van den Volken
bond.
Ik ben volstrekt niet voldaan over de
houding der Britsche regeering tegenover
overeenkomst van Locarno. De werkelijke
vraag is in hoeverre een wederzijdsche me
thode kan worden vastgesteld voor het bij
leggen van internationale geschillen ten
einde den vloek van den oorlog met al zijn
verliezen en wreedheden af te wenden. In
het onlangs uitgegeven memorandum heeft
de regec-ring geweigerd de facultatieve clau
sule van het Permanente Hof van Inter
nationale Justitie te teekenen; zij heeft het
principe van alles omvattende arbitrage
verworpen.
Deze twee principes worden in 1924 in
Genève eenstemmig goedgekeurd en een
wereldconferentie met dit doel zou reeds
lang bijeengekomen zijn wanneer de re-
geering van ons land niet tegengewerkt
had Ongetwijfeld heeft Groot-Brittanje een
grooten invloed in Genève. en wanneer de
tegenwoordige regeering het werk door de
vorige begonnen, en door Mc. Donald ge-
inspireerd had voortgezet, zouden werke
lijke vorderingen gemaakt zijn.
In 1924 was ik in Genève en hielp, als
Britsch vertegenwoordiger in den Raad en
in de vergadering het Protocol ontwerpen
en ik geloof dat dit ontwerp de tegenwoor
dige moeilijkheden zou hebben overwonnen
hoewel natuurlijk de détails vatbaar waren
voor overweging en verbetering.
De politiek van de Labourpartij is: het
Protocol te ondersteunen. Ik geloof niet,
dat hierover in de partij eenig verschil van
meening bestaat Twee of drie maal is het
eenstemmig aangenomen. Mac Donald is
er vóór en hij heeft meer voor den wereld
vrede gedaan dan eenig minister van but-
tenlandsche zaken in den laatsten tijd.
Het is duidelijk, dal de vraagstukken,
ontwapening pn veiligheid in nauw verhand
met elkaar staan.
Er moet veiligheid zijn vóór er een wer
kelijke svstemalische ontwapening kan be
staan en de veiligheid zelf vereischt een
alles omvallend systeem van rechtspraak
en arbitrage. Ik ben het eens met de formule
van het Protocol zelf. dat arbitrage en vei
ligheid aanneemt als basis voor een wereld
conferentie voor ontwapening Dit standpunt
werd krachtig gesteund door Briand en an
dere sprekers op de vergadering in Genève
in 1924,
Wat de houding van het Britsche Empire
betreft in 1924 te Genève. was ik in druk
beraad met de vertegenwoordigers der Do
minions die het eens waren met het prin
cipe van het Protocol en vóór de goedkeu
ring er van door de vergadering stemden
Ongetwijfeld Le-slaaf er °vcnals elders in
de Dominion* verschil van meening. Zij
worden grootelijks beinvloed door de re-
I geering, die in het moederland aan het be-
I wind is. Canada heeft reeds verklaard voor
1 de onderteekenlng van de facultatieve clau
sule te ziin en haar bekwame vertegenwoor
diger te Genève heeft dit 9landpunt* volge
houden.
Op de laatste Imperiale conferentie werd
vastgesteld, dat het teekenen van de facul
tatieve clausule voorbarig was en er werd
geen besluit genomen De zaak werd open
gelaten voor latere bespreking.
Ik betreur het ten zeerste dat geen over
eenkomst met de'Vereen. Staten getroffen
werd.
Niet, dat een Öörlog tusschen ons en
Amerika ook maar eenigszins waarschijnlijk
is. maar het ontbreken van zulk een over
eenkomst zal invloed hebben op de alge
meene ontwapening der zeemachten en be
sparingen uitstellen die hoogst noodzaktlijk
zijn. Ik wilde er echter den nadruk op
leggen dat de geest van een progressieve
vredespolitiek, zooals begonnen door Mac
Donald op de Londensche conferentie in
1924. voor verdere ontwikkeling afhangt
van het politieke succes van de partij m,
wien het werkelijk ernst is. een buitenland-
sche politiek voor te staan gé'baseerd niet
op overheerscbing van bewapening maar
op samenwerking en vreedzamen wedijver.
RECLAME.
-tikt*.
Itaai
1.65 - 1.50 - 1.30 - 1.17 - 1.09 - 0.98
30 verschillende kleuren.
6900
Allerlei besprekingen Drei
gende crisis aigewend En-
jelsche vlootrnzie.
De week voor PascheD is bijkans altijd
een stille week. De parlementen zijn dan
op recè6, vele ministers op een vakantie
reisje. Dit keer is de stilte echter nog des
te grooter, daar Frankrijk zoowel als
Duitschland voor algemeene verkiezingen
staan. In beide landen is de verkiezings
campagne reeds eenigszins ingeluid, doch
nog slechts met mate. Eerst na Paschen
zal deze met volle kracht worden ingezet.
Poincaré, de Fransche premier, heeft een
paar redevoeringen reeds afgestoken en
mede daaruit evenals uit het feit, dat Par
ker Gilbert, de agent generaal der schade-
vèrgoedingsaffaire, achtereenvolgens bezoe
ken bracht aan Londen. Parijs en Dome,
leidt men af. dat gedacht wordt aan een
herziening der Dawesplannen. Eerlijk ge
zegd, wordt daaraan reeds zeer lang ge
dacht, doch m de practiik kwam er nooit
iets van terecht, daar Frankrijk zoo'n her
ziening samenkoppelde met een regeling
dor intergeallieerde schulden. Hetgeen
Frankrijk ook thans nog doet! Daarom zijn
De aanvoeren en hoogste noteeringen waren:
Wagens Goudsche Leidsche
gestempelde
ligte ligte zware
(1) (2) (1) (2) (V (2) (1) (2) (1) (2)
2 April Oudewater 41 30 45 f f f f50 f53 f45 f f f f f— f
3 April Bodegraven 170 147 198 f48 f53 f42 f56 f58 f 50 f f f f f f
4 April Woerden 130 88 167 f 46 f 50 f 41 f 53 f 58 f 47 f f f f f f -
5 April Gouda 222 175 245 f 48 f 52 f 40 f 53 f 55 f 44 f f f f f f
5 April Alph. a.d. R. 12 f— f— f— f— f— f43 f— f— f— f— f— f
4 April Leiden 17 57 63 f52 f53 f 44 f— f— f— f— f— f— f— f47 140
(1) Zijn de ojigaven der vorige week.
(2) Zijn de opgaven Van 48 April 1927.
al die berichten over wijziging op zijn
minst voorbarig, 't Is bekend genoeg, hoo
Amerika, dat in dit opzicht een eerste viool
speelt, van zoo'n samenvoeging niet wil
weten, dus... Misschien zal tengevolge van
de Amerikaansche presidentskeuze verando.
ring intreden, doch voor 't najaar is daar
over niets te zeggen. Meer dan zeer voor
bereidende besprekingen kunnen daarom
thans niet gevoerd worden.
Veel meer dan dergelijke besprekingen
zijn ook te Koningsbergen tusschen Zalcski
en Woldemaras niet gevoerd. Maar 't is
reeds als een succes te beschouwen, dat de
onderhandelingen niet zijn afgebroken. De
directe pourparlers hebben er toe geleid,
dat drie commissies zijn ingesteld, die alle
economische aangelegenheden zullen afdoen
Of dit echter zal mogelijk blijken zonder
de politiek te beroeren, m.a.w. buiten Wilna
om wij gelooven bet nog altijd niet.
Hopen we dat de vergissing onzerzijds zal
zal, want de Poolsch-Lithausche kwestie be
hoort tot de gevaarlijke kwesties van
Europa.
Andere besprekingen zijn in Italië blijk
baar aangevangen. De Turkscho minister
van buitenl. zaken had een zeer opvallend
onderhoud met Mussolini, die daarop een
ontmoeting had met Michalakopoeloa, den
Griekschen leider der buitenl. politiek.
Griek en Turk zullen zelfs samen op één
schip de terugreis aanvaarden. Als vanzelf
komt men op het vermoeden van eenig
Italiaansch Grieksch-Turksch verdrag. Af
wachten maar, wat te voorschijn zal komen.
Eén crisis heeft afgeloopen week be
dreigd. n.l. tusschen Engeland en Egypte.
Men weet, hoe Egypte het ontwerp-ver-
drag, dat Chamberlain en Sarwat pasja
voor elkaar hadden gebracht, verwierp. «1
was Engeland daarbij inderdaad zeer mild
geweest. Sarwat pasja moest zelfs aftreden
en werd opgevolgd door Nahas pasja, die
na Zatrloel's dood leider der Wafd is ge
worden.
Tn een nota aan Engeland heeft deze na
tionalistische leider feitelijk een eisch van
volslagen onafhankelijkheid doen hooren.
Iets, waartoe Engeland nooit zal overgaan,
daar het Suezkanaal en omgeving immers
een onmisbare schakel is tusschen Enge
land en zijn voornaamste dominions, uie
John Buil absoluut veilig moet weten.
Egypte is in zekeren zin slachtoffer van
zijn ligging. De Soedan-affai^e is in verhou
ding tot dit alles nog maar ..Nebensache."
In uitgebreide Engelsche kriDgen heeft
die Egyptische nota een zeei slechten in
druk gemaakt, maar de regeering te Londen
hield het hoofd koel en in een vriendschap-
peliik geformuleerde antwoord-nota werd
het Engelsche standpunt nog eens in den
breede uiteengezet Engeland behield daar.
in alle rechten waarop het aanspraak
maakt, docb overigens was de toon wel
willend te noemen. En het laat zich aan
zien dat dit optreden van Engeland suc
ces zal hebben De laatste berichten uit
Egypte zijn althans al heel wat geruststel
lender. De nationalisten zullen daar moeten
leeren, dat een half ei beter is dan een
lege dop
Veel opzien baarde een officieren-twist op
de Engelsche vloot in de Middellandsche
Zee. Hoewel het eigenlijk een kwestie is,
die zuiver van internen aard mag heeten,
ie daaraan veel aandacht geschonken. In
Engeland is de belangstelling voor de vloot.
kwesties uit den aard der zaak nu eenmaal
groot. Hoewel beide minderen zijn ge
straft, heeft de schout-bii-nacht Collard
feitelijk toch de nederlaag geleden en zijn
carrière zal wel gebroken zijn, niet die der
beide andere officieren, al zullen zij wel
licht eenige stoornis daarbij ondervinden
door het gebeurde.
COLLARD.
NEDERLANDSCHE TUINBOUWRAAD
In de bestuursvergadering van den Ne-t
derlandschen Tuinbouwraad is de nieuw
benoemde secretaris, jhr. J. C. Mollerus,
geïnstalleerd.
De heer Krelage deelde mede, dat hij
wegens zijn verkiezing tot voorzitter ge
meend had als vertegenwoordiger van de
groep bloembollenteelt in den Raad te
moeten bedanken. In zijn plaats is door de
Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur aangewezen de heer J. M. van Til.
Tot ondervoorzitter van den Raad werd
benoemd de heer F. V. Valstar. De na den
dood van mr. Dresselhuys nog open ge
bleven plaats in de Commissie voor de
Economische Politiek werd vervuld door
den heer Krelage als vertegenwoordiger
van den Tuinbouwraad in die commissie.
Van den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw was bericht gekomen
dat hij het zeer op prijs zal stellen indien
dooT den Raad in overleg wordt getrpden
met den chef van den Buitenlandsche
Landbouw-voorlichtingsdienst nopens de
werking van dien dienst Voor dit overleg
werd een commissie aangewezen, bestaan
de uit de heeren Krelage. mr. van Toulon
van der Kook Mensing. Valstar en mr.
Werv.
2—3