68,m Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 Februari 1928 Tweede Blad No. 20838 EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. BOEREN VAN HET HONGAARSCHE PLAT TELAND BIJ KERKGANG. Zij draden I daarbij een prachtrollen, warmen mantel oil rel! gesponnen wol. De prachtige orna menteering is typisch Hongaaxsch. De groote Twentsche Industrieel, oud lid der Eerste Kamer, de heer D. W. STORK, is op 72-jarigen leeftijd te Hengelo overleden. SPORT TE ETON. In afwisseling met de foto's ran de sport wwtke te St. Modti beoefend wordt, geren wij hier een kiek ran de Eton-wedstrijden. Opnieuw: de samenvoeging dei militaire departementen Minister Lambooy aan het woord. (Vervolg van gisteren). De heer VAN LANSCHOT (R.K.) wijst op [Je moeilijke beslissing, waarvoor de Eerste Kamer staat. Aan voorlichting heeft het fcelukkig voor ons leeken, niet ontbroken; en spr. heeft daarbij gezien, dat niet enkel jde heer Van Wassenaer marinespecialiteit [in deze Kamer is. Spr. verklaart zich echter Volkomen leek en daardoor is voor hem de Kslissing moeilijk. Maar hij is verplicht fijn stem voor het ontwerp te motiveeren, mdat hij het volstrekt niet eens kan zijn toet alle argumenten, b.v. niet met den heer Jan Embden in zijn betoog ten gunste van llgemeene ontwapening. In het ontwerp ziet spr. geen daad van Realisme, nihilisme of défaitisme, hij Is iet niet eens met de beide christelijk-his- lorische sprekers, die zoo ernstig waar-r schuwden tegen het ontwerp en die daarbij toet zonder overdrijving argumenteeren. pij herinnert er o.a. aan, dat het fusie- lorstel indertijd is ingediend door een mi nisterie. waarin de chr.-hist minister De pisser zitting had. En thans maakt deel uit ran het ministerie hun partijgenoot De JGeer. die toch wel oog zal hebben voor [s lands defensie. En Colijn dan? Die heeft xh wel inzicht in onze landsverdediging fn hij behoort tot de voorstanders van deze pmensmelting Dat beteekent toch wat! Dyer en weer heeft men het verwijt van "ijziging van inzicht gehoord, maar is een Hstig man werkelijk kwalijk te nemen kt hij van opinie verandert? De heer De van Steenwijk had dit niet zoo sterk poe ten doen. L De heeren van de marine nemen voor oppositie geen blad voor den mond en wil dat ook niet doen en onomwon- wil hij spreken, daarbij alle argumen- der tegenstanders aanroerende. Vele Fer argumenten zijn reeds bij de begroe id yan marine beantwoord, andere had pen liever buiten dit debat moeten houden. Bij de personeelskwestie zijn reeds te enstanders tot voorstanders geworden, «weerd is, dat deze minister bij de be deling daarvan de zaak heeft gedesor- aiseerd. doch het is gebleken, dat hij es behoorlijk heeft geregeld, in overleg Pet hel Indische bestuur. Maar de kritiek, ajonyme van zekeren X. heeft zich niet *haamd de politiek des ministers ten e^n als misleidend te karakteriseeren. heer DE MURALT: Schandelijk! heer VAN LANSCHOT. voortgaande, preekt nu het afgevoerde denkbeeld van JPitsing der marine. Van de zijde der te- Bin ers wor<^ beweerd dat die split- L niet kan uitblijven Maar het eenige ^toent. dat hij gehoord heeft is dat de isler het op den duur te volhandig zou Pep .^aar dat is toch niet voldoende tim iuis! *er w'^e van de eenheid en (,?l enwerking noodig. dat één man aan lê i °°W der defensie staat en dat heeft 'e eer Coliin m |9j2 uitnemend betoogd D L?m?n.v?e&ing geeft eenheid van beleid j^'niging. Men vrage er den heer Van helaas afwezig, maar eens na, hoe eenheid van leiding bezuiniging ten gevolge heeft. Wat is het typeerende van deze wets- voordracht? Dat er niets in staat omtrent de wijze van samenvoeging. Daarvoor dient men de Memorie van Toelichting te lezen. Maar is dan de critiek op het ont werp niet prematuur? Moeten we niet af wachten tot de begrooling van defensie ter tafel komt om te beoordeelen of de wet be hoorlijk wordt uitgevoerd? Spr beschouwt het ontwerp dus meer als een proefneming. Er zijn tegenstanders, die met de wet genoegen zouden willen nemen mits er directeuren-generaal worden aangesteld. Maar wat die heeren willen vindt men reeds aangegeven: in de Mem. van Antw vindt men reeds vermeld, dat de hoofd- bureaux der beide diensttakken zelfstan dig blijven en er is geen wettig bezwaar om alsnog tot aanstelling van directeuren- generaal over te gaan. als dit wenschelijk bleek. Spr. acht de fusie der beide depar tementen volstrekt niet te zwaar voor één man. het buitenland bewijst dit ten over vloede en men krijgt daardoor de zoo noo- dige eenheid van beleid. Ten slotte Indiö; de regeering beweert, dat dit wetsontwerp niets met Indië heeft te maken, doch spr. wil de vraag nader onder de oogen zien, of de defensiekansen van Indië er door zullen achteruitgaan, maar dan vergete men niet. dat daarvoor niet enkel de minister van Marine, doch ook de minister van Koloniën en ten slotte het gansche kabinet voor die defensie ver antwoordelijk is. De mogelijkheid is. dat de minister van Defensie niet tegen zijn taak is opgewas sen, maar voor Indië legt dit minder ge wicht in de schaal, omdat hij niet de eenige is die voor die defensie verantwoor delijk is Al? leek volgt spr. liever het advies van de mannen, die de verantwoordelijkheid dragen en aan den minister-president, die in de Kamer aanwezig is, vraagt spr. na drukkelijk. of de defensie van Indië bena deeld zal worden door dit ontwerp. Zijn stem hangt daarvan af. De heer BRIET (A.-R.) herinnert aan d« conclusie der Staatscommissie van 1906, omtrent de defensie van Indië, dat die de fensie in één hand moet rusten en er een zelfstandige koloniale Marine moet wezen. Die gedachte is in den loop der jaren niet losgelaten al komt zij bij dezen minister slechts in bedekte termen tot uiting. Dit laatste betreurt spr. Hij had het liever ronduit vernomen Intusschen ook in dit geval blijft ook de minister van Marine ten slotte de verantwoordelijke man voor de defensie van Indië. Dat de minister een andere opvatting ie toegedaan, ligt enkel daaraan, dat hij de taak van den minister van defensie zooveel mogelijk wil bekrim pen zonder de eenheid der vloot te ver breken. Maar spreker vraagt den minister op den man ai, hoe hij denkt over de mogelijke overbrenging in de toekomst van de alge- heele defensie van indië bij het dep. van koloniëD 1 Een eindoordeel over die kwestie had moeten voorafgaan aan een voorstel tot fusie, en aanvankelijk schijnt dat ook net oordeel van den heer Co lij d geweest te zijn Die logische gedachte beeft echter dit kabinel laten schieten, doch oor a!!e zekerheid wil hij van dezen minister hoo ren ,wat hij verstaat onder splitsing: is dat alleen scheiding van personeel, of is dat een overbrenging van de verantwoor delijkheid van den minister van koloniën. In het laatste geval vervallen z.i. alle voor- deelen van een fusie. Werpt de ministei elke splitsing af dan zal het resultaat van het onderhavige ontwerp slechts verwarring zijn. Dientengevolge kan de 6preker zijn 6tem niet aan het ontwerp geven. De heer STEGER (R.-K.) wenscht ant woord te hebben op enkele vragen, weiae de Mem. van Toelichting heeft doen rijzen. Zoo zou hij gaarne willen weten, hoe het mogelijk is, dat één persoon twee kwalitei ten goed kan vervullenhoe kan een één hoofdige leiding mogelijk zijn bij twee uit- eenloopende zaken. Hoe ook kan precies worden uitgemaakt, op welke wijze elke afdeeling financieel krijgt wat haar toe komt- Hoe ook kan men spreken van fusie, als men de afdeelingen staf, materieel en personeel voor beide diensttakken zelfstan dig laat be8taan 1 Waarop baseert de mi nister zijn overtuiging dat samenvoeging per se bezuiniging zal opleveren T Z.i gaat gaat dat volstrekt niet altijd door. In die vragen liggen thans spr.'s bezwaren togen het ontwerp. Wat Indië betreft, de minister beweert, dat in wezen de maritieme defensie ran Indië geen verandering zal ondergaan. Ver andert er dus niets aan beheer, materieel en personeel in Ned.-Indict Natuurlijk kan het dagelijksch bestuur slechts in Indië worden gevoerd, maar hoe st-aat hel met het algemeen beheert Spr. heeft zicb op de hoogte gesteld bij den commandant der zeemacht in Indië en van dezen vernomen dat er heel wat pun ten van beheer zijn, waaromtrent de mi nister te beslissen heeft Wat het perso neel betreft, n«-emt spr enkele cijfers, welke de minister mtussohen bij interrup tie als onjuist kwalificeert. Spreker leest een en ander voor uit een brochure, waarin echter, naar de MINIS TER opmerkt, gegevens zijn verzwegen. Spr. is toch tot de slotsom gekomen, dat de Minister te vlug tot de conclusie is ge komen, dat samensmelting van twee hete rogene diensten mogelijk zou zijn. Ten slotte spreekt spr. de hoop uit, dat de Minister van Koloniën en die van Buiten- Landsche Zaken hun meerling over de-ze zaak zouden willen doen hoor en. Zijn zij bereid de verantwoordelijkheid voor deze voordracht te dragent De VOORZITTER belooft den bedoel den bewindslieden te verzoeken Vrijdag in de Kamer aanwezig te willen zijn. De heer VAN WASSENAER VAN CAT- WIJCK (C.-B.) zet uiteen hoe de com mie- missie van 1906 er toe gekomen ie de Indi sche marine bij Koloniën bt voegen en de Nederlandsche bij Oorlog Maar de tegen woordige Ministen wil van die splitsing niet weten tocb zal het daarop moeten uitloopen en dan bestaat er kans dat dit op een ongelegen oogenblik geschiedt. Spr. is daarom tegen het huidige ontwerp. Minister Lambooy verdedigt het ontwerp. De Minister van Oorlog, de heer LAM BOOY. verkrijcrt alsnu het woord. Het is spr aangenaam thans eens te kunnen rea- geeren op al wat er in en ouiteo het Par lement over hem gezegd. Maar hij wil do rede van den heer Van Embden over het ont-wapeningsvraagstuk buiten bespre king laten als niet aan de orde zijnde. Het doet spr. leed, dat de Christ -Hist, en de Vrijheidsbonden reeds bij voorbaat hun stem hebben vastgelegd. Daardoor snijdt men aan de regeering den pas af om te trachten de inzichten te wij zagen. Zeer in het bijzonder hebben de marine officieren de actie tegen dat ontwerp ge voerd onder bewering, dat 's landa veilig heid er door zou lijden. Spr. is voorstan der van vrije meeningsuitingen ook van ambtenaren, maar some heeft spr. bezwaar moeten maken tegen den vorm. Maar wat de inhoud betreftzeer sterk komt het gebrek aan objectiviteit voor den dag en door de aanvoering van bijkomstigheden heeft men een sfeer vas vantrouwen go- wekt, welke het ontwerp in gevaar brengt. Beweerd wordt vooral dat «ndië's marine- verdediging onder de samenvoeging zou Lijden en dat splitsing onvermijdelijk zou wezen. Wat dit kaatste betreft, kwam zij tot stand, dan hebben we hier geen afzon derlijk Ministerie van Marme meer noo dig. Doch heit omgekeerde is daarom nog niet waar! De Min. v. Marine, de h"eer Weetenreld, is de eerste geweest, dde sprak over de wenschelijkheid van splitsing van het per soneel, in de Vlootwet was splitsing van het materieel reeds op den voorgrond ge steld. Maar daartegenover staat Je wen schelijkheid van samensmelting der beiue deelen onzer weermacht, ten einde alle krachten zoo doeltreffend mogelijk en zoo economisch mogelijk te gebruiken. In die richting neemt de Minister reeds proeven. Te Helder heeft de oud-kapiteiD ter zee Rendorp enkele dagen geleden een rede gehouden. Zijn kritiek op den Minister was onvriendelijk, maar erger was, dat de heer Rendorp onjuiste cijfers heeft gegeven natuurlijk onopzettelijk, maar de regeering mag eisohen, dat er juiste gegevens wor den gegeven, die gemakkelijk zijn te put ten uit de Kamerstukken en het Jaarboekje der Marine. Zoo deed ook schout-bij-nacht Quant tegenover den heer Steger. Tegen over hun onjuiste cijfers plaatst spr. de juiste, welke hij opleest, waaruit blijkt, dat hij de personeelsteTkte hier verlaagd en in Indië verhoogd heeft Spr. had gaarne die cijfers ook anderen op aanvrage gegeven. De pas afgetreden jzlootvoogd heeft luide gewaarschuwd tegen de splitsing der ma rine. Tegenover dat spook komt spr. met de grief, dat juist de heer Gooszen de splitsingsgedachte heeft opgewekt Op verzoek vam den VOORZITTER, breekt de Minister hieT zijn rede af. Heden elf uut voortzetting. DE BEGROOTING TAN CURASAO. (Zittinf ran cisteren). De behandelin* ran de berrooting Tan Curacao wordt voortgezet Abusievelijk meld den wii dat ook deze begrooting was goedge keurd Mr. BIJLEVELD (A. R.) constateert dat tbans weer voor het eerst sinds 1895 een sluitende begrooting werd verkregen: van '67'82 was dit niet het geval, van '83'9-i RECLAME. wel. daarna niet meer tot op heden, althans niet-ollicieel, want er zijn wel jaren get, weest, ook in den tateren tijd. dat de inkom, sten de uitgaven hebben overtroffen. Ver, schillende factoren hebben ertoe medege, werkt, dat de economische toestand van dit gewest is verbeterd; verscheidene bedrijven verkeeren in bloeiende omstandigheden. De taktiek in huishoudelijken zin die in Curacao is gevolgd.' is evenwel over het algemeen vooruitstrevend. Dit blijkt uit do waterleidingkwestie, den havenaanleg enz. Wat de onderwijs-aangelegen heden betreft moet onvoorwaardelijke gelijkstelling van openbaar en biizonder onderwijs in finan. cieelen zin worden verkregen. De klacht, dat aanslagen worden gedaan op het beginsel van autonomie en zelfbe. stuur van Curacao, richt zich zoowel legen den gouverneur als tegen het opperbestuur, Spr. gelooft dat die klacht, althans ten op zichte van den gouverneur, die meer ad* ministrateur van de regeering dan regeerde* ie, gegrond mag worden geheeten. Spr. zou de vraag willen stellen of wij weï verstandig handelen ten opzichte van veis schillende posten der begrooting een ander besluit te nemen dan de Koloniale Raad deed en of hier door d© autonomie niet te zeer wordt aangetast Den Kolonialen Raad wenscht spr. abscn luut niet vrij te pleiten van fouten, hetzij in zijn samenstelling, hetzij in zijn werk* wijze. Wat de politie-reorganisatie aangaat zegt spr. dat het overleg op psychologisch on-» juiste wijze werd gevoerd. Ook dc Kameij heeft, verleden jaar. een grove fout begaan door haar sanctie te geven aan het beginsel der militaire politie De g€*nomen beslissing is in strijd het met regecringsreglement te achten Over den modus cpio valt intusschen nog heel wat te zeggen Zoo bijv over de bevoegdheid van den commandant. In elk geval houde men het beginsel van autono mie voor oogen De commandant moet het recht behouden om in bijzondere gevallen zelfstandig te beslissen al zou die beslis* sing ingaan tegen de meening van den gouverneur. Een eigenaardigheid doet zich ook voor bij de order ingeval van samenscholingen Dan wordt in het N^derlandsch gewaarschuwd, dat bij niet-naleving van het bevel der politie, geschoten zal worden. Maar een deel, EEN GROOTE BRAND BRAK IN EEN GA RAGE TE ARNHEM UIT. Verschillende aulo's werden door het zich snel uitbrei dende vuur een prooi der vlammen. m j- j PB ASSELERBRUG TE HILL EGO M. De Asselerbrug in den I fiationeweg te Hillegom is thans geheel gereed. De brug is J veel verbreed, zg heeft een verhoogd voetgangerspad en lligi ï®0! beter in de lijn van den weg, die daar juist een kleine ombuiging maakt. Een belangrijke verkeereverbetering. Rechts: Wat zal de CARNAVAL brengen Hierboven een kiekje van het beroemd- Carnaval te Nice. Aan kosten wordt nie1 gespaard en vooral het komische genre h er zeer in trek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5