Qeen enkele andere sigaret
heeft denzelfden smaak en
aroma van CHIEF WHIP!
Geen enkele andere sigaret
kan U zoo bevredigen!
IWAALSj
De Grijze Dame
69s16 Jaargang
LEIOSCH DAGBLAD, Donderdag 15 Maart 1928
Derde Blad No. 20861
EERSTE KAMER.
HU1SKAMERMEUBELEN j
FEUILLETON.
TWEEDE KAMER.
RECLAME.^«5
Bovendien heeft spr. bezwaar tegen de
wijze, waarop die belasting als progressieve
heffing zal worden geheven. Tegenover
rechtspersonen is een progressieve heffing
uit den booze. .Minister De Geer heeft dit
weleer zelf als lid der Tweede Kamer ver
klaard en toegelicht.
Spr. ontkent .dat de Nedcrlandsche fis
cus vermijdt, belasting te heffen van ob
jecten, die reeds in het buitenland zijn
getroffen. Integendeel bij aanneming dezer
wet zal de buitenlandsche ondernemer hier
te lande veel verder bij de binnenlandschen
zijn achtergesteld dan in de ons omgevende
landen en de rechtspersonen zijn er nog
slechter aan toe. Het vraagstuk van de
dubbele belasting is van zoo groole betee-
kenis, dat de minister die zaak wel zeer
ernstig had moeten nagaan alvorens met
zijn wetsvoorstel te komen.
Die kwestie van dubbele belasting is dan
ook een zaak van ernstige overweging bij
den Volkenbond en het financieele comité
te Genève dringt er dan ook op aan. dat
men buitenlandsche ondernemers niet te
zwaar moet behandelen. Maar in strijd
daarmede is de aanslag in de Vermogens
belasting van buitenlandsche ondernemin
gen, welke thans wordt voorgesteld. En
deze nieuwe heffing zal geen buitensporige
winsten voor ons opleveren. Niet alleen
materieel, maar ook moreel zullen de na
deden van de aanneming van deze rege
ling zeke~ niet uitblijven. Dat kan men al
afleiden uit het adres van 200 personen en
firma's tegen het voorstel bij deze Kamer
ingediend Het ontwerp is onbillijk in strijd
met de internationale beginselen van belas
tingheffing, in strijd ook met de conclusies
van de financieele commissie van den Vol
kenbond. Spr. heeft dus vooralsnog bezwaar
tegen het onlwem.
De heer DE GIJSELA AR (C.H.) is op de
zelfde gronden als de vorige spreker tegen
stander van de voorstellen. Doch ook tegen
de wijziging der Verdedigingsbelasting Ib
heeft spr. bezwaar. Tevens klaagt spr. over
den last die den contribuabele wordt aan
gedaan uit puur theoretische gronden.
Spreker verklaart verder ernstig bezwaar
te hebben tegen de belastingheffing van den
blooten eigendom, en met cijfers zet hij
uiteen hoeveel zwaarder de bloote eigenaar
belast wordt dan de vruchtgebruiker. Met
de belasting van buitenlandsche hypotheek-
gevers gaat spr. evenmin accoord.
Wat de vrijstelling van goud- en zilver
werk beneden zeker minimum betreft,
vreest spr. dat deze slechts aanleiding tot
chicanes zal geven, evenals de vrijstelling
van familieportretten zonder kunstwaarde.
Met de opheffing van de verdedigingsbe
lasting Ia en verhooging der opcenten van
de vermogensbelasting, gaat spr. mede.
De heer DE VEER (A. R.) zet uiteen, dat
elke belastingwet lekken heeft en zet men
er een nieuwe lap om, dan dreigt er een
nieuwe scheur. Maar daarom moet men
niet spoedig lot oplappen overgaan. Urgent
vindt spr. dan ook niet de voorgedragen
wijzigingen, welke de fiscus niet noodig
heeft. Zij brengen nieuwe onbillijkheden
aan, vooreerst wat betreft goud- en zilver
werken enz. Waarom deze nu niet uitdruk
kelijk volkomen vrijgesteld, doch die vrij
stelling enkel voor een waande van f. 2000
toegestaan? Ook de uitzondering voor de
polissen van levensverzekering acht spr.
onnoodig en ongewenscht. Waarom de
grens van een premie van 8 pCt. gesteld?
Ook niet logisch is de vrijstelling van
een lijfrente van niet meer dan f. 1500, zon
der dat rekening wordt gehouden met de
wijze waarop deze gekocht is.
Met de regeling van de heffing van bloo-
ten eigendom en vruchtgebruik kan spr.
ook niet instemmen. De noodzakelijkheid
er van ziet hij niet in.
Sprekers grootste bezwaar is tegen de
belastingheffing van in het buitenland ge
vestigde. doch binnen ons Rijk werkzame
vennootschappen. Het lijkt spr. onbillijk ze
in de vermogensbelasting en verdedigings
belasting I te treffen, maar bovendien
moeilijk, zoo niet, onmogelijk, terwijl ont
duiking niet kan uitblijven.
De minister vah Financiën, de heer DE
GEER, zal heden, II uur, de sprekers be
antwoorden.
RECLAME.
Eenige druppels zijn voldoende!
Het mondwater Odol is zoo voordeelig in
het gebruik, omdat slechts enkele druppels
voldoende zijn, waardoor men maanden
lang aan een flacon genoeg heeft. Odol is
dus het voordeeligstevan alle middelen
ter verzorging van mond en tandenl
493*
Verlaging der inkomstenbe
lasting en herziening der
I vermogensbelasting.
(Vervolg van gisteren).
I Aan de orde is het wetsontwerp tot ver-
I feting van het tarief der Inkomstenbelasting.
I De heer VVIBAUT (S.D.A.P.J zal niet al
Idiep op het ontwerp ingaan, in de eerste
I fiats al uit heuschheid tegenover de re-
Ijeering, die elke discussie over de mogelijk-
Itiid van verlaging van andere belastingen
heeft vermeden, ook bij do bc-
I ML'ieling der zaak in de Tweede Kamer.
daarom is ook de Memorie van Antwoord
lus deze Kamer zoo sober, stelt de mi-
I üer het als een axioma, dat de Inkomsten-
l':-:!a;ting moet worden verlaagd, waardoor
l;otiveering onnoodig wordt.
I Trouwens, het argument, dat het noodig
|bd zijn voor kapitaalvorming, kan in de
Kgemvoordige omstandigheden ook niet meer
I t worden.
I Bovendien wijst spr. er op, dat men spoe-
leg in de gelegenheid zal zijn over de
■klastingpolitiek dezer regesring te praten
l,i eindelijk: de groote meerderheid der
I inner verlangt naar spoedige aanneming
Inn dit ontwerp.
I Sph. acht intusschen dit ontwerp een
lioorbeeld van slechte belastingpolitiek. Aan-
Kenomen, dat we tot belastingverlaging
Kinnen overgaan, is dit voorstel verkeerd,
Kmdat het niet de vraag onder de oogen ziet
I: roor verlaging niet indirecte belastingen
K de eerste plaats in aanmerking komen.
De heer DE GIJSELAAR (C.-Hj ontkent
Kfgenover den heer Wibaut, dat er niet voer
liipitaalvonning behoeft gezorgd te worden,
lipt. had liever gezien, dat de crisisopcenten
liuor het leeningsfonds waren verlaagd, maar
l:a dit niet meer doenljjk is, acht spr.
Iierlaging van de Inkomstenbelasting billik.
I Spr. vereenigt zich dus m6t dit ontwerp.
liUeen acht spr. de schaal van aanslag niet
|;ow geregeld, in het bijzonder wat betreft
Ides kinderaftrek.
I De heer SLINGENBERG (V.-D.) vindt
lie! ook geen axioma, dat de inkomsten-
•Wasting het eerst voor verlaging in aan-
le-rking komt. Veeleer komen de jongste
lilirecte belastingen daarvoor in de eerste
I plaats in aanmerking. Spr. geeft den heer
lie Gijselaar toe, dat het Crisisfonds door
L? belastingpolitiek van de regeering is
I Uudeeld en hoopt, dat dit nimmer weer
I si gebeuren. Intusschen, nu de Kamer voor
liei ontwerp staat, kan zij bet niet af-
[rijien.
De MINISTER VAN FINANCIEN, de
lieer DE GEER, ontkent tegenover den lieer
fiVibaut, dat de regeering deze verlaging
liet voldoende heeft toegelicht. Reeds in de
llillioenennota is zulks gedaan, later ook
b de Mem. van Antwoord op de Algem,
p-chouwingen. Daarin is ook uiteengezet,
parnm nu niet tot verlaging van indirecte
beffingen kon worden overgegaan.
Omdat onze directe heffingen hooger zjjn
hu overal elders, is het een landsbelang,
tere te verlagen. Maar daarbij dient de
peering met dubbele zorg te waken voor
ptijging der uitgaven.
Tegenover de heeren De Gyselaar en Slin-
Ijiaberg houdt spr. vol, dat nu sinds 1
.'in. 1925 de Crisisdienst is afgesloten, er
sets meer bjj kan gevoegd worden, doch
wk niete meer afgenomen. Maar Indië heeft
mspraak op alsnog 20 millioen uit de
forlogswinstbelasting en dat dient nu uit
tea gewonen dienst te worden betaald. Zoo
RECLAME.
|uiiiaiiiiiiiiiiiiiiiia
Onze sorteering
i a
bevat zeker ook Uwe keuze
■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■a
■1929
Uit het Engelsch
van HENRY SETON MERRIMAN.
■heen, mijnheer. Uw idee' i3 overigens
;:,a zoo kwaad niet. ofschoon moeilijk uit-
-erbaar. Neen. Ik ken een heel wat beter
kunstje! Vroeger heb ik u al eens verteld,
ik bij de marine-verzekering ben. De
;lr,li:heid van die verzekering is nu juist,
het meerer.deel der menschen daaraan
'Tonden, geen verstand van zaken heb-
Nu is mijn plan, die heeren eens te
tMerrichten."
■Zullen zij u daar dankbaar voor zijn?"
"Wï Luke.
Sj zullen er mij voor betalen, wat on-
beter is! Ha. ha! Wilt u mij de boter
«ns aanreiken?"
ha wat hebben cyclonen daar nu mee
maken?"
"'ter een van die blikken, die zoo vreemd
"Meden op Carr's open gelaat.
•Ik begrijp, dat er een wetenschap is
cyclonen." zeide hij bedaard.
Ja"
"al wil dus zeggen, dat jullie met )e
n acht én veertig uur geleden wisten
ging gebeuren?"
■''a" hernam Lukc.
.'Dat de stoomboot, door het geven van
'riperende signalen er met je over
kaalte?"
Ja."
•hn dat, toen je er in was, je precies
erg is het dus wel, dat men nu ook de
winst uit de N.U.M. in den gewonen dienst
laat vloeien.
De heer WIBAUT repliceert en handhaaft
z{n inzicht. Verklaart, dat hij geen stem-
ming vraagt, doch dat hjj en zijn vrienden
geacht zullen worden tegen te stemmen.
Het wetsontwerp wordt z. h, st. aange
nomen.
A3ü de orde is de herziening der Vermo
gensbelasting enz.
De heer SLINGENBERG (V.-D.) wjjst el
op, dat in de Tweede Kamer over het
voorstel niet is gediscussieerd. Die primeur
is dus voor de Eerste Kamer bewaard.
Spr. is er geen voorstander van. De Ver
mogensbelasting onderstelt een grootere
draagkracht van den belastingbetaler, ter
wijl bovendien de heffing er van zich niet
buiten onze grenzen uitstrekte.
De voorgedragen wijziging maakt inbreuk
op die beginselen- Spr. zet dit nader uit
een. In de eerste plaats wat betreft de
Leffing voor vruchtgebruik en blooten eigen
dom. De belasting van den blooten eigen
dom acht spr. volkomen onbillijk, omdat
het zeer de vraag is of de bloote eigenaar
ooit iets zal hebben aan zijn blooten eigen
dom, terwijl hij toch allerlei risico blijft
loopen, vooral wanneer de vruchtgebruiker
vrijgesteld wordt van de verplichting tot
zekerheidstelling. En dan de onbillijkheid,
dat de belastingplicht van den blooten
eigenaar stijgt naarmate de vruchtgebruiker
ouder wordt.
Nu is de vruchtgebruiker wel verplicht
de belastingpenningeu, die verschuldigd zijn
aan den blooten eigenaar voor te schieten,
maar dat werkt kapitaal-vernietigend. En
ais do vruchtgebruiker zulks weigert, komt
do bloote eigenaar tot allerlei moeilijkheden.
Ook tegen het belasten van buitenland
sche hypothecaire geldschieters heeft spr.
zeer sterk bezwaar. Dat zulks ook in den
vreemde geschiedt, is geen motief, tenzij
een internationale regeling bij tractaat is
vastgelegd. Maar die heffing is ook in strijd
met het beginsel van draagkracht, gelijk
spr, nader uiteenzet. De minister vreest niet
dat de crediteur zijn belasting zal afwente
len op den grondeigenaar, maar spr. weel
nu reeds, dat bij invoering dezer belasting
voor vele millioencn aan hypotheek zal
worden opgezegd, en is overtuigd, dat de
buitenlandsche geldschieter, als hij dit niet
doet, zeker percent meer rente zal vra
gen. Die practijk stelt spr. tegenover de
theorie des ministers.
In de derde plaats heeft spr. bezwaar
tegen de regeling van art. 6, dal n.l. onder
vermogen niet worden begrepen de niet tot
het bedrijts- of beroepsvermogen behoo-
rende polissen van levensverzekering, waar
op niet meer dan 8 pCt. premie zal zijn
verzekerd. Spr. toont de onbillijkheid van
deze regeling nader aan, welke voor slechts
zeldzaam voorkomende gevallen zal gelden.
De heer KOSTER (V. B.) acht het noodig
dat het wetsontwerp in deze Kamer nauw
gezet wordt behandeld. Theoretisch noch
praktisch is spr. voorstander van het ont
werp. In de eersle plaats de regeling van
den blooten eigendom, die al te zeer uit
theoretische overwegingen is voortgespro
ten. Gecompliceerde berekeningen zijn uit
den booze en betaling van deze belasting
zal voor de contribuabelen moeilijkheden
opleveren. Men had de zaak eenvoudiger
kunnen regelen dan de wet thans doel. zon
der nadeel voor den fiscus.
Polissen van levensverzekering zijn in
theorie vcrmogensbeslanddeelen. maar tot
nog toe vrijgesteld. Nu maakt de regeering
een onderscheid tusschen polissen naar ge
lang van de grootte der premie, maar de
redenen, waarom daartoe wordt overge
gaan .blijkt niet en de mogelijkheid van
belastingbesparing door het sluiten van een
levensverzekering kan zich slechts zelden
voordoen. Spr. wijst hierna op enkele on
duidelijkheden in de wet, waarop de heer
Van der Poel en anderen reeds de aandacht
hehben gevestigd.
Spr. heeft vervolgens ernstig bezwaar
tegen de wijziging van art, 2 der vermo
gensbelasting en de invoeging van 9his;
buitenlandsche belastingplichtigen, die hun
bedrijf hier te lande uitoefenen zullen daar
door vermogensbelasting moeien betalen
ook zonder dat er winst is gemaakt. Dit
acht spr. zeer onrechtvaardig.
wist op welk punt je er in was, en waar de
kortste weg was om er uit te komen, buiten
den dwarrelwind en achler de aslijn, zoodat
je er niet weer in kon geraken?"
..Ja. U is een volmaakt Fitzroy."
Carr knipoogde vroolijk.
„En dal alles weet men met zekerheid?"
..Zoo zeker als de „dood" antwoordde
Luke. ..Het is een wetenschap."
Carr legde zijn mes en vork neer.
„Veronderstel," zeide hij. „dat de volgen
de cycloon veertig schepen naar de eeuwig
heid stuurt, en dat ik een verzekering van
vijfhonderd en duizend op elk daarvan heb.
Ik zal eens een studio maken van die jolige
oude cycloontjes. Het zal gemakkelijk gc1-
nneg ziin. te weten wanneer zij op komst
zijn. Als er een in aantocht is. borg ik epn
verzekering te hebben op elk schip, dat
tusschen Colombo en Penang op zee is
begrijp je? Hier aan de kust zet ik dan een
man om op het weer acht te geven. Is er
een cycloon in de golf van Bengalen, dan
heeft hij mij slechts een enkel woord te
seinen ..Milksop" of „Spongecake" of iets
dergelijks, dat zacht en onschuldig klinkt.
Ik zorg dan wel voor de rest. baasje
Luke deed alsof al zijn aandacht bij het
eten was. Doch in hem leefde sterk het
verlangen om geld te maken wel
haast was hel een hartslochl want geld be-
teekende Agalha en Agalha was de eenige
al'es in zirb opslorpende begeerte van zijn
harl Agalha had gesiaan op den achter-
grend van hel gevechl. dal hij dien nacht
legen den dood had gevoerd Agalha was
achter Carr's woorden De gedachte aan
haar bracht hem in verzoeking onder hei
redenepren van dezen man.
„Maar wat wilt ge verzekeren?" I
vroeg hij.
„Voordeel" hernam Carr fluisterend. „Dat
wordt dagelijksch gedaan polisbewijs
van belang."
„Wat is polisbewijs van belang?"
„Het beteekent, dat zij je verzekering gel
dig verklaren, of je iels aan boord van het
schip hebt of niet. Wettig is het niet, maar
dat weten zij. als zij de polis onderteeke
nen, en zij weten ook, dat zij geruïneerd
zouden zijn, als zij weigerden een „eere
polis" le betalen. Ik zeg u immers, dat zij
geen verstand van zaken hebben, en on
derlinge gemeenschap bestaal tusschen hen
niet. De een wantrouwt den ander, en allen
vertellen zij elkaar leugens over hun winst
cr. verlies. Als ik voordeel verzeker, behoef
ik siechls te zeggen, dat ik geld zal verlie
zen, als het schip haar bestemming niet
bereikt en haar lading niet veilig lost. De
lading kan van mij zijn; ik kan haar willen
koopen of verkoopen, dat weet niemand, en
de onderteekenaars VTagen er niet naar.
Zij steken hun premie in den zak en, moe
ten zij betalen en denken zij, dat zij bedro
gen zijn, dan houden zij het vóór zich. want
ieder man is zijns buurmans vijand."
„Maar weten zij dan niets van cyclo
nen?" vroeg Luke.
„Mijn goede vriend, zij kennen nauwe
lijks het verschil tusschen Calcutta en
Bombay Hel meerendeel gelooft, dat een
cycloon hetzelfde is als een passaatwind,
en niel één op de hen zou hel verschil kun
nen zeggen tusschen een brik en een bar-
quantine
Luke lachte half overtuigd De man was
zoo open en eerlijk, dat er niets heimelijks
of sluws kon liggen in zijn redeneering
„Hel klinkt wel heel eenvoudig," zei hij
„Het is zeer eenvoudig! Zoo ook de
onderteekenaars; maar dat gaat ons niet
aan. Weet je. wat het geval is, Fitz Henry?
Welnu, in eiken handel is een zeker aantal
dwazen, om door de verstandigen le worden
verschaikl. Bij marine-verzekering is dal
aantal groot. Alle verzekering is niet meer
dan een weddenschap en wedden is een
kwestie van verstand. Wij zetten meer ver
stand in het spel dan de andere knaap,
daarom winneD wij."
Met zwierig gebaar bediende hij zich van
marmelade. Luke merkte ternauwernood de
ongedwongen overgang van „ik" in „wij".
Hij had geen plan een vennootschap te op
peren in deze gemakkelijke manier van
geldmakcn, maar het vennootschap scheen
zich vanzelf reeds le hebben gevormd.
„Maar Carr zweeg, met nadruk een
lepel in de hoogte houdend. „Maar, mijn
jongen, wij hebben kapitaal noodig, wij
moeten over vijftig duizend pond kunnen
beschikken."
„Ik vrees, dat ik nog over geen vijftig
duizend stuivers kan beschikken," zeide
Luke.
Carr keek hem doordringend aan. Toen
was er een korte stilte, terwijl Carr zijn
marmelade en toast verorberde.
„O, jawel, dat kun je beslist," zeide hij
daarna op zachlen toon. „Ons beiden zou
bet even weinig moeite kosten om vijftig
duizend pond los te krijgen, als om le knip-
oogen En als wilde hij aantnnnen hofe ge
makkelijk dit laatste was keek hij op en
sloot vertrouwelijk zijn linkeroog.
„Je bent een zeeman." ging hij voort, „en
nog wel een kranig zeeman Je kent de ge
varen van de dieple Hel zou geen bezwaar
voor je zijn te zeggen wanneer de „Croo-
nah" weer zoo in het nauw zou worden ge
bracht als gisteren Al wat je te doen hebt,
is slechts een enkel woord aan mij te sei
Het ontwerp-Zijlstra wordt
aangenomen Het insti
tuut van den iabrieksarts.
(Zitting van gisteren.)
Aan de orde is de voortzetting van da
behandeling van het voorstel van wet-Zijl-
slra betreflende de verlaging van de leer-
lingenschaal en de afschaffing van het as
sistenten-stelsel.
De heer ZIJLSTRA (A.-R.) zijn gisteren
afgebroken verdediging voortzettende, kan
er met genoegen op wijzen, dat de geheel*»
onderwijspers had verklaard, dat het voor
stel een verbetering is en met algemeene
stemmen behoort te worden aangenomen.
Voor wantrouwen in het voorstel is dus
geen plaats».
Voorts bestrijdt spr. de opvatting van de
heeren Tilanus en Visscher, dat hier geen
initiatief-voorstel had mogen worden ge
daan. Beiden beriepen zich op Groen van
Prinslerer, doch naar sprekers meening
zonder recht. Volgens den een vraagt het
voorstel le veel, volgens den ander te wei->
nig, om naar Groens opvatting een initia
tief-voorstel te wettigen. Maar hoe kan dat?
Men heeft het ook afgekeurd, dat dit
voorstel van anti-revolutionaire zijde is ge
daan, die zich in den regel verzetten tegen
initiatief-voorstellen, die geld kosten. Spr.
wijst er op, dat dit vermoedelijk begroo-
lingspostcn belrof. Er zijn echter prece
denten, waarbij de Kamer het volkomen
gerechtvaardigd acht initiatief-voorstellen,
die geld kosten, te aanvaarden. Hij wijst o.a.
op hel voorstel-s'Jacob in 1871 gedaan tot
toekenning van een subsidie voor een stoom
vaartlijn VlissingcnNew-York.
Wet het bezwaar van prof. Visscher be
treft, dat alleen een initiatief-voorstel mag
worden gedaan in geval van nood, maar is
dat dan hier niet het geval? Unaniem is
erkend, dat door de de uitstel-wet een nood
toestand is ontstaan. Waarom heeft prof.
Visscher zijn stem niet laten hooren bij do
vervroegde invoering van de 7-jarige leer
verplichting? Hij was toen niet aanwezig,
zeker denkende, dat van anti-revolutionaire
zijde toch wel van verzet zou blijken De
aanhalingen van Groen waren niet ter zake.
Men heeft gezegd, dat het voorstel de
Koninklijke goedkeuring niet zou verkrij
gen. Maar waarom luisterde de Minister
dan zoo aandachtig naar de debatten? Hij
zal toch geen doodgeboren kind naloopen?
Dc Minister heeft ook volstrekt niet ge
zegd, dat hij het voorstel onmogelijk acht
te, wel, dat geheele terugkeer lot de tech
nische herziening thans niet verantwoord
zou zijn. Hij heeft bovendien aan den
heer Bakker gezegd, dat hij te juister tijd
zal overwegen of en hoe de kleine scholen
n-en. Mijn telegram-adres is „Simple-Lon-
den". Stel, dat je seint „Milksop". Dat klinkt
zoo onschuldig, we konden „Milskop" vast
stellen. Binnen vierentwintig uur zou ik
vijftig duizend op de „Croonah" hebben in
Londen, Glasgow, Liverpool, New York,
Farijs en Duitschland overal verspreid,
weet je. In vier of vijf dagen gaat de „Croo
nah" naar den grond en wij hoozen uit. uw
naam wordt nooit bekend begrepen?"
Er volgde een oogenblik van stilte.
„Begrepen?" herhaalde Carr bijna fluis
terend.
Lukc keek op. Hij ontmoette Carr's oogen
en wist. dat hij met een schurk te doen
had. Het vreemde was. dat hij zich in
woede voelde ontsteken. De gedachte aan
Agatha liet hom niet los. Een hoekje was
er op de stoomboot, dat hem bijna heilig
was de kleine ruimte achter het dek-
huisje, waar hij een oogenblik van inten
sief geluk had gesmaakt toen hij Agatha in
de armen hield toen zij hem had gezegd,
dat zij niet arm kon zijn.
Carr stond op en wierp, met het hem
eigen groolsch gebaar, zijn servet op tafel.
..Je fortuin zou gemaakt zijn," zeide hij.
„Het is do moeite waard om er over te
denken."
Hij trok zijn schouders naar achteren
een eigenaardigheid van veel zwaarder ge
bouwde mannen die neiging hebben cor
pulent te worden knikte en liet hem
alleen. De geheele lengte van de groote ka
juit liep hij door. terwijl hij in den zak van
zijn jas naar zijn sigarenkoker zocht, en
luid en hartelijk hier en daar epn groet
wisselde met kennissen onder de passa
giers.
CWordt vervolgd)