JULES VERNE - DE FANTAST-PROFEET. teGrijzeDame ;g"e Jaargang LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Februari 1928 Derde Blad No. 20830 FEUILLETON. „Dat alles, generaal, is een verhaal a la Jules Verne! „Zeker, zeker, mijn beste mijnheer, dat is een verhaal a la Jules Verne, omdat sedert twintig jaren de volken, die niet achter blijven, niet anders doen dan verhalen a la Jules Verne verwezenlijken.'* Maarschalk Lyautey in zijn „Lettres du Tonkin et de Madagascar. Men zou het nog korter kunnen zeggen, l j ,je woorden van Simon Lake: ..the Cntaisy of Jules Verne is the (act ij the day", welke deze kenner der nderzeeboot-techniek schrijft in zijn boek, k Sub-marine in the war and the peace Li -.De fantasies van Jules Verne is |e realiteit van thans". Want d;\t is de be- •ekenis van Jules Verne's geweldig oeuvre n do honderd en vier deelen, die over de •eheele wereld, in, weet men wel precies loeveel talen? verspreid werden, vóórvoelt -Ij'de uitvindingen, die de wetenschap zal Koen. Groote geleerden hebben dit erkend; liannen met een breeden blik. zooals Mau- Ji Barrès, verklaarden; „Jules Verne was in groot Meester, die voor ons niet grooter kilde zijn dan een oudere broeder" en -hard d'Houvélle: „tal van de vermetelste nldekkingen van den tegenwoordigen tijd geboren uit Verne's „Voyages Estra- dinaires". of Grosclaude, die spreekt van jen helderheid van stijl, waarvoor Stendhal tich niet behoeft te schamen, en een logica, telke die van Descartes nabijkomt, waar mede Jules Verne de lijn der toekomstige •aarheden trok, ze tastbaar en mogelijk jaakte en er de belangstelling voor wekte ran de denkende wereld. I Jules Verne, de man der welenschappe- fjt gefundeerde fantasie, is een groot loove- geweest, die zijn wereld-publiek mee rok in de sferen zijner ideeën-creaties, het laarin vast deed gelooven en het beloonde or aan de wetenschap dc gelegenheid over i laten om wat hij had gedroomd maar Irdroomd na veel studie en nauwgezet ukken en wegen eenigen tijd later om zetten in zeer reëele feiten. Maar hoe lad hij zijn lezers omwikkeld en zijn fan- isie in hen overgegoten! De kleine Engel- |chen van de Boy's Imperial League zijn i verrukt van hem, dat zij hun spaarpen ningen bij elkaar brengen en hem den sterk- wandelstok zenden, dien zij in Londen Jonden vinden, „om hem te steunen bij Én onmetelijke zwerftochten". T En wanneer hij op een goeden dag op een pnisterie te Parijs moet zijn en zijn kaartje eft. schrikt de bode bij het zien van den na op, vliegt naar een grooten fluweelen Bingstoel, schuift dien naderbij en zegt: |Jet u toch, mijnheer Jules Verne; u moet erg moe zijn; u heeft zoovéél onder- fcnden!" Dit gebeurde jaren, voordat hij. door een phot in zijn voet, slecht ter been was ge- lorden en een thuiszittend oud heertje, boils Jan Feith in zijn „Voorbijgangers" Krielt hem gezien te hebben. Veme glimlachte om den bode en zeide „Die brave bode zou misschien een han als Brazza hebben laten staan" CD. j Jules Verne heeft jaren lang niet ver hoed, hoe groot en hoe sterk de greep was, fien hij op het publiek had. Later is het lem duidelijk geworden, zóó duidelijk, dat lij zich stelselmatig onttrok aan enorme pnifestaties, die hem, waar hij in de we- eld opdook, bedreigden. Hij was een gebo- jen verteller; hij wilde, wat hij in zijn ge- Jachten opbouwde, goed onderleggen. Nu poge. zooals gebeurde, een oude boer, die pan ziin zoon, die soldaat is, een exemplaar an Twintigduizend miil onder zee heeft [fekregen. tot hem zeggen: ..Neen dat kan niet: zoo zal men nooit pnder water kunnen reizen. Mijnheer Jules prlelt ons maar wat"; hij. de schrijver, Vwl. dat hij maar niet in het wilde weg Wielt. maar dat hij heel veel heeft gewerkt wdat hij zijn fantasie de wereld inzond. Men denkt wel eens. dat het genie, zoo maar. [bnvoorbereid. meesterwerken schept. Dat is (1) Savorgnan de Brazza, die voor Frank rijk een deel van den Congo door zijn explo ration veroverde. zoo niet. Wie uil een groot gedachten-reser voir wil putten, moet zorgen, dat het reser voir gevuld is en dat kan slechts het gevolg zijn van geduldige langdurige, ernstige studie. Jules Verne heeft groote wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Hij zoekt den omgang van knappe mannen, reizigers, kunstenaars, technici, met wie hij van gedachten wisselt en aan wier concrete kennis hij de zijne door voortdurende studie verrijkt, toetst. Dan stelt hij toch zijn doel op bescheiden hoogte. Hij wil schrijven voor jongens; hij vermoedt niet, dat de jongens èn hun ouders zijn boe ken zullen lezen en zijn verantwoordelijk heid als schrijver voor de jeugd gevoelt hij sterk. „Ik heb, zoo zegt hij, altijd den wensch gehad om zoodanige boeken te schrijven, dat een net opgevoede jongen die zonder te blozen aan zijn zusters kon voorlezen". ..Zoo ik. zegt hij elders, niet altijd ben gelijk ik zijn moest, de personen, die ik te-eken, zullen ten minste zijn, zooals ik zelf had willen wezen". Welnu, Verne heeft onze jonge lezers ge wonnen. in al zijn boeken. Wie1 van ons. ouderen, die z'n deeltjes met mathematische zekerheid jaar op jaar zagen verschijnen, heeft niet medegeleefd met zijn cordate man nen? Dat deden zijn kleine' landgenoolen ook en hoe! Toen „De Kinderen van kapitein Grant" bij afleveringen uitkwam en Verne in een Parijsch ge'zelschap verscheen, was een zoontje van zijn gastheer niet te houden; hij moest en hij zou weten of Mary Grant en haar broertje hun vader terugvonden, zoo als hij. de kleine vrager, zijn ouders in Han nover had weerge'zien. De kleine handjes pakten den vollen blonden baard van den beroemden gast en een opgewonden jongens stem verklaarde: „Ik laat u niet los; ik moet het eerst weten! Ik moet het eerst wetenI" Doet dat niet denken aan wat Dickens overkwam, toen hij zijn Cnriosity-shop schreef? Het werk verscheen in wekelijk- sche bijdragen. Toen het naar het eind heT) en de kleine Nelly alle harten veroverd had. kreeg Dickens niet te tellen brieven, uit alle oorden des lands, om toch dei kleine Nelly niet te laten sterven. Den 8en Februari zal het honderd jaar geleden zijn, dat Jules Verne te Nantes werd geboren. Dat feit zal in Frankrijk herdacht worden en het is waarschijnlijk, dat de pers van vele landen er over zal spreken. Hij had zoo tallooze vrienden, die fantastische, we tenschappelijke Vernel Me*n kan zich dat thans niet meer zoo herinneren, doch de populariteit van dezen schrijver was enorm vooral sedert hij zijn Reis om de wereld in tachtig dagen publiceerde. En zij bleef enorm lol aan zijn dood hoewel hij de laatste jaren van zijn leven, bij onafgebroken arbeid, stil leken-s te Amiens woonde, ondermijnd door een zieleleed. waarover hij niet sprak, en een kwaal, die langzaam maar zeker zijn sterk lichaam sloopte. Toen hij heenging, den 2-i-en Maart 1905 op een leeftijd van zeven en zeventig jaar liet hij een groote verslagenheid achter in den kring deT zijnen en daarbuiten Zijn gezin, zijn bloedverwan ten en zijn vrienden hadden hem zeer lief om zijn beminnelijke persoonlijkheid. De wereld daarbuiten bleef in hem zien den man, die-' eenige tientallen jaren lang haar geest had gevoed met lectuur, die het ver mogen had spannend te boeien en verfris- schend. ontwikkelend te weTken. Voor velen was hij een reus. een toovenaar, een grootsch weldoener. Zooals bij zijn leven de hulde tot he.n kwam doch steeds door hem geweerd werd. kwam nu de rouw en legde de palmtakken neer bii ziin baar. Een tvpeerend geval deed zich voor bij de begra fenis. Een onbekende. Engelschman of Schot, was over het Kanaal gekomen om daarbij tegenwoordig te zijn. Tusschen Douvres en Amiens had hij waarschijnlijk een Franschen zin ingestudeerd om dien tot de familieleden te zeggen. Da rij vol gende. drukte hij den zoons, schoonzoons en kleinzoons van den overledene de hand en herhaalde acht keer dezelfde woorden: „Moed. moed bij de harde beproeving, die uw deel is". Het familielid, dat in een pas verschenen werkje (M. Motte de la Fuije, Jules Verne, sa vie, son oeuvre. Paris. Simon Kra), dit feit mededeelt, vraagt terecht; „Wat moet deze eilandbewoner niet van Jules Verne gehouden hebben! Kwam hij, anonyme pelgrim, niet bij den lijkstoet de eenvoudige lezers van de geheele wereld vertegenwoordigen Er heeft over Jules Verne een legende geloopen, die volkomen onjuist was. Hij zou, zeide men, nooit zijn woonplaats ver laten hebben. Alles, wat hij beschreef, wist hij door zijn studie. Nu, het moge een ieder, die van reizen houdt, gegeven zijn, zooveel van de wereld te zien. als Jules Verne te beurt viel. De laatste jaren van zijn leven, toen hij zelfs aan de gemeentelijke politiek deed, raads lid was en in de Schouwburgcommissie zat, is hij aan zijn stad vastgeklonken geweest, wat dan ook op zijn leeftijd aannemelijk is. Maar verder 1 Hij was geen man om binnen vier muren te zitten zonder naar buiten te komen. Een man van de stu deerkamer. zeker, dat was hij, maar die studeerkamer was overal, waar hij stof vond voor zijn geest; de houten tafel in de vestibule was evengoed zijn werktafel als de bewegelijke tafels aan boord of de klap tafeltjes in de treinen. Hij vereenigde in zich een ontzaglijke begeerte naar verre horizonten en den rustigen studiezin van den wetenschappelijken navorscher. Enkele woorden in zijn ,,Le Rayon vert" komen uit zijn ziel: „Ik kan geen schip zien vertrekken, oor logsschip of eenvoudige visschersschuit, zonder dat heel mijn wezen zich mede in scheept." Dit was de echte Jules Verne, de Jules Verne, die als kleine jongen met zooveel bewondering ziet naar een broertje, dat zee officier moet worden, en die op een mooien dag 's morgens in de vroegte aan de ouder lijke woning te Nanles ontsnapt om zich als scheepsjongen op een driemaster te laten inschrijven. De familie is in doods angst. Eindelijk verneemt zij, dat „Mon sieur Jules" in een roeibootje gezien is met twee scheepsjongens, op weg naar de ..Coralie". Gelukkig is er de „pyroscaphe", de stoomboot van dien tijd. Vader Pierre Verne stoomt naar Paimboeuf, pikt er zijn voortvluchtigen zoon op. Deze wordt ge straft, een beetje dooreengeschud, op water en brood gezet en dan belooft hij met 'hik kende slem: „ïk zal voortaan alleen maar in den droom reizen." En zoo men het woord „alleen" weg laat, heeft hij zich aan die belofte gehou den. Een gewoon, heelemaal geen bijzonder kind. die kleine Jules Verne. Hij was een middelmatig leerling; zijn Fransch van dien tijd was niet zonder fouten. Maar uit een briefje, waarin ze zitten zien we, dat hij aan zijn tante, madame de Ch&teaubourg, twee maal uitdrukkelijk \*raagt om de be loofde „telegraafjes", kinderspeelgoed de telegraaf imiteerende. die nog pas was uit gevonden. Hij belooft, dat zijn broertje, dat nog niet schrijven kan, er één van zal hebben. Ziedaar Jules Verne, man van de exacte wetenschap èn mededeeler daarvan aan anderen, in den dop. Zijn vader, zoon van een magistraats- JULES VERNE. persoon uit Provins, had een mooi advo catenkantoor te Nantes. Die vader, zeer ernstig man, vroom katholiek, was gehuwd met Sophie Allotte de la Fuije. Hun oudste zoon was Jules, bestemd de opvolger te worden van zijn vader. Een hoogst res pectabele figuur, die vader. Deze heeft noode zijn zoon zijn letterkundige roeping zien volgen, betreurde het ook, dat hij niet ten volle geloovig was als hijzelf, doch verheugde zich in het succes van den on- vermoeiden werker. De zoon geeft hem wel eenige zorg; op de school allereerst, daar na als student in de rechten, want de stu die trekt den jongen man niet aan. Doch met vaste hand houdt de vader hem in de getrokken lijn; de zoon moet heel zui nig te Parijs leven-, hij had immers niet het dure Parijsche leven behoeven te kie zen. Maar Jules brengt zijn studiën ten einde. Dan op een calegorieke vraag van zijn vader, verklaart hij niets voor de ad vocatuur te voelen. Hij wil zijn eigen weg, de letterkundige loopbaan volgen. Hij heeft zich groote connection weten te verschaf fen, o.a. met Alexander Dumas; hij heeft kleine tooneel stukjes geschreven, wordt zelfs secretaris-administrateur van een schouwburg, maar.de weg naar het fortuin is lang en opent nog geen zonnige vergezichten. Hij begint zich na jaren van hard werken eenzaam te voelen, wenscht een eigen „home" te hebben. Wel heeft hij reeds hier en daar een letterkundig succes behaald: Ie Nantes, waar iets van zijn opkomenden roem bekend is, ziet men met vriendelijke oogen naar den knappen krachtigen jongen man, wiens vroolijke aard en heldere geest de stijfste gezelschap pen ontdooien. Het zal hem niet moeilijk vallen, zich een levensgezellin te veroveren, En inderdaad door zijn vader wordt voor hem de hand gevraagd van Honorine de Viane, jonge weduwe met twee kinderen, dochter van een gepensioneerd kapitein der kurassiers, en Jules is de gelukkigste aller stervelingen. Doch de eischen van het leven dat komen zal, maken hem practiseh. Hij laat zich, na veel tegenstand van den va der, door dezen een vierde koopen in een wissel-agentschap te Parijs en installeert zich in de hoofdstad met zijn jonge vrouw. Dat is een langdurig, gelukkig huwelijk geweest Zoo misschien in de laatste jaren van zijn leven een ander beeld straalde in zijn hart, heeft Verne de zedelijke kracht gehad, dit als een diep geheim voor zich alleen te bewaren. De vroolijke, kerngezonde geest van een krachtigen werker is in hem; deze vult het huis. Zijn geestige, gevatte replieken zorgen voor de goede humeuren. Aan den vooravond van zijn huwelijk had hij zijn ouders geschreven: „Ik heb hel ge luk onder mijn bereik; moge niets het komen verstoren." Die wensch werd vervuld door de gelukkige kwaliteiten van man en vrouw beide. Doch de Parijsche huishouding zou zeer gediend zijn door meerdere inkomsten. Wel heeft Verne reeds enkele tooneelstukken ge schreven, enkele libretto's voor opera- comique, maar het eerste groote succes komt pas met zijn Vijf weken in een lucht ballon, dat in een tijdschrift „voor opvoeding en ontspanning" verschijnt. Dat was iels nieuws: De wetenschappelijke geographische roman, verteld in een sobere, glasheldere taal. Hij is tot dit genre gekomen door eigen jeugdimpressies, door zijn reizen o.a. naar Schotland en Scandinavië met een bloed verwant, aandeelhouder van een stoomvaart lijn. De uitgever van het tijdschrift is de groote Hetzel. Hij heeft eerst een door Verne aangeboden manuscript geweigerd. Verne, ter neer geslagen, rolt zijn papieren op en wil heengaan, maar Hetzel zegt hem: „U heeft in U al de karaklerisieke teeke nen van den grooten Verteller. Neem uw manuscript mee, herzie het en breng het me spoedig terug." Veertien dagen later biedt Verne zijn Vijl weken in een luchtballon aan. Helzcl verneemt dan de groote plannen van den auteur: het is een encyclopaedisch program, een soort wandeling door den Kosmos, ge zien door de oogen van een kind der 19e eeuw. Hetzel is gewonnen. Wanneer Verne het bureau verlaat heeft hij een geteekend contract in den zak: Tweemaal per jaar een boek; salaris 20.000 francs. Dit was 't fortuin, de glimlach van 't lot Men weet, hoe Verne van rijn kant die gelofte heeft gehouden. Zjjn boeken kwamen geregeld; de kring der lezers groeide; elke nieuwe publicatie was een succes. De ge leerden keken scherp toe en hadden geen kritiek. De niet-geleerden genoten van in houd en vorm. Slag op slag waren het verrassingen, die hij bracht. Kenner der wetten van de natuur, op de hoogte van ao techniek, scherp opmerker als hjj is, brengt h\j wat hij weet en ziet in sterke, onafgebroken zelfcritiek. Hij mijdt, wat ab soluut onmogelijk zou zijn; voor het avon tuurlijke, dat hij schept, laat hjj een mo gelijkheid open. Wat later werkelijkheid is, de onderzeeboot, de vliegmachine, de ge perfectioneerde vervoermiddelen, voorziet hjj en tot al zjjn hypothesen brengt hem zjjn leven vol afwisseling; zijn boeken zijn de reflexen van zijn studie, gevoegd bij z^n ervaringen op reizen naar Engeland, naar Amerika, in de Middellandsche Zee opge daan. Groot is zijn naam, groot zijn voorspoed. De ernstige vader, toch de groote vriend van den zoon, verheugt zich in zijn succes, doch herhaalt het woord uit den Bijbel: „maar wat baat het den mensch, zoo hij de geheele wereld wint, doch hij lijdt schade aan zijn ziel?" Want Jules is niet een ernstig katholiek. Toch weet deze, dat in zrjn boeken een nobele gedachte wordt uitgedrukt en zelf denkt hij als zijn Cyru3 Smith: „Alle groote daden stijgen op tot Goa, want van Hem zgn zjj afkomstig." En dezelfde Jules zal, waar hjj kan, go- dachten van vergevensgezindheid en liefde tot den naaste doen vermoeden, tot in zijn Phi leas Fogg, den schijnbaar onaandoenl ij ken Engelschman, die nog den detective, die hem vervolgde, een deel van 't geld toekent, dat van de grootsche weddenschap, die de Uit het Engel9ch - van HENRY SETON MERR1MAN. Eva stak hem haar hand toe. Hij nam F® aan met een vage ingewortelde ridder lijkheid, en zij, zich bukkend, gaf hem heel *<laard een kus. Dit scheen den kapitein geheel in de war te brengen, want weer ging hij Fitz de Pand ^drukken. begon hij. legen Fitz knikkend, fcyij zijthè? Ik had niet verwacht le pen wist niet" °P dat oogenblik zag Eva.. Als een blik- ernstraal kwam het tot haar, zooals Peesta.1 bij vrouwen het geval is. Zij had e tijd om het verhaal over Luke in Piy ,l,e trekken. Li ze^e z'i- me* vuurroode wangen, V mr. Fitz Henry van de Kittiwake. Hij 2°o vriendelijk om in ons verdriet tot L k°men. U zult hem daar later voor V^n danken oom." y» aar intusschen denk ik, dat u wel zult hebben in een ontbijt?" merkte lien °P' Zorgvu'dtg vermijdend Eva aan te kA voegde het meisje er bij, „naluur- f u plaats. Neen, hier!" ie'doei l.U dank u, miss mijn lieve L t), maak voor mij geen drukte, kat I 0(^ en een kop thee. Ik had al 'karnen/* aan ^00r^ voor aan 'an(* Hij keek vrij hulpeloos rond, begreep niet, waar hij zijn hoed moest leggen een echt degelijke Britsche, met platten bol. Eva nam hem aan en legde hem weg. Kapitein Bontuor ging heel stijf zitten. Zijn vierkant lichaam scheen niets van zijn hoogte te verliezen door de veranderde houding en met strammen rug keek hij vol bewondering de kamer rond, als een kind, in afwachting van een tractatie op school. Tijdens den maaltijd kwam hij meer op zijn gemak en vertelde hij hen de kleine moeilijkheden van zijn reis, doch hij ver meed met een tact, die niet altijd binnen een fijnere jas wordt gevonden, de droe vige gebeurtenis aan te roeren, die hem ge noodzaakt had deze lange tocht te maken, nu de dagen van reizen voor hem voorbij waren. Dat, wat hem boven alles op zijn gemak stelde, was het feit. dat ten slotte geheel tot hem doordrong, dat Fitz, evenals hij zelf, een zeeman was. Hier was ten minste een onderwerp van gesprek, waar over hij met iedereen kon meepraten. Als bij zwijgende overeenkomst werden er alleen algemeene onderwerpen behandeld. De toekomst werd niet aangeroerd, totdat die plotseling onder hun aandacht werd ge bracht, door de aankondiging van een tweeden bezoeker. Met heel wat meer zekerheid in zijn op treden dan zijn voorganger, kwam nu een kleine, donkere man de kamer binnen, deed zijn overjas uit en overhandigde die aan den knecht. Plechtstatig, en met ware Spaansche gratie, boog hij voor Eva, min der plechtstatig cn met meer waardigheid voor de beide mannen. ^Ik verzoek uwe excellentie de betuiging van mijn hartelijke deelneming te willen aanvaarden," zeide hij. „Het spijt mij, dat ik u moet lastig vallen, zoo spoedig na het groote verlies door uwe excellentie geleden, feitelijk door het geheele eiland Majorca. Maar het zijn zaken. En die kunnen niet uitgesteld worden. Staat uwe excellentie mij toe, haar het doel van mijn komst mede te deelen?" „Zeker, senor." Het glad geschoren gezicht van den man was een masker gelijk. De uitdrukkingen schenen machinaal te worden teweeg ge bracht. Die van deelneming was verdwe nen om plaats te maken voor die van be leefde-aandacht-bij-de-zaken. Van onder zijn arm haalde hij een lederen portefeuille die hij op tafel legde. „Uwe excellentie is waarschijnlijk op de hoogte van de zaken van wijlen Cavalier Challoner?" „Neen, ik weet niets van mijn vaderis zaken." Deelneming scheen een strijd te voeren achter „beleefde-aandacht-voor-de-zaken", terwijl er even een trek van werkelijke droefheid over het perkament gelaat vloog. Een oogenblik zweeg hij, terwijl hij pein zend zijn papieren rangschikte. „Ik ben," zeide hij, „de advocaat van zijne excellentie den graaf de Lloseta". Eva en Fitz wisselden een blik. en toen het zwijgen bewaard werd ging de advocaat voort. „Drie geslachten geleden," zeide hij, „schonk een graaf de Lloseta, de grootva der van de hier tegenwoordige excellentie, het land en het huis. bekend als de Val d'Erraba, in „rotas" aan den grootvader van den overleden Cavalier Challoner een kapitein Challoner, een van de mannen van admiraal Byng." Weer hield hij even op. zijn papieren ordenend „Het systeem „rolas" van Majorca is aan uwe excellentie bekend?" „Neen, senor." „Volgens dit systeem wordt de bezitting, door den eigenaar voor een, twee, of drie geslachten, geschonken aan den huurder, die het land bebouwt of weer aan een ander verhuurt, en in plaats van rente, aan den eigenaar een zekere hoeveelheid van den oogst overhandigt. Volgt uwe excellen tie mij?" Eva antwoordde niet onmiddellijk. Toen scheen de bedoeling van den advocaat haar duidelijk te worden. „Dus," zeide zij. „de Casa d'Erraha be hoorde nooit aan mijn vader?" „Nooit" met een ernstige buiging. „En ik heb niels absoluut nietsl Ik be zit geen cent?" De advocaat keek van haar naar Fitz. die naast haar stond en naar het gesprek luis terend. maar er geen deel aan wilde nemen. „Tenzij uwe excellentie eigen middelen heeft in Engeland, misschien. „Dat weet ik niet ik weet niets. En wij moeten de Casa d'Erraha verlaten. Wan neer. senor? Zeg mij wanneer" De advocaat ontweek haar bedroefde oogen. „Wel, zeide hij langzaam, „de wet is kortaf. Ik uwe excellentie begrijpt, dat ik slechts mijn plicht doe. Ik ben de last gever niet Ik heb geen gezag, wat ook behalve de wet „U bedoelt, dat ik onmiddellijk gaan moet?" JSxcellenlie, de Imurtijd ie afeeloopen bij den dood van wijlen Cafoallero Chai- loner." Eva haalde snel adem. Het noodlot scheen plotseling in elk opzicht tegen haar ge keerd. Op dit oogenblik verstoutte kapitein Bontuor zich men zag het hem doen haar hand te nemen. „Mijn lieve," zeide hij, „ik begrijp niet goed, waarover gij met dezen vreemden heer aan het spreken zijt. Maar als het zor gen zijn, lieve, als het zorgen zijn laat mij die dan trachten weg te nemen." HOOFDSTUK VII. In de Straat van den Vrede. „Lieve miss Challoner. Ik hoor, dat ge in Barcelona zijt, en tegelijkertijd verneem ik met verontwaardiging, dat mijn advocaat in Mallorca met een betreurenswaardigen bui- tensporigen ijver gehandeld heeft zonder mijn orders met betrekking tot de Val d'Erraha. Ik haast mij, mij zelf en mijn be zittingen ter uwer beschikking te stellen, en neem de vrijheid u schriftelijk om een on derhoud ie verzoeken, in plaats van u in uw hotel een bezoek te brengen, om rede nen. die ge gemakkelijk zult begrijpen, daar ge weet, hoe praatziek men in hotels is. Als een oud vriend van uw vader en een die als goede buur met hem omging, vóór uw geboorte, en vóór den dood van uw moe der. laat ik alle ceremonie achterwege en noodig u en uw oom hedenmiddag op de thee in mijn nederig verblijf in de „Calle de la Paz". Geloof mij. lieve miss Challoner. Uw oprechte dienaar, Cipriani de Lloseta de Mallorca"*. {Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9