EISCHT GOEDE KWALITEIT
Voor jaarsstoffen.
DUS. EISCHTi
A. TH. CAHEN
De Grijze Dame
g9*<° Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Maart 1928
Ofrde Blad No. 20860
IZWITSERSCHE
AAN DE SPITS
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
RECLAME,
4860
tf N.V.HOLLANDSCH
I CHOCOLADE-FABRIEK
Installatie van mi. Reymer.
(Zitting van gisteren).
De VOORZITTER deelt mede, dat be-
jichten van verhindering zijn ingekomen van
(je leden Blomjous, Michiels van Kessenich,
Da Vos van Steenwjjk, De Vlugt, Fransen,
r, i. Hoeven en Hatfmans, de laatste we
gens ongesteldheid als gevolg van een hem
overkomen ongeval.
De VOORZITTER deelt mede, dat zjjn
ingekomen de geloofsbrieven van het nieuw
benoemde lid mr. P. J. Reymer, als opvol
ger van den heer Haazevoet, die ontslag
beeft genomen.
Hij benoemt tot leden van de commissie
van onderzoek dezer geloofsbrieven de
beeren Stagers, Hermans en De Gijselaar.
Drama wordt de vergadering voor eanige
oogenblikken geschorst.
De .heer STEGER (R.-K.) doelt na her
opening mede, dat de commissie de geloofs
brieven in orde beeft bevonden en voorstelt
den heer Reymer als lid der Kamer toe
te laten.
De VOORZITTER dankt de commissie
voor haar arbeid en verzoekt den griffier
voor te lezen het Kon. besluit, waarbij de
voorzitter gemachtigd wordt den heer
Beymer de vereischte eeden af te nemen.
De voorzitter verzoekt den griffier mr.
Revmer binnen te leiden.
Nadat de heer Reymer voor het bureau
van den voorzitter ia geleid, legt hjj in
landen van den voorzitter de beide voor
geschreven eeden af.
De VOORZITTER feliciteert den heer
üeymer, die aal behooren tot de 3e afdee-
ling, met zijn benoeming en verzoekt hem
plaats te nemen.
De VOORZITTER deelt mede, dat var-
jchillende wetsontwerpen onmiddellijk na
deze openbare vergadering in de afdeelingen
rallen worden onderzocht.
De vergadering wordt daarna verdaagd
lot morgen 11 uur.
RECLAME.
KLEEDERMAKERIJ
PREESTRAAT 143 A - TELEF. 68
ONTVANGEN 1 DE NIEUWE
STALEN WORDEN OP AANVRAGE
GAARNE TOEGEZONDEN. 4909
De kwestie van het zevende
leerjaar Het wetsontwerp
met 60 tegen 18 stemmen
aangenomen Behande
ling van het voorstel van
den heer Zijlstra.
(Zitting van gisteren).
Aan de orde is het wetsontwerp tot ver
voegde invoering van den 7-jarigen leer-
plioht en we] art. 3 waarop een amende
ment-Van den Heuvel is ingediend, waar
na de bedoeling een drieledige is n.L
1. leerlingen, die zeven jaar school heb
ben gegaan en de zeven jaarklassen heb
ben doorloopen niet te dwingen tot het
Hde jaar leerplichtig te laten2. gemeen
te- en schoolbesturen met te noodzaken
Sste leerjaar in te richten en 3. te vooi-
ioraen, dat in de eerste helft van bet
nieuwe leerjaar leerlingen de school ver
laten.
De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.)
Hebt dit amendement uitvoerig toe. Het'
k'eng vasthouden aan de bepalingen der
vet, zooals zij nu luiden, zou zeer berwar
«ede gevolgen hebben vooral voor het plat
teland. Zij zouden dan ook aanleiding geven
tot massa-overtreding en wezenlijk voordeel
voor het onderwijs is e>r niet van te wach
ten. Het bezwaar, dat er daD weer minder
aansluiting is met de Arbeidswet, acht spr.
niet van bijzondere beteekenis.
De heer GERHARD (8 D A.P.) meent,
dat het amendement niet juist is geredi
geerd; het pas niet op art. 3 der Leerplicht
wet. Wat de zaak zelf betreft schijnt de
heer van den Heuvel al erg bang te zijn,
dat de kinderen wat langer op school blij
ven. Een der bedoelingen van de Leerplicht
wet is, dat de kinderen niet vóór een be
paalden leeftijd de school verlaten. Het ts
bovendien niet in het belang van het onder
wijs als gedurende het leerjaar telkens leer
lingen een klas verlaten.
De heer 8URING (R.-K.) kan het amen
dement niet steunen. Hij is het met den
heer Van den Heuvel niet eens, dat op het
platteland de kinderen zoo vroeg naar
school worden gestuurd; normaal is, dat
men de kinderen eerst naar schooi zendt
als zij 6 jaar of iets ouder zijn. De geval
len, waarin de heer Van den Heuvel wil
voorzien, zijn uitzonderingsgevallen en
daarvoor wordt do wet niet gemaakt, lie
heer Van den Heuvel zou zijn doel op an
dere wijze kunnen bereiken, n.L door bij
de Regeering aan le dringen op wijziging
van het Kon. Besluit bepalende, dat een
kind op BVfi-jarigen leeftijd op school kan
worden toegelaten, in dien zin dat
wordt veranderd in 6.
Mej. WESTTRMAN (V.-B.) is het met
den heer Suring wat het laatste betreft ge
heel eens. Want kinderen van 5K} jaar hou
den het onderwijs op. Verder geldt het ern
stige bezwaar dat het hiaat tusschen Leer
plicht- en Arbeidswet weer grootcr wordt.
De heer VAN WIJNBERGEN (R. K.)
etelt den minister de vraag wat er met de
kinderen gebeuren moet, die op 5Vk-jarigen
leeftijd op sohool zijn gekomen en de 7
jaarklassen hebben doorloopen. Op welken
grond wil men die kinderen dwingen langer
op school te blijven 1 De mogelijkheid moet
in de wet worden opgenomen, dat met ave
gevallen rekening wordt gehouden. Of zij
moeten van dc school kunnen worden geno
men of er moet iets worden gedaan, waar
door voor die kinderen de school meer is,
dan een zuivere bewaarplaats.
De heer WINTERMAN8 (R.-K.) zal be
reid z(jn tegen het amendement te stem
men, als de minister toezegging geeft, dat
hij een wijziging van het Kon. Besluit be
treffende de toelating in de school zal be
vorderen, waarbij de toelatingsleeftijd op
6 jaar wordt gebracht tenzij de gemeente
besturen zelfstandig dien toelatingsleeftijd
op 6 jaar te brengen.
De heer KETELAAR (V.-D.) betreurt
het dat men nu weer pogingen doet om van
de verbeteringen, welke dit wetsontwerp
brengt, weer af te knabbelen.
De heer HEEMSKERK (A.-R.): Verbe
teringen
De heer KETELAAR (V.-D.): Zeker
verbeteringen, althans voor de voorstanders
van den leerplicht Het is geenszins waar,
dat op het platteland de kinderen van 5',4
jarigen leeftijd naar school worden gezon
den. Zijn ervaring als schoolopziener in het
arr. Hilversum leerde hem andera De heer
Van den Heuvel wil nu een uitzondering
tot grondslag der wettelijke regeling ma
ken. Dat de school voor de 12Vk-jarige kin
deren niets is dan een bewaarplaats. De
heer Van don Heuvel zou goed doen zijn
amendement in te trekken.
De heer KERSTEN (Staatk. Gera) zegt,
dat men op het platteland, vooral in de
gvoote gezinnen blij is, als men de kinderen
naar school kan zenden. Daarom waar
schuwt hij tegen een verhooging vaD den
toelatingsleeftijd tot 6 jaar en zal vóór het
amendement stemmen.
DE MINISTER VAN 0„ K. em W„ de
heer WASZINK, wijst er op, dat tot 1
Juli 1928 nog de 6-jarige leerplichtwet
geldt. De kinderen zullen de schooi eerst
mogen verlaten op 13-jarigen leeftijd en
als de klasse, waarin zjj zitten bij het
bereiken van dien leeftijd, geheel is door
loopen. De heer Van den Heuvel wil dit
nn wijzigen in 12'/s jaar en den eisch, dat
do klasse geheel moet zijn doorloopen, wil
hjj laten vallen. Daartegen heeft spreker
ernstige bezwaren. Het hiaat tusschen Leer
plicht- en Arbeidswet zal weer grooter
worden, terwijl men die juist wil verkorten.
De heer Van den Heuvel vreest, dat de
gemeente- en schoolbesturen een 8ste leer
jaar anders moeten instellen; dit is in zoo
ver juist, dat diezelfde besturen tlrans ver
plicht zouden zijn een 7de leerjaar in te
richten. Er zal dus in enkele gevallen een
onderwijzer bij moeten komen, dpeh die
komt voor rijksrekening. Een herhaling van
het 7de leerjaar is voor vele leerlingen bo
vendien niet zoo erg.
-Voorts wjjst spr. op de aanstaande be
handeling van het wetsontwerp betreffende
de regeling van het leerlingwezen.
De vraag of hij bereid is te bevorderen,
dat de toelatingaleeftijd op 6 jaar zal wor
den gebracht, kon spr. niet zoo dadelijk
beantwoorden. Hij moet deze kwestie eerst
ernstig nagaan. De gemeentebesturen zijn
thans reeds bevoegd in de plaatselijke ver
ordeningen den toelatiagsleeftijd op hooger
dan 51/2 jaar te bepalen.
De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.) re
pliceert en handhaaft zijn amendement, dat
is ingediend met het oog op het belang van
het platteland. Hij brengt een redactie
wijziging aan.
De heeren VAN WIJNBERGEN (R.-K.)
en WINTER MANS (R.-K.) repliceeren.
Do MINISTER VAN 0„ K. en W„ da
heer WASZINK dupliceert, waarna het araen
dement in stemming komt. Het wordt ver
worpen met 56 tegen 32 stemmen.
Voor stemden de anti-revolutionairen (be
halve de heer Smeenk) de leden Veraart-,
Langman, Schokking, Kersten, Rutten,
Ament, Lingbeek, Krijger, Bakker, Witkoop,
Snoeck Henkemans, Van Voorst, Van Vunren.
Over art. 3 voert de heer VAN ZADEL-
HOFF (S.D.A.P.) het woord.
Als het 7de leerjaar moet worden in
gevoerd op I Juli a.s. zal er voor moeten
worden gezorgd, dat dit ook werkelijk mo
gelijk zal zijn. Hij wijst er op, dat het
schoolverzuim niet voldoende wordt bestre
den, ten minste niet overal. De kanton
rechter in Schiedam vroeg bijv. den hoofd
inspecteur van het L.O. in de tweede inspectie
waarom nog steeds werd voortgegaan met
het opmaken van proces-verbaal wegens
onwettig schoolverzuim, daar hij toch bekend
moest zijn met de vele vrijsprekende von
nissen. Dit noemt met een „zachte" toe
passing van de Leerplichtwet. Wat zal er
op die manier van het zevende leerjaar
terecht komen? Voorts wijst hij er op, dat
dikwijls vaders hun jongens meenemen naar
het werk, zonder dat die kinderen betaald
worden, maar waardoor de vader meer ver
dient. Zulke vaders moesten worden ge
straft. Ook door hoofden van bijzondere
scholen op het platteland wordt ernstig
geklaagd over het thuishouden der kinderen
om ze ep het land te laten werken. De
Minister zorge daarom voor een strengere
handbaring der Leerplichtwet vooral op het
platteland, opdat een zoo groot aantal kin
deren van het 7e leerjaar zal genietan.
MINISTER WASZINK is bereid b<j zijn
ambtgenoot van Justitie aan te dringen op
strenge toepassing der wet. Maar de Minister
van Justitie heeft de Kantonrechters niet
in zijn macht. Maar ook bedenke men, dat
«ie positie van de kantonrechters dikwijls
moeilijk is, en zjj vaak eoonomlsohe om
standigheden in aanmerking moeten nemen.
Dc kwestie van het laten arbeiden door
leeiplichtige kinderen in loonarbeid zal spr.
met zjjn ambtgenoot van Arbeid bosprekeo.
Art. 3 wordt hierna goedgekeurd.
Op art. IV licht de heer BIJLEVELD
(A.-R,) een amendement toe, dat een over
gangsbepaling beoogt in de wet te brengen,
luidende;
„Indien ten aanzien van een Irind op 30
Juni volgens de op dien datum geldende
regelen de in art. 1 der Leerplichtwet
opgelegde verplichting is geëindigd, wordt
ook na dien datum te zijnen aanzien de
verplichting als geëindigd beschouwd."
De bedoeling is, dat kinderen, die op
30 Juni a.s. vrij zÜn> niet meer verplicht
zullen worden op school te blijven él naar
school terug te gaan.
De beer GERHARD (S.D.A.P.) gaat met
amendement mede, uit respeot voor een
richtige toepassing dor wet. Want anders
zuilen er groote practische bezwaren uit
de wet voortvloeien.
Do heer KETELAAR (V.-D.) verdedigt
eveneens het amendement.
De MINISTER VAN ONDERWIJS, K. en
W„ de heer WASZINK, zegt, dat de heer
Pijleveld op een wondeplek in het wets
ontwerp heeft gewezen. Hij neemt het amen
dement over, teneinde niet op een soepele
toepassing te behoeven aan te dringen.
Het wetsontwerp wordt ten slotte aange
nomen met 60 tegen 18 stemmen.
Tegen stemden de ant-revolutionairen be
halve de heeren Smeenk en Schouten, de
christeljjk-historische leden Krijger, Snoeck
Henkemans, Weitkamp, Langman en Schok
king, en verder de heeren Rutten (R.-K.),
Lmgbeek (H.G.S.), Kersten (Staatk, Ger.),
en Braat (Plattelander).
Aan de orde is bet wetsvoorstel-Zij Is tra
inzake de verlaging van de leerlingen-schaal
De heer BULTEN (R.-K.) meent, dat na
de aanneming van den 7-jarigen leerplicht
de verlaging van de leeriingeneehaai nog
moer urgent is geworden, dan zij reeds was.
Hij wijst er op, dat de nadeelcn van de
groote klassen in de lagere en de u. 1. 0.-
8cholen met den dag grooter worden. In
verschillende geschriften is op de funeste
gevolgen gewezen.
Uit een onderzoek ingesteld op 1769
scholen is gebleken dat er 966 klassen wa
ren met meer dan 48 leerlingen: daaronder
waren er met meer dan 50, ja met meer dan
60 leerlingen. Het gevolg ervan is dat er
allerlei onmogelijke klassen-combinaties
komen; combinaties, die gewoon absurdi
teiten zijnl Wij krijgen een voortdurende
verslechtering met name in de kleinere ge
meenten, die geen overtollige leerkrachten
kunnen betalen. Vandaar dat spreker
gaarne meegaat met het voorslel-Zijlstra,
dat aan deze euvelen tegemoet wil komen,
althans zooals het nu luidl. Than6 wil de
heer Zijlstra het aantal leerlingen per klasse
vastslellen voor éénmans lagere scholen op
hoogstens 32, en op 2-mans scholen gemid
deld 36; voor de êénmans u.l.o.-scholen op
hoogstens 21 en voor de tweemansscholen
gemiddeld 48 leerlingen. De 48-schaal zal
niet gehandhaafd kunnen worden. Een
tweede voordeel van het voorstel-Zijlatra is
de afschaffing van het stelsel der assisten
ten. Alleen die verbetering maakt reeds de
aanneming gewenschh Dit instituut beeft
geenszins beantwoord aan do verwach
tingen. Aan de 1769 bovenbedoelde scholen,
waren slechts 10 assistenten werkzaam, die
geen bevoegdheid hadden. De behoefte was
dus niet groot. Verder waren er 677 bevoeg
den als assistent werkzaam, die dus feite
lijk fungeeren als loondrukkers.
Wat do koslon betreft, het is een voor
deel van het voorstel-Zijlstra dat ook bier
geleidelijk het herstel tot de technische
herziening wordt bereikt De vooreteller
zegt. dat die kosten zullen bedragen
f. 1.800.000, waarbij geen rekening is ge
houden met hel nu herstellende zevende
leerjaar. De kosten zouden dan misschien
2 millioen worden, hoewel spr. geloof! te
mogen aannemen, dat zij lager zullen zijn.
Deze kosten zullen voor de Regeering geen
bezwaar mogen zijn, daar zij bereid ia toch
in 1920 tot de technische herziening torug
te keeren. De Regeering zal zich dan ook
wel tweemaal moeten bedenken, als zij dit
wetsvoorstel, als het in beide Kamers een
meerderheid vindt, niet zou willen aan
vaarden.
Dc heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.)
meent, dal de bezwaren tegen het 48-stelsel
we! wat worden overdreven. AI voelt hij
voor he't voorstel-Zijlstra in beginsel veel,
(och zal hij niet met dat voorstel mee kun
nen gaan. Er wordt niet in voldoende mate
aandacht geschonken aan de vraag of men
een uniforme schaal wil, ja of neen. Het
cijfer zal lager moeten zijn dan 48: hoeveel
dat moet zijn, laat spr. thans buiten be
schouwing. De uniforme schaal is voor het
Rijk hel eenvoudigst; het geeft één onder
wijzer per 30 leerlingen.
Men heeft bij herhaling de toenemende
uitgaven voor het lager onderwijs toege
schreven aan de ver doorgedreven splitsing,
maar aan die bewering is alle grond ont
nomen, door de schaal van S3 leerlingen
per klasse. Te juister tijd zal spr. het vóór
en tegen van een verlaging nader overwe
gen, maar thans kan hij aan dit voorstel,
dat beoogt een gedifferentieerde schaal in
le voeren, zijn stem niet geven.
De heer TILANUS (C.H.) wijst op de
moeilijkheid voor een Kamerlid om een
maafregel at te wijzen, waarnaar algemeen
wordt verlangd en met name a!s zulk een
maatregel wordt voorgesteld door iemands
naaste verwanten, aan wie men door
vriendschapsbanden is verbonden. Spr.
heeff reeds eerder gezegd, dat hij aan de
verlaging der loerlingenschaal de voorkeur
had gegeven, boven de vervroegde invoe
ring van den 7-jarigen leerplicht. Zulk een
voorstel behoort echter uit le gaan van de
Regeoring en een initiatief-voorste! Is hier
niet op zijn plaats, te eer waar dat belang
rijke iinenciccle consequenties meebrengt.
Nu heeft de Minister reods verklaard, dat
er geen gold is voor een gelijktijdige invoe
ring van de vervroegde 7-jarige leerver
plichting en de verlaging der leerlingen-
schaal, zoodat niet te verwachten is. dat dit
voorstel-Zijlstra c.q, de koninklijke goed
keuring zal krijgen. Naast deze prmcipieele
Uit het Engelsch
*an HENRY SETON MERR1MAN.
41)
Afgelost, sleepte Luke zich nu over den
0°Qd naar de ladder, die van het boven
J'" het benedendek voerde. Enkele oogen-
f'Aken later zag men hem met een bijl
'«ken naar de touwen, waarmee de boot
aan de david vastzat. Het waren er
|jjr, want het was een zware boot, door een
hM gehouden. Twee tegelijk 6need hij door,
anderen lieten onmiddellijk los. De boot
Jariween zijwaarts als een wegrollende
ï0®! en viel met geplas in de schuimende
tee
-De ..Croonah" voelde zich blijkbaar ver-
tl11 Zij richtte zich iets op naar loefzijde.
haar railing aan lijzijde was nog
Mer water. Beneden in de spuigaten, tus-
tn verwarde touwen en versplinterd
Mt. werden verscheidene donkere gedaan-
n. <üe meer (,un<je|s y^jig |ompen dan
'ets anders geleken, hulpeloos heen en
®er geslingerd. Doode en verdronken
gillen waren het. Reeds waren de Eura
bli "rttrozen aan het werk, sommigen
S?" a' wal nutteloos was, anderen
de doodelijk verschrikte Maleiers
hi' it !.'eePen neer een plaats, waar het
®t«elijk veilig was Luke Fftz Henry
2® het bevel over deze mannen zooals
w Pusht was en werkte zelf mee met een
'etschiokkenheid, die ongeëvenaard was.
Slechts door teekens kon hij met zijn kapi
tein van gedachten wisselen, spreken was
onmogelijk. Het was een zeemansstrijd.
Ieder deed wal hem voor de veiligheid van
het schip bevorderlijk scheen. De „Croo
nah" was volkomen uitgerust voor mooi
weer voor gepoetst koper en gedweilde
dekken en gespanneD zeilen maar voor
slecht weer met name voor een cycloon
was zij. gevaarlijkerwijze, van niet vol
doende manschappen voorzien. De halve
scheepsbemanning aan inboorlingen, was
verlamd van angst, velen waren gedood,
anderen verdronken, louter uit onbekwaam
heid voor hun werk.
De overige officieren van het schip had
den hun handen meer dan vol De dokter
was beneden in de kajuit omringd door een
verwarde menigte gillende vrouwen en
dcodsbleeke mannen; de machinisten ston
den op wacht op hun gevaarlijke posten, in
het hart van het schip.
Carr keerde zich om en klauterde langs
de ijzeren laddpr naar het bovenste dek
Hij was half en half matroos en geheel
Engelschman.
Luke, zwoegend, half verblind door
schuim en zout water, ontdekte dadelijk,
dat er een krachtig man naast hem aan het
werk was Tot hun middel in het water, met
grenzenloos gevaar voor huD leven, hak
ten zij te zamen de ondergedompelde boo
ten weg; te zamen begaven zij zich naar
den voorsteven om den hoofdofficier en
zijn dappere manschappen te helpen, met
het weghakken vaD de fokkemast en van
de overblijfselen der booten.
Zonder ophouden werkten deze onver
schrokken mannen gedurende de lange
uren van den nacht en weinig hier
passende, praktische bijzonderheden met
bepaalde tusschenpoozen brachten de ste
wards hun voedsel, terwijl twee mannen
telkens spiritualiën uitdeelden. Langzaam,
voet voor voel, zetten zij het schip rechtop
door den weerspanningen voorsteven voor
den wind te brengen, en onderlusschen
klopten snel de machines, ondertusschen
schepten voortdurend de zwarte stokers ko
len in de ovens, ondertusschen hielden
steeds de machinisten wacht over hun
ketels.
Hel begon te dagen op een ontzagwek
kende zee De wind nam aJ. de nacht was
voorbij en de gevreesde baai had weer haar
levens geëischt, want een cycloon veegt het
vaartuig eenvoudig schoon als het schrift
van een lei De „Croonah" was het mik
punt geweest van een cycloon, heviger dan
sinds menschen-heugenis was voorgeko
men. Luke klauterde terug naar de brug,
waar de kapitein stond, sooals hij den ge-
heelen nacht had gestaan, bewegingloos
Zuiver bekwaamheid en een groote onder
vinding had de „Croonah" gered.
Toen hel gevaar voorbij was, zagen zij,
die aan dek waren, een man. in niets dan
hemd en broek, zijn grijs' haar verward,
zijn kleederen door uitwaseming vastge
plakt aan zijn lichaam, oprijzen uit hel bin
nenste van het schip Hij kwam aan dek,
liep langs hen, die hem nauwelijks herken
den zonder zijn gouden band en beklom
langzaam de trap naar de brug.
Daar. in hel licht van den vToegen mor
gen. drukten twee mannen elkaar zwijgend
de hand de twee mannen, die driehon
derd [evens gered hadden de kapitein
en de hoofdmachinist.
„Ik moest je daar beneden laten, voor de
veiligheid van het schip," zeide de ka
pitein.
„In orde oude jongen dat wist ik."
De oude machinist keerde zich om en
keek over de geheele lengte van het ontred
derd schip met een zonderlingen glimlach,
als kwam hij terug uit een andere wereld
Terwijl zij daar stonden werden de deuren
van de groote kajuit opengeworpen en een
rij bleek uitziende, verwilderde gezichten
gluurden naar buiten. Een kwartiermeester
hield de passagiers terug, want de dekken
waren weg, booten met geweid vernield,
palen van dekzeilen verwrongen en gebo
gen. Zij. die niet thuishoorden op zee,
mocht men niet toestaan zich tusschen een
dergelijke verwating te wagen.
En intusschen klopten gestadig en snel
de machines en stevende de „Croonah"
trotsch voorl in de richting van het Noor
den gebeukt, gehavend, en pijnlijk ge
slagen, toch overwinnares.
Na van kleederen te hebben verwisseld,
ontbeten Luke en Carr samen onderaan de
tweede officierstafel 'm de groote kajuit. Met
een zekere humor wilde dc kapitein van
geen verslapping in de discipline van het
schip hooren. Op den gewonen tijd werd de
ontbijtbel geluid en de maaltijd met den
gebruikelijken overvloed opgediend, zelfs
waren de menu's met evenveel zorg ge
schreven als ooit.
„Ik ben blij. dat ik dit heb meegemaakt,"
zei Carr. frisch, netjes, hat lelijk lachend
als gewoonlijk.
Luke keek op van zijn goed voorzien bord.
Hij dacht, dat het slechts g ootspraak was
van Carr. doch toen hij 's nans gelaat en
portie harp en eieren zag veranderde hij
van opinie Can* scheen te hebben genoten
van de cvcloon zooals van menig voetbal
spel in zijn jeugd en van menig ander ge
noegen op lateren leeftijd. Want hij be
hoorde tot die mannen, die meenen aan
zichzelf verplicht te zijn een hesTenleventja
te leiden en, zooals zij zich uitdrukken,
„zichzelf te goed te doen", of hun finan
cieels omstandigheden hun dit veroorloven
of niet En gewoonlijk moet een ander be
talen voor deze wijsgeeren dat ia het
vervelende van het geval.
„Maar dat het zóó geducht weaien kan,
had ik toch niet gedacht!" ging Carr voort,
met vollen mond.
,Jk geloof ook niet. dat het dit dikwijl»
kan," antwoordde Luke Hij moest wel van
dezen man houden in rtjerwil van zijn
vroeger vooroordeel tegen hem. Bovendien
schouder aan schouder hadden zij gestaan,
met den dood voor oogen En zulke momen
ten brengen de meest uiteen loopende man-
schen tot elkaar.
„Ik heb er altijd zoo vurig naar verlangd
een cycloon mee te maken," vervolgdg Carr
op onderhoudenden loon, „en nu ben ik
tevreden. Ik heb er genoeg van. Meer be
geer ik niet."
„Er zijn niet veel menschen met een zoo
prijzenswaardigen dorst naar ondervinding,"
zeide Luke. „Maar het is een vrij krachtige
vorm van genoegen."
„Genoegen!" antwoordde Carr met een
van zijn doordringende blikken „Genoegen!
Neen,, mijnheer zaken zijn het zaken!
Ik ben namelijk van plan geld te maken
uit de cvclonpn
„Op welke wijze? Door ze op te pakken
en er een windmolen mee te laten draaien?"
„Neen mijnheer."
Carr keek naar alle kanten rond om zidh
te overtuigen, dal hij niet kon worden ge
hoord.
Jti
(Wordt vervolgd}.