NEDRA 68s" Jaargang LElDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 Januari 1928 Tweede Blad No. 20809 BINNENLAND. EEN GOUDEN HUWELIJKSFEEST. FEUILLETON. i- DE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN Een proef met electrische lo- comotievez voor het goederen- vervoer op de lijn Amsterdam- Rotterdam. Naar de „Maasbode" verneemt hebben de Nederlandsche Spoorwegen het voornemen om hel goederenvervoer op de geëlectrifi- ceerde spoorlijn AmsterdamRotterdam 'm de toekomst door electrische treinen te doen geschieden. Zooal9 bekend, geschiedt thans alleen het personenvervoer met electrische treinen, ter wijl het goederenvervoer nog steeds met stoomtreinen plaats vindt. Om nu deze geêlectrificeerde lijn geheel tan haar doel te doen beantwoorden, zullen de Nederlandsche Spoorwegen als proef, een tweetal electrische locomotieven laten ma ken. waarmede de goederentreinen in de toekomst gereden zullen worden ter vervan ging van de stoomlocomotieven. Deze locomotieven zullen bij „Werkspoor" vervaardigd worden en einde van dit jaar in gebruik genomen worden. De kosten dezer machines bedragen onge veer een half millioen. Bij invoering van deze locomotieven zal een belangrijke besparing verkregen wor den. o.a. doordat geen kolen meer ingeladen behoeven te worden, waardoor de kolen- depóts opgeheven kunnen worden De ma chines behoeven niet meer, zooals thans de stoomlocomotieven, op het eindpunt te kee- xen enz. Voorts kunnen de groote internationale treinen voor België en Frankrijk tot Rotter dam er mede vervoerd worden en 90 K.M. rijden, enz. DE MILITAIRE RECHTSPRAAK. De minister heeft medegedeeld dat invoering van revisie in I overweging is. Op de vragen van den heer Kleerekoper betreffende het voorbereiden eener wetswij ziging, waarbij de afzonderlijke militaire rechtspraak, althans in zaken, welke tot den krijgsdienst in geen verband staan, wordt afgeschaft, heeft minister Donner o.a. ge antwoord. dat de aan het Hoog Militair Gerechtshof opgelegde en op zich zelf zeker weinig benijdenswaardige taak, zooals de ervaring heeft bevestigd, met vertrouwen in handen van dit college kan worden ge zien. De wijze, waarop de hierbedoelde zware strafzaak (de vergiftiging van kap. Queck) is behandeld, geeft zeker op zich zelf niet de minste aanleiding, thans in eens het geldende beginsel, althans voor zoover het zware strafzaken betreft, als ^uiterst bedenkelijk" te qualificeeren. Het is den minister niet duidelijk gewor den. waarom de behandeling der bewuste zware strafzaak door het Hoog Militair Ge rechtshof aanleiding zou moeten zijn het urgent te achten, dat aan de militaire recht spraak, althans in zaken, welke tot den krijgsdienst in geen verband staan, een einde kome. Immers kan, zelfs aangenomen de urgentie om aan de hoofdofficieren, die thans in eersten en laatsten aanleg voor het Hoog Militair Gerechtshof terechtstaan, de gelegenheid te geven, om hun zaak in appèl en cassatie te doen behandelen, daaraan ook op andere wijze worden tegemoet gekomen dan door de afschaffing der bestaande af zonderlijke militaire rechtspraak, zoo b.v. door hen te doen terechtstaan voor krijgs raden van speciale samenstelling, met appèl op het Hoog Militair Gerechtshof en daar na beroep in cassatie op den Hoogen Raad. De minister is van oordeel, dat tot het zoo spoedig mogelijk voorbereiden van wets wijzigingen. als door den steller der vragen gewenscht. geen voldoende reden bestaat Intusschen moge hieraan worden toege voegd dat de minister in overweging heeft de wijziging van de militaire strafrechtspie ging op een punt. dat in de vragen wel is waar niet is aangeroerd, doch met het on derwerp daarvan toch eenigermate in ver band 9faat n.l. de invoering in militaire strafzaken van het instituut der revisie. Dit instituut is in de militaire strafrechts pleging thans onbekend en dat zulks sedert 1815 dus meer dan een eeuw lang. nog niet of nauwelijks tot moeilijkheden aanleiding beeft gegeven, is niet alleen verwonderlijk. doch tevens een aanwijzing hiervoor, dat ook die rechtspleging door een zorgvuldige behandeling vaD zakeD gekenmerkt is. In tusschen is niet te ontkennen, dat het ge mis van het buitengewone rechtsmiddel der revisie tot bezwaar aanleiding zou kunnen geven, zoodat de minister voornemens is, de totstandkoming van een weiswijziging strekkende tot de invoering van bedoeld rechtsmiddel in militaire strafzaken, te be vorderen. EEN VLIEGTOCHT VAN LONDEN NAAR KAAPSTAD EN TERUG. Op initatief van Van Lear Black. Naar Reuter uit Londen seint, heeft de heer Van Lear Black een Fokker-vliegtuig van de K. L. M. gecharterd voor een vlucht van Londen naar Kaapstad en terug, onge veer 20.000 mijlen. Hel vliegtuig zal worden bestuurd door Geysendorffer en Scholte, met wie hij, gelijk men weet, de reis naar Indië en terug volbracht Naar wij vernemen zal de tocht worden ondernomen met een vliegtuig van het bekende type F Vila H.N.A.D.P., met één luchtgekoelden Jupiter-motor. dus met een zelfde vliegtuig, waarmede door Geysendorf fer c.s ook de reis naar Tndië en terug is volbracht. De piloten toeren momenteel in, of-te-wel: boven Europa. Wanneer de tocht naar Kaapstad zal aanvangen is nog niet bekend, maar de kans is groot, dat het on geveer zomer zal worden. Trouwens omtrent het geheele verdere programma van den heer Van Lear Black, dat vrij uitgebreid schijnt te zijn, staat nog niets vast. PROF. DE SAVORNIN LOHMAN OVER DEN POLITIEKEN TOESTAND. Herstel der coalitie? De Chr. Hist. Unie heeft haar ge dragslijn nog niet vastgesteld. Wij hebben in onze beschouwing over de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar in ons nummer van Oudejaarsavond in het kort den politieken toestand besproken en gezegd datalles wijst op een herstel der coa litie, al zal dat dan ook wel op zich laten wachten tot de verkiezingen in 1929. Het loont in verband daarmede de moeite na te gaan wat prof. B. C. de Savoranin Loh- man op een vergaderig in Middelburg heeft gezgd dat alles wijst op 'n herstel der coa- Historische Unie ten opzichte van het her stel. Wij ontleenen hieromtrent aan een verslag in „De Nedei lander" dat spreker voorop stelde dat de Unie haar gedragslijn voor de naaste toekomst nog niet heeft vastgesteld zoodat spreker niet meer kon geven dan een persoonlijke opvatting Waar deze opvatting intusschen om en nabij zal weergeven wat men denkt in de Unie is zij echter ongetwijfeld van belang. Spreker wijst aldus „De Ned." op het onbevredigende van de bestaande poli tieke verhoudingen, die geleid hebben tot het optreden van eer. extra-parlementair zakenkabinet en stelt dan de vraag of er een politieke combinatie denkbaar is die geschikt zou ziin als basis voor een par lementaire regeering. zich daarbij afvra gend, welke combinatie dan de meeste kans levert voor de doorwerking der Chr. Hist, b "inselen in het staatsbestuur. De tegeristelling democratisch-conserva- tief, die aan de gedachte der Roomsch-roode werking ten gronde ligt, kan ons uiter aard niet bekoren De geschiedenis van 1894 is in dit opzicht leerzaam. Ook ver zet zich ons beginsel tegen die anti-these, die ook met het karakter van een ware „volkspartij" als de onze in strijd is. Bo vendien zou door een dergelijke oplossing verwarring gesticht worden vooral onder de christelijke arbeiders. En roomseh-rood zal zekere grootere gevaren opleveren voor het Protestantsch karakter onzer natie dan de oude coalitie De S D A. P staat vol komen onverschillig tegenover deze gua^she en ook de V.D. partij ruilt bijv. graarne 't gezantschap in tegen een radicaal deside ratum. Oplossingen zonder de R.K. zijn a?lj".n denkbaar in den vorm van minderhoids- couibinaties. die een uiterst willekeurig ka rakter dragen en te zwak alsmede inner lijk té voos zijn, om een krachtige parle mentaire Regeering voort te brentren M*"n make zich dus geen illusies over bijv een samenwerking van C. H„ A. R. en Yrtjh.- bond of V, Dem. Als men een parlementaire Regeering wil, is de beste oplossing herstel der recht- sche samenwerking. Men vreest daarvan versterking ran de macht van Rome in vergelijking met den tegenvvoordigen toestand. Volgens spr. ten onrechte. Is Rome voor het voetlicht, als deel eener parlementaire coalitie, openlijk verantwoor delijk voor het gouvernement, zooveel „ge vaarlijker" dan Rome achter de schermen? Spreker ontkent dat: een zoo krachtige partij, en dat geldt vooral van de R.K., zal altijd zeer veel invloed hebben bijv. op be noemingen. ook als zij officieel buiten de Regeering staat. De recente en oudere prak tijk bevestigen dat. Toch is ook voor Rome de coalitie ran belang, maar om redenen die met het Pro testantsch karakter der natie niets te ma ken hebben. Mar Rome wenscht herstel, èn omdat sommigen inderdaad affiniteit ge voelen met de protestansch-christelijke par tijen. èn omdat de bestaande toestand op den duur tot een verbrokkeling der R.IL Staatspartij zou kunnen leiden, die intus schen in geen enkel opzicht het Protestan tisme ten goede zou komen. Nog steeds is er veel dat de christelijk© partijen vereenigt. Er is veel verschil, bij de linksche partijen trouwens niet minder. Maar er blijft meer dat vereenigt. Zelfs misschien meer dan vroeger. Uit de laatste algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting blijkt, dat er bij de drie partijen zekere neiging is tot herstel, al zal men. gelijk dr. de Visser terecht zeide. niets moeten forceeren en al zal men voor- loopig niet verdeT kunnen gaan dan het aan- kweeken van een gezindheid Spr. spreekt verder over de wijze waarop eventueel de ^menwerking zou kunnen worden hersteld Niet door programma's van actie en een vast accoord vóór de stembus. Onze beginselen verdragen zich daarmede niet. Wel door bereidverklaring tot medewer king. als na den uitslag der verkiezingen een oplossing in dezen geest wordt beproefd Het liefst natuurlijk onder protestantsche leiding en hel ligt voor de hand dat het Regeerings- program. waaromtrent uiteraard overle; wordt gepleegd, niet moet bevatten wat met ons beginsel in strijd is en ernstig met onze wenschen moet rekenen. Spreker eindigde met te verklaren, dat voorbereiding tot gezonde politieke toestan den zal moeten aanvangen in de partijen zelf en dat de tegenstellingen met verwante partijen niet noodeloo9 moeten worden ge accentueerd. LAGERE VOLKSKLASSEN EN LAGERE MORALITEIT. Een uiting van het O. M. voor da Arnhemsche Rechtbank. De heer Kleerekoper heeft aan den mi nister van Justitie de volgende vragen ge steld: 1. Heeft de minister van Justitie kennis genomen van het feit, dat bi] de behande ling van een strafzaak voor de Arnhemsche rechtbank op 10 Januari jl., door den offi cier van Justitie is gezegd, dat tegenwoor dig een deel van de kiezers en gekozenen voortkomt uit de laagste klassen der samen leving, en dat die omstandigheid van in vloed is op de publieke moraliteit, in dezen zin, dat, meer dan voorheen, omkooperij van kiezers veelvuldig voorkomt, zoo met borrels als met andere, niet minder waarde volle gaven? 2. Acht de minister deze uitspraak juist, of 19 het veeleer aan Zijn Excellentie met onbekend gebleven, hoezeer de veranderin gen in het kiesrecht sedert 1917 geleid heb ben tot het sterk verminderen van misbrui ken, als hierboven bedoeld, welke daaren tegen in vroegere jaren bij verkiezingen vrijwel regel waren? 3. Acht de minister het gepast, dat door een vertegenwoordiger van het O. M. op zulk een wijze verband wordt gelegd tus- schen lagere volksklassen en lagere mora liteit. van welken aard ook, ofschoon onze samenleving allerminst overeenkomst geeft te zien tusschen maatschappelijk en zedelijk Peil? Zoo neen, wil dan de minister van zijn af wijkend oordeel openlijk blijk geven? J Maandag 20 Januari a.s. hopen onze stad genooten Andries Vermeer en Zw&antja Kroon, wonende Kooilaan 22 en respectie velijk 77 en 74 jaar oud, den dag te her denken, waarop zij voor vijftig jaar in den echt werden verbonden. Wij wenschen den oudjes, die zich beiden nog in het bezit eener goede gezondheid mogen verheugen, een gelukkigen bruidstijd en een onbezorgden levensavond. HET GEBOOMTE LANGS DE RIJKSWEGEN. Een commissie van advies ingesteld. De Minister van Waterstaat heeft een commissie ingesteld, aan welke wordt opge dragen, de Regeering van advies te dienen omtrent de vraag, in hoeverre het maken van verschillende en in het bijzonder van gesloten wegdekken bij den aanlc en de verbetering van wegen van invloed is op de op, langs en nabij die wegen voorkomende beplantingen en omtrent de maatregelen, welke zouden moeten worden genomen om den nadeeligen invloed van die wegdekken voor de beplantingen zooveel doenlijk te voorkomen. In die commissie zij volgens de „N.R.Ct." benoemd: tot lid en voorzitter ir. D. A. von Heijst, hoofdingenieur-directeur van den rijkswaterstaat te 's-Gravenhage; H. W O. de Bruijn, secretaris-ingenieur van de We gencommissie van den Algem. Nederl. Wiel- rijdersbond en de Kon. Nederl. Automobiel club te 's-Gravenhage; R Houtzagers, in specteur bij de Nederl. Heidemaatschappij te Arnhem; J. H. Jager Gerlings, inspec teur van het Staatsboschbeheer te Utrecht en prof. Joh. Westerdijk, hoogleeraar aan de universiteit te Utrecht DE KWESTIE DER FAILLISSEMENTEN. Een der Haagsche advocaten weer vrij. Gisteren is appèl aangeteekend tegen het vonnis inzake de faillietverklaring van de Veendammer Hypotheekbank. Een der gearresteerde commissarissen der failliete Maatschappij voor Scheepsverband, mr. M. P. G. K. v. d. C., te Den Haag (de initialen waren gisteren onvolledig ver meld) is weer op vrije voeten gesteld, op grond van het feit, dat geen overtuiging van zijn schuld is te leveren inzake de verduis tering van pandbrieven ten nadeele van de gefailleerde Maatschappij voor Scheepsves- band. j DE VERLAGING VAN ENKELE POST- TARIEVEN. Blijkens een door den Minister van Wat terstaat aan de Tweede Kamer overgeleg- den staat, wordt tengevolge van de met 1 Februari a.s. in werking tredende veria- ging van posttarieven, eene lagere ont vangst verwacht van 2*/' millioen. DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRIE. De kwestie ts Doetinchem- De raadscommissie inzake eventueele cor ruptie in gemeentebedrijven te Doetinchem heeft zich in een uitvoerig rapport tot B. en W. en den raad gericht, waarin het zijn standpunt uiteenzet. De commissie verklaart bij haar onder zoek van meet af te zijn tegengewerkt door de combinatie PietersonVersink (resp. directeur der gasfabriek en wethouder dec bedrijven). Blijkens de feiten wil deze com binatie de commissie den weg voorschrijven, dien zij bij haar onderzoek te bewandelen heeft in strijd met de door den raad ver-» leende volledige vrijheid van handelen. De heer Versink ging zelfs zoo ver den direc teur te ontraden voor de commissie te ver schijnen. De commissie verklaart dat zij de resul taten van haar onderzoek nog niet heeft medegedeeld omdat het onderzoek nog pas goed begonnen is en lang niet beëindigd. De commissie acht zich volkomen ge rechtigd de uitgaven van den directeur als privé-persoon te controleeren en aan zijn inkomsten te toetsen. De commissie trad ten deze alleen met politioneele deskundig heid op. De commissie acht het zeer bevreemdend, dal buiten den vastgestelden omvangdag da directeur een der heeren van de corruptie firma Gautsch heeft ontvangen. Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 45) Nee, nee. Dat is het nietl Hugh, wordt els je blieft niet weer kinderachtig. Ik vind het heelemaal niet prettig. Maar je houdt van mij. Je houdt van ®ij en je weet het niet, zei hij steeds opge wondener Ze keek hem van met een blik die geamuseerde verbazing uitdrukte. Ik zal maar geduld met je hebben. Geloof je niet dat ik mij zelf ken? Nee, dat doe jij niet. zei hij met over tuiging. Laat mij je een paar vragen mo gen stellen en ik vraag je terwille van ons heiden ze eerlijk te beantwoorden Dan zal je bewijzen dat je van me houdt 1 Wie zal daarover beslissen? vroeg zij ▼roolijk, maar toen hij haar hand in de 2lJne nam beefde ze toch 'n beetje Om te beginnen dan, is er een andere lnan die jij hier liever zou hebben? Nee. antwoordde zij flink, met een po- &Qg tot glimlachten. Heb je er nooit aan gedacht dat je zoo bijzonder op dit eiland gesteld bent omdat f. onzp scheiding zou beteekenen als we öler vandaan gingen 7~ maar maar dat zou ook het ge- al zijn met iemand anders, als ik niet on- erschillig voor hem was, antwoordde ze haastig Maar er is geen ander, wel? 1 Hugh, het zou niet goed zijn, als ik je aanmoedigde door op die vraag antwoord te geven. Laten we weer naar het dorp terug gaan. Wel, ik weet dat er geen ander is. Zeg mij, dat je hier niet vandaan wil, omdat wij in de groote wereld elkaar zouden verlie zen, hield hij aan. Zoo iets heb ik wel gedacht zei zij, zóó zachtjes, dat hij het antwoord meer raadde dan hoorde Jij hebt me gezegd, dat je hoopt dat Grace nog in leven is. Wat zou dat voor jou beteekenen? Ik ik weet het niet, stamelde ze. Zou jij je nog even gelukkig voelen als wij bij elkaar kwamen? Daar heb ik nooit aan gedacht, zei zij. En toen kwam ze opeens los. O, Hugh, ik zou je niet op kunnen geven ik zou het niet kunnen I riep zij, terwijl ze zijn hand in een koortsachtigen greep vasthield. Dan begin je er, geloof ik, achter te komen, wat liefde is. fluisterde hij Hij sloeg zijn arm zacht om haar schouder en toen hij haar naar zich toetrok kwam er een wonderbaarlijk gevoel over haar. Zij waa ontwaakt. Heb ik bewezen dat je ran me houdt, liefste Ik heb het nooit geweten, voor nu. Hun lippen vonden elkaar, hun oogen sloten zich; de wereld was ver weg HOOFDSTUK XXX. Het Land zondei Burgerlijken Stand. Ze9 wilden, die op een heuveltje boven hen lagen zagen het toonee! dat zich daar aan hun voeten afspeelde «net stilzwijgende verbazing aan. Ze hadden hun Izors nog nooit in een dergelijke intieme verstandhou ding gezien. O Hugh, wat kijken die mannen naar onsl Laat ze kijken 1 De schaduwen werden langer en langer toen zij de Fluweelvallei doorliepen, hij met zijn arm om haar middel. Ze zaten tot laat in den nacht voor de tempel, genietend van de natuur, die zij als met nieuwe oogen aanzagen De maanverlichte hemel scheen 9chooner dan ooit tevorende toortsen voor het „Koninklijk paleis" flikkerden vroo- lijker. Heel Ridgehunt was vroolijk vierde feest, want het was een zeer bijzonderen nacht. Koning Poetoe had een nieuwe vrouw genomen, zijn gemalinnen-collectie was met een nieuw exemplaar vermeerderd. Er waren volksdansen en allerlei soorten spelen, want het was een bijzondere gele genheid, daar de Koning hoogstens twee maal in het jaar een nieuwe vrouw nam. De vader van de bruid had haar dien nacht naar den Koning gebracht en met een speer een cirkel om haar heen getrokken in den grond. Binnen deze cirkel viel het meisje op haar gezicht voor haar toekomstigen gemaal en het huwelijk werd voltrokken doordat de Koninklijke reus in den kring stapte en haar optilde om haar naar haar ambtszusters 'e brengen, die in de nabijheid zaten toe te kijken Deze plechtige handeling deed de feestvreugde ten top 9tijgen Pas diep in den nacht nam het lawaai af en hand in hand betraien de beide afgoden hun tempel. Hij bracht haar tot haar kamer. Goeden na^ht. lieveling, zei hij zacht. Zij wendde haar gezicht rfaar hem en hij trok haar naar zich toe, terwijl hun lippen langen tijd op elkaar bleven rusten. Goeden nacht, fluisterde zij en ging langzaam haar kamer binnen. Nog uren la ter lag hij wakker, druk bezig met de vraag, wat het toch wel voor een soort liefde ge weest was, die hij voor Grace Vernon ge voeld had. Dit was heel iets anders. Den volgenden dag brachten zij een be zoek bij den Koning, die zich. zoodra hij hen aan zag komen, op zijn gezicht viel. De nieuwe echtgenoote was bezig met de wederopbouw van een deel van het Ko ninklijk paleis, dat bij een storm van korten tijd tevoren, ingewaaid wa9. Voor zij weer vertrokken had Tennys de genoegdoening en Hugh het vermaak de nieuwe echtge noote te zien uitrusten, terwijl de Koning zelf de herstelling van zijn paleis ter hand nam. Ik heb vanochtend ernstig nagedacht, liefste, zei hij, op hun terugweg naar den tempel. Ik heb er over nagedacht, in wat voor een onaangename positie wij ons hier als verliefden bevinden. Ik zou zeggen dat het een ideale po sitie is. Maar waar is hier een geestelijke of een ambtenaar van den Burgerlijken Stand? Ze keek hem vragend aan en hij ver volgde: Wij kunnen niet trouwen zon der een van deze heeren. Zij bleef met een schok stilstaan. Trou wen? Wel wel we hebben heelemaal niet over trouwen gesproken Daarom spreek ik er nu juist over. Ik wil jou tot vrouw hebban Tennys Wil iij dan niet met mij trouwen lieveling? Maar Hugh Mischien moeten we ons leven hier op dit eiland slijten en hoe kun nen we hier nu trouwen. En ik heb er ooE heelemaal nog niet over gedacht Maar dan moet je er toch eens orer denken. Ik kan niet alléén al het denk-werk opknappen. Misschien is Lord Huntingfond nog in leven, opperde ze. Ik kan er een eed op doen dat dat niet zoo is. Hij is een van de eersten geweest, die omkwamen. Hij is direct overboord ge slagen, toen hij aan dek kwam. Maar wees toch niet zoo haastig. Ali ik nu zeggen zou, dat ik je vrouw zou wil len worden, wat dan? Maar je hebt het nog niet gezegd, hield hij vol. Maar hoe kunnen wij nu trouwen als wij hier niet vandaan komen naar een plaat9, waar een kerk of een Burgerlijken Stand is. Daar moet jij nu juist eens over den ken. Ik ben bijna ziek van het probleem. Ze hadden den tempel bereikt.waar zij zich met een zucht van genoegen in de hangmat liet vallen en hij tegen de deur post aan haar hoofdeneind bleef staan. Ik ben hier absoluut tevreden, Hugh zei zij. Als wij hier blijven leven, kan er nooit iemand komen, om on9 te scheiden* Ik geloof, dat ik er niet in toe zal stemmen om gered te worden, zei zij aarzelend en vervolgde* Laat ik jou nu ook wat mogen vragen. Veronderstel dat wij gered worden Ik neem aan dat Lord Hunfingford dood is Maar als jij Grace nog in lev^n vindt hopend op jouw terugkomst, wat zou er van haar wor den als ie haar vertplde dat je van mij houdt en wat zou er van mij worden als jij met haar trouwde? CWordt vervolgd), J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5