WAAR EENS DE OLYMPISCHE SPELEN WERDEN GEHOUDEN
De Grijze Dame
68,t8 Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 Februari 1928
Derde Blad No. 20841
Ter inleiding van de Spelen te Amsterdam.
RECHTZAKEN.
FEUILLETON.
Waar eens de Olympische $>elen werden gehouden: Oïympia.
Waar <Et jaar de CHymptscne spelen gehouden zunen wonden:
Het nieuwe stadion tel Amsterdam.
Reeds ra de mythen van Griekenland
worden we herinnerd aan het landschap
Elis, waar eeuwen vóór Christus, de Olym
pische spelen werden gehouden.
Hercules toch kreeg de opdracht den stal
Tan Augias, Koning van Elis te reinigen.
Nabij dien stal liep de Alpheus, de rivier,
waaraan ook Olympia was gelegen, de stad
in Elis, waar, om de vier jaren, de natio
nale feesten, aan den Olympischen Zeus
gewijd, plaats hadden.
Hier kwamen de zonen van Hellas bijeen,
jpor den band van den eeredienst verbon-
Elis was het gewest van den onafgebro
ken vrede, sinds die spelen, onder leiding
ran de Eliërs, werden gehouden. Het land-
ap was door de spelen zóó geheiligd, dat
n leger gewapend over zijn grenzen
ocht trekken. Waren de krijgslieden ver-
cht den doortocht door Elis te nemen, dan
esten zij de wapens afleggen tot zij de
enovergestelde grenzen hadden bereikt.
Aan den oever van de Alpheus, nabij
Olympia, bloeide Al lis, het heilige woud van
lijfboomen en platanen.
In hgt midden van dit woud was de nalio-
lale tempel van Griekenland aan Zeus ge
leid, met het beroemde beeld van dien God,
meesterwerk van Phidias, zoo groot en
ndrukwekkend. dat het naar de verzekering
Tan Lucianus ..niet zonder ontroering kon
worden aanschouwd".
Wie den tempel le Olympia betrad", zoo
prof. Beloch van de universiteit te
Rome, ..geloofde den vader der Goden te
oen, zooals hij uoor Homerus werd beschre-
rustig en zacht, in verheven grootheid".
De tempel in de dagen van Péricles ge
bouwd, had ongeveer dezelfde afmetingen
het Parthenon, te Athene en het beeld
Tan Zeus tot het tempelgewelf reikende, was
hoog als de vermaarde „Kolos" van
Osymanduas te Thebe. Was het laatste beeld
één brok marmer gehouwen, het beeld
Tan Zeus was vervaardigd uit marmer, goud
ivoor en was hol.
Behalve dezen tempel bevatte het woud
dien van Hera, den schouwburg, het
laneura het gebouw, waar de opperste
hters vergaderden het stadion en het
hippodroom.
Volgens Strabo werden in dit woud en
de omgeving nog tal van andere tempek
fevonden. evenals standbeelden van helden
overwinnaars der Olympische spelen.
Pausianas gewaagt van twee honderd
dertig standbeelden van overwinnaars en
drie en twinCg van Zeus. Ten tijde van
Plinius werd het aantal van die' standbeel
den op drie duizend geschat
In de nabijheid van Olympia hadden de
merkwaardige spelen plaats, de meest be
langrijke van alle volksfeesten, welke met
den Godsdienst in verband stonden, omdat
zij de basis voor de Grieksche tijdrekening
zijn geworden.
Veel is over den oorsprong en de stichting
dier volksspelen gegist Volgens de sage zou
Hercules de stichter zijn geweest, anderen
daarentegen beweren, dat een godsspraak
had bevolen in Elis een tempel voor Zeus
te bouwen, waar, op bepaalde tijden, de
zonen van Griekenland zich zouden ver
eenigen.
Deze godsspraak was indeidaad voor het
landschap niet zonder beteekenis Elis was
het land waar pest en malaria heerschten
en om een dergelijken tempel te kunnen
bouwen, moesten eerst de moerassen droeg
gelegd en door deze drooglegging werd het
zoo ongunstige oord een nuttige en vrucht
bare woonstede.
Het staat wel vast. dat reeds in de oudste
tijden in de nabijheid van Olympia. bij de
stad Pisa (niet te venvarren met het tegen
woordige Pisa in Italië) Olympische feesten
werden gehouden.
De bewoners van Pisa hadden eerst het
toezicht over deze spelen maar zij traden
daarbij zoo aanmatigend op, dat zij den haat
der Eliërs opwekten. Een oorlog ontstond
tussehen de bewoners van Olympia en Pisa
en deze strijd duurde zóó lang tot Pisa
werd overwonnen en geplunderd, en zijn
bewoners waren verbannen. De stad werd
toen met den grond gelijk gemaakt.
Sindsdien waren de Eliërs de opzichters
en de rechters over de spelen.
Maar een plechtige eed verbond deze
rechters tot de geslrengste onpartigheid.
De feesten werden eerst op onbepaalde
tijden gevierd tot door Iphitus. Konin-g van
Elis naar Pelavius omstreeks 777. naar
Usher in 772 en naar Calvisius in 770 voor
Christus werd bepaald, dat zij geregeld om
de vier jaren zouden worden gevierd.
Volgens de overleveringen zou Elis vóór
de troonbestijging van Iphitus zoodanig door
allerlei ziekten zijn geteisterd, dat de Olym
pische Spelen werden veronachtzaamd.
Toen Iphitus den troon besteeg, vroeg hij
het orakel om de middelen te leeren kennen,
waardoor de vertoornde goden weder te
verzoenen waren. Daar werd hem geant
woord, dat deze onheilen waren af te weren,
wanneer hij slechts de reeds afgebroken
Olympische Spelen zou hernieuwen.
Op dezen raad begon Iphitus met een
offerande aan Hercules en liet toen, met
de verzekering, dat alle vreemdelingen, die
aan de spelen zouden deelnemen, gastvrg
zouden worden ontvangen, door geheel Grie
kenland het vieren der Olympische plech
tigheden aankondigen, welke geregeld om
de vier jaren zouden worden gehouden.
Hij zelf nam bij deze feesten het voorzit
terschap op zich en deze waardigheid bleef
in zijn dynastie, zoolang deze bestond.
De tijd, waarop deze spelen plaats hadden,
viel op het tijdstip van de volle maan der
maand Hecatombaon met onze Julimaand
overeenkomende en de priesters hadden
de opdracht zorg te dragen, dat het jaar
naar deze belangrijke maand werd geregeld
en alle nieuwe manen naar haar werden
bepaald.
In het begin was het feest tot één dag
beperkt en bestond in een wedloop in het
stadion. Maar geleidelijk werd de duur op
vijf dagen bepaald en werd ook het 3antal
spelen uitgebreid.
Was de tjjd van het feest aangebroken,
dan trokken herauten door alle gewesten
van Griekenland om het aan te kondigen.
Dan rustten de Grieksche staten gezantschap
pen uit, die rjjk versierd naar Olympia
trokken.
De deelnemers aan de wedstrijden waren
veel eerder gegaan. Ze moesten zich tien
maanden voorbereiden in het Xisthus te Elis.
Het Xislhus was een uitgestrekte, vierkante
door een hoogen muur omgeven plaats, waar
zij, die aan de Olympische spelen wilden
deelnemen, ook proeven van bekwaamheid
moesten afleggen.
De spelen bestonden in hardloopen, worste
len, springen, discus- en speerwerpen en
wagenrennen.
Den avond voor het feast werd het in
gewijd met groote en plechtige offeranden.
De eer, om in deze spelen als overwinnaar
bekroond te worden, was buitengewoon groot
Zij ging van den overwinnaar, den Olym-
pionkes, zelfs op zijn vaderland over, dat
trots was zulk een held te hebben voort
gebracht.
Een voorbeeld, dat de oudheid ons heeft
bewaard, mag gelden als bewijs, hoe groot
het aanzien was, waarin een overwinning
te Olympia stond.
Een zekere Demaratus, een grijsaard uit
Rhodus. die zelf eens een zege bij de Olym
pische spelen had behaald, vergezelde zijn
beide zonen naar dc spelen en genoot het
zeldzame geluk, dat zij 'beiden overwinnaars
waren. Dadelijk zetten de beide jongens
hun behaalde kransen op zijn hoofd en
droegen hem op hun schouders, door dc
menigte. Met groot gejuich' prezen alle aan
wezigen het overgroote geluk van den va
der en roemden de edele daad van zijn
zonen. Daar riop een slem: „Sterf nu De
maratus, want den Olympus zult ge toch
niet binnengaan". (D.w.z. De eenige eer,
die nog boven die van de overwinning le
Olympia stond, kon hij als mensch toch
niet deelachtig worden). En werkelijk de
oude man was tegen de hevige gemoeds
aandoening niet bestand. Hij zonk dood van
de schouders van zijn zonen.
Het behoeft geen beloog, dal uit alle dee-
len van Griekenland de menigte was toege
stroomd. Niemand van het vrouwelijk ge
slacht, behalve de priesteressen van Ceres,
mocht de feesten bijwonen. Aan alle andere
vrouwen was het op straffe des doods ver
boden, gedurende de feesten, zich in de
vlakte van Olympia te laten zien.
Eenmaal waagde het naar de berich
ten van Pausanias een vrouw om, als
man gekleed, haar zoon naar de Olympische
spelen te geleiden. Ze bleef eerst onopge
merkt. Maar toen zij haar als overwinnaar
teruggekeerden zoon aan haar boezem
drukte, verried zij haar geslacht Zij zou
ter dood zijn veroordeeld, ware niet bevon
den, dat haar vader, echtgenoot en zoon in
de Olympische spelen als overwinnaars wa
ren bekroond geworden. Zij werd daarom
zoo groot was de eerbied voor de Olympische
helden niet gestraft.
Om echter te voorkomen, dat dergelijke
incidenten zich zouden herhalen,, werd be
paald, dat voortaan alle deelgenooten aan
de spelen naakt zouden verschijnen.
De prijzen werden uitgedeeld op den laat-
sten dag van het feest.
Eerst werden offeranden aan Zeus ge
bracht, dan werden de namen der overwin
naars voorgelezen onder oorverdoovend ge
juich der menigte De prijs was slechts een
krans van olijfblad uit het heilige woud.
Dan werd de overwinnaar naar zijn va
derstad geleid, waar hem een grootsche
hulde werd bereid. Aan den krans van olijf
bladen, welke den overwinnaar bij alle bui
tengewone feestelijkheden droeg, werd later
een van goud toegevoegd en een marmeren
standbeeld voor hem opgericht. Liederen en
gezangen verkondigden zijn roem en be*
waarden de herinnering aan zijn naam tot
in latere eeuwen.
Tot 393 na Christus hadden de nationale
feesten te Olympia plaats. Het voortschrij
dende Christendom maakte een einde aan
den ouden Griekschen godendienst en bijge
volg ook aan de spelen ter eere van Zeus.
Van wat kunst en schoonheid eens in de
vlakte van Olympia hebben gewrocht, is
weinig overgebleven. In 395 drongen Alarik
en zijn Gothen Hellas binnen en zij begon
nen een systematischen vernieligingsoorlog
tegen de gedenkteekenen van den ouden
cultus.
In het museum te Olympia vindt men de
resten van wat eens de tempel van Zeus is
geweest. Nabij Olympia worden ons de
overblijfselen getoond van den Hera-tempeL.
Jaren geleden bezocht schrijver dezes de
omgeving.
Wat vervallen muren, verbrokkelde zui
len was alles wat overgebleven was van de
bouwwerken uit de dagen, dat heel Hellas
optrok naar de Olympische spelen. Tus
sehen de ruïnes schoten wat boomen op.
Het was eigenlijk een troostelooze aanblik.
Alles sprak van verwording en vergaan,
van de vernietiging van een zoo schitteren
de cultuur en onwillekeurig schoot ons de
bekende spreuk te binnen:
„Sic transit gloria mundi".
G. PECORA.
DE VERGIFTIGING VAN KAPITEIN
QUECK.
Het verzoek om gratie van majoor G.
afgewezen.
Het verzoek om gratie van majoor G.,
door het Hoog Militair Gerechtshof veroor
deeld tot 15 jaar gevangenisstraf, wegens
vergiftiging van kapitein Queck, is afge
wezen. Hij is gistermiddag door de mili
taire politie naar de bijzondere strafge-<
vangenis te Leeuwarden overgebracht.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
J. v. M., te Katwijk, stond gisteren te-<
recht omdat zijn trekhond niet was voor
zien van een muilkorf en omdat deze niet
op de voorgeschreven wijze aan den wagen
was vastgemaakt.
Verd. voerde aan dat de betreffende ver
ordeningen in Katwijk en Oegstgeest zeer
Uit het Engelsch
▼an HENRY SETON MERRIMAN.
zag hem zijn naam achter vijf of zes
Jansen schrijven. Toen overhandigde hij
Jaar de kaart, en ernstig, met een diepe
Luiging, verliet hij haar, zonder een enkel
*oord, het aan haar overlatend zijn stilzwij
gen te verklaren, als zij dat kon. Dat gevoel
VaQ het onbekende in hem, dat zoo tot haar
e[beelding sprak, verbijsterde haar, door-
tnde haar met een nieuw leven.
Toen hij later terugkwam voor zijn eer-
dans, was hij kalm beleefd, niets meer.
I dansten, tot de muziek ophield, en het
geheele gezelschap naar het spaarzaam ver
lichte dek troepte, terwijl de kwartiermees-
bet zeil ophaalde, om de frissche lucht
laten circuleeren.
Luke en Agatha volgden de overigen;
aar hand rustte onvast op zijn mouw. Nooit
v°ren had zij zich zoo onzeker gevoeld.
zonderlinge, kruipende vrees, maakte
i l van haar meester, waarschijnlijk voor
e eerst in haar leven. Het was duidelijk,
J11 zij bang was voor het eerste woord, dal
ar Partner zou zeggen, als zij alleen
*aren
ersPïeid over het dek. scheen het aantal
be?^0rS "er*nE Rel wa9 bijna eenzaam
v*- ea Agatha was bang voor eenzaam-
l met Luke. Toch had zij een toilet ge-
Ta?Q' waarvan zij wist. dat het hem be-
fc.uö Zou ^°°r bem had zij zich gekleed
*at zeggen wil van het standpunt
▼rouw. Zij had zich, met een zekere
heugd. niet om hel bal zelf, maar lerwille
van Luke. Het onfeilbaar instinkt harer
ijdelheid had haar niet bedrogen. En nu was
zij bang voor haar succes. Een soort vree?
is er in elk succes, en een onbepaalde ver
antwoordelijkheid.
Luke kende het schip. Hij wandelde naar
een afgelegen hoek van het dek, met een
vastberadenheid, die Agatha's hart deed
bonzen.
„Wat bedoelde je, toen je zeide, dat ik
alle dansen mocht nemen?" vroeg Luke
langzaam Zijn oogen schitterden terwij! hij
op haar neerkeek. Agatha had geen ant
woord gereed. Zij stond voor hem, met
neergeslagen oogen als een ongehoor
zaam kind, dat beknord wordt.
En plotseling werden zijn armen om haar
heen geslagen Zij gaf een snik, maar deed
geen poging om hem te ontkomen. Dit alles
was zoo anders, zoo nieuw voor haar. Er
was iets in de krachtige, zilte lucht, die over
hen heen blies, dat de wereld scheen te zui
veren en dat hen boven de aardsche zorgen
verhief. Er was iels eenvoudigs en krach
tigs en oorspronkelijks in dezen man te
huis op zijn eigen element, doortrokken met
de kracht van den oceaan haar vermees
terend. als met geweld aanspraak op haar
makend.
„Wat bedoelde' je?" vroeg hij weer.
Zij duwde hem weg en zich omdraaiend,
stond zij naast hem met haar beide handen
op de railing en haar rug naar hem toege
keerd.
„O. Luke." fluisterde zij tenslotte, „ik kan
niet arm zijn ik kan het niet ik kan
het niet. Je weet niet, wat bet is. Het is een
voortdurend strijden zonder rust."
Er wordt beweerd, dat vrouwen het ver
rcekelonzp opgewondenheid op dit bal ver
mogen hebben, den man boven het aardsche
te verheffen. Hoe dikwijls echter, brengen
ze hem terug op aarde als ze zichzelf ver
heffen1
En Luke's liefde was groot genoeg om
haar te nemen zooals ze was.
„En als ik niet arm was?" vroeg hij, zon
der een spoor van zijn gewonen trots.
Zij antwoordde niet, en hij verstond haar
stilzwijgen.
„Ik wil rijk worden," zeide hij, „boe dan
ook. Het kan mij niet schelen hoe. Ik wil,
ik wil Agatha!"
Zij durfde zijn oogen niet ontmoeten.
„Kom", zeide zij, „kom, laten wij terug
gaan."
Zij dansten weer samen, maar Agatha
weigerde om ergens anders dan onder het
zeil te zitten. Als zij dansten spraken zij
niet. Hij hield zijn oogen niet van haar af.
en zij keek nooit naar hem
Toen. juist zooals hij was. zijn gekleede
jas slechts tegen een pilot jekker verwis
seld, moest Luke op wacht op de brug. Ter
wijl hij daar stond, ver boven de verlichte
dekken eenzaam op zijn post in de duister
nis met scherpen blik en waakzaam stil a's
een standbeeld klom het geluid van de dans
muziek tot hem op en omgaf hem als de
echo van een gelukkigen droom.
Eindelijk zweeg de muziek en de vermoei
de dansers gingen naar beneden Luke Fitz
Henry aan zijn eigen gedachten overlatend.
De geheele wereld scheen te slapen be
halve twee mannen de een beweging
loos op de brug de ander waakzaam in het
zwak verlichte stuurmanshekje De „Croo-
nah" zelf scheen te slapen mei den rege'-
matigen slag van een groot, rustelnos hart
diep in het binnenste van haar ijzeren we
zen. Langzaam kroop in het Oosten de da
geraad op tegen de lucht en raakte met
zacht, parelachtig licht, het gelaat van de
wateren. Een paar rechte wolkstrepen wer
den zwak omlijnd. De maan zag geel en
doodsch. Luke stond het opkomen van een
nieuwen dag gade te slaan, en tegelijkertijd
scheen in hem een nieuw leven op te komen
Onder hem, in haar sierlijke hut, zag ook
Agatha Ingham-Bakker het aanbreken van
den dageraad Zij had haar armen gevou
wen op den rand van de bovenste kooi. Al
een uur lang had zij zoo geslaan. Zij was
alleen, dank zij Luke, die de beide dames
ieder een afzonderlijke hut had bezorgd.
Agatha had zich niet verroerd, sinds zij
naar beneden was gegaan, na afloop van het
bal. Zij scheen er niet aan te denken, naar
bed te gaan De groote vierkante geschut
poort was open en de zachte koelte speelde
door de kanten van haar kleed en bewoog
de doode viooltjes op haar borst.
Haar fijnbesneden gelaat drukte vastbe
radenheid uit. „Ik kan niet ik kan niet
arm zijn", herhaalde zij met werktuigelijks
eentonigheid in zichzelf.
HOOFDSTUK XIII.
Een kens.
Mrs. Harrington zat in haar groolen sa
lon in Grosvenor Gardens, alleen. De huis
knecht zat te rooken onder het zilverpoelsen
De kamenier zai te huilen in haaT werk
kamer. Mrs Harrington had het druk gehad
dien middag
„Zoo gaat het nu altijd, als zij alleen in
huis is" had de keukenmeid gezegd, met
grootsch gebaar Het is gemakkelijk voor de
keukenmeid om indrukwekkend te zijn,
als huisknecht en kamenier in moeilijkhe
den verkeeren AIzoo komt de wijsbegeerte
de achterdeur binnen
Nu en dan verstoorde een zenuwtrekking
mrs. Harrington's scherp grijs gelaat, ge-
paard met een zekere ongedurigheid, die
haar eigen was, als zij niemand had om te
plagen. Zij kon haar aandacht niet bepalen
bij de courant, die zij in de hand hield en
van tijd lot tijd dwaalde haar blik onder
zoekend door de kameT, of er ook iets was,
om aanmerking op te maken. Zij beging de
fout, gewoonlijk door personen in dergelijke
omstandigheden gemaakt zij vergat in
den spiegel te kijken. Mrs. Harrington ver
veelde zich Zij verlangde naar bezoek. Tei
gelijkertijd had zij een hartgrondigen af
keer van al haar vrienden. Het was een ho
peloos grauwen namiddag, in het begin van
December, en iedereen had Londen verla
ten. Mrs. Harrington had een bepaalden
kring van vrienden, vrouwen op middel
baren leeftijd of bejaard, rijk als zij zelf,
eenzaam als zij zelf die zij verachtte.
Eigenlijk hadden allen onderling minachting
voor elkaar, deze vrouwen, maar toch
brachten ze elkaar bezoeken. Maar de meer
derheid dezer dames was tegen den winter
vertrokken. De Riviera was voor hen ge
schapen.
Mrs. Harrington ging echter nooH bui
tenslands in den winter. Zij beweerde, dat
zii te veel gereisd had, toen zij jonger was
tijdens het leven van haar echtgenoot
om er nu nog om te geven. De Honorable
George Henry Harrington had inderdaad,
om financieel© redenen buitenslands ge
leefd en de naam had geen aangenamen
klank in de ooren van hotelhouders Het
huwelijksleven waar nu en dan op kouden
toon. op werd gezinspeeld door mrs Har
rington. was er een geweest van het soort,
kortweg genoemd „kat en hond", en ook
„van de hand in den tand".
(Wordt vervolgd).