Qeen enkele andere sigaret heeft denzelfden smaak en aroma van CHIEF WHIP! Geen enkele andere sigaret kan U zoo bevredigen! IWAALSj De Grijze Dame 69s16 Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Donderdag 15 Maart 1928 Derde Blad No. 20861 EERSTE KAMER. HU1SKAMERMEUBELEN j FEUILLETON. TWEEDE KAMER. RECLAME.^«5 Bovendien heeft spr. bezwaar tegen de wijze, waarop die belasting als progressieve heffing zal worden geheven. Tegenover rechtspersonen is een progressieve heffing uit den booze. .Minister De Geer heeft dit weleer zelf als lid der Tweede Kamer ver klaard en toegelicht. Spr. ontkent .dat de Nedcrlandsche fis cus vermijdt, belasting te heffen van ob jecten, die reeds in het buitenland zijn getroffen. Integendeel bij aanneming dezer wet zal de buitenlandsche ondernemer hier te lande veel verder bij de binnenlandschen zijn achtergesteld dan in de ons omgevende landen en de rechtspersonen zijn er nog slechter aan toe. Het vraagstuk van de dubbele belasting is van zoo groole betee- kenis, dat de minister die zaak wel zeer ernstig had moeten nagaan alvorens met zijn wetsvoorstel te komen. Die kwestie van dubbele belasting is dan ook een zaak van ernstige overweging bij den Volkenbond en het financieele comité te Genève dringt er dan ook op aan. dat men buitenlandsche ondernemers niet te zwaar moet behandelen. Maar in strijd daarmede is de aanslag in de Vermogens belasting van buitenlandsche ondernemin gen, welke thans wordt voorgesteld. En deze nieuwe heffing zal geen buitensporige winsten voor ons opleveren. Niet alleen materieel, maar ook moreel zullen de na deden van de aanneming van deze rege ling zeke~ niet uitblijven. Dat kan men al afleiden uit het adres van 200 personen en firma's tegen het voorstel bij deze Kamer ingediend Het ontwerp is onbillijk in strijd met de internationale beginselen van belas tingheffing, in strijd ook met de conclusies van de financieele commissie van den Vol kenbond. Spr. heeft dus vooralsnog bezwaar tegen het onlwem. De heer DE GIJSELA AR (C.H.) is op de zelfde gronden als de vorige spreker tegen stander van de voorstellen. Doch ook tegen de wijziging der Verdedigingsbelasting Ib heeft spr. bezwaar. Tevens klaagt spr. over den last die den contribuabele wordt aan gedaan uit puur theoretische gronden. Spreker verklaart verder ernstig bezwaar te hebben tegen de belastingheffing van den blooten eigendom, en met cijfers zet hij uiteen hoeveel zwaarder de bloote eigenaar belast wordt dan de vruchtgebruiker. Met de belasting van buitenlandsche hypotheek- gevers gaat spr. evenmin accoord. Wat de vrijstelling van goud- en zilver werk beneden zeker minimum betreft, vreest spr. dat deze slechts aanleiding tot chicanes zal geven, evenals de vrijstelling van familieportretten zonder kunstwaarde. Met de opheffing van de verdedigingsbe lasting Ia en verhooging der opcenten van de vermogensbelasting, gaat spr. mede. De heer DE VEER (A. R.) zet uiteen, dat elke belastingwet lekken heeft en zet men er een nieuwe lap om, dan dreigt er een nieuwe scheur. Maar daarom moet men niet spoedig lot oplappen overgaan. Urgent vindt spr. dan ook niet de voorgedragen wijzigingen, welke de fiscus niet noodig heeft. Zij brengen nieuwe onbillijkheden aan, vooreerst wat betreft goud- en zilver werken enz. Waarom deze nu niet uitdruk kelijk volkomen vrijgesteld, doch die vrij stelling enkel voor een waande van f. 2000 toegestaan? Ook de uitzondering voor de polissen van levensverzekering acht spr. onnoodig en ongewenscht. Waarom de grens van een premie van 8 pCt. gesteld? Ook niet logisch is de vrijstelling van een lijfrente van niet meer dan f. 1500, zon der dat rekening wordt gehouden met de wijze waarop deze gekocht is. Met de regeling van de heffing van bloo- ten eigendom en vruchtgebruik kan spr. ook niet instemmen. De noodzakelijkheid er van ziet hij niet in. Sprekers grootste bezwaar is tegen de belastingheffing van in het buitenland ge vestigde. doch binnen ons Rijk werkzame vennootschappen. Het lijkt spr. onbillijk ze in de vermogensbelasting en verdedigings belasting I te treffen, maar bovendien moeilijk, zoo niet, onmogelijk, terwijl ont duiking niet kan uitblijven. De minister vah Financiën, de heer DE GEER, zal heden, II uur, de sprekers be antwoorden. RECLAME. Eenige druppels zijn voldoende! Het mondwater Odol is zoo voordeelig in het gebruik, omdat slechts enkele druppels voldoende zijn, waardoor men maanden lang aan een flacon genoeg heeft. Odol is dus het voordeeligstevan alle middelen ter verzorging van mond en tandenl 493* Verlaging der inkomstenbe lasting en herziening der I vermogensbelasting. (Vervolg van gisteren). I Aan de orde is het wetsontwerp tot ver- I feting van het tarief der Inkomstenbelasting. I De heer VVIBAUT (S.D.A.P.J zal niet al Idiep op het ontwerp ingaan, in de eerste I fiats al uit heuschheid tegenover de re- Ijeering, die elke discussie over de mogelijk- Itiid van verlaging van andere belastingen heeft vermeden, ook bij do bc- I ML'ieling der zaak in de Tweede Kamer. daarom is ook de Memorie van Antwoord lus deze Kamer zoo sober, stelt de mi- I üer het als een axioma, dat de Inkomsten- l':-:!a;ting moet worden verlaagd, waardoor l;otiveering onnoodig wordt. I Trouwens, het argument, dat het noodig |bd zijn voor kapitaalvorming, kan in de Kgemvoordige omstandigheden ook niet meer I t worden. I Bovendien wijst spr. er op, dat men spoe- leg in de gelegenheid zal zijn over de ■klastingpolitiek dezer regesring te praten l,i eindelijk: de groote meerderheid der I inner verlangt naar spoedige aanneming Inn dit ontwerp. I Sph. acht intusschen dit ontwerp een lioorbeeld van slechte belastingpolitiek. Aan- Kenomen, dat we tot belastingverlaging Kinnen overgaan, is dit voorstel verkeerd, Kmdat het niet de vraag onder de oogen ziet I: roor verlaging niet indirecte belastingen K de eerste plaats in aanmerking komen. De heer DE GIJSELAAR (C.-Hj ontkent Kfgenover den heer Wibaut, dat er niet voer liipitaalvonning behoeft gezorgd te worden, lipt. had liever gezien, dat de crisisopcenten liuor het leeningsfonds waren verlaagd, maar l:a dit niet meer doenljjk is, acht spr. Iierlaging van de Inkomstenbelasting billik. I Spr. vereenigt zich dus m6t dit ontwerp. liUeen acht spr. de schaal van aanslag niet |;ow geregeld, in het bijzonder wat betreft Ides kinderaftrek. I De heer SLINGENBERG (V.-D.) vindt lie! ook geen axioma, dat de inkomsten- •Wasting het eerst voor verlaging in aan- le-rking komt. Veeleer komen de jongste lilirecte belastingen daarvoor in de eerste I plaats in aanmerking. Spr. geeft den heer lie Gijselaar toe, dat het Crisisfonds door L? belastingpolitiek van de regeering is I Uudeeld en hoopt, dat dit nimmer weer I si gebeuren. Intusschen, nu de Kamer voor liei ontwerp staat, kan zij bet niet af- [rijien. De MINISTER VAN FINANCIEN, de lieer DE GEER, ontkent tegenover den lieer fiVibaut, dat de regeering deze verlaging liet voldoende heeft toegelicht. Reeds in de llillioenennota is zulks gedaan, later ook b de Mem. van Antwoord op de Algem, p-chouwingen. Daarin is ook uiteengezet, parnm nu niet tot verlaging van indirecte beffingen kon worden overgegaan. Omdat onze directe heffingen hooger zjjn hu overal elders, is het een landsbelang, tere te verlagen. Maar daarbij dient de peering met dubbele zorg te waken voor ptijging der uitgaven. Tegenover de heeren De Gyselaar en Slin- Ijiaberg houdt spr. vol, dat nu sinds 1 .'in. 1925 de Crisisdienst is afgesloten, er sets meer bjj kan gevoegd worden, doch wk niete meer afgenomen. Maar Indië heeft mspraak op alsnog 20 millioen uit de forlogswinstbelasting en dat dient nu uit tea gewonen dienst te worden betaald. Zoo RECLAME. |uiiiaiiiiiiiiiiiiiiiia Onze sorteering i a bevat zeker ook Uwe keuze ■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■a ■1929 Uit het Engelsch van HENRY SETON MERRIMAN. ■heen, mijnheer. Uw idee' i3 overigens ;:,a zoo kwaad niet. ofschoon moeilijk uit- -erbaar. Neen. Ik ken een heel wat beter kunstje! Vroeger heb ik u al eens verteld, ik bij de marine-verzekering ben. De ;lr,li:heid van die verzekering is nu juist, het meerer.deel der menschen daaraan 'Tonden, geen verstand van zaken heb- Nu is mijn plan, die heeren eens te tMerrichten." ■Zullen zij u daar dankbaar voor zijn?" "Wï Luke. Sj zullen er mij voor betalen, wat on- beter is! Ha. ha! Wilt u mij de boter «ns aanreiken?" ha wat hebben cyclonen daar nu mee maken?" "'ter een van die blikken, die zoo vreemd "Meden op Carr's open gelaat. •Ik begrijp, dat er een wetenschap is cyclonen." zeide hij bedaard. Ja" "al wil dus zeggen, dat jullie met )e n acht én veertig uur geleden wisten ging gebeuren?" ■''a" hernam Lukc. .'Dat de stoomboot, door het geven van 'riperende signalen er met je over kaalte?" Ja." •hn dat, toen je er in was, je precies erg is het dus wel, dat men nu ook de winst uit de N.U.M. in den gewonen dienst laat vloeien. De heer WIBAUT repliceert en handhaaft z{n inzicht. Verklaart, dat hij geen stem- ming vraagt, doch dat hjj en zijn vrienden geacht zullen worden tegen te stemmen. Het wetsontwerp wordt z. h, st. aange nomen. A3ü de orde is de herziening der Vermo gensbelasting enz. De heer SLINGENBERG (V.-D.) wjjst el op, dat in de Tweede Kamer over het voorstel niet is gediscussieerd. Die primeur is dus voor de Eerste Kamer bewaard. Spr. is er geen voorstander van. De Ver mogensbelasting onderstelt een grootere draagkracht van den belastingbetaler, ter wijl bovendien de heffing er van zich niet buiten onze grenzen uitstrekte. De voorgedragen wijziging maakt inbreuk op die beginselen- Spr. zet dit nader uit een. In de eerste plaats wat betreft de Leffing voor vruchtgebruik en blooten eigen dom. De belasting van den blooten eigen dom acht spr. volkomen onbillijk, omdat het zeer de vraag is of de bloote eigenaar ooit iets zal hebben aan zijn blooten eigen dom, terwijl hij toch allerlei risico blijft loopen, vooral wanneer de vruchtgebruiker vrijgesteld wordt van de verplichting tot zekerheidstelling. En dan de onbillijkheid, dat de belastingplicht van den blooten eigenaar stijgt naarmate de vruchtgebruiker ouder wordt. Nu is de vruchtgebruiker wel verplicht de belastingpenningeu, die verschuldigd zijn aan den blooten eigenaar voor te schieten, maar dat werkt kapitaal-vernietigend. En ais do vruchtgebruiker zulks weigert, komt do bloote eigenaar tot allerlei moeilijkheden. Ook tegen het belasten van buitenland sche hypothecaire geldschieters heeft spr. zeer sterk bezwaar. Dat zulks ook in den vreemde geschiedt, is geen motief, tenzij een internationale regeling bij tractaat is vastgelegd. Maar die heffing is ook in strijd met het beginsel van draagkracht, gelijk spr, nader uiteenzet. De minister vreest niet dat de crediteur zijn belasting zal afwente len op den grondeigenaar, maar spr. weel nu reeds, dat bij invoering dezer belasting voor vele millioencn aan hypotheek zal worden opgezegd, en is overtuigd, dat de buitenlandsche geldschieter, als hij dit niet doet, zeker percent meer rente zal vra gen. Die practijk stelt spr. tegenover de theorie des ministers. In de derde plaats heeft spr. bezwaar tegen de regeling van art. 6, dal n.l. onder vermogen niet worden begrepen de niet tot het bedrijts- of beroepsvermogen behoo- rende polissen van levensverzekering, waar op niet meer dan 8 pCt. premie zal zijn verzekerd. Spr. toont de onbillijkheid van deze regeling nader aan, welke voor slechts zeldzaam voorkomende gevallen zal gelden. De heer KOSTER (V. B.) acht het noodig dat het wetsontwerp in deze Kamer nauw gezet wordt behandeld. Theoretisch noch praktisch is spr. voorstander van het ont werp. In de eersle plaats de regeling van den blooten eigendom, die al te zeer uit theoretische overwegingen is voortgespro ten. Gecompliceerde berekeningen zijn uit den booze en betaling van deze belasting zal voor de contribuabelen moeilijkheden opleveren. Men had de zaak eenvoudiger kunnen regelen dan de wet thans doel. zon der nadeel voor den fiscus. Polissen van levensverzekering zijn in theorie vcrmogensbeslanddeelen. maar tot nog toe vrijgesteld. Nu maakt de regeering een onderscheid tusschen polissen naar ge lang van de grootte der premie, maar de redenen, waarom daartoe wordt overge gaan .blijkt niet en de mogelijkheid van belastingbesparing door het sluiten van een levensverzekering kan zich slechts zelden voordoen. Spr. wijst hierna op enkele on duidelijkheden in de wet, waarop de heer Van der Poel en anderen reeds de aandacht hehben gevestigd. Spr. heeft vervolgens ernstig bezwaar tegen de wijziging van art, 2 der vermo gensbelasting en de invoeging van 9his; buitenlandsche belastingplichtigen, die hun bedrijf hier te lande uitoefenen zullen daar door vermogensbelasting moeien betalen ook zonder dat er winst is gemaakt. Dit acht spr. zeer onrechtvaardig. wist op welk punt je er in was, en waar de kortste weg was om er uit te komen, buiten den dwarrelwind en achler de aslijn, zoodat je er niet weer in kon geraken?" ..Ja. U is een volmaakt Fitzroy." Carr knipoogde vroolijk. „En dal alles weet men met zekerheid?" ..Zoo zeker als de „dood" antwoordde Luke. ..Het is een wetenschap." Carr legde zijn mes en vork neer. „Veronderstel," zeide hij. „dat de volgen de cycloon veertig schepen naar de eeuwig heid stuurt, en dat ik een verzekering van vijfhonderd en duizend op elk daarvan heb. Ik zal eens een studio maken van die jolige oude cycloontjes. Het zal gemakkelijk gc1- nneg ziin. te weten wanneer zij op komst zijn. Als er een in aantocht is. borg ik epn verzekering te hebben op elk schip, dat tusschen Colombo en Penang op zee is begrijp je? Hier aan de kust zet ik dan een man om op het weer acht te geven. Is er een cycloon in de golf van Bengalen, dan heeft hij mij slechts een enkel woord te seinen ..Milksop" of „Spongecake" of iets dergelijks, dat zacht en onschuldig klinkt. Ik zorg dan wel voor de rest. baasje Luke deed alsof al zijn aandacht bij het eten was. Doch in hem leefde sterk het verlangen om geld te maken wel haast was hel een hartslochl want geld be- teekende Agalha en Agalha was de eenige al'es in zirb opslorpende begeerte van zijn harl Agalha had gesiaan op den achter- grend van hel gevechl. dal hij dien nacht legen den dood had gevoerd Agalha was achter Carr's woorden De gedachte aan haar bracht hem in verzoeking onder hei redenepren van dezen man. „Maar wat wilt ge verzekeren?" I vroeg hij. „Voordeel" hernam Carr fluisterend. „Dat wordt dagelijksch gedaan polisbewijs van belang." „Wat is polisbewijs van belang?" „Het beteekent, dat zij je verzekering gel dig verklaren, of je iels aan boord van het schip hebt of niet. Wettig is het niet, maar dat weten zij. als zij de polis onderteeke nen, en zij weten ook, dat zij geruïneerd zouden zijn, als zij weigerden een „eere polis" le betalen. Ik zeg u immers, dat zij geen verstand van zaken hebben, en on derlinge gemeenschap bestaal tusschen hen niet. De een wantrouwt den ander, en allen vertellen zij elkaar leugens over hun winst cr. verlies. Als ik voordeel verzeker, behoef ik siechls te zeggen, dat ik geld zal verlie zen, als het schip haar bestemming niet bereikt en haar lading niet veilig lost. De lading kan van mij zijn; ik kan haar willen koopen of verkoopen, dat weet niemand, en de onderteekenaars VTagen er niet naar. Zij steken hun premie in den zak en, moe ten zij betalen en denken zij, dat zij bedro gen zijn, dan houden zij het vóór zich. want ieder man is zijns buurmans vijand." „Maar weten zij dan niets van cyclo nen?" vroeg Luke. „Mijn goede vriend, zij kennen nauwe lijks het verschil tusschen Calcutta en Bombay Hel meerendeel gelooft, dat een cycloon hetzelfde is als een passaatwind, en niel één op de hen zou hel verschil kun nen zeggen tusschen een brik en een bar- quantine Luke lachte half overtuigd De man was zoo open en eerlijk, dat er niets heimelijks of sluws kon liggen in zijn redeneering „Hel klinkt wel heel eenvoudig," zei hij „Het is zeer eenvoudig! Zoo ook de onderteekenaars; maar dat gaat ons niet aan. Weet je. wat het geval is, Fitz Henry? Welnu, in eiken handel is een zeker aantal dwazen, om door de verstandigen le worden verschaikl. Bij marine-verzekering is dal aantal groot. Alle verzekering is niet meer dan een weddenschap en wedden is een kwestie van verstand. Wij zetten meer ver stand in het spel dan de andere knaap, daarom winneD wij." Met zwierig gebaar bediende hij zich van marmelade. Luke merkte ternauwernood de ongedwongen overgang van „ik" in „wij". Hij had geen plan een vennootschap te op peren in deze gemakkelijke manier van geldmakcn, maar het vennootschap scheen zich vanzelf reeds le hebben gevormd. „Maar Carr zweeg, met nadruk een lepel in de hoogte houdend. „Maar, mijn jongen, wij hebben kapitaal noodig, wij moeten over vijftig duizend pond kunnen beschikken." „Ik vrees, dat ik nog over geen vijftig duizend stuivers kan beschikken," zeide Luke. Carr keek hem doordringend aan. Toen was er een korte stilte, terwijl Carr zijn marmelade en toast verorberde. „O, jawel, dat kun je beslist," zeide hij daarna op zachlen toon. „Ons beiden zou bet even weinig moeite kosten om vijftig duizend pond los te krijgen, als om le knip- oogen En als wilde hij aantnnnen hofe ge makkelijk dit laatste was keek hij op en sloot vertrouwelijk zijn linkeroog. „Je bent een zeeman." ging hij voort, „en nog wel een kranig zeeman Je kent de ge varen van de dieple Hel zou geen bezwaar voor je zijn te zeggen wanneer de „Croo- nah" weer zoo in het nauw zou worden ge bracht als gisteren Al wat je te doen hebt, is slechts een enkel woord aan mij te sei Het ontwerp-Zijlstra wordt aangenomen Het insti tuut van den iabrieksarts. (Zitting van gisteren.) Aan de orde is de voortzetting van da behandeling van het voorstel van wet-Zijl- slra betreflende de verlaging van de leer- lingenschaal en de afschaffing van het as sistenten-stelsel. De heer ZIJLSTRA (A.-R.) zijn gisteren afgebroken verdediging voortzettende, kan er met genoegen op wijzen, dat de geheel*» onderwijspers had verklaard, dat het voor stel een verbetering is en met algemeene stemmen behoort te worden aangenomen. Voor wantrouwen in het voorstel is dus geen plaats». Voorts bestrijdt spr. de opvatting van de heeren Tilanus en Visscher, dat hier geen initiatief-voorstel had mogen worden ge daan. Beiden beriepen zich op Groen van Prinslerer, doch naar sprekers meening zonder recht. Volgens den een vraagt het voorstel le veel, volgens den ander te wei-> nig, om naar Groens opvatting een initia tief-voorstel te wettigen. Maar hoe kan dat? Men heeft het ook afgekeurd, dat dit voorstel van anti-revolutionaire zijde is ge daan, die zich in den regel verzetten tegen initiatief-voorstellen, die geld kosten. Spr. wijst er op, dat dit vermoedelijk begroo- lingspostcn belrof. Er zijn echter prece denten, waarbij de Kamer het volkomen gerechtvaardigd acht initiatief-voorstellen, die geld kosten, te aanvaarden. Hij wijst o.a. op hel voorstel-s'Jacob in 1871 gedaan tot toekenning van een subsidie voor een stoom vaartlijn VlissingcnNew-York. Wet het bezwaar van prof. Visscher be treft, dat alleen een initiatief-voorstel mag worden gedaan in geval van nood, maar is dat dan hier niet het geval? Unaniem is erkend, dat door de de uitstel-wet een nood toestand is ontstaan. Waarom heeft prof. Visscher zijn stem niet laten hooren bij do vervroegde invoering van de 7-jarige leer verplichting? Hij was toen niet aanwezig, zeker denkende, dat van anti-revolutionaire zijde toch wel van verzet zou blijken De aanhalingen van Groen waren niet ter zake. Men heeft gezegd, dat het voorstel de Koninklijke goedkeuring niet zou verkrij gen. Maar waarom luisterde de Minister dan zoo aandachtig naar de debatten? Hij zal toch geen doodgeboren kind naloopen? Dc Minister heeft ook volstrekt niet ge zegd, dat hij het voorstel onmogelijk acht te, wel, dat geheele terugkeer lot de tech nische herziening thans niet verantwoord zou zijn. Hij heeft bovendien aan den heer Bakker gezegd, dat hij te juister tijd zal overwegen of en hoe de kleine scholen n-en. Mijn telegram-adres is „Simple-Lon- den". Stel, dat je seint „Milksop". Dat klinkt zoo onschuldig, we konden „Milskop" vast stellen. Binnen vierentwintig uur zou ik vijftig duizend op de „Croonah" hebben in Londen, Glasgow, Liverpool, New York, Farijs en Duitschland overal verspreid, weet je. In vier of vijf dagen gaat de „Croo nah" naar den grond en wij hoozen uit. uw naam wordt nooit bekend begrepen?" Er volgde een oogenblik van stilte. „Begrepen?" herhaalde Carr bijna fluis terend. Lukc keek op. Hij ontmoette Carr's oogen en wist. dat hij met een schurk te doen had. Het vreemde was. dat hij zich in woede voelde ontsteken. De gedachte aan Agatha liet hom niet los. Een hoekje was er op de stoomboot, dat hem bijna heilig was de kleine ruimte achter het dek- huisje, waar hij een oogenblik van inten sief geluk had gesmaakt toen hij Agatha in de armen hield toen zij hem had gezegd, dat zij niet arm kon zijn. Carr stond op en wierp, met het hem eigen groolsch gebaar, zijn servet op tafel. ..Je fortuin zou gemaakt zijn," zeide hij. „Het is do moeite waard om er over te denken." Hij trok zijn schouders naar achteren een eigenaardigheid van veel zwaarder ge bouwde mannen die neiging hebben cor pulent te worden knikte en liet hem alleen. De geheele lengte van de groote ka juit liep hij door. terwijl hij in den zak van zijn jas naar zijn sigarenkoker zocht, en luid en hartelijk hier en daar epn groet wisselde met kennissen onder de passa giers. CWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9