NEDRA LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 16 Januari 1928 Tweede Blad No. 20810 68s,e Jaargang BINNENLAND. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. VERGADERING VAN HET A. C. O. P. Bezoldigingsbesluit en georganiseerd overleg. Het moderne A.C.O.P. bestaande uit den Ned. Bond van Personeel in Overheids dienst, den Centrales Nederkmdschen Amb- tenaarsbond, den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, den Alg. Bond van Politie personeel in Nederland en den Bond van Ned. Schoolhoofden, hield te Amsterdam een vergadering. Uitvoerige besprekingen werden gewijd aan de voorgenomen herziening van het Bezoldigingsbesluit en aan de vorderingen, welke de daartoe ingestelde subcommissie uit de Centrale commissie in dezen heeft gemaakt. Aan de verwachting werd uitdruk king gegeven, dat deze herziening een vlot verloop zal nemen. Daarna werd beraadslaagd over het ge organiseerd overleg bij het Rijk, ten aan zien waarvan het A.C.O.P. vreest, dat de regeering 6chijnt te willen afwijken van den grondslag, waarnaar de centrale com missie is samengesteld, n.l. naar de rich tingen in de ambtenarenvakbeweging, welk beginsel nochtans niet consequent is ge handhaafd. Ten einde zoo mogelijk klaarheid in de zen te krijgen, werd besloten voor den voor zitter en secretaris van het A.C.O.P. een audiëntie aan' te vragen bij den Minister van Justitie, tot wiens bemoeiingen o.m. de zorg voor het georganiseerd overleg be hoort. Nog werd de vertegenwoordiging van het A.C.O.P. in het Rijksoverleg opnieuw ge regeld. Leden blijven de he eren N. van Hinte en F. S. Noordhoff, terwijl als hun plaatsvervangers zullen optreden de hee- ren F. van Meurs en J. J Lamera. HET OPRICHTEN VAN R.-K. ZIEKEN FONDSEN. Naar aanleiding van de gevoerde bespre kingen tusschen het Hoofdbestuur der Maat schappij tot bevordering der Geneeskunst en het R.-K. Werkliedenverbond, heeft het bestuur der Landelijke Federatie ter be hartiging van het Ziekenfondswezen de vol gende motie aangenomen: De bestuursvergadering der Landelijke Federatie ter behartiging van het Zieken fondswezen gehouden op 7 Januari, gelezen de besprekingen welke er hebben plaats gehad tusschen het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der Genees kunst en het Bestuur van het R.-K. Werk liedenverbond over het oprichten van R.-K. Ziekenfondsen en het daaruit gevolgde voorstel van het Hoofdbestuur van de Maat schappij tot Bevordering der Geneeskunst aan een in Januari te houden algemeene vergadering om medewerking te verleenen aan het oprichten van dergelijke fondsen, spreekt haar ernstige teleurstelling urt over dit voorstel tot medewerking, ornaat deze fondsen, noch zijn in het belang der volksgezondheid, noch in het belang der ziekenfondsleden en omdat hiermede het ziekenfondswezen nog meer verbrokkeld zal .worden dan tot heden en het gevolg van deze medewerking zal zijn het oprichten, van Ziekenfondsen van alle mogelijke reli gieuze en politiek richtingen, terwijl alleen vereenvoudiging en samenvoeging van fond een, besparing en verbetering van het zie kenfondswezen kan brengen. Temeer meent het bestuur der federatie zijn teleurstelling te moeten uitspreken over deze medewerking, waar blijkens bet z.g. unificatie-rapport de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst voorstandster waa van eeniheidsfondsen en zich in begin sel uitsprak voor een ziekenfonds ter plaatse. Het bestuur der federatie spreekt de hoop uit dat deze samenwerking niet tot Btand zal komen, mocht dit onverhoopt wel het geval zijn, dat dan de arbeiders zich niet zullen laten indeelen in religieuze of politieke fondsen doch ter wille van een goede en zoo goedkoop mogelijke zieken verzorging lid zullen blijven van de onaf hankelijke door de arbeiders zelf bestuur de ziekenfondsen, en besluit deze motie in de pers te publiceeren. Mr. A. C. CRENA DE JONGH GEHULDIGD. Gisteren vierde mr. A. C. Crena de Jongh, lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, oud wethouder van Dordrecht en oud-lid van den Haagschen raad, onder vele blijken van belangstelling zijn 70sten verjaardag te Den Haag. Onder de velen, 'die hem kwamen gelukwenschen, bevonden zich de voorzitter van den Vrijheidsbond, oud-G.G. mr. D. Fock, mr. P. Droogleever Fortuyn en Jhr. mr. L. E. M. von Fisenne, waarnemend Commis saris der Koningin en lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, aldus de „Tel.". Voorts de heer Abbing, voorzitter van „De Witte", waarvan de 70^jarige bestuurslid is, terwijl tal van bloemstukken en stapels telegrammen w.o. vele uit Dordrecht getuigenis aflegden V3n de sympathie en achting, welke tiij zoowel in de Residentie als in zijn vroe gere woonplaats geniet. DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRIE. De droeve reeks. In de vergadering van den gemeenteraad te Soest is aan de orde gekomen het vei^ zoek om ontslag van den directeur van het Gasbedrijf. De voorzitter deelde mee, dal do directeur bekend had teen douceur van f700 van de firma Wilson te hebben aangenomen, en na bespreking met B. en W. zijn ontslagaanvrage had ingediend. Besloten werd deze zaak eerst te laten onderzoeken door de gascommissie, aange vuld met drie raadsleden. Naar aanleiding van het rapport van de raadscommissie te Doetinchem, belast met het onderzoek naar eventneele corruptie bij de gemeente-bedrijven, deelt de directeur van het Gasbedrijf in die gemeente, de heer Fieterson, mede, dat het hem volkomen onbegrijpelijk is, dat de raadscommissie in haar rapport mededeelt, dat door de ge meente Doetinchem nooit 10 pet. korting op de meterrekeningen is ontvangen en deze ook niet van de facturen is afgetrokken. Dit is, volgens den heer Pieterson, beslist onjuist, daar op de aanwezige meterrekenin- gen afzonderlijk de 10 pet. korting is ver meld en afgetrokken en deze dus wel dege lijk aan de gemeente Doetinchem ten goede zijn gekomen. Op dit oogenblik meent de heer Pieterson zich overigens van bestrijding van het rap port der raadscommissie te moeten ont houden. Inmiddels wordt gemeld, dat de heer Pieterson door B. en W. in zijn functie is geschorst, wegens het niet opvolgen van het advies van B. en W. De commissie van de gemeentebedrijven te Zalt-Bommel, welke een onderzoek heeft ingesteld naar de beweerde corruptie aldaar, beeft thans rapport uitgebracht. Zij komt tot de conclusie, dat de directeur en het overige personeel der gasfabriek onschuldig zijn aan het door den heer Van der Stel ten laste gelegde. De commissie heeft zich o.m. om inlich tingen gewend tot de firma Gautzsch, te Amsterdam, en de Dordtsche Gasmeter- fabriek; namens dez» firma's werd de pertinente verklaring afgelegd dat aan den directeur of verder personeel geen retour- commissies, hi welken vorm ook, waren verstrekt. Desgewenscht zou deze verkla ring onder eede bevestigd worden. Op grond hiervan kwam de commissie tot de conclusie, dat er dus geen enkele reden voor wantrouwen in directeur en personeel bestaat. In de vergadering van den gemeenteraad van 01den«nal is voorlezing gedaan van het rapport der raadscommissie, benoemd om een onderzoek in te stellen naar mogeljjke corruptie door den directeur der gemeente bedrijven. In dit rapport wordt gezegd, dat do genoten retourcommissies na het jaar 1923 ten bate van de gemeente zijn ver antwoord en die in de daaraan voorafgaande jaren genoten, alsnog nog den directeur in de gemeentekas werden gestort; voorts, dat uit niets is gebleken, dat extra-uit gaven werden gedaan of onnoodige werken werden uitgevoerd ter verkrijging van be langrijke provisies, en dat de bedrijven op economische en zuinige wijze zijn beheerd. Met op 1 na algemeene stemmen werd op voorstel van de commissie besloten, .tan B. en W. op te dragen, onverwijld maat regelen te treffen: voor het ten spoedigste doen afleggen van den ambtseed door den directeurder bedrijven; voor de instelling van een maandelijksche controle van de bedrijfsrekeningenvoor het medebeslissings recht bij belangrijke bestellingen, een nader te bepalen bedrag overschrijdend; voor de uitvaardiging van een algemeene aanschrij ving, het aannemen van fooien en giften strafbaar stellend en bovendien om in over leg met den raad den directeur een monde linge berisping toe te dienen. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. Bij de bontweverij der firma Pol te Borne dreigt een conflict naar aanleiding van een tariefsverlaging van 10 procent voor een deel der wevers en het bestaande boete stelsel. In een vergadering met de wevers en weefsters der fabriek, onder leiding van de besturen van St. Lambertus en Unitas, is volgens de ,.Vo!kskr." met zoo goed als algemeene 6temmen besloten, dat, wan neer vóór Maandag 30 Januari a.s. geen be vredigende oplossing is tot stand gekomen, op dien datum de arbeid niet meer zal wor den hervat. Zaterdag werd het 15-jarig bpstaau van het instituut Sohroevers te Amsterdam herdacht. Des morgens werden wedstrijden in het machineschrijven gehouden voor de leerlingen en oud-leerlingen, waarvoor on geveer 200 personen waren ingeschreven. Des middags vond een druk bezochte re ceptie plaats. Na afloop werden de heeren Schroevers, als algemeen leider van de instituten Schroevers, en de heer H. G. van Brinkom, directeur van het Instituut Schroe vers te Amsterdam, gehuldigd. UIT NED. OOST-INDIE. KERK EN STAAT IN INDlE. BATAVIA, 14 Januari (Aneta). De meerderheid van de Commissie voor de scheiding van Kerk en Staat heeft als haar conclusie kenbaar gemaakt, dat eeu zoo spoedige scheiding le. wenscheljjk is, gelet op de samen stelling van de bevolking; 2e. alleen mogelijk is op de basis van volledige schadeloosstelling van de betrok ken kerkgenootschappen, voor tot dusver uit de Schatkist genoten voordeelen, welke zjj nadien zullen derven. Verder moet: 3e. daartoe een bedrag worden uitgekeerd, dat de gekapitaliseerde waarde vertegen woordigt van de vóór de scheiding verleende ondersteuningen. 4e. de financieele scheiding worden vast gelegd in een wetsbepaling in het IXe hoofdstuk van de Indische Staatsregeling. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Almkerk: J. H. Mulder, te Zoeterwoude; Te Lage Vuursche: J. Ronge, te Hoog-Bloklani GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Hoogersmilde: D. Zwart, cand. te Ooster-Nrjkerk. Aangenomen: Naar RaamsdonkF. de Vries, cand. te Oegstgeest. Bedankt: Voor 's-Gravenmoer, Moor drecht, en Ooster-NrjkerkF. de Vries, cand. te 0eg3tgeest. D». H. J. L. POORT, t Overleden is 70 jaar oud, ds. H. J. L. Poort, in leven predikant bq de Ned. Herv. Gemeente te Streefkerk, voorzitter van het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland. PROF. MAG. G. DE LANGEN WENDELSt Gisternacht is te Nijmegen op 60-jarigen leeftijd overleden, prof. Magister G. de Langen Wendels, professor aan de R.-K. Universiteit aldaar. De hoogleeraat werd geboren op 27 Dec. 1867 te Utrecht, ontving zijn theologische opleiding in de orde der Dominicanen te Huissen (Geld.), promoveerde en werd lector in de theologie in 1893. In 1906 kreeg hij den titel van Magister eo werd tot hoogleeraar benoemd aaD de bekende R.-K. Hoogeschool te Freiburg, waar hij 21 jaar doceerde. Sedert kort was prof. de Langen Wondels in ons land terug, als hoogleeraar aan de R.-K. Universiteit te Nijmegen. HET FRANSCH OP DE LAGERE SCHOOL. Het rapport van de door „Het Nat" ingestelde commissie. „Volksontwikkeling" geeft het rapport van de commissie, door het hoofdbestuur van „Het Nut" ingesteld ter bestudeering van het vraagstuk der wederinvoering van het vraagstuk der wederinvoering van het F rail sc h op de lagere school Deze com missie bestond uit de heeren Ph. Kohn- stamm, voorz L. C. T Bigot, K. R. Gallas, A. H. Gerhard. J. Hovens Greve, G. S Jol- mers, A Lobstein. K. J. Riemens, G v. Veen, rapporteur. Dé heer Hovens GreVe merkt in zijn •oor- woord op. dat zeven jaar lang een toestand van volslagen onbevredigdheid van voor- en tegenstanders bestaat en dat het Nut een poging wil doen, om tot oplossing te geraken. De' commissie is eenstemmig van oordeel, dat ieder kind in Nederland, waarvoor 't gewenscht wordt, op zekeren leeftijd op de lagere schoool onderwijs in 't Fransch moet kunnen krijgen. De beslissing moet niet bij autoriteiten of bij de school liggen, maar enkel bij de ouders. De' oude toestand waarbij in het 3e leer jaar met Fransch werd begonnen. 5 a 6 uren per week. mag onder geen beding terug- keeren. Het O.M. heeft moeilijkheden ondervonden door de radicale afschaffing; van betere re sultaten In het onderwijs in andere vakken op de lagere school is door de afschaffing van het Fransch niet gebleken, maar de klacht Is daarentegen algemeen, dat het grammaticaal inzicht bij de leerlingen sterk is gedaald, tengevolge van het feit. dat de lagere school al he'el weinig aandacht meer besteedde aan grammatica. Het aantal leerlingen, buiten gymnasium en H. B. S. om, dat voortgezet onderwijs krijgt, is belangrijk toegenomen, zoodat wederinvoering van het Fransch een belang is, dat veel talrijker volksgroepen raakt dan nog enkele tientallen jaren geleden het geval was. Van belangen-antithese tusschen kin deren van hoogeren en lageren stand kan weinig sprake meer zijn. daar het kind uit de volksklasse met goeden aanleg zijn plaats en zijn weg kan vinden. De Nutscommissie wil dus de keuze aan de ouders laten en stelt zich voor dat er klassen zullen zijn, die in haar geheel Fransch leeren; anderen, waar 9leChts een deel der kindeïen het niet leert waardoor het mogelijk zal worden dat gedeelten van klassen van homogene scholen ln dezelfde buurt zich zullen combine'eren. Het Fransch zal moeten worden gegeven ln het 5e en 6e leerjaar. De heeren dr C. S. JoTmers en dr. K J. Riemens ontwierpen een leerstofrapport, dat door de commissiei bijna zonder eenige wijzi ging met algemeene stemmen werd aange nomen, nadat het in al zijn ondeTdeelen be hoorlijk onder de loupe was genomen. Het luidt: Als voor waarde van toelating tot Middel bare School en Gymnasium mag niet meer worden geëischt dan: 1. Een eenvoudig vocabularium. 2. Eenvoudige vormleer met inbegrip der regelmatige werkwoorden 3. de eenvoudigste onderwerpen uit de Syntaxis, zooals: Overeenstemming van het voltooid deelwoord met être vervoegd. Wederkeerende werkwoorden. Ontken nende en vragende vorm Vooron sta het herkennen der woorden en der grammaticale vormen en het gebruiken ervan in eenvoudige Fransche zinnetjes; niet het vertalen in het Fransch. Wèl moeten de leerlingen toonen, de woor den en vormen ook correct te kunnen schrij ven. Voor het aanleeren hiervan kunnen, naast of in plaats van thema's, ook schrif telijke oefeningen en dictees worden ge bruikt. Bij een eventueel onderzoek van leerlin-i gen aan het eind der L. S. behoort de thema te< worden uitgesloten. Ook het mondeling onderzoek bediene zich zoo min mogelijk van het vertalen van Nederlandsche woor den, uitdrukkingen en zinnetjes in het Fransch. Dit rapport is gebaseerd op een totaal van 6 lesuren, welke op den rooster der school op tweeërlei wijze kunnen zijn vast gelegd, n.l. in 2 x 3 uren. waar het Fr., dat het M. O. eischt, wordt voorbereid in twee leerjaren, in 3x2 uren, waar voor de voorbereiding drie' jaren beschikbaar zijn De commissie gelooft, dat het aantal be zitters van de acte Fransch l.o. niet toerei kend zal zijn, om de behoefte vooral in de groote steden, te voldoen. Ze stelt voor e'en soort van verlichte lagere acte in te voeren, die zal heeten aanteekening op de onderwijs- acte en die alleen bevoegdheid zal geven tot en met het zesde leerjaar der lagere school. De heeren K. R Gallas en dr. K. J. Riemens, die in dezen adviseerden, formu leeren de eischen voor deze aanteekening aldus: 1. Het lezen van een stukje Fransch proza waarbij nauwkeurig gelet zal worden op eenj juiste uitspraak. 2. Het vertalen van een niet te moeilijk stuk Fransch proza. 3 Het vertalen van een eenvoudig stuk Nederlandsch zonder spel- en buigings- fouten. Omtrent de verwachtingen van de com< missie zegt het rapport: „Indien de voorstellen, in 't rapport neer gelegd, practijk mochten worden, ziet de commissie de nieuwe onderwijsgeneratie vrij algemeen in 't bezit van de bepleitte aantee kening en is dus de school op den duur in staat, tegemoet te komen aan de grapte vraag naar Fransch, die ongetwijfeld zal ontstaan, wanneer de gele'genheid wordt opengesteld. „Maar daarmee is de school niet op korten termijn geholpen Dat is zij alleen, als de in dienst zijnde onderwijzers, voorzoover niet bevoegd.'bereid zijn een aanteekening te halen. Het overgroole deel van hen zal dat, gezien het eenvoudige programma, zeer ge* makkelijke kunnen en de commissie ver moedde. als reeds werd opgemerkt, dat de neiging er wel zou zijn. omdat niemand graag een deel van zijn werk in de hoogste klassen aan een ander zal overgeven, als 't niet noodig is. Ook is te verwachten, dat de Nederlandsche onderwijzer zonder aar zelen zal medewerken op deze wijze de ge dachte aan een herleefde standenschool radicaal af te mijden. De vraag, of ten slotte een kleine financieele prikkel den ijver om de aanteekening te verwerven, nog zal moeten steunen, was een quaestie van uitvoering, welke de commissie naar haar oordeel niet behoefde op te lossen „Ten slotte zij herhaald, dat het gebruik van de aanteekening o.i. beperkt behoort te blijven tot het doel. waarmee ze werd inge steld Voor alle onderwijs, dat hierboven uit«< gaat, zal minstens de akte L.O. moeten wor den geëischt". DE RUITENVERNIELER TE ROTTERDAM. Het wordt thans lederen nacht erger. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn er te Rotterdam weer vele ruiten met een glassnijder beschadigd. Uit het groote aantal en uit de groote afstanden zou men kunnen afleiden, dat er meer dan één per soon aan het werk is geweest. Zoo zijn op het Burgemeester Hoffman- plein aan de Prins Hendrikkade, het Stiel tjesplein en in de Rosestraat tezamen on geveer 70 winkelruiten beschadigd; over het algemeen zijn het de groote spiegel ruiten, welke onder handen zijn genomen. Voorts zijn op den Linker Maasoever en de Beierlandschelaan ruiten beschadigd. In het Westelijke stadsdeel is ook nu weer geducht huisgehouden. Er zijn heel wat ruiten beschadigd aan den Nieuwen Binnenweg, aan Eerste- en Tweede MiddeL Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON, (Nadruk verboden).) 46) Hij slikte een groot brok door en het zweet brak hem uit. Zijn gezicht stond be zorgd en ernstig, maar hij zei niets. Begrijp je nu, waarom ik hier wil blij ven? Ja, zei hij eindelijk, het is beter, dat ze mij als dood betreurt, dan dat zij mij terugziet, terwijl ik van een ander houd. Nedra is de veiligste plaats in de wereld, ik zip het nu ook, lieveling. Ik kan de ge dachte niet verdragen, dat zij op mij zit te wachten, dat arme kind. Voor vandaag zijn wij al ongelukkig genoeg geweest, laten wij er niet verder over Praten. We zijn immers gelukkig samenl Maar den volgenden morgen nam zij hem na het ontbijt mee naar een heuveltje aan de rivier. Er was iets in haar manier van doen dat hem deed trillen van nieuwsgie- rige verwachting. Als wij binnen een jaar niet gered worden, dan is het wel niet waarschijnlijk dat we ooit gevonden worden, hé? vroeg zij nadenkend Misschien vinden ze ons morgen, mis schien vinden ze ons nooit. T zal wel een reden zijn. dat hier i\og ooit blanken geweest zijn Wij zijn in een eel van de zee, waar het voor schepen niet «eraden is te komen, ging zij voort, Maar waarom vroeg je dat eigenlijk? Omdat je mij gevraagd hebt je vrouw te worden, zei zij, hem recht in de oogen kijkend. Ik kan alleen maar hopen, dat we ge vonden worden, zei hij nadenkend. En als we nooit gevonden worden? Dan zal ik hoogstwaarschijnlijk als een oude vrijgezel sterven, lachte hij somber. Zijn er niet verschillende manieren om te trouwen, Hugh? En zijn zij in hun soort niet allemaal even goed? vroeg zij ernstig. Waar wil je naartoe, lieveling? zei hij verbaasd. Ik zal je maar dadelijk zeggen, waar ik vannacht over gedacht heb. Ik geloof niet dat je het onkiesch of onvrouwelijk zult vin® den, dat ik het zoo ronduit zeg, maar ik wil jouw vrouw worden. We zullen misschien nooit van dit eiland afkomen, maar we kunnen hier trouwen. Hier trouwen? riep hij verbluft. Ik bedoel, dat een huwelijk, dat op de manier hier op het eiland met de ceremo niën van die wilden gesloten wordt, ook een geldig huwelijk is. Daarom wil ik je eer lijk zeggen, Hugh, dat ik op die manier met jou trouwen wil. LandsWijs, lands eer. Ben je wel zeker van je zelf, schat? fluisterde hij heesch. Als ik niet zeker was, zou ik dit niet hebben gezegd. Ik ben heel zeker van me zelf. En ik vertrouw jou zoo, dat ik ook van jou zeker ben. Hij kuste haar wild. O. ik kan haast geen adem halen van vreugde en geluk. Maar je hebt nog niet gezegd, dat jij het goedvondt en hier met mij trouwen wil. Je zult vandaag nog met mij trouwen. Neem mij niet kwalijk, zei zij vroo- lijk, maar, als bruid heb ik het recht den trouwdag te bepalen. Als we over een jaar nog hier zijn, zal ik met jou trouwen. Een jaar, lieve deugd. Onmogelijk, zoo lang kan ik niet wachten, Tennys, wees redelijk. Ik ben heel redelijk. Ik ben genegen om mij aan de huwelijkswetten van Ridge- hunt te onderwerpen, maar ik moet toch zeggen, dat ik die van mijn eigen land de voorkeur geef. We moeten een jaar op een mogelijke verlossing wachten. Als die niet komt dan trouwen we hier. Maar er zijn drie honderd vijf en zestig dagen in een jaar! Maak er een maand van. Een maand is ook al een heele tijd. Een jaar is lang, zei zij voor zich zelf. Daar héb je gelijk inl Goed dan, ik zal op den drie en twintigsten Mei met je trouwen. Maar dat i9 een half jaar, riep hij spijtig uit. Je moet deze beslissing aannemen. Er wordt verder niet afgedongen. HOFDSTUK XXXI. „De trouwring". De zes maanden gingen voorbij en weldra zou het eigenaardige huwelijk gesloten wor den. De hoop. dat zij nog ontdekt mochten worden, werd verdrongen door het verlan gen naar hun trouwdag. De oprechtheid en reinheid van hun liefde en de vreemde om standigheden rechtvaardigden zeker de wijze, waarop zij in dit wildenland trouw den. Er werd met groote voortvarendheid aan hun uitzet gewerkt. Deze was zeer uitgebreid veel uitgebreider dan van eenige beschaafde vrouw uit de beschaafde wereld. Hun aanbidders waren al tijden lang met niets anders bezig dan hen van goede ga ven te voorzien, die voornamelijk in klee- ren bestonden. Als zij zoo doorgaan, kunnen we bin nenkort een winkel beginnen. We hebben zeker een eeuw noodig alleen maar om ze allemaal te passen. Hugh maakte deze op merking, toen hij met Tennv9 de nieuwste aanwinsten voor hun collectie in Gogen- schouw nam. Ik geloof, dat die groene pantalon je bepaald lief zal staan, Hugh. Die parasol van jou is werkelijk een unicum. Maar ik geloof dat hij wat zwaar is om er mee door Hyde-Park te wandelen. Heb je gezien, dat er twee mannen voor noodig waren, om hem hier naar toe te brengen? Nee, je had moeten zien hoe op gelucht ze waren toen ze hem neer konden leggen. Ik ben maar blij. dat wij over een maand trouwen; als we het nog langer uit stelden zou er op het heele eiland geen ma teriaal meer zijn om aan de vraag naar confectie-pakken en japonnen te voldoen. Ik ben bang dat de stakkers nu zelf naakt zullen moeten rondloopen tot de nieuwe oogst. Ik heb vandaag een van Poetoe's echtvriendinnen bezig gezien met het repa- reeren van zijn Zondagsche pak; dat is een slecht teeken. Maar het is overigens een gekke boel. Ik heb twee honderd drie en tachtig pantalons en maar zeven hemden. Als ik een honderd broeken tegen hemden kon ruilen dan zou ik een heel wat geluk kiger bruidegom zijn. O, ze kunnen wel wat van mijn ki- i mono's veranderen. Ik heb" er minsten* driehonderd. Zeg, die daar met die roode moppen vind ik vreeselijk mooil Overal om hen heen waren voortbreng-" selen van de nooit eindigende maar zeer primitieve gulhartigheid van de eiland-, bewoners. De allerzotste voorwerpen lagen in den tempel opgetast. Onbeschrijflijk is een veel te zwak woord om de hoeveelheid van de voorwerpen aan te duiden. De beide blanken werden, waar ze hun blikken ook wendden of keerden door de allervreemdste huishoudelijke voorwerpen, meubelstukken, snuisterijen en prullen en bergen kleeding- stukken aangestaard. De dagen onmiddellijk voor hun huwelijk waren voor bruidegom en bruid tijden van groote opwinding. Reeds waren de wilden de feestelijkheden begon nen; krijgsdansen en bedevaarten naar den tempel waren aan de orde van den dag en hoe meer de trouwdag naderde hoe woester en zenuwachtiger de wilden werden. Gisteren was het nog een week, nu is het nog maar zes dagen, zei Hugh, toen ze er op uit gingen om naar de bouw van den nieuwen tempel, hun toekomstige echtelijke woning met zijn grooten „trouw-ring" van wit krijt te gaan kijken. Deze nieuwe tem pel was groot genoeg om de heele bevolking van Rudgehunt te herbergen, al hoewel er dan voor elke inwoner afzonderlijk niet al te veel plaats zou zijn. Morgen is het nog maar vijf dagen, zei zij; wat gaat de laatste dagen de tijd langzaam. Ze zalen bij een bron op een heuvel en keken naar de nijvere werkers beneden hen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5