69*,e JAARGANG DONDERDAG 15 MAART 1928 No. 20861 STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN SO Cts per regel voor advertentien uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van on? Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentiPn 35 Cts per regel Kleine Adverli-nhPn uitsluitend bil vooruitbetaling Woensdag? en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens noslrerht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen. Bewiisnummer 6 Cts Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- «n Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden oer 3 maanden 2 35 per weekƒ018 Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „018 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit 0RIE Bladen EERSTE BLAD. TERAARDESTELLING VAN HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN WIJLEN DEN HEER P. J. COFFRIE. Op de vredige begraafplaats „Rhijnhof", waar de ontluikende knoppen aan boom en struik spraken van het ontwakende nieuwe leven in de natuur, hebben wij ons heden middag van den droeven plicht gekweten het stoffelijk overschot van onzen besten collega, den heer P J. Coffrie, naar zijn laatste rust plaats te geleiden. De plechtigheid was geheel overeenkomstig het karakter van den ontslapene: waardig en eenvoudig. Op de begraafplaats waren o.m. aanwezig de president-commissaris der N V. „Leidsch Dagblad", de heer A de Koster, de directeur- hoofdredacteur de heer J. W Henny, zijn collega's van de redactie, deputaties uit het administratief en technisch personeel van ons blad, benevens een aantal vrienden en kennissen van de familie Coffrie. Om halfeen precies zwenkten de rouwauto met een drietal volgauto's de begraafplaats op. De kist met het stoffelijk overschot werd. op de baar geplaatst en plechtig schaarden de aanwezigen zich daarachter. Nadat de kist in de groeve was neergelaten, trao uit de rijen der deelnemende belang stellenden de directeur-hoofdredacteur van ons Blad, de heer J. W. Henny, naar voren, die in woorden, welke spraken van oprechte waardeeiÏDg en vriendschap, den heer Coffrie dankte voor hetgeen deze gedurende veertig jarer tot den groei en den bloei van het „L D." heeft bijgedragen. Dertig jaar, aldus spr., hebt gij gearbeid OT;der leiding van den heer G. Henri Sijthoff en tien jaar heb ik het groote voorrecht genoten met u te mogen samenwerken. In dien tgd heb ik u leeren kennen als een man, die met hart en ziel aan zijn werk en aan zjjn blad verknocht was; als iemand, die door zijn buitengewonen werklust anderen ten voorbeeld strekte. Ge waart bemind bij allen, die met u in aanraking kwamen, zoowel bij de commissarissen en de directie als bjj uw collega's van de redactie, wiens oudere vriend gij waart, en van de admi- nastratie. En ook bij het technische personeel stond go om uw beminnelijke persoonlijkheid in hoog aanzien. Toen twee jaar geleden zich de eerste teekenen voordeden van de kwaal, welke thans aan dit werkzame leven een einde ge maakt heeft, kondt ge het niet beseffen, dat ge voortaan de dagtaak, welke ge bijna veer tig jaar lang met zeldzame toewijding hadt verricht, niet geheel en al meer zoudt kun nen vervullen. Oprecht dankbaar zijn we u allen ervoor geweest, dat ge ons in de ge legenheid hebt willen stellen bij uw veertig jarig jubileum uiting te geven aan de gevoe lens van hoogachting en waardeering, welke wij allen van hoog tot laag jegens u koes terden. Beste vriend Coffrie, aldus besloot spr., uw naam zal in de annalen van het ..Leidsch Dagblad" steeds een eereplaals blijven in nemen. Rust zacht! Nadat alle aanwezigen bloemen op de kist gestrooid hadden werd de groeve dicht gedekt met een achttal kransen en bloem stukken, waaronder van commissarissen, directie, redactie, administratie en technisch Personeel van ons Blad. waarna de oudste zoon van de overledene de heer H. G. Cof frie diepgeroerd dankte voor de eer zijn vader bewezen. Diep onder den indruk verlieten allen daarop den doodenakker. JUBILEUM VAN DEN HEER D. CH. SCHUIT. Heden herdacht de heer D. Ch. Schuit, hoofd van de Openbare Lagere School aan den Zuidsingel A. den dag waarop hij voor veertig jaar als onderwijzer in functie trad. Hedenmorgen voor schooltijd verzamelde zich het personeel van de scholen Zuid- tingel A en B. in de kamer van den jubi laris om hem te complimenteeren. De heer P. van der Lelie. wnd. hoofd van school A en de heer F. A. Schilthuyzen, hoofd van school B, spraken namens het Personeel en boden den heer Schuit bloem stukken aan. In den loop van den morgen kwamen de wethouder van onderwijs, mr. Tepe. en de Referendaris van de afd. onderwijs, de he r triend den jubilaris gelukwenschen en ook Qe inspecteur van het L. O alhier de heer Baak kwam hem complimenteeren. Ook ue plaatselijke schoolcommissie en andere onderwijs-corpora deden van hun belang stelling blijken. De heer Schuit ondervond verder ook ten de zijde van ouders van leerlingen teel en hartelijke belangstelling. Teneinde den heer Schuit en het perso de! in de gelegenheid te stellen te rece pteren. kregen de leerlingen van de school ten den jubilaris hedenmiddag vrij. DE LEIDSCHE HOUT. Een onzer lezers schrijft ons: Maanden lang heb ik, voorstander van den Leidschen Hout, in stilte loopen mop peren over dien blijkbaren stilstand. Verleden jaar heette het, dal men dit voorjaar met de uitvoering een begin zou maken, doch later bleken de gelden daar toe weer niet toereikend te zijn en verder hoorde men sinds lang niels meer; absoluut niets meer, nu al maanden lang. Toldat wij plotseling in de courant weer hel verblij dend nieuws van nieuwe belangrijke giften lezen. Ik krijg een gevoel als Da Costa moet hebben gehad, toen hij zong van: „De lier die sinds lang niet meer ruischle. Die sinds lang tol geen harten in dicht- muziek sprak, Maar op eens mei gevoel en van levens lust bruiste En in schitrende tonen het slilzwijgen brak." Door de giften, die de Hout thans weer heeft ontvangen, zijn de plannen der vol voering weer veel meer nabij gekomen. Het beschikbare bedrag nu van f. 70.000 op f. 80 000 gekomen. Het comité heeft gezegd circa f. 100.000 te moeten bezitten om tot de uilvoering le kunnen overgaan. Het verschil is dus weder veel kleiner geworden Wie helpl nu mede ook de laatste f. 20.000 nog bij elkaar te krijgen? Dan kan er althans een begin ge maakt worden. Want voldoende voor de uitvoering van het geheele plan zijn ook die honderddui zend gulden niet. Maar als er eenmaal een goed begin gemaakt is, zal ook de rest wel komen. De kosten van een aanleg zoo als de commissie die wenscht, vallen lang niet mee. Maar men kan er van verzekerd zijn. dat wanneer die plannen eenmaal werke lijkheid geworden zijn. Leiden iets zal be zitten waar hel iets aan heeft. En dat is ook wel gewenscht wanl de eischen van hei publiek worden voortdurend grooler. Het steeds gemakkelijker wordend ver keer, brengt het natuurschoon van elders onder ieders bereik; men gaat dan verge lijken en dan moei het nieuwe niet achter staan bij het bestaande. Men kan het betreuren of niet, maar men is heden ten dage niet altijd meer levreden met wat vroeger een kostbaar bezit heette te zijn. De begeerte naar meer en naar grooter, ontwikkelt zich met het individu maar ook met de generatie. Gelukkige zuigeling, jou is een oneindige ruimle. de wieg nog. Worde man, en te eng wordt u de oneindige wereld. Het lijkt mij goed gezien, dat het comité een mooie uitvoering wenscht. al kost het veel en zal hel dus ook meer tijd kosten co gelden daarvoor bijeen te krijgen Want ik twijfel nu geen oogenblik meer of de gelden zullen ten slotte wel bijeen komen, al zal het misschien niet vlug en gemakkelijk gaan. Naar ik nu hoor, heeft het comité den laatsten lijd volstrekt niet stil gezeten, doch is er, met den burgemeester aan het hoofd, op uitgetrokken om bezoeken af te leggen bij die ingezelenen en instellingen, waar van men mocht verwachten dat zij den Hout zouden kunnen en willen steunen. Die bezoeken zijn blijkbaar niet zonder succes geweest. Commissarissen van een bekende fa briek, hier ter stede, machtigden den Directeur tot een gift van niet minder dan f.5000, nadat de Direcleur vroeger reeds uit eigen middelen f. 1000 had bijge dragen. Het bezoek aan een ander ingezetene, bij wien men zelden tevergeefs om steun aan klopt, leverde f.2000 nog wel, nadat de gever van deze belangrijke bijdrage, eerst had medegedeeld dat hij niet zoo heel veel voor de plannen voelde Een voorbeeld dat allen, die de middelen bezitten, doch ook niet veel voor de plannen mochten gevoe len, ten zeerste ter navolging wordt aanbe volen. Het bezoek aan een bewoner van de Witle Singel, doch die gelukkig wel vee? voor hel plan gevoelde, bracht f 500 op evenals het daarop volgend bezoek aan een fabriek, welke vroeger ook al eens f. 500 had gegeven. Zoo had het comité dus wel reden tot groote voldoening. Voor den Hout is het ie wenschen, dat het comilé nog meer adressen kent waar het kans heeft op succes en dal het er niet tegenoo zal zien nogmaals een bedevaart te ondernemen. Hel zou zoo mooi zijn. indien men bin nenkort kon zeggen dal het ontbrekende bijeen was en dat men kon beginnen. INSTITUUT KERN. De Nederlandsche oudheden in de Molukken. Hedenmiddag hpeft de heer V. I. van de Wall. O. I. Ambt. met verlof, op uitnoodi- ging van het Instituut Kern te T.eiden een lezing gehouden in het gebouw Gravensteen over de Nederlandsche oudheden in de Molukken. Spr. ving zijn lezing aan met in herinne ring te brengen, dat de zorg voor de Ned. oudheden in Oost-Indië is opgedragen aan den aldaar bestaanden Oudheidkundigen Dienst. Deze dateert eerst van 1913, toen eindelijk het besef ontwaakte, dat niet alleen voor de Hindoe-oudheden, maar ook voor de oudheden van vaderlandschen stam diende te worden gezorgd Het is prof. dr. N. J. Krom geweest, destijds wd Hoofd van den Dienst te Weltevreden, die in 1921 het ini tiatief nam tot het eerste oudheidkundig onderzoek van dien aard in de Molukken, dat werd opgedragen aan spr. De Molukken kwamen het eerst in aanmerking, omdat hier de grondslag werd gelegd van ons ko loniaal gezag en de aanraking van de Com pagnie met de Moluksche volkeren reeds van 1599 dateert. Mr. Dr J. G. Overvoorde ves tigde tijdens zijn bekende reis in 1911 het eerst de aandacht op deze oudheden. Het is er juist nog zooals Valenlijn in zijn lijvige boeken over Oud- en Nieuw-Oost- Indiën ons de Molukken beschrijfi, want er is weinig veranderd in deze afgelegen streken. Hoewel de historische bouwwerken zeer veel te lijden hebben gehad van de funeste invloeden van het tropische klimaat en de ontzettende aard- en zeebevingen, zoo is er toch nog betrekkelijk veel overgeble ven. In een tijdperk van drie maanden wer den een 63-lal bouwwerken, verspreid over 24 groote en kleine eilanden, achtereenvol gens door spr. bezocht, dikwijls met veel moeite en gevaar door het slechte jaarge tijde, de ontoegankelijke streken, waar sinds tijden geen Europeaan den voet gezet had en de gebrekkige communicatie-middelen. Spr. trof velerlei aan: gebeeldhouwde zer ken, merkpalen, praalgraven, beschreven steenen, defensiewerken, woningen, ruïnes, alles verwaarloosd en vergeten le midden van de weelderigste tropische natuur, die men zich de..ken kan. Spr. verdeelt de oudheden in versterkin gen; openbare gebouwen z. a. kerken; wt> ningen; beschreven steenen en onroerende goederen in particulier bezit. De versterkingen zijn verreweg het tal rijkst, omdat deze dienen moesten om de stapelplaatsen der specerijen, waarvan de Compagnie angstvallig het monopolie hand haafde, te verdedigen tegen haar concurren ten. Uit een architectonisch oogpunt heb ben zij niet altijd groote waarde, des te sprekender is haar historie. Zij dienden niet alleen ter verdediging, maar ook tot woon plaats der gouverneurs, opperkooplieden, kooplieden enz. en verder dienaren der Com pagnie. Hier speelde zich het koloniale leven af, het handelsverkeer, het defensiebedrijf, het godsdienstleven, het gezinsleven. Later breidden deze nederzettingen zich uit, vormden ten slotte dorpen, die later tot ste den werden, zoodat zij kunnen beschouwd worden als steunpunten van het Compag- nie's bedrijf, die geleid hebben tot een duur zame gezagsvesting. Spr. somt dan de voor naamste bolwerken op. z. a. op Banda de kasteelen Belgica, Nassau en Revengie. op Ambon het Kasteel Nieuw-Victoria, het fort Duurstede, het fort Defensie en op Ternate het kasteel Oranje, die alle een voorname rol gespeeld hebben in de Moluksche ge schiedenis. Van de openbare gebouwen is niet zoo veel overgebleven, slechts enkele kerken zijn gespaard. Van historisch belang is vooral het gebouw van de Hervormde Ge meente ter hoofdplaats Ambon, een twee- beukige hallenkerk uit 1780 met prachtig Compagnie's meubilair van ebbenhout, rouwborden, fraai gebeeldhouwde zerken en kostbaar Avondmaalszilver. Wat er aan kerkgebouwen in de Molukken wordt aange troffen, is meest imitatie van den ouaen stijl, die voortreffelijk geslaagd is. Wat de woningen betreft, daarvan zijn nog fraaie voorbeelden in de z.g. „perke- nierswoningen" in den Banda-archipel, die met haar schuin ailoopende daken, wit ge pleisterde muren en typische sierpoortje3 veel gelijken op oude boerenhuizen uit den Achterhoek. Vooral de sierpoorten trekken de aandacht, die veel gelijken op de poorten der Kaapsche hoeven. Spr. schildert de ver latenheid dezer woningen en bespreekt het instituut der perkeniers, dat uit 1627 dateert waarvan nog enkel afstammelingen te Ban da wonen. In de forten, kerken en woningen worden nog vele beschreven steunen aangetroffen, die de herinnering levendig houden aan veldheeren, gouverneurs, krijgsoversten, ad miraals in Compagnie's dienst, terwijl op de kerkhoven tal van praalgraven herinne ren aan de stamvaders en stammoeders van vele Indische geslachten Wat de onroeren de goederen in particulier bezit betreft, be halve de kerkelijke oudheden bevinden zich nog vele kostbare voorwerpen in het bezit der regentenfamilies, die nog zeer gehecht zijn aan de tradities en de historie der Com pagnie. Spr eindigde daarna met den wensch, dat deze monumenten in ruimeren kring de be- lanü'delling mogen ondervinden, die zij ten voIIp verdienen en vertoonde ten slotte een reek? zeer fraaie lichtbeelden. H. K. H. Prinses Juliana, die reeds eerder blijk van belangstelling voor deze vader- landsche oudheden in Indië heeft gegeven, had doen weten, dat zij zeer tot haar leed wezen niet in de gelegenheid was om aan de uitnoodiging voor deze lezing gevolg geven. ERNSTIG AUTO-ONGEVAL. Twee dooden. Naar wij gisteren reeds per bulletin be kend maakten, is aan de grens van onze gemeente onder Leiderdorp gisteravond een auto-ongeval geschied dat twee dooden heeft geeischt De Deken van Delft de heer B. Höppener die met de kapelaans P. Th. van Diest, G. W. P. J. Janus een vergadering te Warmond wilde gaan bijwonen was per auto bestuurd door den heer Van ,Zon gis termiddag uit Delft vertrokken. Hier geko men was men den juislen weg kwijtgeraakt en zoo bevond de auto zich om ongeveer half vijf bij den Spaftjaardsbrug over den Rijn nabij Leiderdorp. Daar was de heer G Groenendijk uit Leiderdorp bezig een paal van den A.N.W.B. te plaatsen, toen de auto uil Delft aankwam. De bestuurder vroeg den heer G. den weg naar Warmond en deze zeide hem dat de auto moest keeren De auto reed de brug op en wilde daar van richting veranderen; dit geschiedde echter zoo dat de auto eenige keeren heen en weer reed en toen van den tamelijk hoogen weg in het water terecht kwam, waarbij de auto op zij kwam te liggen. Onmiddellijk schoten de heer G. en de heer J. Duyvetter uit Leiden te hulp. Met een bootje werd geracht de auto te bereiken en met medewerking van omwo nenden werd de kap ,van den auto sluk gehakt. De portieren kon men niet open krijgen. Het gelukte door de gemaakte opening kapelaan Janus en den heer Van Zon naar buiten te krijgen. Zij waren niet ernstig door de glasscherven gewond en werden naar het St Elisabethgesticht overgebracht. Minder resultaat bereikte men met den deken Höpener en met kapelaan Van Diest. De deken stak zijn zwaar gewonde hand naar builen, maar het gelukte niet hem tijdig uit zijn benarden toestand te verlossen. Toen men hem en kapelaan Van Diest bevrijd hadden, bleken zij reeds overleden te zijn. Zij werden in de woning van den heer Bool binnengedragen, waar men meer dan een uur kunstmatige ademhaling heeft toegepast, evenwel zonder succes. Eenige leden van de Leidsche Reddings brigade. waaronder de heer E. Casleleyn en dr. Verschoor, van den Eersten Hulp dienst, verleenden hulp bij deze pogingen. Deken J. B. J. M. Höppener werd ge boren te Amsterdam 22 Maart 1874. Hij studeerde achtereenvolgens aan de beide seminaria te Voorhout en te Warmond en werd priester gewijd 3 April 1897. Op 25 April 1897 werd hij benoemd tot kapelaan te 's Heerenhoek; 25 Maart 1900 tot kapelaan te Alkmaar; 1 December 1906 tot kdpelaan te Dordrecht; 12 Juni 1909 werd hij benoemd tot regent aan de R.K. Kweekschool voor Onderwijzers te Bever wijk en 7 Januari 1928 tot deken van Delft en pasloor der St. Hippolytusparochie. Kapelaan P. Th. van Diest werd gebo ren te Weesperkarpsel 22 Juli 1890. Ook hij heeft zijn studies volbrachl aan de beide seminaria Hageveld en Warmond en werd in Augustus 1914 priesler gewijd. Achtereenvolgens werd hij benoemd te Muiden 21 Augustus 1914. te Loosduinen 2 Januari 1915, te Castricum 30 November 1918 en te Delfl aan de St. Hippolytus- kerk 31 Juli 1920. De verslagenheid te Delft over het over lijden van de beide geestelijken was in Katholieke en niut-Kalholieke kringen gisteren zeer groot. Om half zeven gisteravond is de substi tuut-officier van Justitie mr. Rijkens uit Den Haag ter plaatse van het ongeval ge komen. Deze gaf de lijken der beide slacht offers vrij Zij werden naar hel Si Elisa beth «▼eslich l overgebracht vanwaar zij naar Delft werden vervoerd. Omtrent de oorzaak van het ongeval meldt men ons dat de remmen vaststonden toen de auto zou gaan keeren. De bestuurder scha kelde in en gaf gas. terwijl de wagen inge schakeld stond op de vooruitversnelling Plot seling evenwel schoot de wagen achteruit en gleed te water. De geredden. De bestuurder van de auto de heer Van Zon en Kapelaan Janus die gered werden, brachten den nacht door in het St Elisabeth gesticht en konden heden naar Delft ver trekken. De aulo qeHcht. Hedenmorgen omstreeks tien uur is de firma v. d Ameele uil Oegs'geesl begonnen met een kraanwagen de gisteren te water BINNENLAND. Ter-aarde-bestelling van het stoffelijk overschot van wijlen den heer P. J. Coffrie. (Stadsnieuws, 1ste Blad). Ernstig anto-onge!nk te Leiden. Twee R.-K. geestelijken om het leven gekomen. (Stadsnieuws, le Blad). Herziening van belastingontwerpen. (Eer ste Kamer, 3e Blad). Behandeling van het wetsontwerp tot wijziging der Ongevallenwet 1921. (Tweede Kamer, 3e Blad). Minister Koningsberger over de beshmrs- hervorming in Nederlandsch-Indië. (Binnen land, 2e Blad). Bij een botsing tnsschen twee anto's op den weg tnsschen Leenwarden en Gro ningen zijn twee personen doodelijk gewond. (Laatste Berichten, 1ste Blad). BUITENLAND. Hinchcliffe en zijn metgezel worden ver mist. (2e Blad). Delest, de Action-frangaise-man, is in vrijheid gesteld. (Buitenl.. le Blad). Stndentenrelletjes te Lnik en Boekarest, (Buitenl., le Blad). geraakte auto te lichten. Om kwart over twaalf was men met dit werk gereed. De heuren Stallinga en Offenberg waren bij het ophalen tegenwoordig. Men deelt ons nog mede dat hel onge val te wijten zou zijn aan een wel zeer ongelukkig toeval. LEESZAAL REUVENS. In het gebouw der leeszaal Reuvens werd gisternamiddag de jaarvergadering gehouden onder voorzitterschap van mevr. prof. Kuenen. Door den secretaris, den heer mr. Rijn- bach werden de notulen en het jaarver slag voorgelezen. Aan het laatste is het voL gende ontleend: Het aantal leden is dit jaar niet toege nomen, vertoont zelfs een geringe achter uitgang, welke uitsluitend de in Leiden woonachtige leden betreft. De uitleening van boeken daarentegen nam wederom toe: in het geheel werden in 1927 uitge leend 8-1236 boekdeelen, tegen 82718 in 1926, een vermeerdering du9 met 1518 boekdeelen. Het aantal uitgeleende studie boeken bedroeg 24322 of bijna 29 pel. van de totaal-uilleening (vorig jaar 23951 of eveneens ongeveer 29 pet.) Ook het aan tal lezers der Jeugd-bibliotheek vertoont een genngen achteruitgang hoewel ook hier het aantal uitgeleende boekdeelen steeg van 12456 tot 13318 Het boekenbezit werd door aankoop en schenking belangrijk uitgebreid en steeg van 18646 tot 20491 boekdeelende ver meerdering bedroeg 2196 boekdeelen, waar tegenover 9laat dat 351 bd werden opge ruimd, zoodat er een volstrekte vermeer dering is van 1845 boekdeelen. De uitleening van boeken in het agent schap Kooipark (Javastraat 12) werd ge regeld voortgezet: het aantal daar inge schreven lezers steeg van 55 tot 68. uitge leend werden 3191 boekdeelen In het cor respondentschap Voorschoten bleef ook dit jaar de belangstelling zeer voldoende, aan 67 lezers werden uitgeleend 3665 boekdee len; daarentegen vertoonde het corres pondentschap Noordwijk een zoodanige achleruitgang. dat het Bestuur tot zijn groote teleurstelling, in overleg met den Bond van Openbare Leeszalen en Biblio theken in de provincie Zuid-Holland, moest besluiten dit correspondentschap aan het einde van dil jaar op te heffen. In hel personeel kwam dil jaar geluk kig geen verandering; aan directrice en assis enten komt een woord van dank too voor hun toewijding en ijver waardoor het mogelijk was de hier onder te vermelden wijzigingen in de inrichting der O L. B. zonder hinder voor den gewonen gang van zaken te doen geschieden Sedert 1 Sep tember zijn een drietal volontaires in onze leeszaal werkzaam, de dames C. Los, M. Sobels en A Zegerman De in het vorig jaarverslag aangekon digde ontruiming van het boven de O L. B gelegen bovenhuis, had plaats Daar door is op voorloopig zeer voldoendp wijze voorzien in de behoefle aan een rustige studiezaal en een bergruimte voor den steeds tornemenden voorraad boeken en tijdschriften. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1