Van alles wat CORRESPONDENTIE. met wat lekkers, en tot hem zeide: „Ach, arm dier, waarom hen je ook aan de mos- celen geweest?" Zoo was 't weer op een dag gegaan. Kaka zat juist van de apenootjes, die oudo Gee9je hem had gebracht te smullen, toen een heer met een hoofd, zoo kaal als een biljart-bal, de kamer binnenkwam. Kaka, weer heel nieuwsgierig, keek naar den heer en naar diens kalen knikker, klom daarna in zijn ring, en toen, al heen en weer schommelend, riep hij heel hard: „Je bent ook aan de mosselen geweest, hè?" Ach, arm dier, waarom ben jij óók aan de mos selen geweest!" De heer begreep toen nog niet, waarom Kaka dit tot hem riep. Doch mijnheer de Wilde die juist binnenkwam, om zijn gast te begroeten en óók hoorde, wat Kaka dezen toeriep, vertelde lachende van den vogel, die zijn veeren had verloren, en dus óók kaal was geworden, omdat hij op dien zoo had huisgehouden in de pan met mosselen. Of de heer toen ook lachte, vertelt de geschiedenis niet. TANTE JOH. SPELLETJE BUURMAN ZE SLAAN ME! Voor dit spelletje worden twee stoelen midden in de kamer geplaatst. Op één der stoelen moet iemand uit het gezelschap gaan zitten, die het spelletje niet kent. De ander stoel wordt bezet door iemand, die het spelletje wèl kent. Nu wordt er een groote sjaal of een tafel kleed over de beide hoofden uitgespreid, zoodat de zittenden niet kunnen zien, wat er in de kamer gebeurt. Degene, die het spel kent. trekt het kleed stilletjes van zijn eigen hoofd en houdt het alleen op de schouders, zoodat de ander niet het minste vermoeden heeft, dat hij de eenige geblind doekte is. De speler, die bekend is met het spel, raakt dan zijn eigen hoofd aan en roept op hetzelfde oogenblik uit: „Buurman, ze slaan mei" Waarop zijn metgezel naar alle waar schijnlijkheid vragen zal: „Wie slaat je?" De eerste speler noemt nu den naam van iemand uit het gezelschap, net alsof hij er naar raadt. Vervolgens raakt hij (vooral niet te hardl) het hoofd van zijn buurman onder het tafellaken aan, die eveneens zal uitroepen: „Buurman, ze slaan me!" „Wie slaat je?" vraagt dan de eerste speler. De geblinddoekte moet nu den naam noemen van dengene uit het gezelschap, dien hij hiervan verdenkt. Het grappige van het spelletje is hierin gelegen, dat de klappen, waarvan de ge blinddoekte speler achtereenvolgens ver schillende leden van het gezelschap be schuldigt, hem gegeven worden door zijn buurman, iets waarop hij heelemaal niet verdacht is. Het spreekt vanzelf, dat dit slaan nooit ontaarden mag in werkelijk slaan, doch zich steeds tot een zachte aanraking be perken moet JETTIS WIST RAAD. Jeltie had een groot gebrek. Zij was lui en stelde de dingen, die zij doen moesl, gaarne uit Op zekeren Woensdagmiddag kwam ze van een wandeling thuis en huilde, omdat ze haar lessen voor school leeren moest. „Ik heb morgenochtend best den tijd", meende ze. „Nu ben ik te moe". „Lieve kind." antwoordde haar moeder, >,je moet nooit uitstellen tot morgen, wat je heden doen kunt." „O Moeder", zei Jettie vleiend, „laten we dan vanmiddag bij de thee de cake opelen, die u voor morgen wilde bewa ren". Het werd weer eens tijd voor prijsraad sels, vond ik, daarom geef ik ze deze week weer eens. Nadat ik verleden week Woensdag 4 Ja- nuari 's avonds mijn correspondentie naar Leiden had verzonden, ontving ik nog vele Nieuwsjaarswenschen, waarvan ik op het poststempel zag, dat ze al dagen te voren waren verzonden Ik ontving nog een briefkaart van Maart-je Haasnoot en Coba Haasnoot en Nieuwjaarskaartjes van: Kla- zina Parlevliet. Louise Planje. Beppie Plan- je, Enianue) Eljon, Nico van Wijk Azn., Anje Aleida de Gelder, Willy de Neys en haar ouders. Hartelijk dank nog voor al die heilwenschen. Wat een massa brieven vandaag, het is enorm, het zal wel een reuzenlange cor respondentie worden, maar ik zal zorgen niet de heele Kinderkrant in beslag te ne men. Jan en Eempien Wassenaar, ik hoop dat jullie Jopies verjaardag vroolijk kunt vie ren, gezellig net op Zondag. Coba en Maartje Haasno:t, heb je gele zen dat ik later jullie mooie briefkaart nog kreeg, 5 Januari pas. Neeltje Jasperse, je mag gerust meedoen en mij Tante noemen, je behoort tot de grooteren. Jan en Annie de Blanken, waar wonen je grootouders, ver van ju'lie 1 Ik ben met ziek geweest, maar ik mocht die reis naar Zeeland niet doen in die koudo. Bertus en Nelly Boom, dien storm vond ik ook afschuwelijk en dan gebeuren eT zooveel ongelukken. Nu is het weer beter en laat de zon zich gelukkig weer eens zien. Carel en Rienus Hansen, dank voor öe heilwenschen, die wou ik nu heusch ook nog wel hebben. Martha Schimmel, je mag gerust met Frans samen doen, maar met prijsraadsels moet ïedeT apart de oplossingen opschrij ven. Pieternelle Hol, tot elf jaar behoor Je tot de kleineren, dus nu kan je zelf wel beslissen, tot welke groep of je behoort. Katalin Komlos, o wat heerlijk voor je, dat je Oudejaarsavond in de zaal bij de tafel mocht zitten en dat de Kerstboom toen weer was aangestoken. En kreeg je toen een mooi boek met den Kerstboom, ik ken het niet, vertel mij later maar of het mooi is. Ligt dat kleine jongetje van 2 jaar buiten op de veranda naast je en blijft hij zoet liggen onder de dekens 1 Ja dat begrijp ik, dat mej d. J. toen niet bij je wou komen, toen zij zelf zoo zwaar verkouden was. Jopie en Bertus Oostergo, als je van de gewone raadsels er meer dan 4 weet, dan mag je ze wel opschrijven gerust hoor. Nu met de prijsraadsels moeten de grooteren en de kleineren ieder hun eigen 4 prijs raadsels oplossen. Alberdina van den Akker, wacht maar tot de week na de prijsraadsels met een nieuw raadsel in te zenden Teunis van de<n Akker, gelukkig dat Je been weer heelemaal beter is, al was het ook heel jammer dat je daardoor maar één dag hebt schaatsengereden. Ans en Didi Kouw, prachtig op tijd, dc brieven waren er Maandags al. Ik hoop dat Ans het prettig zal vinden op pianolee. Vergissen is menschelijk, hoor Didi en vol strekt niet zoo erg dom. Guus Glasbergen, ik ben voor jou ock Tante. Heeft Daan je aangeraden om ook mee te gaan doen. Ben je samen met je zusje buiten dan kunnen jullie altijd ge zellig samen praten niet waar. Bertus VasselmaD. wel wel, waa jij de vorige week vergeten, dat was niet pret tig, maar nu sta je er toch wel bij. Wiesje en Heiltje Vis, het mag gerust altijd op een briefkaart, daar is plaats ge noeg op, nu stond er toch ook een heelc- beel op geschreven. Ik ben zoo blij, dat het nu dooit, al vind ik het jammer voor de ijsliefhebbers. Marie Lepelaar, je bent mij welkom. Herman Lek, je mag meedoen, maar ik ben de raadse.ltante en geen mijnheer. Herman Zaalberg, dat was een dag winst voor je, om nog te kunnen schaatsen rijden. Daan Baars, neen hoor ik hoop ndet dat het weer flink gaat vnezen. Toosje Taverne, 'k rijd nooit schaatsen* dus ik verlang niet naar ijs. Wel heerlijk voor je 'b zomers die tent op het strand. Cor Broers, dank voor al je goede wen- schen, ik hoop dat ze vervuld zullen wor den. Marietje en Ans je van Rheenen, jullie mogen altijd samen inzenden, om beurten schrijven, beiden onderteekenen, maar met prijsraadsels moet ieder op een apart pa pier de oplossingen schrijven, dat is voor het loten. Wat heerlijk zoo'n mooi poppen huis. Mini Metselaar, ja hoor beter laat dan nooit. Heb ie het zóó druk gehad met al die feestdagen I Bep Planjer, ga maar meedoen en noem mij Tante. Tot elf jaar behoor je tot de kleineren. Hannie Mieloo, wel zeker je kon mij nu ook nog gerust een gelukkig jaar toeweu- schen, dat was nog welkom. J. G. Schoonens en J Leder, neen hoor het spijt mij, maar dat kan ik niet doen. Zeg het maar aan alle joDgens op school dan komt er ook wel een club. Henk Hering, dat begrijp ik, dat je niet mee kon doen, toen ie in Den Haag lo geerde. Enny Arnold, nu sta je er weer in, dus behoeft niet teleurgesteld te zijn. Hoe laat kTijg je altijd de courant, toch zeKer wel lang vóór je naar bed gaat. Henny H. H. wou je dezen winter nog graag eens ijs hebben, nu ik gun het je, maar voor mijzelf heb ik er geen zin in. Nico van Wijk Azn., las je het begin der correspondentie I zag je dat ie kaartje later nog kwam. Jan Evers, zend dan maar een raadsel de week na de prijsraadsels want dan heb ik zóóveel na te zien als er prijsraadsels ziin. Jo van der Meer, nog wel bedankt voor je wenschen, goede wenschen komen altijd nog te pas Frans Mandemaker, wel ja, ga maar weer trouw meedoen. Cootje Poldervaart, ik ben ook zóó blij dat sneeuw en ijs en storm weer zijn ver dwenen, ik hoop van harte dat ze niet terugkomen. Nel Hagoort, maak je niet bezorgd, als je geen langen brief kunt schrijven, met een paar regeltjes ben ik ook tevreden. Vervelend dat Janny ziek is geweest, mag ze n/u al weer uit Sander en Koos Ruygrok, jullie heil wenschen waren mil nu ook nog welkom. Prettig schaatsen gereden 1 Dirkje Hopman, dat was jammer dat ja net op Oudejaarsdag zoo'n hoofdpijn had. Ben je toen 's avonds nog op kuDnen staan 1 Mini Nieuwenhuis, nu vandaag ontving ik ook nog je vorigen brief waarin je mij alles vertelde over het Kerstfeest van de Zondagsschool, en met al je goedewen schen voor mij. Ja hoor schrijf mij nog maar menig briefie. Ali en Reinier den Hertog, de vorige week te druk gehad om te schrijven en Nieuwjaar te wenschen? Niets erg, hoor, het kon nu ook nog wel. Leo Flipse, wat jammer, dat het net ging dooien, toen jij je nieuwe schaatsen kreeg. Dan later maar eens, als er ijs komt. Jo Vens, probeer nu ook maar^ om de prijsraadsels op te lossen, tot elf jaar be- hoort men tot de kleineren. Louise en Beppie Planje, leest maar liet begin der correspondentie, dan ziet je, dat het kaartje veel later nog is gekomen. Annie en Adri Bavelaar, dank voor de anecdotes, die ik voor en na eens zal plaat sen. Letty Schade, ja, hoor eens, zonder vallen heeft, geloof ik, nog nooit iemand schaatsen rijden geleerd, dat hoort er zoo bij in bet begin als je het probeert zonder hulp of een sleetje of zoo. Geertruida Kerkvliet, ik zal je raadsel later eens plaatsen. Willy de Neys, lees het begin der cor respondentie, dan zie je, dat het kaartje later nog is gekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 17