Humor uit het Buitenland. BERLIJNSCHE BRIEVEN. DE RUE DE LA PAIX. Vrouw: Hoe laat kom je thuis, lieve Man Niet het ïlauwste Idee, m'n beste, wanneer tk eeDmaal in de stad ben. bon ik maar een strootje in den maalstroom van de omstandighedea (Humorist). „Herman, kom eens, Mina doet too wonderlijk De rhumfleseb is leeg en ze probeert een trui te breien van de macaroni". (Lustige Kölner Ztg.). De gedresseerde Walrus komt terug uit de groote stad t (Ufe). Bediende (tot een beroemd portretschilder): „De baron heeft het vandaag te druk om voor U te poseeren, maar hij dacht, dat U misschien zoudt kunnen beginnen mei dit paar schoenen van hem". (Humorist), „Ja lieve, de mannen blijven wel thuis, als Je ze maar goed behandelt Ben dag of wal geleden heb ik zelf voor Piet een goed maal gekookt. Toen heb ik hem een lekkere sigaar gegeven, die Ik voor hem gekookt bad en daarna is hij al heel gauw naar bed gegaan" (London Opinion) yjk_, 7* Automobilist: „Zeg, Is drie gulden genoeg voor die beroerde kip van Je die onder m'n wagen liep 1" Kippenboer: „Nou, ik zou er maar eeu tientje van maken, meneer Ik heb een haan die erg op die kip gesteld was en de schok zou hem ook wel den dood kunnen aandoen". (Passing Show). machtig stroomde in de lage vertrekken van het Parlement, in schatkamers van een museum en veel erger in de slaap steden der menschen. Op een schoonen Zaterdagmiddag, toen de Theems al weer rustig en met een on schuldig gezicht voortslroumde binnen zijn boorden, ben ik gaan kijken naar waar hij door zijn oevermuren heen was gebroken. Ik herinnerde mijn den rampzaligen Gros- venor Road zoo goed van wandelingen op zomeravonden tusschen Chelsea en het Parlementsgebouw, wanneer nimmer de ge dachte posl kon vatten in het hoofd dat wild water er eens levens en bouwsels zou ver woesten. Nu zag de oeverweg er uit als de straat vaD een belegerde stad onder artil lerievuur. Zoo had het woeste water pla veisels en trottoirs verscheurd. Een chaos van wrakgoed lag er verspreid en een boot lag op een rijweg, zooals een wrak ligt op een kusl. De stoutste verbeelding had nim mer een böoi kunnen zien op dezen weg, waar auto's alle dagen op en neer gingen. Ik heb er gekeken in den dosolalen schemer van het onderhuis, waar vier kinderen wreed werden gevangen door het onstui mige water en zes uur tevoren ontzield wa ren weggevoerd naar het lijkenhuisje van Westminster. De verschrikkelijke werke lijkheid van dezen doodenkelder was erger dan de verbeelding ze kan maken. Hier, waar de muren en ledikanlen nog dropen en troebele plassen somber opglansden in het halve licht, waar de klamheid in do longen sloeg en het harl moest zwellen van ontsteltenis had nog geen half etmaal ge loden een wakker meisje, drijvend in haar ledikant opgetild door den machtigen vloc.1 naar het plafond dat haar voorgoed den adem zou benemen haar noodkreet geuit: Daddy come and help us out! En daar was de deur, die de rampzalige vader niet had kunnen openen, nu ingedrukt en versplin terd. En overal waren nog mensehen bezig, met de blikken der wanhoop, en pro beerden te redden wat er te redden was aan huisraad en lijtkleeren. Zij hingen door drenkte dekens en jurken op de hekken voor de gevels. De straat was vol ledikan ten, stoelen, tafels, eetgerei een droevig beeld van ellende en ramp. De Tower van Londen, die oude beziens waardigheid. aan den Oostelijken kant van de stad, vertoonde het ongehoorde schouw spel van een gracht vol water. Geslachten zijn geboren en gestorven die nimmer wa ter hebben gezien in de ringgracht van den Tower. De bodem was zoo droog en vlak dal hij speelterrein kon zijn voor de jonge sol dalen van de bezetting. En nu stonden de doelpalen twee meter diep in het water. Helaas was dat ook het geval met een boe kerij waar 1500 kostbare boekwerken varb bijzondere hislorische waarde vergingen. De verschrikkelijke toestand waarin vele menschen met bescheiden middelen zijn ge raakt, omdal zij al hun have en goed in de over9trooming hebben verloren, heeft geleid tot de instelling: van talrijke steunfondsen waarvoor mei de verkwikkende Britsche gulheid, die zich altijd bij gelegenheden als deze openbaart, is ingeschreven. En slraks zal men in het Parlement gaan pralen over de veranlwoordeliikheid en wie ze moet draven. Dan zal blijken dat ze niemand kan worden aangewreven Maar hel uiteindelijk resultaat van deze verschrikkelijke ramp zal torh hopen wij zijn dal de bewo ners van de oevers van de Theems beter bes<-he-n>b zullen worden legen zijn wreede uitspattingen. (Van onzen Correspondent.) Berlijn, 15 Januari. Wie in deze tijden naar Berlijn komt, zal versleld slaan van het hypermoderne beeld, dat de City en bepaalde wijken van het Westen bieden. Het is niet gemakkelijk, zich in een dicht- opeengebouwde wereldstad een.juiste voor stelling van het leven en den meer-of-min- deren welstand van haar bewoners te ma ken, Berlijn bijvoorbeeld kent uiterlijk dat is dus: van de straat uit gezien sleehls op zeer enkele plaateen het typische beeld van armoede. Maar overal elders moet men op de bewoners zelf letten om de ge volgtrekking te maken, of men in arme of in gegoede wijken wandelt. De architecten der negentiende eeuw hebben met een roe rend gebrek aan talent en oorspronkelijk heid huurkazorne naast huurkazerne ge plaatst, alle even hoog vijf verdiepingen alle stereotiep met de balconnetjes in „haul- en bas-relief" ten opzichte van den meestal prulsig-versierden voorgevel; al'e kunstloos en vervelend. Eerst als men den portier voorbij is en naar binnen treedt, merkt men verschil van welstand. Het trap penhuis der weeldebewoningen is van een pijnlijk-overdreven luxe; geslepen spiegels, dikke roode of blauwe tapijten, liften met verzilverde stangen en gekleurd electrisch licht; en de huizen der armen zijn reeds in het tifllooze trappenhuis vervuild, donker, neerdrukkend, uitgesleten. Maar de vreemdeling leert in de meesle gevallen beide soorten van huizen en alle overgangsvariatie's niet kennen. Hij is op de hotels aangewezen. Nu de groote als „Adlon", „Esplanade", „Kaiserhot", „Bristol" dit zijn onze vier irolsche weeldehotels der City (waarbij men dan misschien in het Westen nog .JEden" zou kunnen rekenen); en de moer populaire als „Central'', „Continental", „Excelsior" en die rondom het verkeerscentrum, den Potz- dammerplaz, zijn werkelijk prima geworden. In Nederland ken ik eigenlijk geen hotels, dio met deze vergeleken kunnen worden. De directies denken zich de arme hoofden kapot om den gast iets nieuws aan te bieden. Het allernieuwste is wel het origineele denkbeeld van „Excelsior", dal tegenover het Anhaller Station ligt, om een eigen holeltunnel onder de zeer drukke straat door naar de perrons te bouwen. Over eenige maanden zal dit wonder in gebruik genomen worden. Maar de winkelstraten en bijna geen stad ter wereld heeft een zoo enorm uitge breid complex van tienduizenden schitte rend étaleerende en uiterst-modern ver lichte winkels zijn in Berlijn in City en Westen toch wel een bijzondere attraptie Alleen daarom reeds is ccn bezoek aan do hoofdstad van Pruisen en Duit9chland tegenwoordig weer uiterst aanbevelens- waardig. Ik zou in de eerste plaats den Nederland, schen handoldrijvenden middenstand den raad willen geven, er dat nachtje reizen eens aan te wagen! Zooals de Berlijnsehe winkelier legenwoordig z'n étalage aantrek kelijk weet te maken, zijn winkel door mo derne arehitee'en weet te doen sieren, dat is wel iels heel bijzonders. Men is in Berlijn op het oogenblik wel iswaar nog midden in de verbouwingswoede Maar de zaken ziin met haar restauraties toch reeds klaar En men staart nu met be wondering naar de nieuwe toegepasle kunst van klanten-trekken en klanten-bedienen, waarvan men voor den'oorlog nog geen flauw begrip gehad heeft Mij viel in hei bijzonder een winkel op, waar elke klant bij het binnenkomen zijn eigen gemakkelijke stoel en een tafeltje met sigaretten, parfum, kleine snoeperijen, enz. ter beschikking krijgt en het bedienend per soneel hem elke moeite, elke beweging, zelfs het naar de kas loopen om af te rekenen overbodig maakt. Men nadert langzaam maar zeker weer het standpunt, dat de klant een gewenschte gast en niet een bemoei zieke lastpost is. En kijkl Zelfs de beamb tenwereld begint zich daar op den duur, zij het ook in veel langzamer tempo dan de winkelier, van te overtuigen. De laatste twee jaren zijn heel wat ministerieele ver ordeningen verschenen, die den rijks- en gemeenlebeamble bijzondere beleefdheid tegenovor het publiek voorschrijven en het zou onjuist zijn te beweren, dat dit niets geholpen heeft. De post bijvoorbeeld, die nog in 1924 in Berlijn van een grofheid was, die met elke beschrijving spot, is eindelijk volledig be keerd en begroet ons aan de loketten met een vriendelijken glimlach. En merkwaar dig: nu is ook vroeger onvermijdelijke krakeel-slemming in de slangen der wach tenden verdwenen. Overbodig dus te vra gen, wie indertijd de hoofdschuldige aan al die ontevredenheid was. Niet weinig heeft daartoe bijgedragen het in Berlijn bij de Posterijen steeds straffer doorgevoerde beginsel „open bureaux" te bouwen. In de meest-moderne postkantoren kent men het loketten-stelsel niet meer. De beambten zitten, als in vele bankkantoren, in naar alle zijden open zalen, en nu heeft het publiek dus zelf gelegenheid te contro leeren. of er door de mannen, die van de openbare belastingpenningen leven, ook werkelijk gewerkt wordt. Volgens het oude stelsel liet de van werken afkeerige be ambte niet zelden het loket van mat glas dichtvallen en verschanste zich daarachter, om zijn broodjes te kauwen, een sigaret te rooken, of met z'n collega's de chronique scandaleuse door te werken. De arme be lastingbetaler kon dan in de file staan op spelen tot hij spalaren en platvoeten opge- loopen had. Die tijden zijiT voorbij. Beambte en winkelier hebben beleefdheid en „Dienst am Volke" in hun vaandels ge schreven. Conducteurs en politiemannen zullen ongetwijfeld volgen. Een"groote verandering ten goede spe ciaal voor den te Berlijn wonenden Neder lander beleekent het optreden van een nieu wen Nederlandschen gezant. De zoo kort na zijn aftreden in Zwitserland overleden Ber lijnsehe gezant baron Gevers, was een man van groote gaven van hart en van geest, die in jonger jaren ons land onschatbara diensten bewezen had. I-Iij was echter te lang in functie gebleven. Zijn opvolger is niemand minder dan de oud-Gouverneur-Generaal van Nederl.-Indië J. Graaf van Limburg Stirum. En het moet vastge Lid worden, dat de heer van Stirum en niet minder zijn echtgenoote, er in wei nige maanden in geslaagd zijn, een groote populariteit Ie verwerven. Vooral de zooge naamde „kleine luyden" loopen weg met den gezant en zijn echtgenoote, die geen feest van onze volksvereenigingen verzui men bij te wonen en die vooral de harten der arme kinderen stormenderhand ver overd hebben. Ook voor de beter-gositueerden is het echtpaar van Stirum een uitkomst. De Gezant is onmiddellijk aan hel werk gegaan in hel belang van ons land. Hij or ganiseert een tentoonstelling voor de schil derijen van Jan Poortenaar, een reeks le zingen over Indië door den oud-voorzitler van den Indischen Volksraad mr. dr. Schu mann, en nog heel wat andere frissche plannen staan op zijn verlanglijst. Geen wonder, dat dit voorbeeld een op leven van de Nederlandsche nationale be weging in Duitschland beteokent! ROLAND. RECLAME. H. P. H. KEEREWEER BEGRAFENISSEN r«i. Bei. AUTO-TrtAN SPORT Aalmarkt 16. CREMATIE 4761 De rue de la Paix was niet altijd de rue de la Paix. Oorspronkelijk heette ze rue Napoléon. Keizer Napoleon I wa9 het, die op het idee kwam om een groote breede straat te laten aanleggen dwars door een verwarde massa van allemaal kleine straatjes heen. En ter eere van haar ontwerper werd ze dan ook gedurende den glorietijd van den Ver overaar met diens naam genoemd: rue Napoléon. Toen echter de glorie v. den mach tigen keizer aan 't tanen ging. werd ze uit reactie-geest tegen al diens oorlogen en do gevolgen daarvan omgedoopt en begiftigd met een precies tegenover gestelden naam: xue dei la Paix. Vredes-straat. Van alle straten aan Parij9 biedt zij wel een van de mooiste perspectieven, en van haar oor sprong af is ze steeds gewijd geweest aan den grooten luxe-handel en tot op den huidigen dag is zo dat gebleven, is haar naam daar zelfs het symbool van geworden. In werkelijkheid begint ze eigenlijk reeds op de place Vendöme en de rue Castiglione zijn eenvoudig een verlenging van de rue de la Paix en vormen daar één geheel mee. Wanneer men uit de rue de Rivoli komt. en de rue de Castiglione inslaat, dan ziet men met eenige verwondering, dat hier midden in het hartje van Parijs Fransche namen en opschriften nog maar zeeT zeld zaam zijn. Van alle kanten ziet ge de Engel- sche taal om u heen; en niet alleen ziet ge die, maar ge hóórt ze ook. Want in de rue de la Paix wemelt het altijd van rijke En- gelsche en Amerikaansche toeristen. In de enkele Fransche hótels die1 er zich nog be vinden, treft men geen andere Franschen aan. dan die van het hötel-personeel al de casten zijn vreemdelingen. Alle huizen van de rue Castiglione' zijn aan den voorkant op arcaden gebouwd, die zoo de heele straat langs een overdekte wan delgang vormen, waaronder de voorbijganger steeds beveiligd is tegen elke onaangename weersgesteldheid. tegen teveel zon zoowel als tegen regen. En tijden lang kan men er zich aangenaam bezig houden met het be kijken van de etalages, die alle wonderen van uitstalkunst te zien geven, waarmede ze de langs wandelenden lokken en vasthouden De Engelsche opschriften duiden al ge noeg aan dat al die wonderen geenszins bestemd zijn voor gewone stervelingen, doch voor de clientèle der naburige hótels d. w. z. voor dollars- en ponden konineen Zelfs de wijnhandel op den hoek tracht slechts klanten te trekken door aankondi ging van buitenlandsche wijnen, likeuren en Anglo-Sakaische mengsels. Op de place de Vendóme aangekomen voelt men plotseling een soort beklemming over zich komen. Het is een van de grootste, wijdste pleinen van Parijs, bijna geheel cir kelvormig en rondom bezet met vrijwel ge lijkvormige verscheiden e'tages hooge huizen, die van 'n strengen majestueusen bouw zijn. Als er niet ook eenige opschriften van be kende kleermakers en juweliers te zien waren, zou men kunnen denken zich te be vinden op een plaats, die enkel gewijds aan de ombouwen der hooge administrate of zelfs aan het ministerie van oorlog. Doch het ministerie van Justitie, dat daar inderdaad bevindt aan een der zijkans is juist veel minder indrukwekkend t# bouw dan de huizen daartegenover. wi« achter getraliede vensters een juwelier w*j naam ziin edelsteenen tot prijzen van dui zelingwekkende waarden tentoonstelt. Verder ziet men in de rondte slecb-5 hólels met wereldvermaardheid, namen va? beroemde kleermakers en parfumeurs, fabri kanten van de zoetste en betooverenw- geuren in sierlijke flacons, die bestemdzija de boudoirs van koninginnen en haar bijnj- gelijken met verrukking en bedwelming t1 vervullen. Een heel kleine tea-room (met een En- gelsch opschrift alweer!) heeft zich e^n plaatsje Veroverd onder de hooge koetspoon van een dier sombere paleizen; een hefj kleine tea-room die werkelijk over heel wat moed beschikt moet hebben, om zica dócir te inslalleeren, en te verwachten. ds> haar clientèle aan kopjes thee met toast en gebakjes de fantastische som zal inbrenger die noodig i9 allec-n al om haar huur daar betalen!.... Midden op het plein verheft zich de be; roemde colonne Vendöme. bekroond met br standbeeld van Napeleon, dat voorloopigdaaj wc-'er rustig slaat in ziin hooge eenzaamheid, na al het gesol dat het arme keizersbeelo heeft moeten verduren in de zoozeer doo: troebelen verontruste 19de eeuw. Zoodra men de rue de la Paix zelf gaat, ziet men hel decor veranderen Daar geen strengheid, geen majestueusheid meer- De geparfumeerde frivoliteit regeert hier a" hecrscheres. Mier begint eerst het werkelijk mode-rijk te komen. Hier geen hótels mc-'er, zelfs bijna bank-gebouwen meer. maar vrijwel onat?f* broken aaneengorijd staan hipr groote lutf zaken, allo uitsluitend gewijd aan de- roem en de glorie van Vrouwen-Schoonne^ De meest beroemde kleermakers wereld (dames-kleermakers natuurlijk!. hebben hier, zooal niet hun ateliers, dan w- hun tentoonstelling-salons en hun exposit'.c- zalen. Zoo van buitenaf beschouwd bieden gebouwen weinig opmerkelijks, maar binnen zijn het bijna tempels, de temPp' der mode, waar elke koningin zich tn®» zou voelen en do omgeving werkelijk nl bededen zich zal achten. Weelderige trappen, dik belegd met kostbaarste tapijten- geven u toegang tot salons, die in niets voor koninklijke pa'°j^ behoeven onder te doem En in die salo' staat een heele garde zéér gedistingeerd P* soneel tot uw beschikking, om u met ri* en daad vnor te lichten behulpzaam te in uw kc-nze mannen en vrouwen heele gedachte, wier geheele intellifjeb; en smaak eeriehl op één enkel dopl: de Vfc men kleuren en versiering der dam*-" kleeding. Elk stuk werk. dat die huizen uitga?' voorzien van de handteekening der blijft haar artistipk eigendom en ff* dengc-pe. die het wagen zou zoo'n kleedje 9luk na te maken!dp justitie waakt' 2-S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 10