NEDRA
68s" Jaargang
LElDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 Januari 1928
Tweede Blad
No. 20809
BINNENLAND.
EEN GOUDEN HUWELIJKSFEEST.
FEUILLETON.
i-
DE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN
Een proef met electrische lo-
comotievez voor het goederen-
vervoer op de lijn Amsterdam-
Rotterdam.
Naar de „Maasbode" verneemt hebben de
Nederlandsche Spoorwegen het voornemen
om hel goederenvervoer op de geëlectrifi-
ceerde spoorlijn AmsterdamRotterdam 'm
de toekomst door electrische treinen te doen
geschieden.
Zooal9 bekend, geschiedt thans alleen het
personenvervoer met electrische treinen, ter
wijl het goederenvervoer nog steeds met
stoomtreinen plaats vindt.
Om nu deze geêlectrificeerde lijn geheel
tan haar doel te doen beantwoorden, zullen
de Nederlandsche Spoorwegen als proef, een
tweetal electrische locomotieven laten ma
ken. waarmede de goederentreinen in de
toekomst gereden zullen worden ter vervan
ging van de stoomlocomotieven.
Deze locomotieven zullen bij „Werkspoor"
vervaardigd worden en einde van dit jaar in
gebruik genomen worden.
De kosten dezer machines bedragen onge
veer een half millioen.
Bij invoering van deze locomotieven zal
een belangrijke besparing verkregen wor
den. o.a. doordat geen kolen meer ingeladen
behoeven te worden, waardoor de kolen-
depóts opgeheven kunnen worden De ma
chines behoeven niet meer, zooals thans de
stoomlocomotieven, op het eindpunt te kee-
xen enz.
Voorts kunnen de groote internationale
treinen voor België en Frankrijk tot Rotter
dam er mede vervoerd worden en 90 K.M.
rijden, enz.
DE MILITAIRE RECHTSPRAAK.
De minister heeft medegedeeld
dat invoering van revisie in
I overweging is.
Op de vragen van den heer Kleerekoper
betreffende het voorbereiden eener wetswij
ziging, waarbij de afzonderlijke militaire
rechtspraak, althans in zaken, welke tot den
krijgsdienst in geen verband staan, wordt
afgeschaft, heeft minister Donner o.a. ge
antwoord. dat de aan het Hoog Militair
Gerechtshof opgelegde en op zich zelf zeker
weinig benijdenswaardige taak, zooals de
ervaring heeft bevestigd, met vertrouwen
in handen van dit college kan worden ge
zien. De wijze, waarop de hierbedoelde
zware strafzaak (de vergiftiging van kap.
Queck) is behandeld, geeft zeker op zich
zelf niet de minste aanleiding, thans in
eens het geldende beginsel, althans voor
zoover het zware strafzaken betreft, als
^uiterst bedenkelijk" te qualificeeren.
Het is den minister niet duidelijk gewor
den. waarom de behandeling der bewuste
zware strafzaak door het Hoog Militair Ge
rechtshof aanleiding zou moeten zijn het
urgent te achten, dat aan de militaire recht
spraak, althans in zaken, welke tot den
krijgsdienst in geen verband staan, een
einde kome. Immers kan, zelfs aangenomen
de urgentie om aan de hoofdofficieren, die
thans in eersten en laatsten aanleg voor het
Hoog Militair Gerechtshof terechtstaan, de
gelegenheid te geven, om hun zaak in appèl
en cassatie te doen behandelen, daaraan ook
op andere wijze worden tegemoet gekomen
dan door de afschaffing der bestaande af
zonderlijke militaire rechtspraak, zoo b.v.
door hen te doen terechtstaan voor krijgs
raden van speciale samenstelling, met appèl
op het Hoog Militair Gerechtshof en daar
na beroep in cassatie op den Hoogen Raad.
De minister is van oordeel, dat tot het
zoo spoedig mogelijk voorbereiden van wets
wijzigingen. als door den steller der vragen
gewenscht. geen voldoende reden bestaat
Intusschen moge hieraan worden toege
voegd dat de minister in overweging heeft
de wijziging van de militaire strafrechtspie
ging op een punt. dat in de vragen wel is
waar niet is aangeroerd, doch met het on
derwerp daarvan toch eenigermate in ver
band 9faat n.l. de invoering in militaire
strafzaken van het instituut der revisie.
Dit instituut is in de militaire strafrechts
pleging thans onbekend en dat zulks sedert
1815 dus meer dan een eeuw lang. nog niet
of nauwelijks tot moeilijkheden aanleiding
beeft gegeven, is niet alleen verwonderlijk.
doch tevens een aanwijzing hiervoor, dat
ook die rechtspleging door een zorgvuldige
behandeling vaD zakeD gekenmerkt is. In
tusschen is niet te ontkennen, dat het ge
mis van het buitengewone rechtsmiddel der
revisie tot bezwaar aanleiding zou kunnen
geven, zoodat de minister voornemens is,
de totstandkoming van een weiswijziging
strekkende tot de invoering van bedoeld
rechtsmiddel in militaire strafzaken, te be
vorderen.
EEN VLIEGTOCHT VAN LONDEN NAAR
KAAPSTAD EN TERUG.
Op initatief van Van Lear Black.
Naar Reuter uit Londen seint, heeft de
heer Van Lear Black een Fokker-vliegtuig
van de K. L. M. gecharterd voor een vlucht
van Londen naar Kaapstad en terug, onge
veer 20.000 mijlen. Hel vliegtuig zal worden
bestuurd door Geysendorffer en Scholte,
met wie hij, gelijk men weet, de reis naar
Indië en terug volbracht
Naar wij vernemen zal de tocht worden
ondernomen met een vliegtuig van het
bekende type F Vila H.N.A.D.P., met één
luchtgekoelden Jupiter-motor. dus met een
zelfde vliegtuig, waarmede door Geysendorf
fer c.s ook de reis naar Tndië en terug is
volbracht. De piloten toeren momenteel in,
of-te-wel: boven Europa. Wanneer de tocht
naar Kaapstad zal aanvangen is nog niet
bekend, maar de kans is groot, dat het on
geveer zomer zal worden. Trouwens omtrent
het geheele verdere programma van den
heer Van Lear Black, dat vrij uitgebreid
schijnt te zijn, staat nog niets vast.
PROF. DE SAVORNIN LOHMAN OVER
DEN POLITIEKEN TOESTAND.
Herstel der coalitie? De
Chr. Hist. Unie heeft haar ge
dragslijn nog niet vastgesteld.
Wij hebben in onze beschouwing over
de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar
in ons nummer van Oudejaarsavond in het
kort den politieken toestand besproken en
gezegd datalles wijst op een herstel der coa
litie, al zal dat dan ook wel op zich laten
wachten tot de verkiezingen in 1929. Het
loont in verband daarmede de moeite na
te gaan wat prof. B. C. de Savoranin Loh-
man op een vergaderig in Middelburg heeft
gezgd dat alles wijst op 'n herstel der coa-
Historische Unie ten opzichte van het her
stel. Wij ontleenen hieromtrent aan een
verslag in „De Nedei lander" dat spreker
voorop stelde dat de Unie haar gedragslijn
voor de naaste toekomst nog niet heeft
vastgesteld zoodat spreker niet meer kon
geven dan een persoonlijke opvatting Waar
deze opvatting intusschen om en nabij zal
weergeven wat men denkt in de Unie is
zij echter ongetwijfeld van belang.
Spreker wijst aldus „De Ned." op
het onbevredigende van de bestaande poli
tieke verhoudingen, die geleid hebben tot
het optreden van eer. extra-parlementair
zakenkabinet en stelt dan de vraag of er
een politieke combinatie denkbaar is die
geschikt zou ziin als basis voor een par
lementaire regeering. zich daarbij afvra
gend, welke combinatie dan de meeste kans
levert voor de doorwerking der Chr. Hist,
b "inselen in het staatsbestuur.
De tegeristelling democratisch-conserva-
tief, die aan de gedachte der Roomsch-roode
werking ten gronde ligt, kan ons uiter
aard niet bekoren De geschiedenis van
1894 is in dit opzicht leerzaam. Ook ver
zet zich ons beginsel tegen die anti-these,
die ook met het karakter van een ware
„volkspartij" als de onze in strijd is. Bo
vendien zou door een dergelijke oplossing
verwarring gesticht worden vooral onder
de christelijke arbeiders. En roomseh-rood
zal zekere grootere gevaren opleveren voor
het Protestantsch karakter onzer natie dan
de oude coalitie De S D A. P staat vol
komen onverschillig tegenover deze gua^she
en ook de V.D. partij ruilt bijv. graarne 't
gezantschap in tegen een radicaal deside
ratum.
Oplossingen zonder de R.K. zijn a?lj".n
denkbaar in den vorm van minderhoids-
couibinaties. die een uiterst willekeurig ka
rakter dragen en te zwak alsmede inner
lijk té voos zijn, om een krachtige parle
mentaire Regeering voort te brentren M*"n
make zich dus geen illusies over bijv een
samenwerking van C. H„ A. R. en Yrtjh.-
bond of V, Dem.
Als men een parlementaire Regeering
wil, is de beste oplossing herstel der recht-
sche samenwerking.
Men vreest daarvan versterking ran de
macht van Rome in vergelijking met den
tegenvvoordigen toestand. Volgens spr. ten
onrechte.
Is Rome voor het voetlicht, als deel eener
parlementaire coalitie, openlijk verantwoor
delijk voor het gouvernement, zooveel „ge
vaarlijker" dan Rome achter de schermen?
Spreker ontkent dat: een zoo krachtige
partij, en dat geldt vooral van de R.K., zal
altijd zeer veel invloed hebben bijv. op be
noemingen. ook als zij officieel buiten de
Regeering staat. De recente en oudere prak
tijk bevestigen dat.
Toch is ook voor Rome de coalitie ran
belang, maar om redenen die met het Pro
testantsch karakter der natie niets te ma
ken hebben. Mar Rome wenscht herstel,
èn omdat sommigen inderdaad affiniteit ge
voelen met de protestansch-christelijke par
tijen. èn omdat de bestaande toestand op
den duur tot een verbrokkeling der R.IL
Staatspartij zou kunnen leiden, die intus
schen in geen enkel opzicht het Protestan
tisme ten goede zou komen.
Nog steeds is er veel dat de christelijk©
partijen vereenigt. Er is veel verschil, bij
de linksche partijen trouwens niet minder.
Maar er blijft meer dat vereenigt.
Zelfs misschien meer dan vroeger.
Uit de laatste algemeene beschouwingen
over de staatsbegrooting blijkt, dat er bij de
drie partijen zekere neiging is tot herstel, al
zal men. gelijk dr. de Visser terecht zeide.
niets moeten forceeren en al zal men voor-
loopig niet verdeT kunnen gaan dan het aan-
kweeken van een gezindheid
Spr. spreekt verder over de wijze waarop
eventueel de ^menwerking zou kunnen
worden hersteld Niet door programma's van
actie en een vast accoord vóór de stembus.
Onze beginselen verdragen zich daarmede
niet. Wel door bereidverklaring tot medewer
king. als na den uitslag der verkiezingen een
oplossing in dezen geest wordt beproefd Het
liefst natuurlijk onder protestantsche leiding
en hel ligt voor de hand dat het Regeerings-
program. waaromtrent uiteraard overle;
wordt gepleegd, niet moet bevatten wat met
ons beginsel in strijd is en ernstig met onze
wenschen moet rekenen.
Spreker eindigde met te verklaren, dat
voorbereiding tot gezonde politieke toestan
den zal moeten aanvangen in de partijen
zelf en dat de tegenstellingen met verwante
partijen niet noodeloo9 moeten worden ge
accentueerd.
LAGERE VOLKSKLASSEN EN
LAGERE MORALITEIT.
Een uiting van het O. M. voor da
Arnhemsche Rechtbank.
De heer Kleerekoper heeft aan den mi
nister van Justitie de volgende vragen ge
steld:
1. Heeft de minister van Justitie kennis
genomen van het feit, dat bi] de behande
ling van een strafzaak voor de Arnhemsche
rechtbank op 10 Januari jl., door den offi
cier van Justitie is gezegd, dat tegenwoor
dig een deel van de kiezers en gekozenen
voortkomt uit de laagste klassen der samen
leving, en dat die omstandigheid van in
vloed is op de publieke moraliteit, in dezen
zin, dat, meer dan voorheen, omkooperij
van kiezers veelvuldig voorkomt, zoo met
borrels als met andere, niet minder waarde
volle gaven?
2. Acht de minister deze uitspraak juist,
of 19 het veeleer aan Zijn Excellentie met
onbekend gebleven, hoezeer de veranderin
gen in het kiesrecht sedert 1917 geleid heb
ben tot het sterk verminderen van misbrui
ken, als hierboven bedoeld, welke daaren
tegen in vroegere jaren bij verkiezingen
vrijwel regel waren?
3. Acht de minister het gepast, dat door
een vertegenwoordiger van het O. M. op
zulk een wijze verband wordt gelegd tus-
schen lagere volksklassen en lagere mora
liteit. van welken aard ook, ofschoon onze
samenleving allerminst overeenkomst geeft
te zien tusschen maatschappelijk en zedelijk
Peil?
Zoo neen, wil dan de minister van zijn af
wijkend oordeel openlijk blijk geven?
J
Maandag 20 Januari a.s. hopen onze stad genooten Andries Vermeer en Zw&antja
Kroon, wonende Kooilaan 22 en respectie velijk 77 en 74 jaar oud, den dag te her
denken, waarop zij voor vijftig jaar in den echt werden verbonden. Wij wenschen
den oudjes, die zich beiden nog in het bezit eener goede gezondheid mogen verheugen,
een gelukkigen bruidstijd en een onbezorgden levensavond.
HET GEBOOMTE LANGS DE
RIJKSWEGEN.
Een commissie van advies
ingesteld.
De Minister van Waterstaat heeft een
commissie ingesteld, aan welke wordt opge
dragen, de Regeering van advies te dienen
omtrent de vraag, in hoeverre het maken
van verschillende en in het bijzonder van
gesloten wegdekken bij den aanlc en de
verbetering van wegen van invloed is op de
op, langs en nabij die wegen voorkomende
beplantingen en omtrent de maatregelen,
welke zouden moeten worden genomen om
den nadeeligen invloed van die wegdekken
voor de beplantingen zooveel doenlijk te
voorkomen.
In die commissie zij volgens de „N.R.Ct."
benoemd: tot lid en voorzitter ir. D. A. von
Heijst, hoofdingenieur-directeur van den
rijkswaterstaat te 's-Gravenhage; H. W O.
de Bruijn, secretaris-ingenieur van de We
gencommissie van den Algem. Nederl. Wiel-
rijdersbond en de Kon. Nederl. Automobiel
club te 's-Gravenhage; R Houtzagers, in
specteur bij de Nederl. Heidemaatschappij
te Arnhem; J. H. Jager Gerlings, inspec
teur van het Staatsboschbeheer te Utrecht
en prof. Joh. Westerdijk, hoogleeraar aan
de universiteit te Utrecht
DE KWESTIE DER FAILLISSEMENTEN.
Een der Haagsche advocaten
weer vrij.
Gisteren is appèl aangeteekend tegen het
vonnis inzake de faillietverklaring van de
Veendammer Hypotheekbank.
Een der gearresteerde commissarissen der
failliete Maatschappij voor Scheepsverband,
mr. M. P. G. K. v. d. C., te Den Haag (de
initialen waren gisteren onvolledig ver
meld) is weer op vrije voeten gesteld, op
grond van het feit, dat geen overtuiging van
zijn schuld is te leveren inzake de verduis
tering van pandbrieven ten nadeele van de
gefailleerde Maatschappij voor Scheepsves-
band. j
DE VERLAGING VAN ENKELE POST-
TARIEVEN.
Blijkens een door den Minister van Wat
terstaat aan de Tweede Kamer overgeleg-
den staat, wordt tengevolge van de met 1
Februari a.s. in werking tredende veria-
ging van posttarieven, eene lagere ont
vangst verwacht van 2*/' millioen.
DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRIE.
De kwestie ts Doetinchem-
De raadscommissie inzake eventueele cor
ruptie in gemeentebedrijven te Doetinchem
heeft zich in een uitvoerig rapport tot B. en
W. en den raad gericht, waarin het zijn
standpunt uiteenzet.
De commissie verklaart bij haar onder
zoek van meet af te zijn tegengewerkt door
de combinatie PietersonVersink (resp.
directeur der gasfabriek en wethouder dec
bedrijven). Blijkens de feiten wil deze com
binatie de commissie den weg voorschrijven,
dien zij bij haar onderzoek te bewandelen
heeft in strijd met de door den raad ver-»
leende volledige vrijheid van handelen. De
heer Versink ging zelfs zoo ver den direc
teur te ontraden voor de commissie te ver
schijnen.
De commissie verklaart dat zij de resul
taten van haar onderzoek nog niet heeft
medegedeeld omdat het onderzoek nog pas
goed begonnen is en lang niet beëindigd.
De commissie acht zich volkomen ge
rechtigd de uitgaven van den directeur als
privé-persoon te controleeren en aan zijn
inkomsten te toetsen. De commissie trad
ten deze alleen met politioneele deskundig
heid op.
De commissie acht het zeer bevreemdend,
dal buiten den vastgestelden omvangdag da
directeur een der heeren van de corruptie
firma Gautsch heeft ontvangen.
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
45)
Nee, nee. Dat is het nietl Hugh, wordt
els je blieft niet weer kinderachtig. Ik vind
het heelemaal niet prettig.
Maar je houdt van mij. Je houdt van
®ij en je weet het niet, zei hij steeds opge
wondener Ze keek hem van met een blik
die geamuseerde verbazing uitdrukte.
Ik zal maar geduld met je hebben.
Geloof je niet dat ik mij zelf ken?
Nee, dat doe jij niet. zei hij met over
tuiging. Laat mij je een paar vragen mo
gen stellen en ik vraag je terwille van ons
heiden ze eerlijk te beantwoorden Dan zal
je bewijzen dat je van me houdt 1
Wie zal daarover beslissen? vroeg zij
▼roolijk, maar toen hij haar hand in de
2lJne nam beefde ze toch 'n beetje
Om te beginnen dan, is er een andere
lnan die jij hier liever zou hebben?
Nee. antwoordde zij flink, met een po-
&Qg tot glimlachten.
Heb je er nooit aan gedacht dat je zoo
bijzonder op dit eiland gesteld bent omdat
f. onzp scheiding zou beteekenen als we
öler vandaan gingen
7~ maar maar dat zou ook het ge-
al zijn met iemand anders, als ik niet on-
erschillig voor hem was, antwoordde ze
haastig
Maar er is geen ander, wel?
1 Hugh, het zou niet goed zijn, als ik
je aanmoedigde door op die vraag antwoord
te geven. Laten we weer naar het dorp terug
gaan.
Wel, ik weet dat er geen ander is. Zeg
mij, dat je hier niet vandaan wil, omdat wij
in de groote wereld elkaar zouden verlie
zen, hield hij aan.
Zoo iets heb ik wel gedacht zei zij,
zóó zachtjes, dat hij het antwoord meer
raadde dan hoorde
Jij hebt me gezegd, dat je hoopt dat
Grace nog in leven is. Wat zou dat voor jou
beteekenen?
Ik ik weet het niet, stamelde ze.
Zou jij je nog even gelukkig voelen als
wij bij elkaar kwamen?
Daar heb ik nooit aan gedacht, zei zij.
En toen kwam ze opeens los.
O, Hugh, ik zou je niet op kunnen
geven ik zou het niet kunnen I riep zij,
terwijl ze zijn hand in een koortsachtigen
greep vasthield.
Dan begin je er, geloof ik, achter te
komen, wat liefde is. fluisterde hij Hij sloeg
zijn arm zacht om haar schouder en toen
hij haar naar zich toetrok kwam er een
wonderbaarlijk gevoel over haar. Zij waa
ontwaakt.
Heb ik bewezen dat je ran me houdt,
liefste
Ik heb het nooit geweten, voor nu.
Hun lippen vonden elkaar, hun oogen
sloten zich; de wereld was ver weg
HOOFDSTUK XXX.
Het Land zondei Burgerlijken Stand.
Ze9 wilden, die op een heuveltje boven
hen lagen zagen het toonee! dat zich daar
aan hun voeten afspeelde «net stilzwijgende
verbazing aan. Ze hadden hun Izors nog
nooit in een dergelijke intieme verstandhou
ding gezien.
O Hugh, wat kijken die mannen
naar onsl
Laat ze kijken 1
De schaduwen werden langer en langer
toen zij de Fluweelvallei doorliepen, hij met
zijn arm om haar middel. Ze zaten tot laat
in den nacht voor de tempel, genietend van
de natuur, die zij als met nieuwe oogen
aanzagen De maanverlichte hemel scheen
9chooner dan ooit tevorende toortsen voor
het „Koninklijk paleis" flikkerden vroo-
lijker.
Heel Ridgehunt was vroolijk vierde
feest, want het was een zeer bijzonderen
nacht. Koning Poetoe had een nieuwe
vrouw genomen, zijn gemalinnen-collectie
was met een nieuw exemplaar vermeerderd.
Er waren volksdansen en allerlei soorten
spelen, want het was een bijzondere gele
genheid, daar de Koning hoogstens twee
maal in het jaar een nieuwe vrouw nam.
De vader van de bruid had haar dien nacht
naar den Koning gebracht en met een speer
een cirkel om haar heen getrokken in den
grond.
Binnen deze cirkel viel het meisje op haar
gezicht voor haar toekomstigen gemaal en
het huwelijk werd voltrokken doordat de
Koninklijke reus in den kring stapte en haar
optilde om haar naar haar ambtszusters 'e
brengen, die in de nabijheid zaten toe te
kijken Deze plechtige handeling deed de
feestvreugde ten top 9tijgen Pas diep in den
nacht nam het lawaai af en hand in hand
betraien de beide afgoden hun tempel. Hij
bracht haar tot haar kamer.
Goeden na^ht. lieveling, zei hij zacht.
Zij wendde haar gezicht rfaar hem en hij
trok haar naar zich toe, terwijl hun lippen
langen tijd op elkaar bleven rusten.
Goeden nacht, fluisterde zij en ging
langzaam haar kamer binnen. Nog uren la
ter lag hij wakker, druk bezig met de vraag,
wat het toch wel voor een soort liefde ge
weest was, die hij voor Grace Vernon ge
voeld had. Dit was heel iets anders.
Den volgenden dag brachten zij een be
zoek bij den Koning, die zich. zoodra hij
hen aan zag komen, op zijn gezicht viel.
De nieuwe echtgenoote was bezig met de
wederopbouw van een deel van het Ko
ninklijk paleis, dat bij een storm van korten
tijd tevoren, ingewaaid wa9. Voor zij weer
vertrokken had Tennys de genoegdoening
en Hugh het vermaak de nieuwe echtge
noote te zien uitrusten, terwijl de Koning
zelf de herstelling van zijn paleis ter hand
nam.
Ik heb vanochtend ernstig nagedacht,
liefste, zei hij, op hun terugweg naar den
tempel.
Ik heb er over nagedacht, in wat voor
een onaangename positie wij ons hier als
verliefden bevinden.
Ik zou zeggen dat het een ideale po
sitie is.
Maar waar is hier een geestelijke of
een ambtenaar van den Burgerlijken
Stand?
Ze keek hem vragend aan en hij ver
volgde: Wij kunnen niet trouwen zon
der een van deze heeren.
Zij bleef met een schok stilstaan. Trou
wen? Wel wel we hebben heelemaal
niet over trouwen gesproken
Daarom spreek ik er nu juist over. Ik
wil jou tot vrouw hebban Tennys Wil iij
dan niet met mij trouwen lieveling?
Maar Hugh Mischien moeten we ons
leven hier op dit eiland slijten en hoe kun
nen we hier nu trouwen. En ik heb er ooE
heelemaal nog niet over gedacht
Maar dan moet je er toch eens orer
denken. Ik kan niet alléén al het denk-werk
opknappen.
Misschien is Lord Huntingfond nog in
leven, opperde ze.
Ik kan er een eed op doen dat dat niet
zoo is. Hij is een van de eersten geweest,
die omkwamen. Hij is direct overboord ge
slagen, toen hij aan dek kwam.
Maar wees toch niet zoo haastig. Ali
ik nu zeggen zou, dat ik je vrouw zou wil
len worden, wat dan?
Maar je hebt het nog niet gezegd,
hield hij vol.
Maar hoe kunnen wij nu trouwen als
wij hier niet vandaan komen naar een
plaat9, waar een kerk of een Burgerlijken
Stand is.
Daar moet jij nu juist eens over den
ken. Ik ben bijna ziek van het probleem.
Ze hadden den tempel bereikt.waar zij
zich met een zucht van genoegen in de
hangmat liet vallen en hij tegen de deur
post aan haar hoofdeneind bleef staan.
Ik ben hier absoluut tevreden, Hugh zei
zij. Als wij hier blijven leven, kan er
nooit iemand komen, om on9 te scheiden*
Ik geloof, dat ik er niet in toe zal stemmen
om gered te worden, zei zij aarzelend en
vervolgde*
Laat ik jou nu ook wat mogen vragen.
Veronderstel dat wij gered worden Ik neem
aan dat Lord Hunfingford dood is Maar als
jij Grace nog in lev^n vindt hopend op
jouw terugkomst, wat zou er van haar wor
den als ie haar vertplde dat je van mij
houdt en wat zou er van mij worden als jij
met haar trouwde?
CWordt vervolgd), J