69s" Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 April 1928 Tweede Blad No. 20878 UIT DE RAADZAAL BINNENLAND. GLUNDERE GEZICHTEN bij een vroege Paaschverrassing. EEN HOOGSTAND IN HET HERTEN KAMP. Let op den jongen, die van den weeromstuit ook niet kan nalaten op zijn teenen te gaan staan. De Duitsche ex-kroonprins is voornemens de schitterende villa Filangeri in Italië aan te koopen. Boven elkaar: de dorpspastorie op Wieringen, die voor enkele jaren den ex-kroonprins tot verblijf diende, en het weelderige Filangeri. DUBBEL AMBTSJUBILEUM TE HAELEN. Baelen b$ Roermond vierde groot feest. De burgemeester, mr. Th. J. H. Aquarius, en de ontvanger de heer J. M, Hendrix, vierden beiden hun 25-jarig ambtsjubileum. Do jubilarissen met familie worden door hef vuurpeloton der vrijwillige burgerwacht begroet. IIET OLYMPISCHE STADION IS NU BIJNA VOLTOOID. Hierbij een foto van de buitenzijde met de ramen van een der restaurant*. HF BEROEMDE KLOKKE- EEN DER UITGANGEN van de tribunes van het Olympisch Stadion. bi^df zware Aardbevingen wolke einde Maart Anatolie teisterden, ingestort is. Onbelangrijk, gerekt debat van weinig hoogstaand peil Een raadszitting als van Maandag j.l. hadden wij werkelijk lang niet meer gehad. Voortvarendheid zit nu eenmaal niet in dit bestuurslichaam, in 't algemeen gesproken, maar de jongste zitting is bijkans een top punt geworden van het tegenovergestelde van voortvarendheid. Zoo zelfs, dat de voorzitter en volkomen terecht een paar maal niet schroomde om zijn meening forsch te zeggen over dit gepraat. En bleef het dan nog maar daarbij; maar ook de toon was van een dergelijken aard, dat het peil van het debat al zeer naar beneden werd getrokken. Men behoort een afwijkende meening, eerlijk naar over- tuiging gegeven, te kunnen eerbiedigen. Men kan deze met argumenten te lijf gaan, doch nimmer met persoonlijke hatelijkhe den en wat dies meer zij. Dat treft ook niet den aangevallene, maar den aanvaller! Vlot verliep de zeer weinig te beteeke- nen hebbende agenda tot punt 15, het praeadvies op het verzoek van den Leid- schen Be8tuurdersbond inzake de instelling .van een gemeentelijk bureau tot onderzoek etc. van onredelijke huuropdrijving. Toen was het finaal mis, boewei B. en W., tegen de meerderheid der Commissie van Fabri cage in, voor een g-root deel aan het ver zoek tegemoet kwamen. Zij stelden toch voor bij Bouw- en Woningtoezicht een soort Centraal klachtenbureau onder te brengen, van waaruit alle gevallen zouden worden onderzocht. De C. v. F. verwachtte in meerderheid 'daarvan geen heil, daar immers alle macht ontbreekt om zelfs de onredelijkste veThoo- ging ongedaan te maken, doch de betrokken wethouder en de andere leden van het col lege waren van oordeel, dat moreel toch nog wel invloed was te oefenenmede op grond van reeds opgedane ervaringen. Ed nadat het geuite bezwaar, dat deze tak van dienst dan misschien versterking van per soneel zou vragen, door den wethouder was ontzenuwd, ging bot voorstel van B. en W. er met vlag en wimpel door. Op huurgc- bied zijn immers normale toestanden nug niet geheel hersteld. Hiermee is zakelijk vrijwel de meening van voor- en tegenstanders weergegeven, ten aanzieD van het voorstel van B. en W. De heer y. Stralen trachtte nog een uit breiding door te zetten, door voor te stel len, dat Bouw- en Woningtoezicht een alge meen, ongevraagd onderzoek zou instellen, doch waar behalve de moreele macht alle andere dwang ontbreekt, was daarvoor weinig animo. Dat zou veel werk hebben geëischt voor niets Klagers weten nu immers, waar ze terecht kunnena priori is niet iedere verhooging onredelijk. Over deze aflaire is eventjes 7 kwartier vol gepraat en dan nog hoe. De heer v. Stralen werd tegenover den heer Spendel zeer persoonlijk, bracht zelfs zijn weten schap als lid der vroegere huurcommissie in 't geding en de afstraffing, hem daar over door den heer Wilmer zijdelings toe gediend, was zeer ad rem. De heer Spendel behoeft zich dezen aanval dan ook niet aan te trekken. De wijze, waarop de heer v. Stralen optrad, zou een voorstander van het voorstel van B. en W. zelfs tot tegen stander hebben kunnen bekeeren 't Vervolg, de interpellatie-Baart, was al weinig beter, 't Betrof een oude kwestie, reeds in Oct. '27 behandeld, n.l. inkoop van pensioen voor los personeel. B. en W. heb ben, zooals te verwachten was, een ontijdig aangenomen motie van den raad, waarin deze in een zaak, die geheel ter competen. tie is van B. en W. niet van den raad (laat staan dan van het Georganiseerd Overleg!) een wenschelijkheid uitsprak, kalm naast zich neergelegd. Het standpunt van B. en "W- staat vast en daarmee is 't uit. Men mag het daarmee niet eens zijn, doch men verandert er niets aan. Niettemin moest de kwestie nog eens weer worden afgedaan, soms op insinueerende wijze, waarvoor to taal alle grond ontbrak. De raad was in- tusschen tot inzicht gekomen en nu bleef de heer Baart met zijn fractie alleen staan. Waarom de motie gehandhaafd bleef na de toezegging van den wethouder, een ver klaring van lossen dienst te willen geven, is nog een vraag, te meer, waar de heer Baart zelf zeide, dat de organisaties niet meer vroegen. De interpellatie-Sijtsma had o.i. in het belang van betrokkene beter binnenskamers kunneD zijn gebleven. De rondvraag leverde als altijd niets bij zonders op. Gelet op de wijze, hoe deze zeer onbe langrijke agenda werd afgehandeld, vragen we ons af: als het nu eens wel een belang rijke zitting is, wanneer zal men dan klaar komen Of gaat men van het principe uit, dat de tijd pertinent vol moet worden gemaaktJ DE OLYMPIADE-POSTZEGELS. Volgens den minister is de naam niet fontief. Op vragen van den heer Polak betref fende Olympiadepostzegels heeft minister Van der Vegte geantwoord, dat inmiddels de postzegels den 27sten Maart zijn ver schenen en inderdaad het aanstoot gevende opschrift dragen. Dat de vragen tot weerlegging van de argumenteering, welke de steller er aan heelt verbonden, in de gelegenheid stellen, acht de minister niet onwelkom, nu publi caties in enkele dagbladen, met een zelfden gedachtengang. der administratie een grief maken van de onderstelde lout in het op schrift, misschien ten nadeele van de sym pathie van het publiek voor deze post zegelserie. De bedoelde argumenteering is, dal met „IXe Olympiade" zouden zijn bedoeld de Olympische spelen en dat dit fout is, daar Olympiade beteekent het tijdperk tusschen twee Olympische spelen (beter feesten!). Deze beteekenis, algemeen bekend, is juist. Maar zij is niet de eenige, noch zelfs de oorspronkelijke. Oorsprong van het te onzent gebruike lijke „Olympiade" is het Grieksche woord „Olumpias" (stam: „Olumpiad"). Afgeleid van den plaatsnaam „Olumpia", beteekent het „Olympisch" Het werd zelfstandig ge bezigd, met weglating van het zelfstandig naamwoord „paneguris", en luidde dan aan de bekende algemeene feestelijke te- samenkomst te Olympia, waar de Olym pische spelen werden gehouden. De oorspronkelijke en hoofdbeteekeni3 van Olympiade is het Olympische feest. Eerst later, toen deze feesten regelmatig elkaar opvolgden, is men de vierjarige periode tusschen twee feesten eveneens Olympiade gaan noemen. Ondersteld wordt, dat de gedachte steller der vragen thans een bewijs daarvoor zal vragen. Hij moge dan worden verwezen naar een Grieksch woordenboek als bijv. dat van prof. v. d. Es, en, indien hij authen tieker materiaal verlangt, naar de oude Grieksche schrijvers, bijv. Pindaros, van wien slechts deze regel uit zijn eerste Olympische ode wordt aangehaald (vers 94). waar de idchter „den roem der Olym piaden" („taan Olumpiadoon") bezingt als „van verre stralende onder de wedloopen van Pelops". Het voorgaande maakt duidelijk, dat hier geen sprake is van een vierjarige periode, maar ook, dat het volkomen juist is te spreken van IXe Olympiade, zooals dit op de postzegels is geschied, om uit te druk ken, in verband met de andere opschriften, dat in 1928 in Nederland de 9de samen komst is tot het houden van de weder in gevoerde Olympische spelen. MINISTER CHAMBERLAIN NAAR DE BOLLENVELDEN. Sir Austin Chamberlain. De Engelsche minister van buitenland- sche zaken, Sir Austin Chamberlain en mevrouw Chamberlain zullen dezer dagen een particulier bezoek aan Nederland bren gen om dé tulpenvelden te bezichtigen Zij zullen op 17 April as. het middagmaal ge bruiken in de Engelsche legatie te Den Haag. DE ZOMERTIJD. Niet tegelijk met België, Frankrijk en Engeland. Op de vragen van den heer Polak betref fende den datum van invoering van den zomortjjd heeft minister Kan geantwoord, dat reeds uit hoofde van de groote land bouwbelangen, dia daarbij betrokken zjjn, in de laatste jaren de zomertijd niet meer pleegt Ie worden ingevoerd tegelijk met hetgeen te dien aanzien in België, Frank rijk en Engeland geschiedt, maar met den aanvang van de zomerdienstregeling der spoorwegen. Daarvoor pleit bovendien, dat het reizend publiek allerminst gebaat zou zijn met invoering van dien tijd op den dag, dien België, Frankrijk en Engeland gewoon zijn te kiezen. Immers Duitschland kent geen zomertijd meer en het aantal met de dienstregeling in dat land verband hou dende treinen is veel grooter dan de treinen, die met ovengenoemde drie landen verbindingi hebben. Mitsdien zou een veel belangrijker omwerking van de winterdieustregeling ta onzent noodig zijn, ais onze zomertijd cor respondeerde met dien in België, Frankrijk en Engeland, dan thans het geval is. DE AFGETREDEN GOUVERNEUR VAN SURINAME. Een huldiging van baron van Heemstra te Bloemendaal. Op 23 April a.s. zal de afgetreden gou verneur van Suriname baron van Heemstra, gehuldigd worden door oud-ambtenaren m personen, die een reio naar Suriname bel>. ben gemaakt tijdens het gouverneurschap van baron van Heemstra. Mr. dr. J. van Haaren, gouvernements- eecretaris van Suriname, die thans hier te lande met verlof vertoeft, zal de eerste woordvoerder zijn ter aanbieding van een blijk van erkentelijkheid voor genoten vriendschap en gastvrijheid. De huldiging zal plaats hebben in hotel Duin-en-Dal te Bloemendaal, WERKTIJD IN ISRAËLIETISCHB BROODBAKKERIJEN. Do minister van arbeid, handel en nijver heid; Heeft A. vergund, dat in Israëlietisehe brood bakkerijen in alle gemeenten des rijks door hoofden of bestuurders en door bakkersge zellen, in afwijking van het bepaalde in artikel 36, derde lid, der Arbeidswet 1919: a. op Donderdag 24 Mei 1928 te 12 uue des nachts met den bakkersarbeid wordt be gonnen met dien verstande, dat voor zopveel betreft broodbakkerijen, voor welke een vergunning, als bedoeld in artikel 97, eerste lid, der Arbeidswet 1919, ia verleend reeds op Woensdag 23 Mei 1998 om 10 Pur des namiddags met arbeid, bes taande

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5