De Oude Schoolklok.
Tom en zijn Speelgoed
stellig een ernstig ongeluk gebeurd zijn.
Maar de passagiers en het spoorwegperso
neel wisten nog met. dat zij hun leven te
danken hadden aan een jongen, die was
gaan fietsen, in plaats van straf-sommen te
maken.
(Slot volgt).
Ik ben een oude schoolklok en heb meer
dan twintig jaar geslaan in de groote gang
van een meisjeskostschool. Als ik zeg, dat
ik daar meer dan twintig jaar gestaan heb,
is dat niet heelemaal juist: op zekeren dag
het zal ongeveer een jaar geleden zijn
verhuisde ik voor een heelen dag naar
één der groote schoollokalen. Maar daarvan
wil ik jullie nu nog niet vertellen; dat komt
later
Elke maand was het de taak van één der
meisjes, mij eens iü de week op te winden.
In één der zomermaanden nu moest een
meisje, dat Dora heette, dit doen. Zij was ai
een heelen tijd bij ons op kostschool, maar
ik had haar toch eigenlijk nooit goed leeren
kennen vóór die bewuste maand Ik vond
haar veel aardiger dan één der andere
meisjes, die mij vóór dien tijd opgewonden
hadden. Zij deed haar werk altijd met een
opgewekt gezicht, nooit haastig, maar steeds
voorzichtig iets waartoe de anderen blijk
baar niet in 9taat waren Niets toch is zóó
akelig als op eens een schok te krijgen,
waarbij het je te moede is, of je uit elkaar
zuil spnngen.
Nu was het juist de laatste maand, die
Dora op school doorbracht. Ik had wel kun
nen huilen van akeligheid toen ze mij voor
het laatst opwond, als ik maar geweten had,
hoe ik dal had moeten doen! Zoo heel een
voudig is het niet, al lijkt het mis
schien wel zoo!
Dora werkte hard en ik had de anderen
hooren mompelen, dat zij als ze het
beste examen aPegde een beurs zou
krijgen om te gaan studeeren. Nu heb ik
van zulke dingen heelemaal geen verstand
je kun^ook niet van alles op de hoogte
zijn I maar uit hetgeen de andere meis
jes zeiden, begreep ik toch, dat het een
mooie onderscheiding was en zij geld zou
krijgen om ba-ar studies te bekostigen.
Haar ouders waren met rijk. Nu, dat komt
wel meer voor: zoo oud als ik ben, heb
ik nooit een cent op zak gehad en toch heb
ik altijd vroolijk getikt en geslagen, zon
der daarbij iemand pijn te doen. Ieder,
die zijn plicht doet, is gelukkig en tevre
den en wie gelukkig en tevreden is, wel,
die is immers rijk 1
Maar voor Dora was het toch eigenlijk
heel jammer, dat haar ouders geen geld
hadden om haar te laten studeeren Zij had
daar nu eenmaal baar zinnen op gezet en
wilde zicb voor dokter bekwamen. Dat is
geen kleinigheid en één ding durf ik stellig
zeggen en dat is: ze zal haar patiënt-en
met zorg en toewijding behandelen. Ik weet
immers bij ondervinding, hoe 'voorzichtig
en secuur ze ïsl
Ze had altijd bard gewerkt en hoewel
haar vriendinnen haar verzekerden, dat zij
't stellig halen zou. was zij er zelve lang
niet van overtuigd
Eindelijk brak de week van het examen
dat drie dagen duren zou, aan. Ik luisterde
scherp toe, als zij of haar vriendinnen in
mijn buurt kwamen en ving gedurende de
eerste twee dagen op dat zij haar werk
goed gemaakt en eveneens goede antwoor
den gegeven had
Woensdagmorgen echter gebeurde er
iets heel opwindends: de klok in het school
lokaal, waarin het examen afgenomen werd
was plotseling blijveD stilstaan (zoo'n lui
ding!) en ik was de eenige andere klok in
het heele gebouw, op wie men rekenen
konIk moest dus naar het schoollokaal
verhuizen In het eerste oogenblik was ik
wat zenuwachtig van die ongewone reis en
de vreemde omgeving maar ik raakte spoe
dig gewend en vond het wftt leuk. nu eeDS
te zien. hoe het op zoo'n examen toeging.
Ik was zóó geplaatst, dat iedereen in het
vertrek mij zien kon en tot mijn onuit
sprekelijke vreugde zat Dora zóó dicht bij
mij, dat ik altijd als ik die edele kunst
in mijn jeugd had leeren beoefenen!
had kunnen lezen, wat zij op het papier
schreef.
Het examen zou dien morgen drie uur
durenhet begon om negen uur en het
zou precies twaalf uur eindigen.
Ongeveer kwart vóór twaalf zag ik tot
mijn grooten schrik, dat Dora een vel
papier nam. dat zij aan den anderen kant
reeds beschreven had Ik zeg: tot mijn
grooten schrik, want ik had de examen-
regels, waaraan alleD zich moesten onder
werpen vóór den aanvang van het examen
heel duidelijk hooren voorlezen en bij die
gelegenheid gehoord, dat het papier slechts
aan één kant beschreven mocht worden.
Dora was echter zóó verdiept in het be
antwoorden der vragen, dat zij er niet op
lette. Zou zij het nog bemerken 1
Het liep tegen twaalven en precies vijf
minuten vóór twaalf keerde zij haar papier
om cn kwam zij tot de ontdekking, dat zij
zich vergist had De wanhoop stond op
haar gezicht te lezen Haastig keek zij naar
mij om te zien. hoeveel tijd ze nog had en
begon toen met koortsachtige haast op een
ander vel papier te schrijven.
Nu voelde ik mij dien dag erg vermoeid
en duizelig. Kwam het misschien door mijn
ongewone reis dien morgen, dat mijn ge
zondheid plotseling geschokt was Hoe het
zij, om vier minuten vóór twaalf kon ik
niet meer; ik geloof, dat ik het bewust
zijn verloor, zooate de menschen dat noe
men.
Gedurende eenigen tijd ging het examen
gewoon door. De tijd verliep, maar mijn
groote wijzer stond nog altijd op vier mi
nuten vóór het uur, toen plotseling het
schoolbord met ezel en al omviel en natuur,
lijk een oorverdoovend lawaai maakte. Ik
kreeg zoo'n geweldigen schok door deze
ongewone gebeurtenis, dat ik weer begon
te loopen en vier minuten later alsof
er niets gebeurd was twaalf uur sloeg.
,,'t Is tijd!" zei de examinator en alle
meisjes leverden hun papieren in.
Nauwelijks had hij het schoollokaal ver-
Laten, of Dora vertelde aan de anderen,
wat zij gedaan had. „Stel je voor", zei
zij, ,,ik schreef twee heele bladzijden in
precies vier minuten over
Ik zou gelachen hebben, als ik geweten
had, hoe ik dat had moeten doenmaar
misschien was 't maar beter, dat ik niet
lachte
Een week later werd de uitslag van het
examen bekend gemaakt en hoorde ik tot
mijn onuitsprekelijke vreugde, dat Dora
het beste examen afgelegd en dus de beurs
gewonnen haei.
Het 6peet mij echter heel dat ik
haar niet zou weerzien Ik was er zóó naar
van, dat ik geruimen tijd niet loopen kon.
Eindelijk kwam iemand mij halen. Hm
bracht mij naar een soort herstellingsoord,
waar ik door een professor de menschen
zeiden, dat hij Horlogemaker heette be
handeld werd. Nu. de man had er alle eer
vanhij knapte mij weer heelemaal op,
zoodat ik spoedig naar hws kon gaan oin
op mijn oude plaatsje weer lustig te tik
ken en te slaan.
Ik heb altijd hoop, dat Dora haar oude
school nog eens komt bezoeken cn mij
stellig voorgenomen, haar dan in te fluis
teren. hoe het zicb op dien gedenkwaar-
digen dag toecredraeen hc°ft Maar ik moet
peduld'g wachten, totdat Dora bii mij komt
ik ben nu eenmaal veel te oud en te stijf
om naar haar toe te gaan
Waar in de groote wereld zou ik haar
ook moeten zoeken I
ANNIE O.
DE VERDWIJNENDE SCHIJF.
Op een donkeren muur maakt men 3en
ronde schijf van wit papier vast. De schijf
moet ongeveer 2 centimeier in doorsnede
zijn. Deze schijf plaatst men op de hoogte
van het oog. Vervolgens hangt men nog
een schijf van 8 centimeter doorsnede op
2/3 meter afstand van de andere aan den
rechterkant en een weinig lager
Ga nu vlak vóór het papier staan, sluit
het linkeroog en zie met het rechteroog dan
strak naar de kleine schijf. Ga dan lang
zaam achteruit tot op een afstand van
2V3 meter of nog iets verder en dan zal
de groote schijf voor je oog verdwenen zijn.
door
C. E DE LILLE HOGERWAARD.
Tom ging altijd heel hardhandig met z.
speelgoed om. zoodat dit heelemaal
van hem hield en wel in een donker hoe!
had willen kruipen, als hij er aan kwaï
Maar Tom zelf wist daar niets van ti
dat hij od een keer midden in den nai
wakker werd door een vreemd geluid
schrikte er zóó van, dat hij op eens r<
overeind in bed zat. zooals hij zijn mocdj
later verleide.
„Maakte jij dat rare geluid. Eddy?" vr<:
hij aan zijn broertje, dat twee jaar jon
was dan hij.
Maar Eddy gaf geen antwoord.
Zijn oo^en werden groot van schrik di
hetgeen hij nu zag: op den gro
stond al zijn speelgoed
he<t stond daar niet rustig, neen. het praa
en bewoog zich. Maar dat had Tom ov
dag nog nooit gezienI Waarom hadden
niet veel eerder hun kunsten vertoond
ziin Teddybeer en alle anderen zoo vree
lijk knap waren?
Lang had Tom niet den tijd om hiero1
na te denken, want 't geen Bruin, de Teek)
beer. tegen Bonzo, den Clown. zei. w
hij natuurlijk hooren. Hij luisterde dus aa|
dachtig.
..Welk een groot geluk voor ons allen
het." zei Bruin, dat hij 's nachts slaapt
„Ja," stemde Bonzo in. ..dan kan hij
ten minste geen pijn doen met zijn hai
handen."
..Hij meent het misschien niet kwaai
mengde Harlekijn zich nu in het gespr
„maar ik kan nu eenmaal niet van T'
houden. Dan was zijn neefje Jan Ripi
ding. die nu al groot i9 anders! O
was ik gelukkig bij hem mijn vorig baas]
Als ik nog aan dien tijd terugdenk'
begrijp nog niet. waarom ik niet bij h<
heb mogen blijven en hij mij aan
wilden Tom gegeven heeft 't Ts het eeni
verdriet, dat hij mij ooit gc-daan heeft m
't is dan ook heel erg. Ik kom er niet ov|
heen!"
En Harlekijn rinkelde men zijn belli
maar het klonk lang niet vroolijk 't L'
wel of die bellen ook al spraken Tom v
stond het nu duidelijk: ze' zeiden een vei
op:
Ik heb heimwee, tingeling,
Naar mijn baa9: Jan Ripperding.l
Konijntjes. Poes. het Schaap en Fik.
groote speelgoedhond. dansten allen
een kring en zongen daarbij luid:
Wilde Tom deed me veel pijn:
'k Wil bij hem niet langer zijn. I
'k loop dus weg. kom nooit weerorf
Bij dien naren, ruwen Toml I
Ze dansten er zoowaar bij op de mal
Plotseling ging het licht echter uil
hoorde Tom niets meer. Het duurde nu 1
lang meer. of hij viel in slaap en 9Üep
een stuk door
Den volgenden morgen was er van
speelgoed niets meer op den grond te zij
Alles stond in de kast. zooals hij het er
vorigen dag in gezet had Niet één
was dus weggeloopen. Dat was een h|
opluchting!
Tom vroeg er Eddy naar. maar die
er niets van: hii had geslapen. Tom zei.l
hij wakker geweest Was maar toen|
Moeder alles verteld had. zei zij:
„Je hebt gedroomd. Tom De kaars
je ook in je droom aangestoken wan|
kon niet bij de lucifers. Maar één
moet je toch onthouden en dat is: in I
vervolg wat voorzichtiger met je speeij|
om te gaan."
..Dat zal ik zeker, Moeder." zei Tom.|
heb er eigenlijk nooit over nagedacht,
nu ik alles gehoord heb wil ik net zj
goede speelgoed-baas worden als Jan
perding.
..Dat mag ik hoorenI" zei Moeder.
Tom hield woord en vanaf dit oogen|
hoefde zijn speelgoed zich niet nTeeT
zijn baasje te beklagen.