69*,e JAARGANG
DONDERDAG 15 MAART 1928
No. 20861
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
SO Cts per regel voor advertentien uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van on? Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiPn 35 Cts per regel Kleine Adverli-nhPn uitsluitend
bil vooruitbetaling Woensdag? en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgens noslrerht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen. Bewiisnummer 6 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- «n Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden oer 3 maanden 2 35 per weekƒ018
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „018
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit 0RIE Bladen
EERSTE BLAD.
TERAARDESTELLING VAN HET
STOFFELIJK OVERSCHOT VAN WIJLEN
DEN HEER P. J. COFFRIE.
Op de vredige begraafplaats „Rhijnhof",
waar de ontluikende knoppen aan boom en
struik spraken van het ontwakende nieuwe
leven in de natuur, hebben wij ons heden
middag van den droeven plicht gekweten het
stoffelijk overschot van onzen besten collega,
den heer P J. Coffrie, naar zijn laatste rust
plaats te geleiden.
De plechtigheid was geheel overeenkomstig
het karakter van den ontslapene: waardig en
eenvoudig.
Op de begraafplaats waren o.m. aanwezig
de president-commissaris der N V. „Leidsch
Dagblad", de heer A de Koster, de directeur-
hoofdredacteur de heer J. W Henny, zijn
collega's van de redactie, deputaties uit het
administratief en technisch personeel van
ons blad, benevens een aantal vrienden en
kennissen van de familie Coffrie.
Om halfeen precies zwenkten de rouwauto
met een drietal volgauto's de begraafplaats
op. De kist met het stoffelijk overschot werd.
op de baar geplaatst en plechtig schaarden
de aanwezigen zich daarachter.
Nadat de kist in de groeve was neergelaten,
trao uit de rijen der deelnemende belang
stellenden de directeur-hoofdredacteur van
ons Blad, de heer J. W. Henny, naar voren,
die in woorden, welke spraken van oprechte
waardeeiÏDg en vriendschap, den heer Coffrie
dankte voor hetgeen deze gedurende veertig
jarer tot den groei en den bloei van het
„L D." heeft bijgedragen.
Dertig jaar, aldus spr., hebt gij gearbeid
OT;der leiding van den heer G. Henri Sijthoff
en tien jaar heb ik het groote voorrecht
genoten met u te mogen samenwerken. In
dien tgd heb ik u leeren kennen als een
man, die met hart en ziel aan zijn werk
en aan zjjn blad verknocht was; als iemand,
die door zijn buitengewonen werklust anderen
ten voorbeeld strekte. Ge waart bemind bij
allen, die met u in aanraking kwamen,
zoowel bij de commissarissen en de directie
als bjj uw collega's van de redactie, wiens
oudere vriend gij waart, en van de admi-
nastratie.
En ook bij het technische personeel stond
go om uw beminnelijke persoonlijkheid in
hoog aanzien.
Toen twee jaar geleden zich de eerste
teekenen voordeden van de kwaal, welke
thans aan dit werkzame leven een einde ge
maakt heeft, kondt ge het niet beseffen, dat
ge voortaan de dagtaak, welke ge bijna veer
tig jaar lang met zeldzame toewijding hadt
verricht, niet geheel en al meer zoudt kun
nen vervullen. Oprecht dankbaar zijn we u
allen ervoor geweest, dat ge ons in de ge
legenheid hebt willen stellen bij uw veertig
jarig jubileum uiting te geven aan de gevoe
lens van hoogachting en waardeering, welke
wij allen van hoog tot laag jegens u koes
terden.
Beste vriend Coffrie, aldus besloot spr.,
uw naam zal in de annalen van het ..Leidsch
Dagblad" steeds een eereplaals blijven in
nemen.
Rust zacht!
Nadat alle aanwezigen bloemen op de
kist gestrooid hadden werd de groeve dicht
gedekt met een achttal kransen en bloem
stukken, waaronder van commissarissen,
directie, redactie, administratie en technisch
Personeel van ons Blad. waarna de oudste
zoon van de overledene de heer H. G. Cof
frie diepgeroerd dankte voor de eer zijn
vader bewezen.
Diep onder den indruk verlieten allen
daarop den doodenakker.
JUBILEUM VAN DEN HEER
D. CH. SCHUIT.
Heden herdacht de heer D. Ch. Schuit,
hoofd van de Openbare Lagere School aan
den Zuidsingel A. den dag waarop hij voor
veertig jaar als onderwijzer in functie trad.
Hedenmorgen voor schooltijd verzamelde
zich het personeel van de scholen Zuid-
tingel A en B. in de kamer van den jubi
laris om hem te complimenteeren.
De heer P. van der Lelie. wnd. hoofd van
school A en de heer F. A. Schilthuyzen,
hoofd van school B, spraken namens het
Personeel en boden den heer Schuit bloem
stukken aan.
In den loop van den morgen kwamen de
wethouder van onderwijs, mr. Tepe. en de
Referendaris van de afd. onderwijs, de he r
triend den jubilaris gelukwenschen en ook
Qe inspecteur van het L. O alhier de heer
Baak kwam hem complimenteeren. Ook
ue plaatselijke schoolcommissie en andere
onderwijs-corpora deden van hun belang
stelling blijken.
De heer Schuit ondervond verder ook
ten de zijde van ouders van leerlingen
teel en hartelijke belangstelling.
Teneinde den heer Schuit en het perso
de! in de gelegenheid te stellen te rece
pteren. kregen de leerlingen van de school
ten den jubilaris hedenmiddag vrij.
DE LEIDSCHE HOUT.
Een onzer lezers schrijft ons:
Maanden lang heb ik, voorstander van
den Leidschen Hout, in stilte loopen mop
peren over dien blijkbaren stilstand.
Verleden jaar heette het, dal men dit
voorjaar met de uitvoering een begin zou
maken, doch later bleken de gelden daar
toe weer niet toereikend te zijn en verder
hoorde men sinds lang niels meer; absoluut
niets meer, nu al maanden lang. Toldat wij
plotseling in de courant weer hel verblij
dend nieuws van nieuwe belangrijke giften
lezen.
Ik krijg een gevoel als Da Costa moet
hebben gehad, toen hij zong van:
„De lier die sinds lang niet meer ruischle.
Die sinds lang tol geen harten in dicht-
muziek sprak,
Maar op eens mei gevoel en van levens
lust bruiste
En in schitrende tonen het slilzwijgen
brak."
Door de giften, die de Hout thans weer
heeft ontvangen, zijn de plannen der vol
voering weer veel meer nabij gekomen.
Het beschikbare bedrag nu van f. 70.000
op f. 80 000 gekomen.
Het comité heeft gezegd circa f. 100.000
te moeten bezitten om tot de uilvoering le
kunnen overgaan. Het verschil is dus weder
veel kleiner geworden Wie helpl nu mede
ook de laatste f. 20.000 nog bij elkaar te
krijgen? Dan kan er althans een begin ge
maakt worden.
Want voldoende voor de uitvoering van
het geheele plan zijn ook die honderddui
zend gulden niet. Maar als er eenmaal een
goed begin gemaakt is, zal ook de rest wel
komen.
De kosten van een aanleg zoo als de
commissie die wenscht, vallen lang niet
mee. Maar men kan er van verzekerd zijn.
dat wanneer die plannen eenmaal werke
lijkheid geworden zijn. Leiden iets zal be
zitten waar hel iets aan heeft. En dat is
ook wel gewenscht wanl de eischen van hei
publiek worden voortdurend grooler.
Het steeds gemakkelijker wordend ver
keer, brengt het natuurschoon van elders
onder ieders bereik; men gaat dan verge
lijken en dan moei het nieuwe niet achter
staan bij het bestaande.
Men kan het betreuren of niet, maar men
is heden ten dage niet altijd meer levreden
met wat vroeger een kostbaar bezit heette
te zijn.
De begeerte naar meer en naar grooter,
ontwikkelt zich met het individu maar ook
met de generatie.
Gelukkige zuigeling, jou is een oneindige
ruimle. de wieg nog.
Worde man, en te eng wordt u de
oneindige wereld.
Het lijkt mij goed gezien, dat het comité
een mooie uitvoering wenscht. al kost het
veel en zal hel dus ook meer tijd kosten co
gelden daarvoor bijeen te krijgen Want ik
twijfel nu geen oogenblik meer of de gelden
zullen ten slotte wel bijeen komen, al zal
het misschien niet vlug en gemakkelijk
gaan.
Naar ik nu hoor, heeft het comité den
laatsten lijd volstrekt niet stil gezeten, doch
is er, met den burgemeester aan het hoofd,
op uitgetrokken om bezoeken af te leggen
bij die ingezelenen en instellingen, waar
van men mocht verwachten dat zij den
Hout zouden kunnen en willen steunen.
Die bezoeken zijn blijkbaar niet zonder
succes geweest.
Commissarissen van een bekende fa
briek, hier ter stede, machtigden den
Directeur tot een gift van niet minder
dan f.5000, nadat de Direcleur vroeger
reeds uit eigen middelen f. 1000 had bijge
dragen.
Het bezoek aan een ander ingezetene, bij
wien men zelden tevergeefs om steun aan
klopt, leverde f.2000 nog wel, nadat de
gever van deze belangrijke bijdrage, eerst
had medegedeeld dat hij niet zoo heel veel
voor de plannen voelde Een voorbeeld dat
allen, die de middelen bezitten, doch ook
niet veel voor de plannen mochten gevoe
len, ten zeerste ter navolging wordt aanbe
volen.
Het bezoek aan een bewoner van de
Witle Singel, doch die gelukkig wel vee?
voor hel plan gevoelde, bracht f 500 op
evenals het daarop volgend bezoek aan een
fabriek, welke vroeger ook al eens f. 500
had gegeven.
Zoo had het comité dus wel reden tot
groote voldoening.
Voor den Hout is het ie wenschen, dat
het comilé nog meer adressen kent waar
het kans heeft op succes en dal het er niet
tegenoo zal zien nogmaals een bedevaart
te ondernemen.
Hel zou zoo mooi zijn. indien men bin
nenkort kon zeggen dal het ontbrekende
bijeen was en dat men kon beginnen.
INSTITUUT KERN.
De Nederlandsche oudheden
in de Molukken.
Hedenmiddag hpeft de heer V. I. van de
Wall. O. I. Ambt. met verlof, op uitnoodi-
ging van het Instituut Kern te T.eiden een
lezing gehouden in het gebouw Gravensteen
over de Nederlandsche oudheden in de
Molukken.
Spr. ving zijn lezing aan met in herinne
ring te brengen, dat de zorg voor de Ned.
oudheden in Oost-Indië is opgedragen aan
den aldaar bestaanden Oudheidkundigen
Dienst. Deze dateert eerst van 1913, toen
eindelijk het besef ontwaakte, dat niet alleen
voor de Hindoe-oudheden, maar ook voor de
oudheden van vaderlandschen stam diende
te worden gezorgd Het is prof. dr. N. J.
Krom geweest, destijds wd Hoofd van den
Dienst te Weltevreden, die in 1921 het ini
tiatief nam tot het eerste oudheidkundig
onderzoek van dien aard in de Molukken,
dat werd opgedragen aan spr. De Molukken
kwamen het eerst in aanmerking, omdat
hier de grondslag werd gelegd van ons ko
loniaal gezag en de aanraking van de Com
pagnie met de Moluksche volkeren reeds van
1599 dateert. Mr. Dr J. G. Overvoorde ves
tigde tijdens zijn bekende reis in 1911 het
eerst de aandacht op deze oudheden.
Het is er juist nog zooals Valenlijn in zijn
lijvige boeken over Oud- en Nieuw-Oost-
Indiën ons de Molukken beschrijfi, want er
is weinig veranderd in deze afgelegen
streken. Hoewel de historische bouwwerken
zeer veel te lijden hebben gehad van de
funeste invloeden van het tropische klimaat
en de ontzettende aard- en zeebevingen, zoo
is er toch nog betrekkelijk veel overgeble
ven. In een tijdperk van drie maanden wer
den een 63-lal bouwwerken, verspreid over
24 groote en kleine eilanden, achtereenvol
gens door spr. bezocht, dikwijls met veel
moeite en gevaar door het slechte jaarge
tijde, de ontoegankelijke streken, waar sinds
tijden geen Europeaan den voet gezet had
en de gebrekkige communicatie-middelen.
Spr. trof velerlei aan: gebeeldhouwde zer
ken, merkpalen, praalgraven, beschreven
steenen, defensiewerken, woningen, ruïnes,
alles verwaarloosd en vergeten le midden
van de weelderigste tropische natuur, die
men zich de..ken kan.
Spr. verdeelt de oudheden in versterkin
gen; openbare gebouwen z. a. kerken; wt>
ningen; beschreven steenen en onroerende
goederen in particulier bezit.
De versterkingen zijn verreweg het tal
rijkst, omdat deze dienen moesten om de
stapelplaatsen der specerijen, waarvan de
Compagnie angstvallig het monopolie hand
haafde, te verdedigen tegen haar concurren
ten. Uit een architectonisch oogpunt heb
ben zij niet altijd groote waarde, des te
sprekender is haar historie. Zij dienden niet
alleen ter verdediging, maar ook tot woon
plaats der gouverneurs, opperkooplieden,
kooplieden enz. en verder dienaren der Com
pagnie. Hier speelde zich het koloniale leven
af, het handelsverkeer, het defensiebedrijf,
het godsdienstleven, het gezinsleven. Later
breidden deze nederzettingen zich uit,
vormden ten slotte dorpen, die later tot ste
den werden, zoodat zij kunnen beschouwd
worden als steunpunten van het Compag-
nie's bedrijf, die geleid hebben tot een duur
zame gezagsvesting. Spr. somt dan de voor
naamste bolwerken op. z. a. op Banda de
kasteelen Belgica, Nassau en Revengie. op
Ambon het Kasteel Nieuw-Victoria, het fort
Duurstede, het fort Defensie en op Ternate
het kasteel Oranje, die alle een voorname
rol gespeeld hebben in de Moluksche ge
schiedenis.
Van de openbare gebouwen is niet zoo
veel overgebleven, slechts enkele kerken
zijn gespaard. Van historisch belang is
vooral het gebouw van de Hervormde Ge
meente ter hoofdplaats Ambon, een twee-
beukige hallenkerk uit 1780 met prachtig
Compagnie's meubilair van ebbenhout,
rouwborden, fraai gebeeldhouwde zerken en
kostbaar Avondmaalszilver. Wat er aan
kerkgebouwen in de Molukken wordt aange
troffen, is meest imitatie van den ouaen
stijl, die voortreffelijk geslaagd is.
Wat de woningen betreft, daarvan zijn
nog fraaie voorbeelden in de z.g. „perke-
nierswoningen" in den Banda-archipel, die
met haar schuin ailoopende daken, wit ge
pleisterde muren en typische sierpoortje3
veel gelijken op oude boerenhuizen uit den
Achterhoek. Vooral de sierpoorten trekken
de aandacht, die veel gelijken op de poorten
der Kaapsche hoeven. Spr. schildert de ver
latenheid dezer woningen en bespreekt het
instituut der perkeniers, dat uit 1627 dateert
waarvan nog enkel afstammelingen te Ban
da wonen.
In de forten, kerken en woningen worden
nog vele beschreven steunen aangetroffen,
die de herinnering levendig houden aan
veldheeren, gouverneurs, krijgsoversten, ad
miraals in Compagnie's dienst, terwijl op
de kerkhoven tal van praalgraven herinne
ren aan de stamvaders en stammoeders van
vele Indische geslachten Wat de onroeren
de goederen in particulier bezit betreft, be
halve de kerkelijke oudheden bevinden zich
nog vele kostbare voorwerpen in het bezit
der regentenfamilies, die nog zeer gehecht
zijn aan de tradities en de historie der Com
pagnie.
Spr eindigde daarna met den wensch, dat
deze monumenten in ruimeren kring de be-
lanü'delling mogen ondervinden, die zij ten
voIIp verdienen en vertoonde ten slotte een
reek? zeer fraaie lichtbeelden.
H. K. H. Prinses Juliana, die reeds eerder
blijk van belangstelling voor deze vader-
landsche oudheden in Indië heeft gegeven,
had doen weten, dat zij zeer tot haar leed
wezen niet in de gelegenheid was om aan
de uitnoodiging voor deze lezing gevolg
geven.
ERNSTIG AUTO-ONGEVAL.
Twee dooden.
Naar wij gisteren reeds per bulletin be
kend maakten, is aan de grens van onze
gemeente onder Leiderdorp gisteravond een
auto-ongeval geschied dat twee dooden
heeft geeischt
De Deken van Delft de heer B. Höppener
die met de kapelaans P. Th. van Diest,
G. W. P. J. Janus een vergadering te
Warmond wilde gaan bijwonen was per
auto bestuurd door den heer Van ,Zon gis
termiddag uit Delft vertrokken. Hier geko
men was men den juislen weg kwijtgeraakt
en zoo bevond de auto zich om ongeveer
half vijf bij den Spaftjaardsbrug over den
Rijn nabij Leiderdorp. Daar was de heer
G Groenendijk uit Leiderdorp bezig een
paal van den A.N.W.B. te plaatsen, toen
de auto uil Delft aankwam. De bestuurder
vroeg den heer G. den weg naar Warmond
en deze zeide hem dat de auto moest keeren
De auto reed de brug op en wilde daar van
richting veranderen; dit geschiedde echter
zoo dat de auto eenige keeren heen en weer
reed en toen van den tamelijk hoogen weg
in het water terecht kwam, waarbij de
auto op zij kwam te liggen.
Onmiddellijk schoten de heer G. en de
heer J. Duyvetter uit Leiden te hulp.
Met een bootje werd geracht de auto te
bereiken en met medewerking van omwo
nenden werd de kap ,van den auto sluk
gehakt. De portieren kon men niet open
krijgen.
Het gelukte door de gemaakte opening
kapelaan Janus en den heer Van Zon naar
buiten te krijgen. Zij waren niet ernstig
door de glasscherven gewond en werden
naar het St Elisabethgesticht overgebracht.
Minder resultaat bereikte men met den
deken Höpener en met kapelaan Van
Diest. De deken stak zijn zwaar gewonde
hand naar builen, maar het gelukte niet
hem tijdig uit zijn benarden toestand te
verlossen.
Toen men hem en kapelaan Van Diest
bevrijd hadden, bleken zij reeds overleden
te zijn. Zij werden in de woning van den
heer Bool binnengedragen, waar men meer
dan een uur kunstmatige ademhaling heeft
toegepast, evenwel zonder succes.
Eenige leden van de Leidsche Reddings
brigade. waaronder de heer E. Casleleyn
en dr. Verschoor, van den Eersten Hulp
dienst, verleenden hulp bij deze pogingen.
Deken J. B. J. M. Höppener werd ge
boren te Amsterdam 22 Maart 1874. Hij
studeerde achtereenvolgens aan de beide
seminaria te Voorhout en te Warmond en
werd priester gewijd 3 April 1897.
Op 25 April 1897 werd hij benoemd tot
kapelaan te 's Heerenhoek; 25 Maart 1900
tot kapelaan te Alkmaar; 1 December 1906
tot kdpelaan te Dordrecht; 12 Juni 1909
werd hij benoemd tot regent aan de R.K.
Kweekschool voor Onderwijzers te Bever
wijk en 7 Januari 1928 tot deken van Delft
en pasloor der St. Hippolytusparochie.
Kapelaan P. Th. van Diest werd gebo
ren te Weesperkarpsel 22 Juli 1890. Ook
hij heeft zijn studies volbrachl aan de
beide seminaria Hageveld en Warmond en
werd in Augustus 1914 priesler gewijd.
Achtereenvolgens werd hij benoemd te
Muiden 21 Augustus 1914. te Loosduinen
2 Januari 1915, te Castricum 30 November
1918 en te Delfl aan de St. Hippolytus-
kerk 31 Juli 1920.
De verslagenheid te Delft over het over
lijden van de beide geestelijken was in
Katholieke en niut-Kalholieke kringen
gisteren zeer groot.
Om half zeven gisteravond is de substi
tuut-officier van Justitie mr. Rijkens uit
Den Haag ter plaatse van het ongeval ge
komen. Deze gaf de lijken der beide slacht
offers vrij Zij werden naar hel Si Elisa
beth «▼eslich l overgebracht vanwaar zij naar
Delft werden vervoerd.
Omtrent de oorzaak van het ongeval meldt
men ons dat de remmen vaststonden toen de
auto zou gaan keeren. De bestuurder scha
kelde in en gaf gas. terwijl de wagen inge
schakeld stond op de vooruitversnelling Plot
seling evenwel schoot de wagen achteruit en
gleed te water.
De geredden.
De bestuurder van de auto de heer Van
Zon en Kapelaan Janus die gered werden,
brachten den nacht door in het St Elisabeth
gesticht en konden heden naar Delft ver
trekken.
De aulo qeHcht.
Hedenmorgen omstreeks tien uur is de
firma v. d Ameele uil Oegs'geesl begonnen
met een kraanwagen de gisteren te water
BINNENLAND.
Ter-aarde-bestelling van het stoffelijk
overschot van wijlen den heer P. J. Coffrie.
(Stadsnieuws, 1ste Blad).
Ernstig anto-onge!nk te Leiden. Twee
R.-K. geestelijken om het leven gekomen.
(Stadsnieuws, le Blad).
Herziening van belastingontwerpen. (Eer
ste Kamer, 3e Blad).
Behandeling van het wetsontwerp tot
wijziging der Ongevallenwet 1921. (Tweede
Kamer, 3e Blad).
Minister Koningsberger over de beshmrs-
hervorming in Nederlandsch-Indië. (Binnen
land, 2e Blad).
Bij een botsing tnsschen twee anto's op
den weg tnsschen Leenwarden en Gro
ningen zijn twee personen doodelijk gewond.
(Laatste Berichten, 1ste Blad).
BUITENLAND.
Hinchcliffe en zijn metgezel worden ver
mist. (2e Blad).
Delest, de Action-frangaise-man, is in
vrijheid gesteld. (Buitenl.. le Blad).
Stndentenrelletjes te Lnik en Boekarest,
(Buitenl., le Blad).
geraakte auto te lichten. Om kwart over
twaalf was men met dit werk gereed.
De heuren Stallinga en Offenberg waren
bij het ophalen tegenwoordig.
Men deelt ons nog mede dat hel onge
val te wijten zou zijn aan een wel zeer
ongelukkig toeval.
LEESZAAL REUVENS.
In het gebouw der leeszaal Reuvens
werd gisternamiddag de jaarvergadering
gehouden onder voorzitterschap van mevr.
prof. Kuenen.
Door den secretaris, den heer mr. Rijn-
bach werden de notulen en het jaarver
slag voorgelezen. Aan het laatste is het voL
gende ontleend:
Het aantal leden is dit jaar niet toege
nomen, vertoont zelfs een geringe achter
uitgang, welke uitsluitend de in Leiden
woonachtige leden betreft. De uitleening
van boeken daarentegen nam wederom
toe: in het geheel werden in 1927 uitge
leend 8-1236 boekdeelen, tegen 82718 in
1926, een vermeerdering du9 met 1518
boekdeelen. Het aantal uitgeleende studie
boeken bedroeg 24322 of bijna 29 pel. van
de totaal-uilleening (vorig jaar 23951 of
eveneens ongeveer 29 pet.) Ook het aan
tal lezers der Jeugd-bibliotheek vertoont
een genngen achteruitgang hoewel ook
hier het aantal uitgeleende boekdeelen
steeg van 12456 tot 13318
Het boekenbezit werd door aankoop en
schenking belangrijk uitgebreid en steeg
van 18646 tot 20491 boekdeelende ver
meerdering bedroeg 2196 boekdeelen, waar
tegenover 9laat dat 351 bd werden opge
ruimd, zoodat er een volstrekte vermeer
dering is van 1845 boekdeelen.
De uitleening van boeken in het agent
schap Kooipark (Javastraat 12) werd ge
regeld voortgezet: het aantal daar inge
schreven lezers steeg van 55 tot 68. uitge
leend werden 3191 boekdeelen In het cor
respondentschap Voorschoten bleef ook dit
jaar de belangstelling zeer voldoende, aan
67 lezers werden uitgeleend 3665 boekdee
len; daarentegen vertoonde het corres
pondentschap Noordwijk een zoodanige
achleruitgang. dat het Bestuur tot zijn
groote teleurstelling, in overleg met den
Bond van Openbare Leeszalen en Biblio
theken in de provincie Zuid-Holland,
moest besluiten dit correspondentschap
aan het einde van dil jaar op te heffen.
In hel personeel kwam dil jaar geluk
kig geen verandering; aan directrice en
assis enten komt een woord van dank too
voor hun toewijding en ijver waardoor het
mogelijk was de hier onder te vermelden
wijzigingen in de inrichting der O L. B.
zonder hinder voor den gewonen gang van
zaken te doen geschieden Sedert 1 Sep
tember zijn een drietal volontaires in onze
leeszaal werkzaam, de dames C. Los, M.
Sobels en A Zegerman
De in het vorig jaarverslag aangekon
digde ontruiming van het boven de O L.
B gelegen bovenhuis, had plaats Daar
door is op voorloopig zeer voldoendp wijze
voorzien in de behoefle aan een rustige
studiezaal en een bergruimte voor den
steeds tornemenden voorraad boeken en
tijdschriften. -