Het jaar, dat aan ons voorbij ging Een terugblik over Stad, Binnen- en Buitenland 68s,# Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 December 1927 Derde Blad No. 2079 7 HET OUDE EN NIEUWE JAAR Er zijn in iedere reeks van 365 dagen, waaraan de mensch den naam van „jaar geschonken heeft, twee data, waarop ieder onzer zich meer en dieper bewust is van ie snelheid, waarmede de jaren aan ons voor bijgaan dan op welke andere dagen van het jaar ook 1 Die beide vaste mijlpalen in de jaar-baan zijn verjaardagen en de 31ste December, de laatste dag van het jaar of eigenlijk alleen maar de Oudejaarsavond. Er is een groote overeenkomst tusschen die dagen, maar ook een groot verschil. Onwillekeurig toch gaan ook op een ver jaardag de gedachten van hem of haar, die zijn (haar) geboortedag viert, even terug naar 't verleden en doorloopen vluchtig alles, wat het voorgaande jaar aan lief en leed heeft gebracht; loeven wellicht korten tijd bij dierbare familieleden, vrienden of kennis sen, die de* wreede dood heeft weggerukt uit het gezinsleven zonder zich er om te be kommeren of wellicht wonden werden ge slagen in de harten der nabestaanden. Immers, de Tijd, de rustcloos-voortschrij- dende Tijd, heelt alle wonden.... Maar lang wojden we op zoo'n verjaar dag nooit alleen gelaten met onze overpein zingen. Waarom ook? 't Is toch een feest dag en dan is er geen plaats voor droeve gedachten. Er komt bezoek, heel vroeg al en den geheelen middag en avond door is het een voortdurend komen en gaan van hartelijk doende menschen. Er wordt gepraat, gela chen, gerookt en gedronken en als de klok twaalf slaat, is de jarige gewoonlijk dolblij, dat de dag voorbij is Welk een geheel ander beeld biedt de huiskamer op Oudejaarsavond, wanneer we daar het geheele gezin in een hijkans plech tige ruststemmine rondom de tafel aantref fen. Als kind al hebben wij in dien avond iels bijzonders gevoeld iets, wat wij nooit onder woorden hebben kunnen brengen. Er werd nooit veel gezegd op zoo'n avond en toch voelde je de wijding en wanneer ooit verteld werd, dal zwijgen soms wel sprekender kon zijn dan spreken, hebben wij altoos gedacht aan den Oudejaarsavond in den inliemen tamiliekring. En wanneer wij dan ook eens denken aan het woord van onze gevierde Neder- landsche romanschrijfster Jo van Ammers- Küller in „De Opstandigen": „Vroeger be gon het gezinsleven in de huiskamer; tegen woordig er builen" en wij zouden de zeker heid hebben, dat het hedendaagsehe ge slacht zich ook boven dezen vorm van hui selijke gezelligheid „verheven" voelt, wij zouden de jonge menschen van het oogen- blik beklagen tot in het diepst van onze ziel. Want de banden van liefde en hartelijk heid, welke ook in latere jaren met het ouderlijk tehuis dienen te worden onder houden, zijn saamgeweven uit dierbare herinneringen en hiervan is die van den Oudejaarsavond in den eigen familiekring ons bijgebleven als een van de mooiste en lieflijkste uit onze jeugd. Mogen velen met ons ook op deze wijze aan den Oudejaarsavond in hun eigen kring terugdenken. En als we de wijding van dezen avond aldus voelen en straks over heel de wercid de torens het oude jaar zullen uitluiden, dan zullen we elkaar mei een pretlig, warm gevoel in de borst kunnen toewenschen: „Een in a'.ie opzichten gelukkig en voor spoedig 1928". Wanneer wij op dezen Oudejaarsavond de taak van den „pater familias" uit jour nalistiek oogpunt beschouwen en ons zetten om in de gedachten van onzen lezerskring de voornaamste gebeurtenissen te relevee- ren, die in hel afgeloopen jaar het leven en de samenleving IN ONZE EIGEN STAD min of meer uit z'n balans van allen dag brachten, dan krijgen wij gelegenheid te over om te constateeren. dat 1927 in zooverre niets van z'n voorgangers verschilde, dat het naast veel goeds en liefs .ook veel slechts en leed aan de Sleutelstad en haar inwoners heeft gebracht. Al? een treffend symBool van de vergan kelijkheid van dit aardsche leven ende willekeur, waarmede de dood ons bezoekt, staan daar over den ganschen jaargang verdeeld de namen van lal van vooraan staande stadgenoolen, goede burgers en burgeressen, eminente geleerden, waaraan de wetenschap zeer veel te danken heeft; menschen veelal in de kracht van hun leven weggerukt en allen met moed het nieuwe jaar begonnen. De lange, droeve lijst wordt geopend met den naam van den heer C. B. Duyster (17 Jan.), wiens naam èn als koordirigent én als organist der Pieterskerk èn als leider der koraalmuziek op 3 October nog lang in enze herinnering zal blijven voortleven. Kort daarop, 21 Januari, gingen weer drie verdienstelijke stadgenoolen van ons heen, de heeren E. H. TJdo, mr. J. H. Goudsmit en de bekende Leidsche meester Floris Verster. De Nederlandsche kunstenaarswereld ver loor in dezen eenvoudige, die enkel schil derde lerwille van de kunst, zeer veel; het drukke bezoek aan de tentoonstelling, welke te zijner nagedachtenis door vriendenhan den in „De Lakenhal" alhier werd saam- gebracht, heeft op ondubbelzinnige wijze liet bewijs geleverd, dat het werk van Ver ster, ook al deed hij daar geen moeite voor. tot ver builen de stadsgrenzen een uitste kenden naam geniet. Een maand later, 15 Februari, leed de Democratische Partij, afd. Leiden, een ge voelig verlies door het overlijden van den heer A. I. Witmans, haar fractievoorzitter in den gemeenteraad, waar hij een respec tabele figuur wa9. Met mevr. de wed. P. C. L. Driessen von Forckenbeck, die op 1 Augustus ont sliep, ging niet alleen een van onze oudste, ♦maar ook een van onze nobelste burgeres sen heen. Gaf zij niet kort voor haar dood nog een kostelijk bewijs van burgerzin door een belangrijke gift te schenken ten be hoeve van den aanleg van den Leidschen Ilout, een plan, waarvan zij toen reeds wist, dat zij de verwezenlijking nimmer zou aan schouwen Het einde der Septembermaand bracht opnieuw twee zware slagen. Den 28sten dier maand overleed na een korte onge steldheid dr. J. van der Kolk, directeur geneesheer van Endegeest, Voorgeest en lihijngeest, welke gestichten zeer veel aan hem te danken hebben. Verschillende uit breidingen kwamen onder zijn beheer tot stand en de heer Reimeringer merkte bij de begrafenisplechtigheid terecht op. dat de gemeente Leiden aan dr. van der Kolk zeer veel dank verschuldigd is. Den dag daarna, 29 September, werden we smartelijk verralt door de doodstijding van prof. dr. W. Einthoven, een van de be roemdste zonen der Leidsche Alma Mater, doch die zich een der kleinsten gevoelde Een man, die behoort in de rijen van dat keurcorps van voortreffelijke geleerden, waaraan de Leidsche Universiteit haar wereldnaam dankt. De resultaten van zijn onderzoekingen op het gebied van den hart slag, gedeeltelijk vervat in de uitvinding van den snaargalvanometex, blijft de we tenschap dankbaar beschouwen als de vrucht van den gestagen arbeid van een groot geleerde, die niet meer dan een een voudig mensch wenschte te zijn. De alom toenemende verkeersongevallen eischten ook hier eenige slachtoffers. Behalve het droevig ongeluk bij Hillegom, waarvan de herinnering nog versch in ons geheugen ligt en waarbij een Leidsch stu dent en een meisje uit Oegslgeest om het leven kwamen, noemen we slechts de mo torrampen onzen stadgenooten, den heeren M. A. Koert en mr. G. M. A. R. van Roy overkomen, waarbij beiden den dood vonden. Ook in de kringen der Leidsche ge- neesheeren vallen verliezen te betreuren. Den 20stAi October overleed dokter L. Mulder, gedurende meer dan 25 jaar arts hier ter stede en bij zijn talrijke patiënten bijzonder bemind, en nog slechts 10 dagen geleden stierf ook dr. C. M. van Voorthuy- sen, een in vele Leidsche gezinnen even geacht raadsman als vertrouwd huismedicus Op 3 December stierf te Den Haag onze oud-stadgenoot, de heer G. B. J. H. Haitink, oud-directeur der Kon. Ned. Grofsmederij en onze droeve lijst sluit met den naam van prof. dr. H. Oort, den groeten bewerker van de vertalingen van het Oude en Nieuwe Testament (in samenwerking met dr. Hooykaas). Zijn naam zal blijven schitte ren aan het firmament van den Nedcrland- schen theologischen' hemel als een ster van de eersle grootte. En aan het eind van dit jaar ging nog heen dr. A. E. Remouchamps, een veelbe lovend jong geleerde, in de kracht van zijn jaren. Vooral voor het Museum van Oud heden is dit een ernstig verlies. Zij allen rusten in Vrede. Sande Bakhuyzen getoond heeft ten volle berekend te zijn voor de zware burgemees- terstaak. „Wacht op mijne daden", heeft hij bij herhaling gezegd tijdens de installatieplech tigheid, welke op 15 Februari plaats had. Naar zijn .daden vermogen wij fiem thans nog niet te beoordeelen, maar uit zijn op treden zoowel in den raad als daarbuiten hebben wij de overtuiging gekregen, dat de j belangen onzer stad in zijn handen veilig zijn, dat hij met de bevolking hartelijk mee leeft en oen open oog heeft voor haar noo- den en behoeften. Wederkeerig draagt ook de Leidsche burgerij den burgemeester nu reeds een warm hart toe. zooals nog deze maand, toen deze zijn woning aan hel Rapenburg betrok, op ondubbelzinnige wijze is gebleken. Mogen in het komende jaar die banden van vriendschap tusschen de burgemeesters familie eenerzijds en de burgerij anderzijds nog aanmerkelijk versterkt worden. Van specifiek gemeente-belang was ook de opening van de nieuwe Kaasmarkt op het terrein van het voormalige Invaliden- huis en de ingebruikneming van het wel- wat-dure. maar zeer fraaie Politiebureau aan de Zonneveldtslraat. Wij willen niet nalaten de hoop uit te spreken, dat ons jaaroverzicht 1928 moge gewagen van een in alle opzichten bevredi gende oplossing van het welhaast beruchte overweg-vraagstuk. Op het gebied der gemeentepolitiek was 1927 eveneens een belangrijk jaar. Immers werden in Mei de raadsverkiezingen gehou den, waarbij voor den tijd van vier jaar de samenstelling van dit college werd bepaald. De uitslag van den stembusstrijd, die hier ter stede vrij kalm verliep, was een verster king van de rechtsche meerderheid van 17—16 tot 19—14. De vrijz.-democraten en communisten verloren elk 1, de democraten zelfs 2 zetels. De S. D. A. P. (2), Chr. Hist. (1) en Anti- Rev. Partij (1) gingen met de winsl s'.njken. Ingrijpende wijziging in het dagelijksch bestuur der gemeente kwam er niet; wel poogde de S. D. A. P. 2 wethouderszetels te bezetten, maar de overige raadsfracties achtten dit een onbil 1 ijken eiscb en boden er één aan, hetgeen de S. D. A. P. weigerde en daardoor nog buiten het gemeentebestuur bleef staan. Over de Universiteit in het afgeloopen jaar kan gemeld worden, dat op 3 Februari prof. mr. H. Krabbe en op 8 Februari prof. mr C. Snouck Hurgronje den 70-jarigen leeftijd bereikten, zoodat aan het einde van den cursus 19261927 beiden het hoog leraarsambt moesten neerleggen. Als opvolger van eerstgenoemde werd op S Juni benoemd prof. mr. R. Kranenburg uit Amsterdam, die hier op 5 October zijn inaugurale rede hield. In de plaats van prof. Snouck Hurgronje, wien op zijn 703ten geboortedag een fonds werd geschonken voor de studie der Ooster- schè letteren, werd op 58 Juli benoemd prof. dr. F. M. Ph. Böhl uil Groningen om onder wijs te geven in de talen en geschiedenis van Assyriê en Baby Ion en die op 23 No vember zijn inauguratie deed. Den 13den Juli benoemde de gemeente raad van Amsterdam prof. mr. F. G. Schel- tema alhier tot hoogleeraar aan de univer siteit aldaar; de ledige plaats-aan onze aca demie werd op 7 December j.l. ingenomen door prof. dr. R. P Cleveringa. Op 2Sr Seplember herdacht in alle stilte prof. Knappert den dag. waarop hij voor 25 jaar het ambt van hoogleeraar in de geschie denis en leerstellingen der Ned. flerv. Kerk aanvaardde. Tenslolte zij in dit verband gewezen op de historische beleekenis van de studie van II. K. II. Prinses Juliana aan onze Leidsche Universiteit. Reeds lang te voren hadden desbetref fende geruchten de ronde gedaan, maar eerst op 18 Januari werd definitief bekend gemaakt, dat de Prinses eenige colleges aan de Leidsche Alma Mater zou volgen en dat zij haar intrek zou nemen in een tweetal villa's Ie Katwijk-aan-Zee. Den 22s(en September liet de Prinses zich inschrijven als studente en sindsdien wil zij slechts als gewoon meisjes-studente be jegend worden. Laten onze stadgenooten door haar hunne belangstelling niet op te dringen, ook in de komende studiejaren ertoe medewerken, dat, wanneer eens ons Prinsesje geroepen zal worden om de plaats van hare Moeder in te nemen, zij zal kunnen terugdenken aan een pretligen en ongestoorden studen tentijd te midden der Leidsche burgerij. In een jaaroverzicht kan noch mag het ook verder aan personalia ontbreken. En het spreekt welhaast bijna vanzelf, dat waar wij wel en wee onzer Sleutelstad in het af geloopen jaar willen schetsen, wij deze rubriek aanvangen met de komst van den nieuwen burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen. Toen de nieuwe burgervader zich op 7 Januari van dit jaar bereid verklaarde zich door een onzer verslaggevers te laten inter viewen. schreef deze naar aanleiding van dit onderhoud- Wij dachten, dat zal een goede burgemeester voor Leiden zijn, een waardig opvolger van jhr. de Gijselaar Thans, een jaar na dato, mogen we met een gerust hart zeggen, dat mr, van de Tenslotte de personalia uit de „burger lijke maatschappij", in chronologische volgorde gerangschikt en met vermelding hier en daar van een enkel ..onpersoonlijk" feit, dal waard is nog even onder de aandacht der lezers gebracht te worden. Het nieuwe jaar was nog slechts drie dagen oud toen zich op het station alhier een even kort als sensationeel en noodlottig drama afspeelde, toen n I. de Amsterdam- sche en Leidsche recherche 'n aantal opium- smokkplaars op heelerdaad wilde betrappen. Een hunner wprd inderdaad gearresteerd, een belangrijke hoeveelheid opium in be slag genomen, doch de Amstprdamsohe re chercheur van Politie. Kok. werd het slacht offer van zijn beroep en door een verdwaal den kogel getroffèn. Den -Men Januari herdacht de heer A. M. van Beeck den dag. dat hij 25 jaar als lee- raar aan het Stedelijk Gymnasium verbon den was. Jn de hartelijke huldiging, welke J den jubileerenden leeraar ter gelegenheid I van dit feit bereid werd, heeft hij van vele zijden kunnen vernemen, hoe zijn prettige wijze van doceeren door talloos velen werd en nog heden ten dage wordt op prijs gesteld Ruim een half jaar later had er opnieuw een plechtigheid plaats, waarbij iemand van het onderwijzend personeel ten nauwste be trokken was Den 9den Juli j.l. nam de rector, dr. N J. Bevcrsen na een veeljarige ambtsvervulling afscheid als zoodanig. Die dr. B. kent weet dat dit afscheid hem zeer zwaar gevallen moet zijn, want zijn werk was hem lief boven alles. Maar de welenschap zijn plicht gedaan te hebben en de vele woorden van hartelijke waardeering op dien dag tot hem gesproken, zullen hem toch ongetwijfeld naast gevoe lens van weemoed ook bezield hebben met een gevoel van voldoening. Zijn leven was inderdaad welbesteed. Uok in het plaatselijke kerkelijke leven vallen eenige' jubilea te memoreeren. Allereerst herdacht op 23 Februari ds. G. II'. Beekenkamp den dag, waarop hij 25 jaar geleden als predikant zijn intrede deed bij de Ned.-Herv. Gemeente; op 17 April vierde ds. G. Ilarlwigsen zijn 40-jarig jubileum even eens bij de Ned.-HeTv. Gem., waarvan ruim 30 jaar bij die le Leiden. Vérder noemen wij nog slechts de intrede van den opvolger van prof. dr. Plooy als voorganger der Ned.-Herv. Gem. alhier, ds. A D. Meeler, uit Loosduinen op Zondag 22 Mei en het afscheid van ds J. G. W. Goed hard van zijn gemeente op 11 September. Zondag £6 Juni was het kerkgebouw der Waalsche Gemeente alhier tot in alle hoek jes gevuld met een belangstellende menigte, die getuige wilde zijn van de af9cheids- predikatie van ds. S. Cler, gedurende 31 jaar aan de Leidsche gemeente met vaste banden gebonden. Moge ds. Cler nog vele jaren van de rust van zijn emeritaat genieten. Dr J. Schokking werd benoemd tot burge meester van Katwijk. Reeds den 13den Juni werd de nieuwe burgemeestersfamilie fees telijk door de Katwijksche bevolking inge haald. Begin Maart werd de kinderkliniek van het nieuwe Academ. Ziekenhuis onder lei ding van prof. dr. E. Gorter geopend; in den loop van 1928 zullen wederom enkele andere afdeelingen van het gebouwencomplex in gebruik genomen worden. Medio April vertrokken de laatste man schappen der Marine Kustwacht, waardoor het gebouw aan het Noordeinde buiten ge bruik kwam te sfaan. Den 19den Seplember werd het weer ge deeltelijk betrokken, doordat de eerste klasse van het R.-K. Lyceum „Sint Willebrordus" te Katwijk aan den Rijn er werd gevestigd Van de jubilea, die ook dit jaar bij vele tientallen tegelijk in de Sleutelstad gevierd werden noemen wij verder nog als de voor naamste dat van den heer P. J. Coffrie, die op 1 Maart 40 jaar aan de redactie' van ons Blad verbonden was en op dien datum tevens de journalistiek ging verlaten; dat van dr. H J. M. Boonacker.,die op 4 Maart het feit herdacht, dat hij voor 40 jaar het artsdiploma verwierf en die bij deze gele genheid door zijn patiënten gehuldigd werd en dat van den heer J. A. van Hamel, die den 29sten van dezelfde maand zijn tach tigsten geboortedag vierde. Var. de zaken-jubilea verdienen vermel ding het eeuwfeest der firma Dros en gebrs. Ticleman op 1 Januari 1927 en bet halve eeuwfeest der firma Tieleman en Dros op 5 Me- en dat van de scheepswerf „De Hoop" voorheen gebrs. Boot, op 14 April Van 13—18 September vierde de afd, j Leiden en Omstreken der Kon. Ned. Mg. voor Tuinbouw en Plantkunde haar vjjfig- iang bestaan op luisterrijke wijze, o.a. door het houden eener demonstratieve tentoon stelling in de Stadsgehoorzaal, de opvoering van „Bloemensproke", enz. 't Was een rijk voorzien feestprogramma, waarvan elk onderdeel schitterend slaagde. Op 18, 19 en 20 Juli werd hier Ier stede het zesde internationale congres voor de geschiedenis der geneeskunde gehouden, waarvan de opening ook werd bijgewoond door Z. K. H. Prins Hendrik. Bij deze gelegenheid werd door de deelnemers aan het congres ter eerbiedige nagedachtenis aan Boerhaave, in den gevel van diens sterfhuis aan het Rapenburg een gedenk steen aangebracht. Niet weinig opzien baarden de invallen bij Indonesische studenten, verdacht van communistische agitatie op 10 Juni en 23 September. Werd bij den eersten inval een aantal comproiniteerende geschriften in bcs'ag ge- nomen, waaruit een zekere verhouding m?t .Moskou kwam vast te staan. d3 tweede inval leidde zelfs tot een arrestatie van eenige Indonesiër^, die thans nog in Den Haag in voorloopig arrest gehouden worden. De tijd zal moeten leeren of deze jongelui en zoo ja, in hoeverre zij te beschouwen zijn als „politieke misdadigers". Op 13 Juni werd ons plotseling bekend, dat de commissaris van politie, de heer P. Stapel, voornemens was om gezondheids redenen eervol ontslag aan te vragen, het welk hem met ingang van 1 Aug. werd verleend. Met den heer Stapel verloor het Leid sche politiecorps een voors tref fel ijk amb tenaar, het personeel een streng, doch strikt rechtvaardig en humaan chef. Siechts korten tijd heeft hij mogen -esi- derren in het fraaie gebouw in de Ó.uuie- veldstraal, in welks voltooiing hij zich zoo verheugde. De regeering erkende z\jn groote ver diensten door hem te benoemen tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.. Minder onverwacht was een soortge'ijke ttduig, welke ons een maand later bereiKte met betrekking tot den directeur van ge meentewerken, den heer ir. G. L. Driessen die verzocht den dienst per IJ an. 1928 te mogen verlaten. Ir. Driessen, die meer dan 25 jaar al hier dit ambt bekleedde, kan op een schit terenden staat van dienst terugzien en heeft zijn rust welverdiend. Als zjjn opvolger benoemde de gemeente raad kort geleden den adjunct-directeur, den heer De Blaauw. Op 26 October nam mr. J. Klein, ge durende vele jaren Kantonrechter te Le den, afscheid als zoodanig om zjjn verdere levens jaren als ambteloos burger rustig in Arnhem te gaan doorbrengen. Mr. Klein was niet alleen een scherp zinnig jurist, maar heel vaak liet hg ook zn goede hart spreken en daardoor waren zjjr. vonnissen steeds mild, doch niettemin rechtvaardig. En daardoor was. hij bg al'en, die met hem in aanraking kwamen,, uitermate ge- ïien. Wij zouden .hiermede ons jaaroverzicht kunnen besluiten, ware het njet, dat \\e uog een enkel woord wilden w'yden aan.... den Leidschen Hout. We weten niet in cijfers uit te drukken hoeveel we in 1927 genaderd zijn tot ons toekomstig wandel bosch. De optocht op 3 October, die geheel aan dit onderwerp was gewijd, heeR ons stellig een eind in de goede richting gebracht, al hadden o. i. de financieele resu talen heel wat gunstiger kunnên zijn, wanneer het idee van den bedelwagen beter uitgewerkt ware geworden. Nu was de stoet vaak voorbij, voordat de hengelaars in de gelegenhe.d waren geweest alle giften in ontvangst te nemen. Er. zoo waren er velen, zeer velen zelfs, die met hun penningske in de hand bleven staan. Laten zij, indachtig aan de spreekwoorden „vele kleintjes maken een groote" en „eind goed, al goed", het jaar besluiten met die gift, onverschillig of zij een dubbeltje, 'n kwartje, 'n gulden of een rijksdaa der groot was, toe te zenden aan den penningmeester van het Leidsche Hout-comité, den heer B. F. Krantz, opdat ook deze zal kunnen zeg gen: „1927 was voor den Leidschen Hout een goed jaar". BINNENLAND. Op dezen dag van bezinning en overpein zing mag de blik niet enkel gevestigd blijven op de stad onzer inwoning, maar moet hij ook gaan tot ver over de grenzen onzer oude Sleutelstad, teneinde in het kort te kunnen samenvatten den inhoud der „rolprent-1927", zooals die nu bijna geheel voor onze oogen is afgedraaid, met haar 365 acten van wisselende vreugde en leed...! Het belangrijkste deel ia voor velen dat der politiek, en wanneer wij nu in vogel vlucht de situatie beschouwen, dan valt op te merken dat het zakenkabinet De Lieer zich ook dit jaar weer vrijwel onbedreigd heeft gehandhaafd, dank zij het feit dat de partijen onderling nog steeds geen com binatie hebben kunnen vinden waaruit een duurzame parlementaire regeenng genoren zou kunnen worden. Was het niet mr D. Fock, de voorzit'er van den Vrijheidsbond, die nog dezer dagen in een artikel over deze kwestie de groote waarschijnlijkheid uitte dat dit kabinet wel zal blijven leven tot de verkiezingen in 1929, en die de si tuatie zoo treffend kenschetste door aan haling van de woorden van Hooft over Hol land's toestand na den moord op Flons V Een ieder stuurt zijns weeghs En niemand weet waarheen Zóó is het inderdaad en het zal nog heel wat voeten in de aarde hebben voordat een oplossing zal zijn gevonden Van ecu samengaan tusschen Sociaal Democraten en Roomsch-Katholieken. waartoe Schaper in Januari een zij het niet directe poging heeft gedaan door de publicatie van zijn bekende artikelen, zal, voorloopig altham*, nog geen sprake kunnen zijn en niet zonder reden wordt daarom, als uiterste redmid del in den politieken nood, een nieuwe coalitie-overeenkomst tusschen de christe lijke partüen tegemoet gezien, voorn! ook in verband met hetgeen hieromtrent hu de jongste algemeeno beschouwingen over oe Staatsbegrooting door de leiders is ver klaard. VV'aar de zaken er zóó voor stonden was het logisch dat het kabinet, mits het geen principieele kwesties aan de orde stelde, niet al te fel zou worden bestreden en fei telijk heeft het verhandelde in de Staten- Generaal, gedurende het jaar dat achter ons ligt, dan ook maar éénmaal een sfeer van spanning weten te veroorzaken Dit was bij de besprekingen over het Ncder- IandschBelgisch verdrag, dat eenerzijds warm werd verdedigd, maar anderzijds zeer felle bestrijding ondervond, en ook toén

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9