69"" JAARGANG DONDERDAG 8 MAART 1928 No. 20855 STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. V LEIDSCH DAGBLAD VOOR LEIOEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per regel voor advertentien uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zi]n Voor alle andere advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentièn uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdag9 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgen? postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- «n Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2 35 per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. zots „0.18 Olt nummer bestaat uit 0RIE Bladen EERSTE BLAD. PROF. DR. G. G. J. RADEMAKER. Geflijk wij gisteren reeds per bulletin tiekend maakten, is bij K. B. benoemd tot gewoon hoogleeraar alhier, in de faculteit der geneeskunde om onderwijs te geven in de Physiologie, dr. G. G. J. Rademaker, te» Utrecht. De opvolger van prof. dr. W. Einthoven werd geboren te 'sGravenhage op 19 Maart 1887. Zijn vader was nu wijlen ds. G. A. Rademaker. In 1905. werd hij ingeschreven als stu dent in de Medicijnen aan de Rijksuniversi teit. alhier, waar hij in 1910 met lof Theore tisch geneeskundig examen aflegde. In 1912, deed dr. Rademaker al hi or zijn artsexamen j fn werd inwonend geneesheer aan het Ge meente-Ziekenhuis te 's-Gravenhage. Tot 1915 in welk jaar dr. Rademaker naar onze Oost vertrok bleef hij daar. Op Java ves tigde hij zich als particulier geneesheer te Soerabaya. In November 1921 was hij weer weTkzaam te Utrecht op het Pharmacologisch Labora torium van prof.-R. Magnus en op het Labo ratorium voor hersenonderzoek van prof. C. Winkler. Op 20 Mei 1924 cum laude gepromoveerd op proefschrift: „De beteekenis der roode kernen en van het overige mesencephlon voor spiertonus. lichaamshouding en laby- rinthaire reflexen". Dit boek verscheen in 1926 in de Duitsche Tertaling van prof. dr. E. Ie Blanc, te Hamburg bij Juilius Springer te Berlijn. Na 1924 verrichtte dr. Rademaker onder zoekingen over de Physiologie van het staan ën over de Physiologie van de kleine Her senen. Over deze onderzoekingen hield *hij meerdere voordrachten en verschenen pu blicaties van zijn hand in het Nederlandsch Tijdschrift voor de Geneeskunde, in de Mede delingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen te Amsterdam, in de Ver dagen van het Internationaal Phvsiologen- wngres te Stockholm en van de Naturfor- *herversammlung te Dusseldorp. Binnen kort zal een uitgebreid werk. getiteld- „Uber statische Reaktionen. Gleichge- wichtsreaktionen und Muskei tonus im Allge- meinem und ihr Verhalten bei kleinhirnlosen Tieren im Besonderen, over deze* onderzoe kingen van den hand van prof. dr. G. G. J. Hademaker verschijnen. LORENTZ TE GENEVE HERDACHT. Hulde door Briand. In de openbare bijeenkomst van den Vol* ken bondsraad gistermiddag heeft Briand rapporteur voor de kwesties van ïntel- lectueele samenwerking een herdenkings rede uitgesproken over prof. Lorentz. Sinds onze laatste zitting zeide spT. taft de commissie voor intellectueele sa menwerking de droefheid gehad, haar voor sta prof. Lorentz te verliezen, die op 4 'ebrcari te Haarlem gestorven is ten ge van een korte ongesteldheid Nó er op gewezen te hebben, dat Lorentz zoowel in de wiskunde, in de geometrie, in de natuurkunde nieuwe wegen heeft Soteand, bracht spr. als rapporteur voor kwesties van intellectueele samenwerking 111 berinnering met welke toewijding en m9t bolken glans prof. Lorentz, zoodra de we- ^tèoorlog ten einde was, zich heeft inge- ^acneu om te werken voor een toenadering j^cben de geleerden, ^die tot de volkeren «■boorden, die zoo juist elkaar bestreden Deze groote Nederlandsche burger ook een groot Europeaan. Daarom aan- !^dde hjj zonder aarzeling den roep, die commissie voor intellectueele samenwer kt? tot hem richtte, toen deze hem op 'j ^Pril 1923 onder haar leden opnam, cctz bracht er terstond een zoo actieve en doeltreffende medewerking, dat de com- ^1P eenstemmig hem aanwees al? opvolger Bergsom aan het hoofd der commissie, c laatstgenoemde om gezondheidsredenen verplicht was, het voorzitterschap neer te leggen. Als onvermoeibaar werker, zich interes- seerende voor de kleinste details, luisterende naar alle raadgevingen, steeds zich inspan nend om alle verschilpunten tot elkander te brengen, was Lorentz een onvergankelijk president. Spr. stelde voor de uitdrukking te zenden van het eerbiedig leedwezen van den Vol ken bondsraad, en verzocht den ver tegenwoordiger van Nederland, den minister van buitenlandsche zaken, bij de Nederl. regeering den tolk te willen zijn van het eenstemmig leedwezen, waarmede de Volken bondsraad en de geheele Volkenbond heeft kennis genomen van het heengaan van zijn beroemden landgenoot. Nadat alle leden van den Volkenbonds raad hun instemming met deze woorden van Briand hudden uitgesproken, heeft mi nister Beelaerts den raad en in de eerste plaats Briand zelf, bedankt voor de teeke nen van waardeering voor de nagedachtenis van professor Lorentz. VOORDRACHT VAN PROF. E. EPHRAIM. Prof. E. Ephraim uit Bern heeft gister avond op de Sterrewacht alhier op uitnoo- diging van de Philosophische faculteit een voordracht gehouden over: Waarom en hoe scheikundige verbindingen ontstaan. De Zwilsersche. hoogleeraar wees er op, dat het voor den scheikundige van het grootste belang is, tevoren te kunnen vast stellen óf en onder welke omstandigheden een scheikundige verbinding mogelijk, is. Niet lang geleden aldus spr., is men nader tot de oplossing van dit vraagstuk gekomen, doordat men een beter inzicht kreeg in de krachten en oorzaken, die de stoffen onder ling tot reactie brengen. Prof. Ephraim be handelde uitvoering den aard v. deze krach ten en besprak de verschillende ipoeilijk- heden, die hun uilwerking in den weg staan om daarna aan de hand van talrijke fac toren de bestaansgrenzen van. een groot aantal verbindingsklassen te voorspellen. Een beslissende rol speelt hierbij volgens spr. de graad van de veranderlijkheid van het atoom, dat in al zijn verbindingen in wezen niet gelijk blijft, maar dat door zijn mede-bestanddeel en beïnvloed en veranderd wordt. Tenslotte wees spr. etop dat wan neer de te voorspellen veranderingen van dien aard zijn. dat zij niet aan de bekende energie-wetten beantwoorden, de overeen komstige verbinding ook niet kan bestaan. PROF. BARGE SPREEKT VOOR DE AFD. LEIDEN VAN HET N. I. V. J. O. OVER CULTUUR EN UITWISSELING VAN CULTUUR. In het Klein-Auditorium deT Universiteit hield prof. Barge gisteravond, op uitnoodi- ging van het Ned. Indonesisch Verbond van Jongeren Organisaties afd. Leiden, een lezing over ..Cultuur en Uitwisseling van cultuur". Met dank voor de gewaardeerde uitnoodi- ging, vroeg spr zich toen af wat in 's hemels naam de reden mag zijn. die hem over Indië zal doen spreken want hoewel in Indië geboren heeft hij de gamelang nooit ge hoord noch de wajang ooit gezien. Hij zal daarom niels. heelemaal niets feitelijks over Indië mededeelen en op deze eerste oriën- teeringsavond niet spreken over toenadering in dit bizonder geval, maar over de men- schelijke verhoudingen in hei algemeen. Verba valent usu de woorden ontlee- nen hun beteekeni9 aan het gebruik. Het woord „cultuur" wordt de laatste jaren on gehoord veel gebruikt tot in de sport- en spei-periodieken toe. Van de bedoelde be teekenis van het woord is in de meeste ge vallen geen sprake. Het gesol en geleur met „cultuur" herinnert 9pr. aan het gezegde van Goethc: „Deum eben wo Begriffe fehlen, da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich ein". Toch gelooft spr. zijn medemenschen tekort te doen wanneer hij zou zeggen, dat deze modeleuze voor meer dan 3/4 wordt aangeheven uit snobisme. Daarvoor is het gebruik van het woord .cultuur" te zeer een noodkreet waarin een smartelijk gemis en een vurig verlangen tot uiting komt. Prof. Barge ging vervolgens na. wat het begrip „cultuur" inhoudt. Het gemakkelijkst leek het spr het woord ..cultuur" te1 plaat sen tegenover hetgeen algemeen als tegen stelling wordt gevoeld: „natuur". Welke voorbeelden men ook neemt, altijd komt men tot deze gevolgtrekking, dat. in cultuur iets specifiek menschelijks ligt. Het wezen der cultuur is dus gelegen in datgene wat den mensch van de overige natuur scheidt. Wat is dan het specifiek-menschelijke? Spr. is zich bewust hiermede een levens vraag te1 stellen, die bovendien een strijd vraag is Het specifiek menschelijke is het bezit van de rede en het bezit van den vrijen wil. De rede is het vermogen algemeene begrippen te vormen en te oordeelen, het vermogen het ware, goede en schoone te kunnen onderscheiden. De vrije wil is het vermogen, om, onder voorlichting van de rede bewust zijn handelen te bepalen; om, hetgeen de rede als waar, goed en schoon voorhoudt, na te streven met in vrijheid gekozen, aan het doel evenredige middelen Specifiek-menscheliik is de behandeling, ge richt op een zedelijk als goed gekend doel. Is dan iedere specifiek menschelijke han deling een uiting van cultuur? In ruimeren zin ja. Wanneer men echter cultuur ont leedt in zijn componenten, dan onderschei den wij een subject (den mensch), een ob ject, een doel en de, de middelen insluiten de, handeling. Wij onderscheiden kwaliteiten van cultuur en cultuur-goederen, en elk der genoemde componenten zal tot de kwali teit der cultuur bijdragen. Et zijn verschillen in graad te constateeren, maar niet in wezen echter op één uitzondering na: *vannec-<r subject en object samenvallen, wanneer d9 mensch zichzelf als object zijner handeling stelt. Dit is cultuur in engeren zin zelf- cultuur. Ge gevoelt, zeide spr., hoe essentieel deze cultuur in engeren zin verschilt van de overige vormen. Kunst en techniek mogen behooren tot het rijkste bezit der raensch- heid de beteekenis dezer goederen is niet gelegen in de goederen zelf. Wetenschap is geen cultuur, omdat zij wetenschap is, noch kunst, omdat zij kunst is. Cultuur in engeren zin is bet leven van den mensch, wanneer het bewust gericht is naar een verheven doel en door een leidende gedachte of beginsel wordt gedragen. De mensch wordt hierbij onmidde.lijk gepiaaist voor vragen als deze: wie ben ik? waar ben ben ik? en op welk doel moet ik mijzelf richten? Hier komen wij weder op het ter rein van de religie, de levensbeschouwing. Voor wie in God gelooft, is God kennen, God beminnen en Gods Wil volbrengen, het hoogste doel. De overige handelingen van den mensch zullen door dit verheven doel als door een geestelijken band worden go- synthetiseerd en aan ons leven schenken, wat boven alles bewondering wekt: stijl, karakter. Dit geldt zoowel voor de individuen als voor de gemeenschap, en wanneer wij be wonderen (je groote cultuur-tijdperken van Egypte en Assyrië en van P" s. van de Middeleeuwen en van de Italiaansche Re naissance, dan is het niet om de veelheid van cultuur-goederen in engeren zin. maar om de algemeene levensstijl en het karakter van die tijden. En wanneer onze tijd haakt naar „cultuur", verlangt men naar eene, het leven in een vaste richting dwingende gedachte, waaraan men zich geven kan dat alle gaven en talenten opeischt. dat het leven in de gemeenschap stijl en karakter geeft. Naar een levensbeschouwing, naar godsdienst: ziedaar waarheen de wereld vraagt, wanneer zij spreekt over cultuur. De „Uitwisseling van cultuur". Spr. noemde deze woord-combinatie iets onmo gelijks Cultuur is iets. waarvan men geen afstand kan doen. zonder zijn eigen per soonlijkheid te verliezen. Spr. gelooft niet ver van de waarheid te zijn, wanneer hij meent, dat de bedoeling is de wederzijdsche besludeering der cultuur in 't bizonder door de uitwisseling van cultuur-goedereD. Waaruit de verscheidenheid in* cultuur voorkomt? Vasthoudend aan de hierboven gegeven terminologie onderscheiden wij een verschil in deel (dat tot principieele ver schillen leidt en in subject (dat tot acci- denteele verschillen leidtï. Het principieele verschil komt voort uit de vraag wat het subject als doel erkent. Het acc. verschil is terug te brengen, tot de verscheidene ge aardheid vón iederen mensch Wanneer twee groenen van cultuur-gemeenschappen elkander willen nadertreden, is het waar lijk niet onverschillig, of beider aan<Wht uitgaaf naar het principieele verschil Wat baat het. of wij cocmetfeeren met Oostersche kunst en men anderzijds zich kleedt in Westersche kleedij? Waardeerend hetgeen op deze wijze is bereikt, zal toch slechts toenadering plaats hebben, wanneer men weet. hoe ieder over het leven denkt wan neer men weet daardoor het zieleleven van den ander wordt beroerd en men daarmede kan medeleven. Ook hier ligt. op den bodem van alles de religie Vergeet toch niet drukte spr. zijn toehoorders op het hart bij uw nobel slreven naar toenadering, dat inder daad hier het zwaartepunt ligt van het pro bleem ..East i9 East, and West is West, and ne ver the tween will meet" zeide Kipling Wat er van nature eigen is aan Oost en West. wordt nooit weggenomen Een Oosterling zal altijd Oosterling blijven Maar wat wil met hem gemeen hobben. dat is hef speci fiek-menschelijke. de redp en de vrij wil. Waf de rede als waar en de vrije wil al9 hoogste goed voorhoudt, daarin ligt de over eenstemming Spr. eindigde met er op te wijzen, hoe in den menseh cultuur en natuur harmo nisch worden oDgelost Voor den mensch is de cultuur niets anders dan datgene wat hem tot mensch maakt Tn den mensch har monieert. hetgeen elders zich als een tegen stelling voordoet. Prof Rarge spoorde tenslotte de leden van het fnd Verbond aan het be9le van eigen persoonlijkheid te geven om het beste in de persoonlijkheid van andere te vinden Dan zouden zij een groot en goed werk hebben verieht. De nraeses d^r afd Leiden van hel Ver bond de heer Felbrugve danfcfe mH enkeie Woorden prof. Barge voor zijn rede. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN IN RIJNLAND. In de Maandag te houden zitting komt aan de orde; Classificatie van wegen in verband met antoverkeer. De Commissie voor Vervoer. Post en Te legrafie heeft deze aangelegenheid bespro ken, terwijl ook het Bureau der Kamer, nog voorgelicht door ir. Swaab, ernstige aandacht aan deze materie heëft gewijd. Naar de meening van het Bureau en de Commissie voor Vervoer ligt het thans nog niet op den weg der Kamer om zich tot Gedeputeerde Staten te wenden en wel omdat uit het distriet der Kamer nog geen klachten zijn ingekomen. Bovendien is de Kamer niet voldoende geoutilleerd om te kunnen beoordeelen. of een bepaalde weg de hoogere belasting, welke tot voor kort was toegelaten, zal kunnen blijven verduren, zonder dat de kosteD tot onderhoud van den weg te hoog worden opgevoerd. Ook de breedte van den weg maakt naar de meening van het Bureau wel degelijk noodig. aan de breedte van de vrachtauto's een grens te stellen, welke andere wegge bruikers niet te zeer in het hauw brengt. Het Bureau stelt derhalve voor niet, al thans nu nog niet. aan het verzoek van den Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland te voldoen, waarbij het Bureau echter te vens in overweging geeft aan het onder havige vraagstuk volle aandacht te blijven schenken. Volledigheidshalve veroorlooft het Bureau zich nog op te merken, dat de toeneming van het vervoer per vrachtauto niet als ongewenscht mag worden tegengegaan, maar dat integendeel zooveel mogelijk moet worden gedaan om deze wijze van vervoer te bevorderen. De Kamer zal er daarom steeds op heb ben te letten, op welke wijze de wegen beter voor het vervoer per vrachtauto kun nen worden geschikt gemaakt. In eenige gemeenten zijn i%eds hier en daar bitumenwegen aangelegd, welke wijze van wegenaanleg op den duur ook voor de wegbeheerders economisch geacht wordt. Naar de meening van het Bureau zal dit goede voorbeeld veel meer dan tót nu toe moeten worden nagevolgd. Ook op snelle uitvoering van de wegen plannen van Staat en Provincie zal steeds de aandacht der Kamer geconcentreerd moeten blijven. De wegen, in het district onzer Kamer gelegen, welke door de beschikking van Ged. Slaten getroffen worden, zijn: 1. de weg over den Zijlweg vanaf de Spanjaardsbrug te Leiden, over Rijpwete- ring, Oude Wetering. Nieuwe Wetering tot de grens der provincie met den zijweg naar de brug over de Ringvaart van den Haar lemmermeerpolder bij Nieuwe Wetering en den zijweg langs de Oude Wetering; 2. de Bloklandsche Middelweg; 3. de weg vanaf den Lagen Rijndijk en den Heerenweg over Rijnsaterwoude tot aan den Vrieschen weg; 4 de weg vanaf den Heerenweg over Aar- dam en Zevenhoven tot den Blokinndschen Middelweg; 5. de weg langs de Westzijde van het Aarkanaal; 6. de Lage Rijndijk van Leiden tot Zwammerdam; 7. de weg Ha- zerswoude. Hooge RijndijkHazerswoude, Dorp. (Gemeene weg); 8. de weg van den Hoogen Rijndijk naar Boskoop over het Goudsche Rijpad. 'l/_7werp van Wet tot wijziging 'dei wet van 19 December 1914, Stbl. 564, op de Raden van Beroep voox de Directe Belas tingen. Voorgesteld wordt de verzending van een adres luidende ongeveer als volgt De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland stelt er prijs op ter kennis te brengen van Uw College, dat zij met te leurstelling heeft kennis genomen van het bij Uwe Kamei bij Koninklijke Boodschap van 29 November 1927 aanhangig gemaakte ontwerp van wet tot wijziging van de sa menstelling en werkwijze van de Raden van Beroep voor de Directe Belastingen (Zit ting 1927/28 No. 225). De reden van die teleurstelling is daar in gelegen, dat naar het oordeel van onze Kamer van Koophandel door bedoeld wets ontwerp in hooge mate inbreuk zal worden gemaakt op het onpartijdig karakter van dit ra belastingzaken rechtsprekend college. Voor de hand ligt. dat het vertrouwen van de belastingplichtigen in de onpartij digheid van de Raden van Beroep onvoor waardelijk behoudeD behoort te blijven. Waar immers de belastingplichtige in den tegenwoordigen tijd om verklaarbare rede nen maar al te zeer bij de belastingaan slagen zoo hoog mogelijk tracht op te voe ren in stede van iedere be'astingplichtig- heid objectief en zoo juist en billijk moge lijk vast te stellen, is het van groot belang, dat het vertrouwen, dat de belastingjusti ciabelen meenen te kunnen schenken aan en hebben in de rechtspraak op hun belas tingplicht, ongerept blijft. Ongetwijfeld was de tot heden geldende samenstelling der Raden van Beroep eeD BINNENLAND. Het trekhonden vraagstuk; een nienwe omzendbrief van minister Kan. (Binnen land, 2e Blad). Na het spoorwegongeluk bij Zandvoort. (Binnenland, 2e Blad). Jaarvergadering van het Onderwijsfonds voor de Binnenscheepvaart. (Kerk en School. 3e Blad). Gevecht in een R.-K. kerk te Ophoven- Siiiard tusschen marechanssée en een krankzinnige. (Gemengd, 2e Blad). Nederland en de Olympische zeilwed- strijden. (2e Blad). Bij de international zwemwedstrijden in Den Haag zijn drie Nederlandsche records verbeterd. (Sport, 3e Blad). Nederland verliest den degenwedstrïjd tegen Italië met 123. (Sport, 3e Blad). Behandeling voor de Haagsche Rechtbank van de zaak tegen de Indonesische stu denten. (Rechtzaken, 1ste Blad). BUITENLAND. De kwestie der Hongaarsche smokkel- mitrailleurs voor den Volkenbondsraad. (Buitenl., Ie Blad). Het Duitsche Phoebusschandaal. (Bui tenl., Ie Blad). Tusschentijdsche verkiezingen in Enge land. (Buitenl., Ie Blad). zeer gewaardeerde waarborg voor een van de belastingadministratie volkomen onaf hankelijke en mitsdien onpartijdige juris dictie. De preventieve werking daarvan uitgaande op de met de aans'agregelrag be laste ambtenaren meent de Kam^r medo zeer hoog te moeten aanslaan. Door speciaal twee der voorgestelde wij zigingen vreest de Kamer, dat een en an der in gevaar zal worden gebracht en do positie van den belastingplichtige zonder grond zal worden verzwakt. De eerste daarvan is. dat de voorzitter, welke reeds thans door de Kroon wordt benoemd, doch geen deel uitmaakt van den. Raad. ra dier voege, dat zijn stem slechts is een adviscerende, bij de voorgestelde regeling in den Raad zal worden opgenomen met als gevolg een effectieve stem bij hot nemen der beslissing. De huidige positie /an dien voorzitter is juist voor onze Kumer het symbool, dat de definitieve uitspraak van den Raad niet wordt beïnvloed door den Fiscus, terwijl toch aan het overheidRelement voldoende invloed is toegekend. De geest van bemiddeling, welke de behan deling en leiding door dien voorzitter tot heden zoo menigmaal ademt en welke door den belastingplichtige zoowel als door de administratie vaak zoo wordt gewaardeerd, zal bij en met zjjn positie naar het inge diende wetsvoorstel ongetwijfeld verloren gaan. Do voornaamste en meest bedenkelijke wijziging is echter, naar de meening van onze Kamer, de wijziging, welke wordt voorgesteld in de positie van den Secretaris. Wordt die voorgestelde verandering wet, dan zal de Secretaris als aan den Raad toegevoegd, doch overigens buiten het Col* lege atland ambtenaar fungeeren. Tenge volge daarvan zal hg ongetwijfeld zijn on afhankelijke positie tegenover de belasting inspecteurs, zijn collega's, zoo al niet zijn superieuren, inboeten. Het is vooral door deze wijziging, dat het onpartijdig karakter van den Raad in zijn uitspraken ernstig in het gedrang dreigt te komen, waar immers de Secretaris niet alleen belast is met de voorbereiding der zaken en uit hoofde van zijn bezoldiging btj uitstek geacht mag worden op de hoogte te zijn met de bestaande belasting-recht spraak, doch mede tot taak heeft hel ont werpen der vonnissen van den Raad, zoodat hij practisch een niet onbelangrijken invloed zal hebben op den inhoud der beslissingen, zij het ook. dat hem theoretisch te (lien aanzien geen stem toekomt. Ais derhalve het Secretariaat het karakter verkrijgt van min of meer te zijn een onderdeel der belastingadministratie, moet dit ongetwijfeld in belangrijke mate bij dragen tot het verloren gaan van net tot heden in de belastingrechtspraak terecht gestelde onmisbare groote vertrouwen. Ten aanzien van den achterstand, ontstaan door de toeneming van het aantal a3D het oordeel der Raden van Beroep onderworpen zaken, betreurt de Kamer, dat blijkbaar geen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1