STOFFEN-OPRUIMING Dit moet Uw sigaret 68,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 17 December 1927 Tweede Blad No. 20786 BINNENLAND. ivaciA» TWEEDE KAMER. FINANCIEN. DE VACCINATIE. Memorie van Antwoord De richting voor oplossing van het probleem nog niet gevonden. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wettelijke bepalingen betrellende vaccinatie, is het volgende ontleend: Naar het oordeel van den minister van Arbeid is het de menschheid geweest, welke hij zooveel mogelijk ongerept voor de toe komst wil behouden. Het voorstel van een driejarigen termijn voor het terzijde stellen van verschillende bepalingen, spruit voort uit de overweging, dat een tijd van rustig zoeken noodig is. Een tijdruimte als gezegd biedt z. i. daartoe gelegenheid. Op de vraag door wie in de encephalitis de diagnose is gesteld antwoordt de minis ter, dat gevalien, welke tijdig ter kennis van de inspectie van de Volksgezondheid kwamen door een specialist persoonlijk on derzocht zijn. In snel verloopende gevallen heeft die specialist dooi persoonlijke na vraag zich zooveel mogelijk op de hoogte gesteld. De veronderstelling, dat de wensch om bereiding en aflevering te centralisee- ren in het Serologische Instituut te Utrecht die zou hebben geleid tot den overgang van dermo-vaccine naar neuro-vaccine, mist, zegt de minister, allen grond. Geen enkel nevenmotief is ook maar een oogen- blik in de overweging betrokken geweest. De meening, dat de graad van virulentie der entstof van invloed zou zijn op het op treden van encephalitis, wordt door de er varing weerèproken. Beëindiging van de aflevering van vaccine, gedurende een voor af niet te bepalen tijd, zou de minister een voor de vaccinatie en voor de volksgezond heid bedenkelijke maatregel achten. Op verdere vragen antwoordt de heer Slotemaker de Bruine nog, dat inderdaad vanwege het Rijks Serologisch Instituut stappen zijn gedaan om een nieuwe stof te bereiden volgens de oude methode Men zou de onderzoekingen en proeven ook in deze richting moeten afwachten Er is nog geen sprake van. dat de richting waarin de oplossing van het probleem zal moeten worden gezocht, gevonden zou zijn. In een bijlage van de Memorie wordt er nog melding van gemaakt, dat in verband met onderzoekingen in Engeland verricht naar - aanleiding van stoornissen in het zeuwstelsel. welke na inenting met koepok stof ook daar te lande zijn waargenomen, de commissie uit den Gezondheidsraad die zich met het onderwerp bezig houdt, besloten heeft een bespreking uit te lokken tusschen enkele Engelsche en Nederland- sche geleerden Een en ander heeft voor namelijk ten doel de anatomische verande ringen. die in beide landen zijn waargeno- mén, met elkaar te vergelijken en dan eventueel punten van overeenkomst vast te stellen. De leden der commissie prof. L. Bouman en dr. F S van Bouwdijk Bastiaanse zul len in de eerste helft van Januari naar Londen vertrekken en aldaar enkele dagen blijven Zij zullen vereezeld worden door dr S H Bok. conservator aan de Psvchia- trisch Neurologische kliniek te Utrecht. KOSTPRTJS EN OPBRENGST VAN LANDBOUWPRODUCTEN. De staatscommissie ingesteld. Thans is bij Kon. besluit van 15 dezer in gesteld de dezer dagen aangekondigde Staats commissie, aan welke is opgedragen een onderzoek in te stellen naar de vraag- a. of en zoo ja. in hoeverre en door welke oor zaken in den land- en tuinbouw een wan verhouding bestaat tusschen de bodemprij zen en productiekosten eenerzijds en de op brengst der producten anderzijds; b. of en zoo ja. in hoevere het mogelijk is in die ver houding verbetering te brengen. In die commissie zijn benoemd; tot lid- voorzitter mr dr. L. M Deckers, lid der Tweede Kamer te '9-Gravenhage; tot leden: ir. J. H. H Bemelmans directeur van de R.K. Landbouw Winterse hooi te Roermond. F E. H Ebels lid der Tweede Kamer, te Nieuw-Beerta-, J A Geluk, secretaris van den Alg. Ned. Zuivelbond (F N. Z.) te 's-Gra venhage: mr. J W Goedbloed secretaris van den Christ Boeren- en Tuindersbond in Nederland, te Goes-. L M. J Hoebens. in specteur der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen te Eindhoven; J. de Jong Saakes. hoofdcommies ter directie van den landbouw. I G J Kakebeeke, inspec teur van den landbouw, ir J H Mansholt, inspecteur van den landbouw, prof dr G. Minderhoud. hoogle-eraar aan de Landbouw- Hooge9chool te Wageningen; dr H Mol huizen. secretaris van het Kon Ned Land- bouwcomlté te 's-Gravenhage; W van der Sluis, lid van de Tweede Kamer, burgemees ter van Goor; B Tamminga directeur van de Coöp Centr. Landbouwboekhouding te RECLAME. 140 c.iU. wollen Mantelstof f 0.1)8 13<) c.M. wollen Knnristof f 1.35 ^Hntasie-toffen 41, JT9, 35, 29 f 0.25 Bontrand .98,09, 42, 23 f0.19 Fantasie Cretonnes f 0.39 2873 Leeuwarden; F. V. Valstar. directeur van het Gentr Bureau voor de veilingen in Neder land. te 's-Gravenhage en J Weitkamp lid van de Tweede Kamer, te Hardenbe-rg (O.) Als secretarissen zijn aan de commissie toegevoegd mr H A. M Haastert adjunct- secretaris ran d^n Alg R -K Landbouwbe- drijfsraad te 's-Gravenhage en mr D G. W Spitzen hoofdcommissies ter directie van den landbouw. De commissie zal binnenkort door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mr. Kan worden geïnstalleerd. EEN BANDENCOMMISSIE. Df Minister van Waterstaat heeft inge steld een commissie met opdracht hem van advies te dienen omtrent de vraag, welke eischen aan banden zouden moeten worden gesteld om voor de toepassing van de wegenbelastingwet en van het Motor- en I Rijwielreglement als cushion banden te wor den aangemerkt. Daarin zijn benoemd tot lid-voorzitter dr. ir. A. van Rossem, dir. van den Rijksvoorlichtingsdienst t°n behoeve van den ruhberhandel en de rubbernijver- heio te Delft; tot leden: prof. P. Meyer, 1 hoogleraar in de Werktuigbouwkunde aan de Techn. Hoogeschool te Delft: ir. A. J. M Stobbels, raadgevend ingenieur, oud-direc- teur van het gemeentelijk bouw- en woning- j toezicht te 's-Gravenhage; dr. rr. M. T. de I Bruijne. directeur van den gemeentelijken Vervoor- en Motordienst te Rotterdam: ir. T. B. Granpré Molière, directeur der N.V. Hollandscbe Overman Banden Mij., te Am- sterdam; Adr. B-^ers, vice-voorzifter van don Bond van Bedrrjfsautohoud^rs in Nederland, te 's-Gravenhage; ir. J. A. Royer, ingenieur i van den Prov. Waterstaat van Zuid-HoTand, te 's-Gravenhageir. L. Loman, ingenieur van den Rijkswaterstaat in het district We- gentc-chniek, te 's-Gravenhage: tot li^ecre- taris ir. W. W. E. von Hemert, tijdelijk ingenieur van den Rijkswaterstaat in het district Wegentechniek te 's-Gravenhage; tot plaatsvervangend lid om ir. Granpré Molière bii ontstentenis te vervangen, E. L. C Sch'ff. directeur van de N V. Rubber fabriek Vredestein te 's-Gravenhage. HET CADEAUSTELSEL. Een onderzoek gevraagd. Het Tweede Kamer-lid. de heer Van Wijn bergen heeft aan den Minister van Arbeid, H. en N. de volgende vraag gesteld: Is de Minister bereid, nu de door mid denstandskringen ingestelde lofwaardige po gingen tot bestrijding van het cadeaustelsel niet tot bevredigende resultaten hebben geleid, een commissie te benoemen, aan welke ware op te dragen het cadeaustelsel I en de daaruit voortvloeiende nadeelen aan j een nader onderzoek te onderwerpen en I na te gaan, welke maatregelen daartegen eventueel zouden zijn te nemen. GEHUWDE MARECHAUSEES. Het Tweede Kamerlid, de heer Drop, heeft den Minister van Oorlog de volgende vragen gesteld Is het waar, dat van de in den loop der jaren wegens huwelijk zonder vergun ning bij de landmacht geplaatste marechaus sees nog tien personen als korporaal dienen? Ir het waar, dat de bedoelde personen, om in dienst te kunnen blijven, de geschikt- heiü voor sergeant moesten venverven, doch, dat. nu zij die geschilftheid bezitten, aan stelling tot dien rang op zich laat wachten? Acht de Minister het niet gewenscht, dat de betrokkenen, die allen den 39-jarigen leeftijd zrjn gepasseerd, zoo spoedig moge lijk worden aangesteld, en is de Ministel bereid, waar daaraan geen belangrijke con sequenties zjjn verbonden, alsnog de aan stelling tot sergeant van de betrokkenen ten spoedigste te bevorderen? MINISTERIEEL BEZOEK AAN DELFT. Gistermiddag heeft de Minister van Arbeid, H. en N., prof. dr. Slotemaker de Bruine, vergezeld van den heer Heeringa, chef van de afd. Handel van dit departement, een I bezoek gebracht aan het Rijksngverheids- I laboratorium te Delft, waar hij werd rond geleid en voorgelicht door den directeur I is. H F G. J. Grevers. I Vervolgens bracht de Minister een bezoek aan den Rijksvoorlichtingsdienst voor den Vezelhandel en de Vezelnijverheid, waar ir. Ten Bruggen Cate de werking van enkele apparaten demonstreerde. Na den Rijksvoorlichtingsdienst ten be hoeve van den ruhberhandel en de rubber- nijverheid te hebben bezocht, waar dr. ir. J Van Rossum hem voorlichtte, vertrok de minister naar Den Haag. De Rijksmiddelen hebben in November f 1.946.900 minder, maar sedert 1 Januari f 13.251.500 meer opgebracht dan verleden jaar Voorts kwam er aan inkomsten ten bate van het leeningsfonds resp. f2.062.500 en f 2.951.500 minder binnen. Lager Onderwij'swet Waarom deze plotselinge indiening? (Zitting van gisteren). Aan de orde is het wetsontwerp tot wijziging der Lager Onderwijswet (den be zuinigingsmaatregel ten aanzien der bij zondere scholen met een jaar te verlengen). Dr. DE VISSER (C.-H.) vraagt, wat de eigenlijke aanleiding is geweest voor de indiening van dit ontwerp. De Kamer heeft den termijn uitdrukkelijk willen stellen tot 1 Januari 1928. Waarom die plotselinge indiening van dit ontwerp? Het bezuinigings- argument kan niet gelden, omdat de re- geering juist bezig is de koordeD wat losser te maken, gezieD o.m. het leerplicht-ont werp Met het oog op de 48-schaal kan ook niet de vrees voorzitten van multiplicatie deT bijzondere scholen. I De heer v. WIJNPERSEN CR.-K.) heeft j ernstig bezwaar tegen het ontwerp. Hg sluit zich aan bij dr. De Visser. De be trellende bepaling heelt reeds hier en daar groote overbevolking der klassen ten ge volge gehad. De prikkel tot splitsing is door de 48-schaal vrijwel weggenomen. Daar voor behoelt de minister dus niet bang te zgn. Een bezuinigingsmaatregel, speciaal ten naoeele van het bijzonder onderwijs genomen, nu nog te verlengen, acht spr. niet in overeenstemming met den geest der L.O.-wet De heer Z1JLSTKA (A.-K.) kan de be zwaren tegen dit ontwerp volkomen ver staan. Nu de regeering echter wil al- wachten de resultaten van de Staats-com- missie-RutgerSj wil spr. er zich bij neer leggen, dat in den bestaanden toestand geen wijziging wordt gebracht. De werkinssfeer dezer overgangsbepaling is grooter geweest aan bedoeld was. Er was bedoeld alleen kinderen van een andere gemeente dan waar de nieuwe school gevestigd zou worden van medetellen uit te sluiten. Daarom diende spr. een amendement in om die bedoeling nog eens duidelijk uit te drukken. De heer v. ZADELHOFF (S.-D.) acht het volkomen juist, dat de regeering wil wachten op de voorstellen der staals- commissie-Rutgers, die toch wel in het komende jaar te verwachten zijn. De over gangsbepaling heelt gunstig gewerkt, ook voor de scholen ^elf. Laat men nu wachten en de staatscommissie de gelegenheid geven om deze kwestie te bekijken. De heer OUD (V.-D.) gaat de geschie denis van het artikel na. De. betreffende bepaling was in 't leven geroepen om tijd te geven, deze kwestie te onderzoeken. Welnu, er is nog geen enkel voorstel ter verbetering van den toe stand gedaan. Nu de commissie-Rutgers deze zaak onderzoekt, moet op baar voor stellen gewacht worden. Als die voorstellen to lang uitblijven, kan de minister van onderwijs zelf met een voorstel komen. Mej. WESTERMAN (V.-B.) verdedigt eveneens het ontwerp. Do heer KERSTEN (S.G.P.) zegt, dat hij de bijzondere school noodgedwongen aanvaardt, nu de openbare school niet ge baseerd is op de gereformeerde beginselen. Het financieele bezwaar kan. tegen ophef.ing der onderhavige bepaling niet meer worden aangewend. Beter ware het geweest, het zevende leerjaar niet voor te stellen en deze bepaling automatisch te doen af- loopen. De heer BULTEN (R.-K.) was, dat het hoofdmotief was, toen deze beperkende bepaling in 't leven werd geroepen: bezui niging. Dit motief mag hier nu niet meer gelden. Het is bovendien absoluut niet te voorzien, wanneer de commissie-Rutgers haar rapport zal uitbrengen. De MINISTER VAN ONDERWIJS a. L, de heer KAN, zegt, dat hg na rgp beraau besloot, dit ontwerp in te dienen. Wan neer der termijn automatisch zou afloopen, zou de arbeid der commissie-Rutgers ver- zwaara worden. Daarom meende spr. goed te doen te bewerken, dat de Kamer zich ever deze aangelegenheid zou kunnen uit spreken. In de merites van de bepaling zal •spr zich als intermediair minister niet wa gen. Aan de bestaande regeling wordt dan ook niets gewgzigd. De commissie-Rutgers of de minister kan 'eventueel met een wijzigingsvoorstel komen. Spr. deelt nog mede, dat het advies van den Onderwijsraad, op 2 leden na, afwg- zencJ was. Dr. DE VISSER repliceert. Hg hoopt, dat de commissie-Rutgers in dit debat een prikkel zal worden om deze kwestie spoe dig tot een oplossing te brengen, die het beginsel der pacificatie in geen enkel op zicht aantast. Uit deferentie tegenover den minister zal spr. zich tegen het ontwerp niet langer verzetten. De heer OUD repliceert. De heer v. ZADELHOFF repliceert. De heer v. WIJNBERGEN repliceert. Spr. is zelf lid van de commissie-Rutgers, maar hij zou verwerping van dit wets ontwerp geen verzwaring achten van zijn arbeid. De heer ZIJLSTRA repliceert. De heer NOLENS (R.K.) acht het niet behoorend tot de taak van een minister ad interim, om zaken -'an algemeenen aard van zich af te schuiven. Door het uitstellen van den bedoelden termijn, zullen verschil lende instellingen in moeilijkheden geraken. Zij waren in de onderstelling, dat de ter mijn automatisch zou vervallen, zonder medewerking van de Kamer. Alleen de mo gelijkheid, dat sommige schoolbesturen in" verlegenheid zullen komen is voor spr. een grond tegen het ontwerp te stemmen. De MINISTER dupliceert. De heer ZIJLSTRA (A. R.) licht een amendement toe om aan paragraaf 11 van art. LXIV een tweede lid toe te voegen, luidende; „In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea worden wel medegerekend leerlingen, die de door hen bezochte gelijk soortige bijzondere school zouden verla ten, indien deze school in een andere ge meente gevestigd is dan die. waarin de te stichten bijzondere school zal gevestigd worden, of indien de woning dier kindereD meer dan 4 K.M van de door hen be zochte gelijksoortige bijzondere school is verwijderd en zij deze school reeds gedu rende ten minste zes maanden bezocht heb ben." De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.) steunt het amendement, hoewel hij legen- stander is van het ontwerp zelf, dat hij in strijd acht met de grondwet. De MINISTER heeft geen bezwaar tegen het amendement; dat z.h.st wordt aange nomen. Het wetsontwerp komt in stemming. De heer BRA AT legt een korte verkla ring af Hij is vóór hel ontwerp en zal dus vóór stemmen. Het ontwerp wordt aangenomen met 45 tegen 30 stemmen. RECLAME. 2827 goud mondstuk, VIRGINIA De Oorlogsbegrooting. Voortgezet worden de beraadslagingen over de begrooling van Oorlog, De heer TILANUS (CT-H.) vraagt op welke wijze de minister er in geslaagd is den departemenisdienst te versoberen. Zijn er ambtenaren afgevloeid of zijn hun salaris sen misschien in andere posten verborgen? De MINISTER VAN OORLOG, de heer 1 LAMBOOY, zegt, dat de versobering gaan- deweg is bereikt. Reeds sprekers voorgan- j ger was in die richting werkzaam geweest, Er wordt economischer gewerkt. De heer*. TER LAAN (S-D.) betoogt bij art. 20, dat de inkrimping voornamelijk moet beginnen bij de hoogere rangen. Er zijn vele officiersbaantjes, dio heel goed door onderofficieren kunnen worden waar genomen Spreker maakt eenige opmerkin gen over de salarissen. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) meent, dat voor 3300 man te veel soldij is uitgetrokken. De MINISTER zegt, dat hij bij de eerst volgende salarisherziening op de bres zal staan voor de belangen van het personeel. Hij zal onderzoeken, of de raming van de soldij niet juist is. De heer K. TER LAAN (S.-D.) bespreekt bij de 6e afdeeling (kosten van kleeding) de knoeierijen, die hebben plaats gehad. Het departement heeft volslagen onvoldoen de controle uitgeoefend. Nu moet er zeker heid bestaan dat er geen knoeierijen meer kunnen voorkomen. De knoeierijen te 's-Hertogenboseh hadden niet door de poli tie, maar door de justitie moeten worden onderzocht. Ook daar heeft toezicht ontbro ken. Spr. zijn een paar laarzen geloond, die de eigenaar bij een opkooper had ge kocht. De MINISTER zegt, dat Woerden ook voor hem een buitengewoon groote teleur stelling is geweest. Tot driemaal toe is er een commissie ingesteld om achter knoeie rijen te komen. Zij waren zeer moeilijk te ontdekken. Dat de controle niet voldoende was, erkent spr. De controle van het depar tement is slechts een eindcontrole, die me» ter plaatse gehouden wordt. Spr. zal zijn uiterste best doen. dat toestanden als in het verleden bestonden, niet meer zullen voor komen. De zaak in 's-Hertogenbosch is nog in onderzoek. Gebleken is reeds, dat die zaair schromelijk is overdreven. De heer K. TER LAAN (S -D.) wijst op onvoldoende geneeskundige hulp in hel mi litair hospitaal te Amersfoort. Een militair, die in den buik gestoken was, moest naar Utrecht worden vervoerd. Spr. somt ver schillende gevallen op, waarin hij den mili tairen geneeskundigen dienst in gebreke stelt en herinnert aan een geval met een gedeserteerden koloniaal, bijgenaamd de „kromme van 't zesde", die zonder keuring weer in dienst werd gesteld. De MINISTER antwoord, dat hij indertijd reeds zeer uitvoerige mededeelingen ge daan heeft over het geval van mishande ling te Amersfoort Wat de kwestie vaD den „kromme" betreft, dit verhaal had de minister nog niet eer gehoord. Het is mo gelijk, dat hij voor den Indischen dienst was afgekeurd en voor den Nederlandschen dienst is goedgekeurd. Bij de afdeeling Luchtvaart stelt de heer K. TER LAAN een motie voor, waarin ver zocht wordt de benoeming van een commis sie uit de Kamer, die zal onderzoeken hel rapport over de knoeierijen te Soesterberg De conclusies van die Kamercommissie kunnen dan nader worden besproken De^e motie zal Dinsdag a s worden be handeld fn verband daarmede wordl de be- handeling der afd. Luchtvaart aangehouden. 1 Bij de afd. Uitkeeringen enz. betoogt de heer K. TER LAAN, dat 62 mobilisatie- slachtoffers geen uitkeering hebben ontvan gen, omdat zij zich na 1923 hebben aange meld. Zij, die pensioen hebben, al is het dan ook laag, kregen ook niets. Spreker dient een motie in. waarin de Kamer, van oordeel, dat in den loop van 1926 en 1927 gebleken is, dat de steun regeling aan de mobilisatieslactitoffers on voldoende hulp biedt, de regeering uitnoo- digt een herziening der wet te bevorderen* Mej WESTERMAN CV. Bgaat met d© mo^e mee, als is zij van meening. dat de bestaande regeling goed moet worden uitge voerd. Meer inlichtingen over verschillende gevallen acht zij gewenscht. De heer OUD (V.-D.) zal vóór de motie stemmen al gelooft hij, dat de motie we^f zal worden verworpen. De heer TILANUS (C.-H.) zegt, dat het zwakke punt van deze steunverleenmg is, dat men nooit kan aantoonen het verban! tusschen de invaliditeit en de mobilisatie. Misschien kan de minister echter inlichtin gen verschaffen over de lijn, die gevolg! wordt. De heer DECKERS (R.-K.) is van mee- ning, dat de regeling niet onbillijk wordt toe gepast. De belangen der mobilisatie-slacht offers worden allerminst gediend door het optreden van den bond. die de Kamerleden overstroomt met geschriften en hun de ics leest. Aanmerkelijke steun zou de bond heb ben kunnen verleenen alleen door de porti te besparen. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) zegt, dat men van de ondersteuning geen armenzorg mag maken Spr begrijpt overi gens den heer Ter Laan niet, die tegen de begrooting stemt, dus ook tegen den post. De MINISTER antwoordt, dat de wet zoo loyaal mogelijk wordt toegepast De door den heer Ter Laan genoemde gevallen zal spr. onderzoeken. De wet werkt eeD half jaar en reeds is 91.000 gulden uitgekeerd* Er wordt afgegaan op den huisdokter of een anderen arts. Over de motie wordt Dinsdag gestemd. De heer HIEMSTRA (S.-D.) dringt er op aan, dat goederen, die voor den dienst noo dig zijn, zooveel mogelijk in Woerden wor den gemaakt. De MINISTER is hiertoe bereid, docK wijst er op, dat het personeel niet mag wors den uitgebreid. Z. h. st. worden aangenomen de bij deze afdeelingen aan de orde zijnde ontwerpen vestingbegTooting, begrooting fonds ter ver betering van de kustverdediging en de be grooting artillerie-inrichtingen De vergadering wordt verdaagd tot Ding dag 1 uur. ALGEMEENE CENTR. BANKVEREENIGING VOOR DEN MIDDENSTAND. Winstsaldo f 914. Aan het verslag over het boekjaar 1926 ontleent het „Hbl." o.a. De Nederlandsche Middenstandsbank ia than3 opgericht en het bedrgl der ven nootschap is haar bereids op 12 Nov. 1927 overgedragen. Het boekjaar 1926 is uiteraard voor de Vennootschap niet gunstig geweest, gebukt als zp ging onder de voorbereidingen lol saneering. Een campagne tegen de Bank droeg er het hare toe bij om de onrust onder onze cliënten levendig te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5