STOFFEN-OPRUIMING
Dit
moet
Uw
sigaret
68,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 17 December 1927
Tweede Blad
No. 20786
BINNENLAND.
ivaciA»
TWEEDE KAMER.
FINANCIEN.
DE VACCINATIE.
Memorie van Antwoord
De richting voor oplossing
van het probleem nog niet
gevonden.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
wijziging en aanvulling van de wettelijke
bepalingen betrellende vaccinatie, is het
volgende ontleend:
Naar het oordeel van den minister van
Arbeid is het de menschheid geweest, welke
hij zooveel mogelijk ongerept voor de toe
komst wil behouden. Het voorstel van een
driejarigen termijn voor het terzijde stellen
van verschillende bepalingen, spruit voort
uit de overweging, dat een tijd van rustig
zoeken noodig is. Een tijdruimte als gezegd
biedt z. i. daartoe gelegenheid.
Op de vraag door wie in de encephalitis
de diagnose is gesteld antwoordt de minis
ter, dat gevalien, welke tijdig ter kennis
van de inspectie van de Volksgezondheid
kwamen door een specialist persoonlijk on
derzocht zijn. In snel verloopende gevallen
heeft die specialist dooi persoonlijke na
vraag zich zooveel mogelijk op de hoogte
gesteld. De veronderstelling, dat de wensch
om bereiding en aflevering te centralisee-
ren in het Serologische Instituut te Utrecht
die zou hebben geleid tot den overgang
van dermo-vaccine naar neuro-vaccine,
mist, zegt de minister, allen grond. Geen
enkel nevenmotief is ook maar een oogen-
blik in de overweging betrokken geweest.
De meening, dat de graad van virulentie
der entstof van invloed zou zijn op het op
treden van encephalitis, wordt door de er
varing weerèproken. Beëindiging van de
aflevering van vaccine, gedurende een voor
af niet te bepalen tijd, zou de minister een
voor de vaccinatie en voor de volksgezond
heid bedenkelijke maatregel achten.
Op verdere vragen antwoordt de heer
Slotemaker de Bruine nog, dat inderdaad
vanwege het Rijks Serologisch Instituut
stappen zijn gedaan om een nieuwe stof te
bereiden volgens de oude methode Men
zou de onderzoekingen en proeven ook in
deze richting moeten afwachten Er is nog
geen sprake van. dat de richting waarin de
oplossing van het probleem zal moeten
worden gezocht, gevonden zou zijn.
In een bijlage van de Memorie wordt er
nog melding van gemaakt, dat in verband
met onderzoekingen in Engeland verricht
naar - aanleiding van stoornissen in het
zeuwstelsel. welke na inenting met koepok
stof ook daar te lande zijn waargenomen,
de commissie uit den Gezondheidsraad
die zich met het onderwerp bezig houdt,
besloten heeft een bespreking uit te lokken
tusschen enkele Engelsche en Nederland-
sche geleerden Een en ander heeft voor
namelijk ten doel de anatomische verande
ringen. die in beide landen zijn waargeno-
mén, met elkaar te vergelijken en dan
eventueel punten van overeenkomst vast
te stellen.
De leden der commissie prof. L. Bouman
en dr. F S van Bouwdijk Bastiaanse zul
len in de eerste helft van Januari naar
Londen vertrekken en aldaar enkele dagen
blijven Zij zullen vereezeld worden door
dr S H Bok. conservator aan de Psvchia-
trisch Neurologische kliniek te Utrecht.
KOSTPRTJS EN OPBRENGST VAN
LANDBOUWPRODUCTEN.
De staatscommissie ingesteld.
Thans is bij Kon. besluit van 15 dezer in
gesteld de dezer dagen aangekondigde Staats
commissie, aan welke is opgedragen een
onderzoek in te stellen naar de vraag- a. of
en zoo ja. in hoeverre en door welke oor
zaken in den land- en tuinbouw een wan
verhouding bestaat tusschen de bodemprij
zen en productiekosten eenerzijds en de op
brengst der producten anderzijds; b. of en
zoo ja. in hoevere het mogelijk is in die ver
houding verbetering te brengen.
In die commissie zijn benoemd; tot lid-
voorzitter mr dr. L. M Deckers, lid der
Tweede Kamer te '9-Gravenhage; tot leden:
ir. J. H. H Bemelmans directeur van de
R.K. Landbouw Winterse hooi te Roermond.
F E. H Ebels lid der Tweede Kamer, te
Nieuw-Beerta-, J A Geluk, secretaris van
den Alg. Ned. Zuivelbond (F N. Z.) te 's-Gra
venhage: mr. J W Goedbloed secretaris
van den Christ Boeren- en Tuindersbond in
Nederland, te Goes-. L M. J Hoebens. in
specteur der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Eindhoven; J. de
Jong Saakes. hoofdcommies ter directie van
den landbouw. I G J Kakebeeke, inspec
teur van den landbouw, ir J H Mansholt,
inspecteur van den landbouw, prof dr G.
Minderhoud. hoogle-eraar aan de Landbouw-
Hooge9chool te Wageningen; dr H Mol
huizen. secretaris van het Kon Ned Land-
bouwcomlté te 's-Gravenhage; W van der
Sluis, lid van de Tweede Kamer, burgemees
ter van Goor; B Tamminga directeur van
de Coöp Centr. Landbouwboekhouding te
RECLAME.
140 c.iU. wollen Mantelstof f 0.1)8
13<) c.M. wollen Knnristof f 1.35
^Hntasie-toffen 41, JT9, 35, 29 f 0.25
Bontrand .98,09, 42, 23 f0.19
Fantasie Cretonnes f 0.39
2873
Leeuwarden; F. V. Valstar. directeur van het
Gentr Bureau voor de veilingen in Neder
land. te 's-Gravenhage en J Weitkamp lid
van de Tweede Kamer, te Hardenbe-rg (O.)
Als secretarissen zijn aan de commissie
toegevoegd mr H A. M Haastert adjunct-
secretaris ran d^n Alg R -K Landbouwbe-
drijfsraad te 's-Gravenhage en mr D G.
W Spitzen hoofdcommissies ter directie van
den landbouw.
De commissie zal binnenkort door den
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, mr. Kan worden geïnstalleerd.
EEN BANDENCOMMISSIE.
Df Minister van Waterstaat heeft inge
steld een commissie met opdracht hem van
advies te dienen omtrent de vraag, welke
eischen aan banden zouden moeten worden
gesteld om voor de toepassing van de
wegenbelastingwet en van het Motor- en
I Rijwielreglement als cushion banden te wor
den aangemerkt. Daarin zijn benoemd tot
lid-voorzitter dr. ir. A. van Rossem, dir.
van den Rijksvoorlichtingsdienst t°n behoeve
van den ruhberhandel en de rubbernijver-
heio te Delft; tot leden: prof. P. Meyer,
1 hoogleraar in de Werktuigbouwkunde aan
de Techn. Hoogeschool te Delft: ir. A. J. M
Stobbels, raadgevend ingenieur, oud-direc-
teur van het gemeentelijk bouw- en woning-
j toezicht te 's-Gravenhage; dr. rr. M. T. de
I Bruijne. directeur van den gemeentelijken
Vervoor- en Motordienst te Rotterdam: ir.
T. B. Granpré Molière, directeur der N.V.
Hollandscbe Overman Banden Mij., te Am-
sterdam; Adr. B-^ers, vice-voorzifter van don
Bond van Bedrrjfsautohoud^rs in Nederland,
te 's-Gravenhage; ir. J. A. Royer, ingenieur
i van den Prov. Waterstaat van Zuid-HoTand,
te 's-Gravenhageir. L. Loman, ingenieur
van den Rijkswaterstaat in het district We-
gentc-chniek, te 's-Gravenhage: tot li^ecre-
taris ir. W. W. E. von Hemert, tijdelijk
ingenieur van den Rijkswaterstaat in het
district Wegentechniek te 's-Gravenhage;
tot plaatsvervangend lid om ir. Granpré
Molière bii ontstentenis te vervangen, E.
L. C Sch'ff. directeur van de N V. Rubber
fabriek Vredestein te 's-Gravenhage.
HET CADEAUSTELSEL.
Een onderzoek gevraagd.
Het Tweede Kamer-lid. de heer Van Wijn
bergen heeft aan den Minister van Arbeid,
H. en N. de volgende vraag gesteld:
Is de Minister bereid, nu de door mid
denstandskringen ingestelde lofwaardige po
gingen tot bestrijding van het cadeaustelsel
niet tot bevredigende resultaten hebben
geleid, een commissie te benoemen, aan
welke ware op te dragen het cadeaustelsel
I en de daaruit voortvloeiende nadeelen aan
j een nader onderzoek te onderwerpen en
I na te gaan, welke maatregelen daartegen
eventueel zouden zijn te nemen.
GEHUWDE MARECHAUSEES.
Het Tweede Kamerlid, de heer Drop,
heeft den Minister van Oorlog de volgende
vragen gesteld
Is het waar, dat van de in den loop
der jaren wegens huwelijk zonder vergun
ning bij de landmacht geplaatste marechaus
sees nog tien personen als korporaal dienen?
Ir het waar, dat de bedoelde personen,
om in dienst te kunnen blijven, de geschikt-
heiü voor sergeant moesten venverven, doch,
dat. nu zij die geschilftheid bezitten, aan
stelling tot dien rang op zich laat wachten?
Acht de Minister het niet gewenscht, dat
de betrokkenen, die allen den 39-jarigen
leeftijd zrjn gepasseerd, zoo spoedig moge
lijk worden aangesteld, en is de Ministel
bereid, waar daaraan geen belangrijke con
sequenties zjjn verbonden, alsnog de aan
stelling tot sergeant van de betrokkenen
ten spoedigste te bevorderen?
MINISTERIEEL BEZOEK AAN DELFT.
Gistermiddag heeft de Minister van Arbeid,
H. en N., prof. dr. Slotemaker de Bruine,
vergezeld van den heer Heeringa, chef van
de afd. Handel van dit departement, een
I bezoek gebracht aan het Rijksngverheids-
I laboratorium te Delft, waar hij werd rond
geleid en voorgelicht door den directeur
I is. H F G. J. Grevers.
I Vervolgens bracht de Minister een bezoek
aan den Rijksvoorlichtingsdienst voor den
Vezelhandel en de Vezelnijverheid, waar ir.
Ten Bruggen Cate de werking van enkele
apparaten demonstreerde.
Na den Rijksvoorlichtingsdienst ten be
hoeve van den ruhberhandel en de rubber-
nijverheid te hebben bezocht, waar dr. ir.
J Van Rossum hem voorlichtte, vertrok de
minister naar Den Haag.
De Rijksmiddelen hebben in November
f 1.946.900 minder, maar sedert 1 Januari
f 13.251.500 meer opgebracht dan verleden
jaar Voorts kwam er aan inkomsten ten
bate van het leeningsfonds resp. f2.062.500
en f 2.951.500 minder binnen.
Lager Onderwij'swet Waarom
deze plotselinge indiening?
(Zitting van gisteren).
Aan de orde is het wetsontwerp tot
wijziging der Lager Onderwijswet (den be
zuinigingsmaatregel ten aanzien der bij
zondere scholen met een jaar te verlengen).
Dr. DE VISSER (C.-H.) vraagt, wat de
eigenlijke aanleiding is geweest voor de
indiening van dit ontwerp. De Kamer heeft
den termijn uitdrukkelijk willen stellen tot
1 Januari 1928. Waarom die plotselinge
indiening van dit ontwerp? Het bezuinigings-
argument kan niet gelden, omdat de re-
geering juist bezig is de koordeD wat losser
te maken, gezieD o.m. het leerplicht-ont
werp Met het oog op de 48-schaal kan
ook niet de vrees voorzitten van multiplicatie
deT bijzondere scholen.
I De heer v. WIJNPERSEN CR.-K.) heeft
j ernstig bezwaar tegen het ontwerp. Hg
sluit zich aan bij dr. De Visser. De be
trellende bepaling heelt reeds hier en daar
groote overbevolking der klassen ten ge
volge gehad. De prikkel tot splitsing is
door de 48-schaal vrijwel weggenomen. Daar
voor behoelt de minister dus niet bang te
zgn. Een bezuinigingsmaatregel, speciaal ten
naoeele van het bijzonder onderwijs genomen,
nu nog te verlengen, acht spr. niet in
overeenstemming met den geest der L.O.-wet
De heer Z1JLSTKA (A.-K.) kan de be
zwaren tegen dit ontwerp volkomen ver
staan. Nu de regeering echter wil al-
wachten de resultaten van de Staats-com-
missie-RutgerSj wil spr. er zich bij neer
leggen, dat in den bestaanden toestand geen
wijziging wordt gebracht. De werkinssfeer
dezer overgangsbepaling is grooter geweest
aan bedoeld was. Er was bedoeld alleen
kinderen van een andere gemeente dan waar
de nieuwe school gevestigd zou worden van
medetellen uit te sluiten. Daarom diende spr.
een amendement in om die bedoeling nog
eens duidelijk uit te drukken.
De heer v. ZADELHOFF (S.-D.) acht
het volkomen juist, dat de regeering wil
wachten op de voorstellen der staals-
commissie-Rutgers, die toch wel in het
komende jaar te verwachten zijn. De over
gangsbepaling heelt gunstig gewerkt, ook
voor de scholen ^elf. Laat men nu wachten
en de staatscommissie de gelegenheid geven
om deze kwestie te bekijken.
De heer OUD (V.-D.) gaat de geschie
denis van het artikel na.
De. betreffende bepaling was in 't leven
geroepen om tijd te geven, deze kwestie
te onderzoeken. Welnu, er is nog geen
enkel voorstel ter verbetering van den toe
stand gedaan. Nu de commissie-Rutgers
deze zaak onderzoekt, moet op baar voor
stellen gewacht worden. Als die voorstellen
to lang uitblijven, kan de minister van
onderwijs zelf met een voorstel komen.
Mej. WESTERMAN (V.-B.) verdedigt
eveneens het ontwerp.
Do heer KERSTEN (S.G.P.) zegt, dat
hij de bijzondere school noodgedwongen
aanvaardt, nu de openbare school niet ge
baseerd is op de gereformeerde beginselen.
Het financieele bezwaar kan. tegen ophef.ing
der onderhavige bepaling niet meer worden
aangewend. Beter ware het geweest, het
zevende leerjaar niet voor te stellen en
deze bepaling automatisch te doen af-
loopen.
De heer BULTEN (R.-K.) was, dat het
hoofdmotief was, toen deze beperkende
bepaling in 't leven werd geroepen: bezui
niging. Dit motief mag hier nu niet meer
gelden. Het is bovendien absoluut niet
te voorzien, wanneer de commissie-Rutgers
haar rapport zal uitbrengen.
De MINISTER VAN ONDERWIJS a. L,
de heer KAN, zegt, dat hg na rgp beraau
besloot, dit ontwerp in te dienen. Wan
neer der termijn automatisch zou afloopen,
zou de arbeid der commissie-Rutgers ver-
zwaara worden. Daarom meende spr. goed
te doen te bewerken, dat de Kamer zich
ever deze aangelegenheid zou kunnen uit
spreken. In de merites van de bepaling zal
•spr zich als intermediair minister niet wa
gen. Aan de bestaande regeling wordt dan
ook niets gewgzigd. De commissie-Rutgers
of de minister kan 'eventueel met een
wijzigingsvoorstel komen.
Spr. deelt nog mede, dat het advies van
den Onderwijsraad, op 2 leden na, afwg-
zencJ was.
Dr. DE VISSER repliceert. Hg hoopt,
dat de commissie-Rutgers in dit debat een
prikkel zal worden om deze kwestie spoe
dig tot een oplossing te brengen, die het
beginsel der pacificatie in geen enkel op
zicht aantast. Uit deferentie tegenover den
minister zal spr. zich tegen het ontwerp
niet langer verzetten.
De heer OUD repliceert.
De heer v. ZADELHOFF repliceert.
De heer v. WIJNBERGEN repliceert.
Spr. is zelf lid van de commissie-Rutgers,
maar hij zou verwerping van dit wets
ontwerp geen verzwaring achten van zijn
arbeid.
De heer ZIJLSTRA repliceert.
De heer NOLENS (R.K.) acht het niet
behoorend tot de taak van een minister ad
interim, om zaken -'an algemeenen aard
van zich af te schuiven. Door het uitstellen
van den bedoelden termijn, zullen verschil
lende instellingen in moeilijkheden geraken.
Zij waren in de onderstelling, dat de ter
mijn automatisch zou vervallen, zonder
medewerking van de Kamer. Alleen de mo
gelijkheid, dat sommige schoolbesturen in"
verlegenheid zullen komen is voor spr. een
grond tegen het ontwerp te stemmen.
De MINISTER dupliceert.
De heer ZIJLSTRA (A. R.) licht een
amendement toe om aan paragraaf 11 van
art. LXIV een tweede lid toe te voegen,
luidende;
„In afwijking van het bepaalde in de
eerste alinea worden wel medegerekend
leerlingen, die de door hen bezochte gelijk
soortige bijzondere school zouden verla
ten, indien deze school in een andere ge
meente gevestigd is dan die. waarin de te
stichten bijzondere school zal gevestigd
worden, of indien de woning dier kindereD
meer dan 4 K.M van de door hen be
zochte gelijksoortige bijzondere school is
verwijderd en zij deze school reeds gedu
rende ten minste zes maanden bezocht heb
ben."
De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.)
steunt het amendement, hoewel hij legen-
stander is van het ontwerp zelf, dat hij in
strijd acht met de grondwet.
De MINISTER heeft geen bezwaar tegen
het amendement; dat z.h.st wordt aange
nomen.
Het wetsontwerp komt in stemming.
De heer BRA AT legt een korte verkla
ring af Hij is vóór hel ontwerp en zal dus
vóór stemmen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 45
tegen 30 stemmen.
RECLAME.
2827
goud mondstuk, VIRGINIA
De Oorlogsbegrooting.
Voortgezet worden de beraadslagingen
over de begrooling van Oorlog,
De heer TILANUS (CT-H.) vraagt op
welke wijze de minister er in geslaagd is den
departemenisdienst te versoberen. Zijn er
ambtenaren afgevloeid of zijn hun salaris
sen misschien in andere posten verborgen?
De MINISTER VAN OORLOG, de heer
1 LAMBOOY, zegt, dat de versobering gaan-
deweg is bereikt. Reeds sprekers voorgan-
j ger was in die richting werkzaam geweest,
Er wordt economischer gewerkt.
De heer*. TER LAAN (S-D.) betoogt bij
art. 20, dat de inkrimping voornamelijk
moet beginnen bij de hoogere rangen. Er
zijn vele officiersbaantjes, dio heel goed
door onderofficieren kunnen worden waar
genomen Spreker maakt eenige opmerkin
gen over de salarissen.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
meent, dat voor 3300 man te veel soldij is
uitgetrokken.
De MINISTER zegt, dat hij bij de eerst
volgende salarisherziening op de bres zal
staan voor de belangen van het personeel.
Hij zal onderzoeken, of de raming van de
soldij niet juist is.
De heer K. TER LAAN (S.-D.) bespreekt
bij de 6e afdeeling (kosten van kleeding)
de knoeierijen, die hebben plaats gehad.
Het departement heeft volslagen onvoldoen
de controle uitgeoefend. Nu moet er zeker
heid bestaan dat er geen knoeierijen meer
kunnen voorkomen. De knoeierijen te
's-Hertogenboseh hadden niet door de poli
tie, maar door de justitie moeten worden
onderzocht. Ook daar heeft toezicht ontbro
ken. Spr. zijn een paar laarzen geloond,
die de eigenaar bij een opkooper had ge
kocht.
De MINISTER zegt, dat Woerden ook
voor hem een buitengewoon groote teleur
stelling is geweest. Tot driemaal toe is er
een commissie ingesteld om achter knoeie
rijen te komen. Zij waren zeer moeilijk te
ontdekken. Dat de controle niet voldoende
was, erkent spr. De controle van het depar
tement is slechts een eindcontrole, die me»
ter plaatse gehouden wordt. Spr. zal zijn
uiterste best doen. dat toestanden als in het
verleden bestonden, niet meer zullen voor
komen.
De zaak in 's-Hertogenbosch is nog in
onderzoek. Gebleken is reeds, dat die zaair
schromelijk is overdreven.
De heer K. TER LAAN (S -D.) wijst op
onvoldoende geneeskundige hulp in hel mi
litair hospitaal te Amersfoort. Een militair,
die in den buik gestoken was, moest naar
Utrecht worden vervoerd. Spr. somt ver
schillende gevallen op, waarin hij den mili
tairen geneeskundigen dienst in gebreke
stelt en herinnert aan een geval met een
gedeserteerden koloniaal, bijgenaamd de
„kromme van 't zesde", die zonder keuring
weer in dienst werd gesteld.
De MINISTER antwoord, dat hij indertijd
reeds zeer uitvoerige mededeelingen ge
daan heeft over het geval van mishande
ling te Amersfoort Wat de kwestie vaD
den „kromme" betreft, dit verhaal had de
minister nog niet eer gehoord. Het is mo
gelijk, dat hij voor den Indischen dienst
was afgekeurd en voor den Nederlandschen
dienst is goedgekeurd.
Bij de afdeeling Luchtvaart stelt de heer
K. TER LAAN een motie voor, waarin ver
zocht wordt de benoeming van een commis
sie uit de Kamer, die zal onderzoeken hel
rapport over de knoeierijen te Soesterberg
De conclusies van die Kamercommissie
kunnen dan nader worden besproken
De^e motie zal Dinsdag a s worden be
handeld fn verband daarmede wordl de be-
handeling der afd. Luchtvaart aangehouden. 1
Bij de afd. Uitkeeringen enz. betoogt de
heer K. TER LAAN, dat 62 mobilisatie-
slachtoffers geen uitkeering hebben ontvan
gen, omdat zij zich na 1923 hebben aange
meld. Zij, die pensioen hebben, al is het
dan ook laag, kregen ook niets.
Spreker dient een motie in. waarin de
Kamer, van oordeel, dat in den loop van
1926 en 1927 gebleken is, dat de steun
regeling aan de mobilisatieslactitoffers on
voldoende hulp biedt, de regeering uitnoo-
digt een herziening der wet te bevorderen*
Mej WESTERMAN CV. Bgaat met d©
mo^e mee, als is zij van meening. dat de
bestaande regeling goed moet worden uitge
voerd. Meer inlichtingen over verschillende
gevallen acht zij gewenscht.
De heer OUD (V.-D.) zal vóór de motie
stemmen al gelooft hij, dat de motie we^f
zal worden verworpen.
De heer TILANUS (C.-H.) zegt, dat het
zwakke punt van deze steunverleenmg is,
dat men nooit kan aantoonen het verban!
tusschen de invaliditeit en de mobilisatie.
Misschien kan de minister echter inlichtin
gen verschaffen over de lijn, die gevolg!
wordt.
De heer DECKERS (R.-K.) is van mee-
ning, dat de regeling niet onbillijk wordt toe
gepast. De belangen der mobilisatie-slacht
offers worden allerminst gediend door het
optreden van den bond. die de Kamerleden
overstroomt met geschriften en hun de ics
leest. Aanmerkelijke steun zou de bond heb
ben kunnen verleenen alleen door de porti
te besparen.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
zegt, dat men van de ondersteuning geen
armenzorg mag maken Spr begrijpt overi
gens den heer Ter Laan niet, die tegen de
begrooting stemt, dus ook tegen den post.
De MINISTER antwoordt, dat de wet zoo
loyaal mogelijk wordt toegepast De door
den heer Ter Laan genoemde gevallen zal
spr. onderzoeken. De wet werkt eeD half
jaar en reeds is 91.000 gulden uitgekeerd*
Er wordt afgegaan op den huisdokter of een
anderen arts.
Over de motie wordt Dinsdag gestemd.
De heer HIEMSTRA (S.-D.) dringt er op
aan, dat goederen, die voor den dienst noo
dig zijn, zooveel mogelijk in Woerden wor
den gemaakt.
De MINISTER is hiertoe bereid, docK
wijst er op, dat het personeel niet mag wors
den uitgebreid.
Z. h. st. worden aangenomen de bij deze
afdeelingen aan de orde zijnde ontwerpen
vestingbegTooting, begrooting fonds ter ver
betering van de kustverdediging en de be
grooting artillerie-inrichtingen
De vergadering wordt verdaagd tot Ding
dag 1 uur.
ALGEMEENE CENTR. BANKVEREENIGING
VOOR DEN MIDDENSTAND.
Winstsaldo f 914.
Aan het verslag over het boekjaar 1926
ontleent het „Hbl." o.a.
De Nederlandsche Middenstandsbank ia
than3 opgericht en het bedrgl der ven
nootschap is haar bereids op 12 Nov. 1927
overgedragen.
Het boekjaar 1926 is uiteraard voor de
Vennootschap niet gunstig geweest, gebukt
als zp ging onder de voorbereidingen lol
saneering. Een campagne tegen de Bank
droeg er het hare toe bij om de onrust
onder onze cliënten levendig te houden.