NEDRA
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 16 Januari 1928 Tweede Blad No. 20810
68s,e Jaargang
BINNENLAND.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
VERGADERING VAN HET A. C. O. P.
Bezoldigingsbesluit en georganiseerd
overleg.
Het moderne A.C.O.P. bestaande uit den
Ned. Bond van Personeel in Overheids
dienst, den Centrales Nederkmdschen Amb-
tenaarsbond, den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers, den Alg. Bond van Politie
personeel in Nederland en den Bond van
Ned. Schoolhoofden, hield te Amsterdam
een vergadering.
Uitvoerige besprekingen werden gewijd
aan de voorgenomen herziening van het
Bezoldigingsbesluit en aan de vorderingen,
welke de daartoe ingestelde subcommissie
uit de Centrale commissie in dezen heeft
gemaakt. Aan de verwachting werd uitdruk
king gegeven, dat deze herziening een vlot
verloop zal nemen.
Daarna werd beraadslaagd over het ge
organiseerd overleg bij het Rijk, ten aan
zien waarvan het A.C.O.P. vreest, dat de
regeering 6chijnt te willen afwijken van
den grondslag, waarnaar de centrale com
missie is samengesteld, n.l. naar de rich
tingen in de ambtenarenvakbeweging, welk
beginsel nochtans niet consequent is ge
handhaafd.
Ten einde zoo mogelijk klaarheid in de
zen te krijgen, werd besloten voor den voor
zitter en secretaris van het A.C.O.P. een
audiëntie aan' te vragen bij den Minister
van Justitie, tot wiens bemoeiingen o.m.
de zorg voor het georganiseerd overleg be
hoort.
Nog werd de vertegenwoordiging van het
A.C.O.P. in het Rijksoverleg opnieuw ge
regeld. Leden blijven de he eren N. van
Hinte en F. S. Noordhoff, terwijl als hun
plaatsvervangers zullen optreden de hee-
ren F. van Meurs en J. J Lamera.
HET OPRICHTEN VAN R.-K. ZIEKEN
FONDSEN.
Naar aanleiding van de gevoerde bespre
kingen tusschen het Hoofdbestuur der Maat
schappij tot bevordering der Geneeskunst
en het R.-K. Werkliedenverbond, heeft het
bestuur der Landelijke Federatie ter be
hartiging van het Ziekenfondswezen de vol
gende motie aangenomen:
De bestuursvergadering der Landelijke
Federatie ter behartiging van het Zieken
fondswezen gehouden op 7 Januari, gelezen
de besprekingen welke er hebben plaats
gehad tusschen het Hoofdbestuur van de
Maatschappij tot bevordering der Genees
kunst en het Bestuur van het R.-K. Werk
liedenverbond over het oprichten van R.-K.
Ziekenfondsen en het daaruit gevolgde
voorstel van het Hoofdbestuur van de Maat
schappij tot Bevordering der Geneeskunst
aan een in Januari te houden algemeene
vergadering om medewerking te verleenen
aan het oprichten van dergelijke fondsen,
spreekt haar ernstige teleurstelling urt
over dit voorstel tot medewerking, ornaat
deze fondsen, noch zijn in het belang der
volksgezondheid, noch in het belang der
ziekenfondsleden en omdat hiermede het
ziekenfondswezen nog meer verbrokkeld zal
.worden dan tot heden en het gevolg van
deze medewerking zal zijn het oprichten,
van Ziekenfondsen van alle mogelijke reli
gieuze en politiek richtingen, terwijl alleen
vereenvoudiging en samenvoeging van fond
een, besparing en verbetering van het zie
kenfondswezen kan brengen.
Temeer meent het bestuur der federatie
zijn teleurstelling te moeten uitspreken
over deze medewerking, waar blijkens bet
z.g. unificatie-rapport de Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst voorstandster
waa van eeniheidsfondsen en zich in begin
sel uitsprak voor een ziekenfonds ter
plaatse.
Het bestuur der federatie spreekt de
hoop uit dat deze samenwerking niet tot
Btand zal komen, mocht dit onverhoopt wel
het geval zijn, dat dan de arbeiders zich
niet zullen laten indeelen in religieuze of
politieke fondsen doch ter wille van een
goede en zoo goedkoop mogelijke zieken
verzorging lid zullen blijven van de onaf
hankelijke door de arbeiders zelf bestuur
de ziekenfondsen, en besluit deze motie in
de pers te publiceeren.
Mr. A. C. CRENA DE JONGH GEHULDIGD.
Gisteren vierde mr. A. C. Crena de Jongh,
lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, oud
wethouder van Dordrecht en oud-lid van
den Haagschen raad, onder vele blijken van
belangstelling zijn 70sten verjaardag te Den
Haag. Onder de velen, 'die hem kwamen
gelukwenschen, bevonden zich de voorzitter
van den Vrijheidsbond, oud-G.G. mr. D. Fock,
mr. P. Droogleever Fortuyn en Jhr. mr.
L. E. M. von Fisenne, waarnemend Commis
saris der Koningin en lid van Ged. Staten
van Zuid-Holland, aldus de „Tel.". Voorts
de heer Abbing, voorzitter van „De Witte",
waarvan de 70^jarige bestuurslid is, terwijl
tal van bloemstukken en stapels telegrammen
w.o. vele uit Dordrecht getuigenis aflegden
V3n de sympathie en achting, welke tiij
zoowel in de Residentie als in zijn vroe
gere woonplaats geniet.
DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRIE.
De droeve reeks.
In de vergadering van den gemeenteraad
te Soest is aan de orde gekomen het vei^
zoek om ontslag van den directeur van
het Gasbedrijf. De voorzitter deelde mee,
dal do directeur bekend had teen douceur
van f700 van de firma Wilson te hebben
aangenomen, en na bespreking met B. en
W. zijn ontslagaanvrage had ingediend.
Besloten werd deze zaak eerst te laten
onderzoeken door de gascommissie, aange
vuld met drie raadsleden.
Naar aanleiding van het rapport van de
raadscommissie te Doetinchem, belast met
het onderzoek naar eventneele corruptie bij
de gemeente-bedrijven, deelt de directeur
van het Gasbedrijf in die gemeente, de heer
Fieterson, mede, dat het hem volkomen
onbegrijpelijk is, dat de raadscommissie in
haar rapport mededeelt, dat door de ge
meente Doetinchem nooit 10 pet. korting
op de meterrekeningen is ontvangen en deze
ook niet van de facturen is afgetrokken.
Dit is, volgens den heer Pieterson, beslist
onjuist, daar op de aanwezige meterrekenin-
gen afzonderlijk de 10 pet. korting is ver
meld en afgetrokken en deze dus wel dege
lijk aan de gemeente Doetinchem ten goede
zijn gekomen.
Op dit oogenblik meent de heer Pieterson
zich overigens van bestrijding van het rap
port der raadscommissie te moeten ont
houden.
Inmiddels wordt gemeld, dat de heer
Pieterson door B. en W. in zijn functie is
geschorst, wegens het niet opvolgen van
het advies van B. en W.
De commissie van de gemeentebedrijven
te Zalt-Bommel, welke een onderzoek heeft
ingesteld naar de beweerde corruptie aldaar,
beeft thans rapport uitgebracht. Zij komt
tot de conclusie, dat de directeur en het
overige personeel der gasfabriek onschuldig
zijn aan het door den heer Van der Stel
ten laste gelegde.
De commissie heeft zich o.m. om inlich
tingen gewend tot de firma Gautzsch, te
Amsterdam, en de Dordtsche Gasmeter-
fabriek; namens dez» firma's werd de
pertinente verklaring afgelegd dat aan den
directeur of verder personeel geen retour-
commissies, hi welken vorm ook, waren
verstrekt. Desgewenscht zou deze verkla
ring onder eede bevestigd worden. Op
grond hiervan kwam de commissie tot de
conclusie, dat er dus geen enkele reden
voor wantrouwen in directeur en personeel
bestaat.
In de vergadering van den gemeenteraad
van 01den«nal is voorlezing gedaan van het
rapport der raadscommissie, benoemd om
een onderzoek in te stellen naar mogeljjke
corruptie door den directeur der gemeente
bedrijven. In dit rapport wordt gezegd, dat
do genoten retourcommissies na het jaar
1923 ten bate van de gemeente zijn ver
antwoord en die in de daaraan voorafgaande
jaren genoten, alsnog nog den directeur
in de gemeentekas werden gestort; voorts,
dat uit niets is gebleken, dat extra-uit
gaven werden gedaan of onnoodige werken
werden uitgevoerd ter verkrijging van be
langrijke provisies, en dat de bedrijven op
economische en zuinige wijze zijn beheerd.
Met op 1 na algemeene stemmen werd
op voorstel van de commissie besloten, .tan
B. en W. op te dragen, onverwijld maat
regelen te treffen: voor het ten spoedigste
doen afleggen van den ambtseed door den
directeurder bedrijven; voor de instelling
van een maandelijksche controle van de
bedrijfsrekeningenvoor het medebeslissings
recht bij belangrijke bestellingen, een nader
te bepalen bedrag overschrijdend; voor de
uitvaardiging van een algemeene aanschrij
ving, het aannemen van fooien en giften
strafbaar stellend en bovendien om in over
leg met den raad den directeur een monde
linge berisping toe te dienen.
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE.
Bij de bontweverij der firma Pol te Borne
dreigt een conflict naar aanleiding van een
tariefsverlaging van 10 procent voor een
deel der wevers en het bestaande boete
stelsel. In een vergadering met de wevers
en weefsters der fabriek, onder leiding van
de besturen van St. Lambertus en Unitas,
is volgens de ,.Vo!kskr." met zoo goed als
algemeene 6temmen besloten, dat, wan
neer vóór Maandag 30 Januari a.s. geen be
vredigende oplossing is tot stand gekomen,
op dien datum de arbeid niet meer zal wor
den hervat.
Zaterdag werd het 15-jarig bpstaau
van het instituut Sohroevers te Amsterdam
herdacht. Des morgens werden wedstrijden
in het machineschrijven gehouden voor de
leerlingen en oud-leerlingen, waarvoor on
geveer 200 personen waren ingeschreven.
Des middags vond een druk bezochte re
ceptie plaats. Na afloop werden de heeren
Schroevers, als algemeen leider van de
instituten Schroevers, en de heer H. G. van
Brinkom, directeur van het Instituut Schroe
vers te Amsterdam, gehuldigd.
UIT NED. OOST-INDIE.
KERK EN STAAT IN INDlE.
BATAVIA, 14 Januari (Aneta). De
meerderheid van de Commissie voor de
scheiding van Kerk en Staat heeft als haar
conclusie kenbaar gemaakt, dat eeu zoo
spoedige scheiding
le. wenscheljjk is, gelet op de samen
stelling van de bevolking;
2e. alleen mogelijk is op de basis van
volledige schadeloosstelling van de betrok
ken kerkgenootschappen, voor tot dusver
uit de Schatkist genoten voordeelen, welke
zjj nadien zullen derven.
Verder moet:
3e. daartoe een bedrag worden uitgekeerd,
dat de gekapitaliseerde waarde vertegen
woordigt van de vóór de scheiding verleende
ondersteuningen.
4e. de financieele scheiding worden vast
gelegd in een wetsbepaling in het IXe
hoofdstuk van de Indische Staatsregeling.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Almkerk: J. H. Mulder,
te Zoeterwoude; Te Lage Vuursche: J.
Ronge, te Hoog-Bloklani
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Hoogersmilde: D. Zwart,
cand. te Ooster-Nrjkerk.
Aangenomen: Naar RaamsdonkF.
de Vries, cand. te Oegstgeest.
Bedankt: Voor 's-Gravenmoer, Moor
drecht, en Ooster-NrjkerkF. de Vries,
cand. te 0eg3tgeest.
D». H. J. L. POORT, t
Overleden is 70 jaar oud, ds. H. J. L.
Poort, in leven predikant bq de Ned. Herv.
Gemeente te Streefkerk, voorzitter van het
Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland.
PROF. MAG. G. DE LANGEN WENDELSt
Gisternacht is te Nijmegen op 60-jarigen
leeftijd overleden, prof. Magister G. de
Langen Wendels, professor aan de R.-K.
Universiteit aldaar.
De hoogleeraat werd geboren op 27 Dec.
1867 te Utrecht, ontving zijn theologische
opleiding in de orde der Dominicanen te
Huissen (Geld.), promoveerde en werd
lector in de theologie in 1893. In 1906 kreeg
hij den titel van Magister eo werd tot
hoogleeraar benoemd aaD de bekende R.-K.
Hoogeschool te Freiburg, waar hij 21 jaar
doceerde. Sedert kort was prof. de Langen
Wondels in ons land terug, als hoogleeraar
aan de R.-K. Universiteit te Nijmegen.
HET FRANSCH OP DE LAGERE SCHOOL.
Het rapport van de door „Het
Nat" ingestelde commissie.
„Volksontwikkeling" geeft het rapport van
de commissie, door het hoofdbestuur van
„Het Nut" ingesteld ter bestudeering van het
vraagstuk der wederinvoering van het
vraagstuk der wederinvoering van het
F rail sc h op de lagere school Deze com
missie bestond uit de heeren Ph. Kohn-
stamm, voorz L. C. T Bigot, K. R. Gallas,
A. H. Gerhard. J. Hovens Greve, G. S Jol-
mers, A Lobstein. K. J. Riemens, G v.
Veen, rapporteur.
Dé heer Hovens GreVe merkt in zijn •oor-
woord op. dat zeven jaar lang een toestand
van volslagen onbevredigdheid van voor- en
tegenstanders bestaat en dat het Nut een
poging wil doen, om tot oplossing te geraken.
De' commissie is eenstemmig van oordeel,
dat ieder kind in Nederland, waarvoor 't
gewenscht wordt, op zekeren leeftijd op de
lagere schoool onderwijs in 't Fransch moet
kunnen krijgen. De beslissing moet niet bij
autoriteiten of bij de school liggen, maar
enkel bij de ouders.
De' oude toestand waarbij in het 3e leer
jaar met Fransch werd begonnen. 5 a 6 uren
per week. mag onder geen beding terug-
keeren.
Het O.M. heeft moeilijkheden ondervonden
door de radicale afschaffing; van betere re
sultaten In het onderwijs in andere vakken
op de lagere school is door de afschaffing
van het Fransch niet gebleken, maar de
klacht Is daarentegen algemeen, dat het
grammaticaal inzicht bij de leerlingen sterk
is gedaald, tengevolge van het feit. dat de
lagere school al he'el weinig aandacht meer
besteedde aan grammatica.
Het aantal leerlingen, buiten gymnasium
en H. B. S. om, dat voortgezet onderwijs
krijgt, is belangrijk toegenomen, zoodat
wederinvoering van het Fransch een belang
is, dat veel talrijker volksgroepen raakt dan
nog enkele tientallen jaren geleden het geval
was. Van belangen-antithese tusschen kin
deren van hoogeren en lageren stand kan
weinig sprake meer zijn. daar het kind uit
de volksklasse met goeden aanleg zijn plaats
en zijn weg kan vinden.
De Nutscommissie wil dus de keuze aan
de ouders laten en stelt zich voor dat er
klassen zullen zijn, die in haar geheel
Fransch leeren; anderen, waar 9leChts een
deel der kindeïen het niet leert waardoor
het mogelijk zal worden dat gedeelten van
klassen van homogene scholen ln dezelfde
buurt zich zullen combine'eren.
Het Fransch zal moeten worden gegeven
ln het 5e en 6e leerjaar.
De heeren dr C. S. JoTmers en dr. K J.
Riemens ontwierpen een leerstofrapport, dat
door de commissiei bijna zonder eenige wijzi
ging met algemeene stemmen werd aange
nomen, nadat het in al zijn ondeTdeelen be
hoorlijk onder de loupe was genomen.
Het luidt:
Als voor waarde van toelating tot Middel
bare School en Gymnasium mag niet meer
worden geëischt dan:
1. Een eenvoudig vocabularium.
2. Eenvoudige vormleer met inbegrip der
regelmatige werkwoorden
3. de eenvoudigste onderwerpen uit de
Syntaxis, zooals: Overeenstemming van het
voltooid deelwoord met être vervoegd.
Wederkeerende werkwoorden. Ontken
nende en vragende vorm
Vooron sta het herkennen der woorden en
der grammaticale vormen en het gebruiken
ervan in eenvoudige Fransche zinnetjes; niet
het vertalen in het Fransch.
Wèl moeten de leerlingen toonen, de woor
den en vormen ook correct te kunnen schrij
ven. Voor het aanleeren hiervan kunnen,
naast of in plaats van thema's, ook schrif
telijke oefeningen en dictees worden ge
bruikt.
Bij een eventueel onderzoek van leerlin-i
gen aan het eind der L. S. behoort de thema
te< worden uitgesloten. Ook het mondeling
onderzoek bediene zich zoo min mogelijk
van het vertalen van Nederlandsche woor
den, uitdrukkingen en zinnetjes in het
Fransch.
Dit rapport is gebaseerd op een totaal
van 6 lesuren, welke op den rooster der
school op tweeërlei wijze kunnen zijn vast
gelegd, n.l. in 2 x 3 uren. waar het Fr., dat
het M. O. eischt, wordt voorbereid in twee
leerjaren, in 3x2 uren, waar voor de
voorbereiding drie' jaren beschikbaar zijn
De commissie gelooft, dat het aantal be
zitters van de acte Fransch l.o. niet toerei
kend zal zijn, om de behoefte vooral in de
groote steden, te voldoen. Ze stelt voor e'en
soort van verlichte lagere acte in te voeren,
die zal heeten aanteekening op de onderwijs-
acte en die alleen bevoegdheid zal geven tot
en met het zesde leerjaar der lagere school.
De heeren K. R Gallas en dr. K. J.
Riemens, die in dezen adviseerden, formu
leeren de eischen voor deze aanteekening
aldus:
1. Het lezen van een stukje Fransch proza
waarbij nauwkeurig gelet zal worden op eenj
juiste uitspraak.
2. Het vertalen van een niet te moeilijk
stuk Fransch proza.
3 Het vertalen van een eenvoudig stuk
Nederlandsch zonder spel- en buigings-
fouten.
Omtrent de verwachtingen van de com<
missie zegt het rapport:
„Indien de voorstellen, in 't rapport neer
gelegd, practijk mochten worden, ziet de
commissie de nieuwe onderwijsgeneratie vrij
algemeen in 't bezit van de bepleitte aantee
kening en is dus de school op den duur in
staat, tegemoet te komen aan de grapte
vraag naar Fransch, die ongetwijfeld zal
ontstaan, wanneer de gele'genheid wordt
opengesteld.
„Maar daarmee is de school niet op korten
termijn geholpen Dat is zij alleen, als de in
dienst zijnde onderwijzers, voorzoover niet
bevoegd.'bereid zijn een aanteekening te
halen. Het overgroole deel van hen zal dat,
gezien het eenvoudige programma, zeer ge*
makkelijke kunnen en de commissie ver
moedde. als reeds werd opgemerkt, dat de
neiging er wel zou zijn. omdat niemand
graag een deel van zijn werk in de hoogste
klassen aan een ander zal overgeven, als
't niet noodig is. Ook is te verwachten, dat
de Nederlandsche onderwijzer zonder aar
zelen zal medewerken op deze wijze de ge
dachte aan een herleefde standenschool
radicaal af te mijden. De vraag, of ten
slotte een kleine financieele prikkel den
ijver om de aanteekening te verwerven, nog
zal moeten steunen, was een quaestie van
uitvoering, welke de commissie naar haar
oordeel niet behoefde op te lossen
„Ten slotte zij herhaald, dat het gebruik
van de aanteekening o.i. beperkt behoort te
blijven tot het doel. waarmee ze werd inge
steld Voor alle onderwijs, dat hierboven uit«<
gaat, zal minstens de akte L.O. moeten wor
den geëischt".
DE RUITENVERNIELER TE ROTTERDAM.
Het wordt thans lederen
nacht erger.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
zijn er te Rotterdam weer vele ruiten met
een glassnijder beschadigd. Uit het groote
aantal en uit de groote afstanden zou men
kunnen afleiden, dat er meer dan één per
soon aan het werk is geweest.
Zoo zijn op het Burgemeester Hoffman-
plein aan de Prins Hendrikkade, het Stiel
tjesplein en in de Rosestraat tezamen on
geveer 70 winkelruiten beschadigd; over
het algemeen zijn het de groote spiegel
ruiten, welke onder handen zijn genomen.
Voorts zijn op den Linker Maasoever en de
Beierlandschelaan ruiten beschadigd.
In het Westelijke stadsdeel is ook nu
weer geducht huisgehouden. Er zijn heel
wat ruiten beschadigd aan den Nieuwen
Binnenweg, aan Eerste- en Tweede MiddeL
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON,
(Nadruk verboden).)
46)
Hij slikte een groot brok door en het
zweet brak hem uit. Zijn gezicht stond be
zorgd en ernstig, maar hij zei niets.
Begrijp je nu, waarom ik hier wil blij
ven?
Ja, zei hij eindelijk, het is beter,
dat ze mij als dood betreurt, dan dat zij mij
terugziet, terwijl ik van een ander houd.
Nedra is de veiligste plaats in de wereld, ik
zip het nu ook, lieveling. Ik kan de ge
dachte niet verdragen, dat zij op mij zit te
wachten, dat arme kind.
Voor vandaag zijn wij al ongelukkig
genoeg geweest, laten wij er niet verder over
Praten. We zijn immers gelukkig samenl
Maar den volgenden morgen nam zij hem
na het ontbijt mee naar een heuveltje aan
de rivier. Er was iets in haar manier van
doen dat hem deed trillen van nieuwsgie-
rige verwachting.
Als wij binnen een jaar niet gered
worden, dan is het wel niet waarschijnlijk
dat we ooit gevonden worden, hé? vroeg zij
nadenkend
Misschien vinden ze ons morgen, mis
schien vinden ze ons nooit.
T zal wel een reden zijn. dat hier i\og
ooit blanken geweest zijn Wij zijn in een
eel van de zee, waar het voor schepen niet
«eraden is te komen, ging zij voort,
Maar waarom vroeg je dat eigenlijk?
Omdat je mij gevraagd hebt je vrouw
te worden, zei zij, hem recht in de oogen
kijkend.
Ik kan alleen maar hopen, dat we ge
vonden worden, zei hij nadenkend.
En als we nooit gevonden worden?
Dan zal ik hoogstwaarschijnlijk als
een oude vrijgezel sterven, lachte hij
somber.
Zijn er niet verschillende manieren om
te trouwen, Hugh? En zijn zij in hun soort
niet allemaal even goed? vroeg zij ernstig.
Waar wil je naartoe, lieveling? zei
hij verbaasd.
Ik zal je maar dadelijk zeggen, waar
ik vannacht over gedacht heb. Ik geloof niet
dat je het onkiesch of onvrouwelijk zult vin®
den, dat ik het zoo ronduit zeg, maar ik wil
jouw vrouw worden. We zullen misschien
nooit van dit eiland afkomen, maar we
kunnen hier trouwen.
Hier trouwen? riep hij verbluft.
Ik bedoel, dat een huwelijk, dat op de
manier hier op het eiland met de ceremo
niën van die wilden gesloten wordt, ook
een geldig huwelijk is. Daarom wil ik je eer
lijk zeggen, Hugh, dat ik op die manier met
jou trouwen wil. LandsWijs, lands eer.
Ben je wel zeker van je zelf, schat?
fluisterde hij heesch.
Als ik niet zeker was, zou ik dit niet
hebben gezegd. Ik ben heel zeker van me
zelf. En ik vertrouw jou zoo, dat ik ook van
jou zeker ben.
Hij kuste haar wild.
O. ik kan haast geen adem halen van
vreugde en geluk.
Maar je hebt nog niet gezegd, dat jij
het goedvondt en hier met mij trouwen wil.
Je zult vandaag nog met mij trouwen.
Neem mij niet kwalijk, zei zij vroo-
lijk, maar, als bruid heb ik het recht
den trouwdag te bepalen. Als we over een
jaar nog hier zijn, zal ik met jou trouwen.
Een jaar, lieve deugd. Onmogelijk, zoo
lang kan ik niet wachten, Tennys, wees
redelijk.
Ik ben heel redelijk. Ik ben genegen
om mij aan de huwelijkswetten van Ridge-
hunt te onderwerpen, maar ik moet toch
zeggen, dat ik die van mijn eigen land de
voorkeur geef. We moeten een jaar op een
mogelijke verlossing wachten. Als die niet
komt dan trouwen we hier.
Maar er zijn drie honderd vijf en zestig
dagen in een jaar! Maak er een maand van.
Een maand is ook al een heele tijd.
Een jaar is lang, zei zij voor zich
zelf. Daar héb je gelijk inl Goed dan, ik
zal op den drie en twintigsten Mei met je
trouwen.
Maar dat i9 een half jaar, riep hij
spijtig uit.
Je moet deze beslissing aannemen. Er
wordt verder niet afgedongen.
HOFDSTUK XXXI.
„De trouwring".
De zes maanden gingen voorbij en weldra
zou het eigenaardige huwelijk gesloten wor
den. De hoop. dat zij nog ontdekt mochten
worden, werd verdrongen door het verlan
gen naar hun trouwdag. De oprechtheid en
reinheid van hun liefde en de vreemde om
standigheden rechtvaardigden zeker de
wijze, waarop zij in dit wildenland trouw
den.
Er werd met groote voortvarendheid aan
hun uitzet gewerkt. Deze was zeer uitgebreid
veel uitgebreider dan van eenige beschaafde
vrouw uit de beschaafde wereld.
Hun aanbidders waren al tijden lang met
niets anders bezig dan hen van goede ga
ven te voorzien, die voornamelijk in klee-
ren bestonden.
Als zij zoo doorgaan, kunnen we bin
nenkort een winkel beginnen. We hebben
zeker een eeuw noodig alleen maar om ze
allemaal te passen. Hugh maakte deze op
merking, toen hij met Tennv9 de nieuwste
aanwinsten voor hun collectie in Gogen-
schouw nam.
Ik geloof, dat die groene pantalon je
bepaald lief zal staan, Hugh.
Die parasol van jou is werkelijk een
unicum. Maar ik geloof dat hij wat zwaar
is om er mee door Hyde-Park te wandelen.
Heb je gezien, dat er twee mannen voor
noodig waren, om hem hier naar toe te
brengen? Nee, je had moeten zien hoe op
gelucht ze waren toen ze hem neer konden
leggen.
Ik ben maar blij. dat wij over een
maand trouwen; als we het nog langer uit
stelden zou er op het heele eiland geen ma
teriaal meer zijn om aan de vraag naar
confectie-pakken en japonnen te voldoen.
Ik ben bang dat de stakkers nu zelf naakt
zullen moeten rondloopen tot de nieuwe
oogst. Ik heb vandaag een van Poetoe's
echtvriendinnen bezig gezien met het repa-
reeren van zijn Zondagsche pak; dat is een
slecht teeken. Maar het is overigens een
gekke boel. Ik heb twee honderd drie en
tachtig pantalons en maar zeven hemden.
Als ik een honderd broeken tegen hemden
kon ruilen dan zou ik een heel wat geluk
kiger bruidegom zijn.
O, ze kunnen wel wat van mijn ki- i
mono's veranderen. Ik heb" er minsten*
driehonderd.
Zeg, die daar met die roode moppen
vind ik vreeselijk mooil
Overal om hen heen waren voortbreng-"
selen van de nooit eindigende maar zeer
primitieve gulhartigheid van de eiland-,
bewoners. De allerzotste voorwerpen lagen
in den tempel opgetast. Onbeschrijflijk is
een veel te zwak woord om de hoeveelheid
van de voorwerpen aan te duiden. De beide
blanken werden, waar ze hun blikken ook
wendden of keerden door de allervreemdste
huishoudelijke voorwerpen, meubelstukken,
snuisterijen en prullen en bergen kleeding-
stukken aangestaard. De dagen onmiddellijk
voor hun huwelijk waren voor bruidegom en
bruid tijden van groote opwinding. Reeds
waren de wilden de feestelijkheden begon
nen; krijgsdansen en bedevaarten naar den
tempel waren aan de orde van den dag en
hoe meer de trouwdag naderde hoe woester
en zenuwachtiger de wilden werden.
Gisteren was het nog een week, nu is
het nog maar zes dagen, zei Hugh, toen ze
er op uit gingen om naar de bouw van den
nieuwen tempel, hun toekomstige echtelijke
woning met zijn grooten „trouw-ring" van
wit krijt te gaan kijken. Deze nieuwe tem
pel was groot genoeg om de heele bevolking
van Rudgehunt te herbergen, al hoewel er
dan voor elke inwoner afzonderlijk niet al
te veel plaats zou zijn.
Morgen is het nog maar vijf dagen,
zei zij; wat gaat de laatste dagen de tijd
langzaam. Ze zalen bij een bron op een
heuvel en keken naar de nijvere werkers
beneden hen.
(Wordt vervolgd).