JULES VERNE - DE FANTAST-PROFEET.
teGrijzeDame
;g"e Jaargang
LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Februari 1928
Derde Blad
No. 20830
FEUILLETON.
„Dat alles, generaal, is een verhaal a la Jules Verne!
„Zeker, zeker, mijn beste mijnheer, dat is een verhaal a la Jules Verne, omdat
sedert twintig jaren de volken, die niet achter blijven, niet anders doen dan verhalen a
la Jules Verne verwezenlijken.'*
Maarschalk Lyautey in zijn „Lettres du Tonkin et de Madagascar.
Men zou het nog korter kunnen zeggen,
l j ,je woorden van Simon Lake: ..the
Cntaisy of Jules Verne is the (act
ij the day", welke deze kenner der
nderzeeboot-techniek schrijft in zijn boek,
k Sub-marine in the war and the peace
Li -.De fantasies van Jules Verne is
|e realiteit van thans". Want d;\t is de be-
•ekenis van Jules Verne's geweldig oeuvre
n do honderd en vier deelen, die over de
•eheele wereld, in, weet men wel precies
loeveel talen? verspreid werden, vóórvoelt
-Ij'de uitvindingen, die de wetenschap zal
Koen. Groote geleerden hebben dit erkend;
liannen met een breeden blik. zooals Mau-
Ji Barrès, verklaarden; „Jules Verne was
in groot Meester, die voor ons niet grooter
kilde zijn dan een oudere broeder" en
-hard d'Houvélle: „tal van de vermetelste
nldekkingen van den tegenwoordigen tijd
geboren uit Verne's „Voyages Estra-
dinaires". of Grosclaude, die spreekt van
jen helderheid van stijl, waarvoor Stendhal
tich niet behoeft te schamen, en een logica,
telke die van Descartes nabijkomt, waar
mede Jules Verne de lijn der toekomstige
•aarheden trok, ze tastbaar en mogelijk
jaakte en er de belangstelling voor wekte
ran de denkende wereld.
I Jules Verne, de man der welenschappe-
fjt gefundeerde fantasie, is een groot loove-
geweest, die zijn wereld-publiek mee
rok in de sferen zijner ideeën-creaties, het
laarin vast deed gelooven en het beloonde
or aan de wetenschap dc gelegenheid over
i laten om wat hij had gedroomd maar
Irdroomd na veel studie en nauwgezet
ukken en wegen eenigen tijd later om
zetten in zeer reëele feiten. Maar hoe
lad hij zijn lezers omwikkeld en zijn fan-
isie in hen overgegoten! De kleine Engel-
|chen van de Boy's Imperial League zijn
i verrukt van hem, dat zij hun spaarpen
ningen bij elkaar brengen en hem den sterk-
wandelstok zenden, dien zij in Londen
Jonden vinden, „om hem te steunen bij
Én onmetelijke zwerftochten".
T En wanneer hij op een goeden dag op een
pnisterie te Parijs moet zijn en zijn kaartje
eft. schrikt de bode bij het zien van den
na op, vliegt naar een grooten fluweelen
Bingstoel, schuift dien naderbij en zegt:
|Jet u toch, mijnheer Jules Verne; u moet
erg moe zijn; u heeft zoovéél onder-
fcnden!"
Dit gebeurde jaren, voordat hij. door een
phot in zijn voet, slecht ter been was ge-
lorden en een thuiszittend oud heertje,
boils Jan Feith in zijn „Voorbijgangers"
Krielt hem gezien te hebben.
Veme glimlachte om den bode en zeide
„Die brave bode zou misschien een
han als Brazza hebben laten staan" CD.
j Jules Verne heeft jaren lang niet ver
hoed, hoe groot en hoe sterk de greep was,
fien hij op het publiek had. Later is het
lem duidelijk geworden, zóó duidelijk, dat
lij zich stelselmatig onttrok aan enorme
pnifestaties, die hem, waar hij in de we-
eld opdook, bedreigden. Hij was een gebo-
jen verteller; hij wilde, wat hij in zijn ge-
Jachten opbouwde, goed onderleggen. Nu
poge. zooals gebeurde, een oude boer, die
pan ziin zoon, die soldaat is, een exemplaar
an Twintigduizend miil onder zee heeft
[fekregen. tot hem zeggen:
..Neen dat kan niet: zoo zal men nooit
pnder water kunnen reizen. Mijnheer Jules
prlelt ons maar wat"; hij. de schrijver,
Vwl. dat hij maar niet in het wilde weg
Wielt. maar dat hij heel veel heeft gewerkt
wdat hij zijn fantasie de wereld inzond.
Men denkt wel eens. dat het genie, zoo maar.
[bnvoorbereid. meesterwerken schept. Dat is
(1) Savorgnan de Brazza, die voor Frank
rijk een deel van den Congo door zijn explo
ration veroverde.
zoo niet. Wie uil een groot gedachten-reser
voir wil putten, moet zorgen, dat het reser
voir gevuld is en dat kan slechts het gevolg
zijn van geduldige langdurige, ernstige
studie.
Jules Verne heeft groote wetenschappelijke
nieuwsgierigheid. Hij zoekt den omgang van
knappe mannen, reizigers, kunstenaars,
technici, met wie hij van gedachten wisselt
en aan wier concrete kennis hij de zijne door
voortdurende studie verrijkt, toetst. Dan stelt
hij toch zijn doel op bescheiden hoogte. Hij
wil schrijven voor jongens; hij vermoedt
niet, dat de jongens èn hun ouders zijn boe
ken zullen lezen en zijn verantwoordelijk
heid als schrijver voor de jeugd gevoelt hij
sterk. „Ik heb, zoo zegt hij, altijd den
wensch gehad om zoodanige boeken te
schrijven, dat een net opgevoede jongen
die zonder te blozen aan zijn zusters
kon voorlezen". ..Zoo ik. zegt hij elders, niet
altijd ben gelijk ik zijn moest, de personen,
die ik te-eken, zullen ten minste zijn, zooals
ik zelf had willen wezen".
Welnu, Verne heeft onze jonge lezers ge
wonnen. in al zijn boeken. Wie1 van ons.
ouderen, die z'n deeltjes met mathematische
zekerheid jaar op jaar zagen verschijnen,
heeft niet medegeleefd met zijn cordate man
nen? Dat deden zijn kleine' landgenoolen
ook en hoe! Toen „De Kinderen van kapitein
Grant" bij afleveringen uitkwam en Verne
in een Parijsch ge'zelschap verscheen, was
een zoontje van zijn gastheer niet te houden;
hij moest en hij zou weten of Mary Grant en
haar broertje hun vader terugvonden, zoo
als hij. de kleine vrager, zijn ouders in Han
nover had weerge'zien. De kleine handjes
pakten den vollen blonden baard van den
beroemden gast en een opgewonden jongens
stem verklaarde:
„Ik laat u niet los; ik moet het eerst
weten! Ik moet het eerst wetenI"
Doet dat niet denken aan wat Dickens
overkwam, toen hij zijn Cnriosity-shop
schreef? Het werk verscheen in wekelijk-
sche bijdragen. Toen het naar het eind heT)
en de kleine Nelly alle harten veroverd had.
kreeg Dickens niet te tellen brieven, uit
alle oorden des lands, om toch dei kleine
Nelly niet te laten sterven.
Den 8en Februari zal het honderd jaar
geleden zijn, dat Jules Verne te Nantes werd
geboren. Dat feit zal in Frankrijk herdacht
worden en het is waarschijnlijk, dat de pers
van vele landen er over zal spreken. Hij had
zoo tallooze vrienden, die fantastische, we
tenschappelijke Vernel Me*n kan zich dat
thans niet meer zoo herinneren, doch de
populariteit van dezen schrijver was enorm
vooral sedert hij zijn Reis om de wereld in
tachtig dagen publiceerde. En zij bleef enorm
lol aan zijn dood hoewel hij de laatste jaren
van zijn leven, bij onafgebroken arbeid, stil
leken-s te Amiens woonde, ondermijnd door
een zieleleed. waarover hij niet sprak, en
een kwaal, die langzaam maar zeker zijn
sterk lichaam sloopte. Toen hij heenging,
den 2-i-en Maart 1905 op een leeftijd van
zeven en zeventig jaar liet hij een groote
verslagenheid achter in den kring deT zijnen
en daarbuiten Zijn gezin, zijn bloedverwan
ten en zijn vrienden hadden hem zeer lief
om zijn beminnelijke persoonlijkheid. De
wereld daarbuiten bleef in hem zien den
man, die-' eenige tientallen jaren lang haar
geest had gevoed met lectuur, die het ver
mogen had spannend te boeien en verfris-
schend. ontwikkelend te weTken. Voor velen
was hij een reus. een toovenaar, een
grootsch weldoener. Zooals bij zijn leven
de hulde tot he.n kwam doch steeds door
hem geweerd werd. kwam nu de rouw en
legde de palmtakken neer bii ziin baar. Een
tvpeerend geval deed zich voor bij de begra
fenis. Een onbekende. Engelschman of
Schot, was over het Kanaal gekomen om
daarbij tegenwoordig te zijn. Tusschen
Douvres en Amiens had hij waarschijnlijk
een Franschen zin ingestudeerd om dien
tot de familieleden te zeggen. Da rij vol
gende. drukte hij den zoons, schoonzoons en
kleinzoons van den overledene de hand en
herhaalde acht keer dezelfde woorden:
„Moed. moed bij de harde beproeving, die
uw deel is". Het familielid, dat in een pas
verschenen werkje (M. Motte de la Fuije,
Jules Verne, sa vie, son oeuvre. Paris. Simon
Kra), dit feit mededeelt, vraagt terecht;
„Wat moet deze eilandbewoner niet van
Jules Verne gehouden hebben! Kwam hij,
anonyme pelgrim, niet bij den lijkstoet de
eenvoudige lezers van de geheele wereld
vertegenwoordigen
Er heeft over Jules Verne een legende
geloopen, die volkomen onjuist was. Hij
zou, zeide men, nooit zijn woonplaats ver
laten hebben. Alles, wat hij beschreef, wist
hij door zijn studie.
Nu, het moge een ieder, die van reizen
houdt, gegeven zijn, zooveel van de wereld
te zien. als Jules Verne te beurt viel. De
laatste jaren van zijn leven, toen hij zelfs
aan de gemeentelijke politiek deed, raads
lid was en in de Schouwburgcommissie zat,
is hij aan zijn stad vastgeklonken geweest,
wat dan ook op zijn leeftijd aannemelijk
is. Maar verder 1 Hij was geen man om
binnen vier muren te zitten zonder naar
buiten te komen. Een man van de stu
deerkamer. zeker, dat was hij, maar
die studeerkamer was overal, waar hij stof
vond voor zijn geest; de houten tafel in de
vestibule was evengoed zijn werktafel als
de bewegelijke tafels aan boord of de klap
tafeltjes in de treinen. Hij vereenigde in
zich een ontzaglijke begeerte naar verre
horizonten en den rustigen studiezin van
den wetenschappelijken navorscher. Enkele
woorden in zijn ,,Le Rayon vert" komen
uit zijn ziel:
„Ik kan geen schip zien vertrekken, oor
logsschip of eenvoudige visschersschuit,
zonder dat heel mijn wezen zich mede in
scheept."
Dit was de echte Jules Verne, de Jules
Verne, die als kleine jongen met zooveel
bewondering ziet naar een broertje, dat zee
officier moet worden, en die op een mooien
dag 's morgens in de vroegte aan de ouder
lijke woning te Nanles ontsnapt om zich
als scheepsjongen op een driemaster te
laten inschrijven. De familie is in doods
angst. Eindelijk verneemt zij, dat „Mon
sieur Jules" in een roeibootje gezien is met
twee scheepsjongens, op weg naar de
..Coralie". Gelukkig is er de „pyroscaphe",
de stoomboot van dien tijd. Vader Pierre
Verne stoomt naar Paimboeuf, pikt er zijn
voortvluchtigen zoon op. Deze wordt ge
straft, een beetje dooreengeschud, op water
en brood gezet en dan belooft hij met 'hik
kende slem:
„ïk zal voortaan alleen maar in den
droom reizen."
En zoo men het woord „alleen" weg
laat, heeft hij zich aan die belofte gehou
den.
Een gewoon, heelemaal geen bijzonder
kind. die kleine Jules Verne. Hij was een
middelmatig leerling; zijn Fransch van dien
tijd was niet zonder fouten. Maar uit een
briefje, waarin ze zitten zien we, dat hij
aan zijn tante, madame de Ch&teaubourg,
twee maal uitdrukkelijk \*raagt om de be
loofde „telegraafjes", kinderspeelgoed de
telegraaf imiteerende. die nog pas was uit
gevonden. Hij belooft, dat zijn broertje, dat
nog niet schrijven kan, er één van zal
hebben.
Ziedaar Jules Verne, man van de exacte
wetenschap èn mededeeler daarvan aan
anderen, in den dop.
Zijn vader, zoon van een magistraats-
JULES VERNE.
persoon uit Provins, had een mooi advo
catenkantoor te Nantes. Die vader, zeer
ernstig man, vroom katholiek, was gehuwd
met Sophie Allotte de la Fuije. Hun oudste
zoon was Jules, bestemd de opvolger te
worden van zijn vader. Een hoogst res
pectabele figuur, die vader. Deze heeft
noode zijn zoon zijn letterkundige roeping
zien volgen, betreurde het ook, dat hij niet
ten volle geloovig was als hijzelf, doch
verheugde zich in het succes van den on-
vermoeiden werker. De zoon geeft hem wel
eenige zorg; op de school allereerst, daar
na als student in de rechten, want de stu
die trekt den jongen man niet aan. Doch
met vaste hand houdt de vader hem in
de getrokken lijn; de zoon moet heel zui
nig te Parijs leven-, hij had immers niet
het dure Parijsche leven behoeven te kie
zen. Maar Jules brengt zijn studiën ten
einde. Dan op een calegorieke vraag van
zijn vader, verklaart hij niets voor de ad
vocatuur te voelen. Hij wil zijn eigen weg,
de letterkundige loopbaan volgen. Hij heeft
zich groote connection weten te verschaf
fen, o.a. met Alexander Dumas; hij heeft
kleine tooneel stukjes geschreven, wordt
zelfs secretaris-administrateur van een
schouwburg, maar.de weg naar het
fortuin is lang en opent nog geen zonnige
vergezichten. Hij begint zich na jaren van
hard werken eenzaam te voelen, wenscht
een eigen „home" te hebben. Wel heeft
hij reeds hier en daar een letterkundig
succes behaald: Ie Nantes, waar iets van
zijn opkomenden roem bekend is, ziet men
met vriendelijke oogen naar den knappen
krachtigen jongen man, wiens vroolijke
aard en heldere geest de stijfste gezelschap
pen ontdooien. Het zal hem niet moeilijk
vallen, zich een levensgezellin te veroveren,
En inderdaad door zijn vader wordt voor
hem de hand gevraagd van Honorine de
Viane, jonge weduwe met twee kinderen,
dochter van een gepensioneerd kapitein der
kurassiers, en Jules is de gelukkigste aller
stervelingen. Doch de eischen van het leven
dat komen zal, maken hem practiseh. Hij
laat zich, na veel tegenstand van den va
der, door dezen een vierde koopen in een
wissel-agentschap te Parijs en installeert
zich in de hoofdstad met zijn jonge vrouw.
Dat is een langdurig, gelukkig huwelijk
geweest Zoo misschien in de laatste jaren
van zijn leven een ander beeld straalde in
zijn hart, heeft Verne de zedelijke kracht
gehad, dit als een diep geheim voor zich
alleen te bewaren. De vroolijke, kerngezonde
geest van een krachtigen werker is in hem;
deze vult het huis. Zijn geestige, gevatte
replieken zorgen voor de goede humeuren.
Aan den vooravond van zijn huwelijk had
hij zijn ouders geschreven: „Ik heb hel ge
luk onder mijn bereik; moge niets het
komen verstoren." Die wensch werd vervuld
door de gelukkige kwaliteiten van man en
vrouw beide.
Doch de Parijsche huishouding zou zeer
gediend zijn door meerdere inkomsten. Wel
heeft Verne reeds enkele tooneelstukken ge
schreven, enkele libretto's voor opera-
comique, maar het eerste groote succes
komt pas met zijn Vijf weken in een lucht
ballon, dat in een tijdschrift „voor opvoeding
en ontspanning" verschijnt. Dat was iels
nieuws: De wetenschappelijke geographische
roman, verteld in een sobere, glasheldere
taal. Hij is tot dit genre gekomen door eigen
jeugdimpressies, door zijn reizen o.a. naar
Schotland en Scandinavië met een bloed
verwant, aandeelhouder van een stoomvaart
lijn.
De uitgever van het tijdschrift is de
groote Hetzel. Hij heeft eerst een door Verne
aangeboden manuscript geweigerd. Verne,
ter neer geslagen, rolt zijn papieren op en
wil heengaan, maar Hetzel zegt hem:
„U heeft in U al de karaklerisieke teeke
nen van den grooten Verteller. Neem uw
manuscript mee, herzie het en breng het me
spoedig terug."
Veertien dagen later biedt Verne zijn
Vijl weken in een luchtballon aan. Helzcl
verneemt dan de groote plannen van den
auteur: het is een encyclopaedisch program,
een soort wandeling door den Kosmos, ge
zien door de oogen van een kind der 19e
eeuw. Hetzel is gewonnen. Wanneer Verne
het bureau verlaat heeft hij een geteekend
contract in den zak: Tweemaal per jaar een
boek; salaris 20.000 francs.
Dit was 't fortuin, de glimlach van 't lot
Men weet, hoe Verne van rijn kant die
gelofte heeft gehouden. Zjjn boeken kwamen
geregeld; de kring der lezers groeide; elke
nieuwe publicatie was een succes. De ge
leerden keken scherp toe en hadden geen
kritiek. De niet-geleerden genoten van in
houd en vorm. Slag op slag waren het
verrassingen, die hij bracht. Kenner der
wetten van de natuur, op de hoogte van
ao techniek, scherp opmerker als hjj is,
brengt h\j wat hij weet en ziet in sterke,
onafgebroken zelfcritiek. Hij mijdt, wat ab
soluut onmogelijk zou zijn; voor het avon
tuurlijke, dat hij schept, laat hjj een mo
gelijkheid open. Wat later werkelijkheid is,
de onderzeeboot, de vliegmachine, de ge
perfectioneerde vervoermiddelen, voorziet hjj
en tot al zjjn hypothesen brengt hem zjjn
leven vol afwisseling; zijn boeken zijn de
reflexen van zijn studie, gevoegd bij z^n
ervaringen op reizen naar Engeland, naar
Amerika, in de Middellandsche Zee opge
daan.
Groot is zijn naam, groot zijn voorspoed.
De ernstige vader, toch de groote vriend
van den zoon, verheugt zich in zijn succes,
doch herhaalt het woord uit den Bijbel:
„maar wat baat het den mensch, zoo hij
de geheele wereld wint, doch hij lijdt
schade aan zijn ziel?" Want Jules is niet
een ernstig katholiek. Toch weet deze, dat
in zrjn boeken een nobele gedachte wordt
uitgedrukt en zelf denkt hij als zijn Cyru3
Smith: „Alle groote daden stijgen op tot
Goa, want van Hem zgn zjj afkomstig."
En dezelfde Jules zal, waar hjj kan, go-
dachten van vergevensgezindheid en liefde
tot den naaste doen vermoeden, tot in zijn
Phi leas Fogg, den schijnbaar onaandoenl ij
ken Engelschman, die nog den detective, die
hem vervolgde, een deel van 't geld toekent,
dat van de grootsche weddenschap, die de
Uit het Engel9ch
- van HENRY SETON MERR1MAN.
Eva stak hem haar hand toe. Hij nam
F® aan met een vage ingewortelde ridder
lijkheid, en zij, zich bukkend, gaf hem heel
*<laard een kus.
Dit scheen den kapitein geheel in de war
te brengen, want weer ging hij Fitz de
Pand ^drukken.
begon hij. legen Fitz knikkend,
fcyij zijthè? Ik had niet verwacht le
pen wist niet"
°P dat oogenblik zag Eva.. Als een blik-
ernstraal kwam het tot haar, zooals
Peesta.1 bij vrouwen het geval is. Zij had
e tijd om het verhaal over Luke in
Piy ,l,e trekken.
Li ze^e z'i- me* vuurroode wangen,
V mr. Fitz Henry van de Kittiwake. Hij
2°o vriendelijk om in ons verdriet tot
L k°men. U zult hem daar later voor
V^n danken oom."
y» aar intusschen denk ik, dat u wel
zult hebben in een ontbijt?" merkte
lien °P' Zorgvu'dtg vermijdend Eva aan te
kA voegde het meisje er bij, „naluur-
f u plaats. Neen, hier!"
ie'doei l.U dank u, miss mijn lieve
L t), maak voor mij geen drukte,
kat I 0(^ en een kop thee. Ik had al
'karnen/* aan ^00r^ voor aan 'an(*
Hij keek vrij hulpeloos rond, begreep
niet, waar hij zijn hoed moest leggen
een echt degelijke Britsche, met platten bol.
Eva nam hem aan en legde hem weg.
Kapitein Bontuor ging heel stijf zitten.
Zijn vierkant lichaam scheen niets van zijn
hoogte te verliezen door de veranderde
houding en met strammen rug keek hij
vol bewondering de kamer rond, als een
kind, in afwachting van een tractatie op
school.
Tijdens den maaltijd kwam hij meer op
zijn gemak en vertelde hij hen de kleine
moeilijkheden van zijn reis, doch hij ver
meed met een tact, die niet altijd binnen
een fijnere jas wordt gevonden, de droe
vige gebeurtenis aan te roeren, die hem ge
noodzaakt had deze lange tocht te maken,
nu de dagen van reizen voor hem voorbij
waren. Dat, wat hem boven alles op zijn
gemak stelde, was het feit. dat ten slotte
geheel tot hem doordrong, dat Fitz, evenals
hij zelf, een zeeman was. Hier was ten
minste een onderwerp van gesprek, waar
over hij met iedereen kon meepraten. Als
bij zwijgende overeenkomst werden er
alleen algemeene onderwerpen behandeld.
De toekomst werd niet aangeroerd, totdat
die plotseling onder hun aandacht werd ge
bracht, door de aankondiging van een
tweeden bezoeker.
Met heel wat meer zekerheid in zijn op
treden dan zijn voorganger, kwam nu een
kleine, donkere man de kamer binnen, deed
zijn overjas uit en overhandigde die aan
den knecht. Plechtstatig, en met ware
Spaansche gratie, boog hij voor Eva, min
der plechtstatig cn met meer waardigheid
voor de beide mannen.
^Ik verzoek uwe excellentie de betuiging
van mijn hartelijke deelneming te willen
aanvaarden," zeide hij. „Het spijt mij, dat
ik u moet lastig vallen, zoo spoedig na het
groote verlies door uwe excellentie geleden,
feitelijk door het geheele eiland Majorca.
Maar het zijn zaken. En die kunnen niet
uitgesteld worden. Staat uwe excellentie mij
toe, haar het doel van mijn komst mede te
deelen?"
„Zeker, senor."
Het glad geschoren gezicht van den man
was een masker gelijk. De uitdrukkingen
schenen machinaal te worden teweeg ge
bracht. Die van deelneming was verdwe
nen om plaats te maken voor die van be
leefde-aandacht-bij-de-zaken. Van onder
zijn arm haalde hij een lederen portefeuille
die hij op tafel legde.
„Uwe excellentie is waarschijnlijk op de
hoogte van de zaken van wijlen Cavalier
Challoner?"
„Neen, ik weet niets van mijn vaderis
zaken."
Deelneming scheen een strijd te voeren
achter „beleefde-aandacht-voor-de-zaken",
terwijl er even een trek van werkelijke
droefheid over het perkament gelaat vloog.
Een oogenblik zweeg hij, terwijl hij pein
zend zijn papieren rangschikte.
„Ik ben," zeide hij, „de advocaat van
zijne excellentie den graaf de Lloseta".
Eva en Fitz wisselden een blik. en toen
het zwijgen bewaard werd ging de advocaat
voort.
„Drie geslachten geleden," zeide hij,
„schonk een graaf de Lloseta, de grootva
der van de hier tegenwoordige excellentie,
het land en het huis. bekend als de Val
d'Erraba, in „rotas" aan den grootvader
van den overleden Cavalier Challoner
een kapitein Challoner, een van de mannen
van admiraal Byng."
Weer hield hij even op. zijn papieren
ordenend
„Het systeem „rolas" van Majorca is aan
uwe excellentie bekend?"
„Neen, senor."
„Volgens dit systeem wordt de bezitting,
door den eigenaar voor een, twee, of drie
geslachten, geschonken aan den huurder,
die het land bebouwt of weer aan een ander
verhuurt, en in plaats van rente, aan den
eigenaar een zekere hoeveelheid van den
oogst overhandigt. Volgt uwe excellen
tie mij?"
Eva antwoordde niet onmiddellijk. Toen
scheen de bedoeling van den advocaat haar
duidelijk te worden.
„Dus," zeide zij. „de Casa d'Erraha be
hoorde nooit aan mijn vader?"
„Nooit" met een ernstige buiging.
„En ik heb niels absoluut nietsl Ik be
zit geen cent?"
De advocaat keek van haar naar Fitz. die
naast haar stond en naar het gesprek luis
terend. maar er geen deel aan wilde nemen.
„Tenzij uwe excellentie eigen middelen
heeft in Engeland, misschien.
„Dat weet ik niet ik weet niets. En
wij moeten de Casa d'Erraha verlaten. Wan
neer. senor? Zeg mij wanneer"
De advocaat ontweek haar bedroefde
oogen.
„Wel, zeide hij langzaam, „de wet is
kortaf. Ik uwe excellentie begrijpt, dat
ik slechts mijn plicht doe. Ik ben de last
gever niet Ik heb geen gezag, wat ook
behalve de wet
„U bedoelt, dat ik onmiddellijk gaan
moet?"
JSxcellenlie, de Imurtijd ie afeeloopen
bij den dood van wijlen Cafoallero Chai-
loner."
Eva haalde snel adem. Het noodlot scheen
plotseling in elk opzicht tegen haar ge
keerd. Op dit oogenblik verstoutte kapitein
Bontuor zich men zag het hem doen
haar hand te nemen.
„Mijn lieve," zeide hij, „ik begrijp niet
goed, waarover gij met dezen vreemden
heer aan het spreken zijt. Maar als het zor
gen zijn, lieve, als het zorgen zijn laat
mij die dan trachten weg te nemen."
HOOFDSTUK VII.
In de Straat van den Vrede.
„Lieve miss Challoner. Ik hoor, dat ge in
Barcelona zijt, en tegelijkertijd verneem ik
met verontwaardiging, dat mijn advocaat in
Mallorca met een betreurenswaardigen bui-
tensporigen ijver gehandeld heeft zonder
mijn orders met betrekking tot de Val
d'Erraha. Ik haast mij, mij zelf en mijn be
zittingen ter uwer beschikking te stellen, en
neem de vrijheid u schriftelijk om een on
derhoud ie verzoeken, in plaats van u in
uw hotel een bezoek te brengen, om rede
nen. die ge gemakkelijk zult begrijpen,
daar ge weet, hoe praatziek men in hotels
is. Als een oud vriend van uw vader en een
die als goede buur met hem omging, vóór
uw geboorte, en vóór den dood van uw moe
der. laat ik alle ceremonie achterwege en
noodig u en uw oom hedenmiddag op de
thee in mijn nederig verblijf in de „Calle de
la Paz". Geloof mij. lieve miss Challoner.
Uw oprechte dienaar,
Cipriani de Lloseta de Mallorca"*.
{Wordt vervolgd).