VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD 8*ta Jaargang Vrijdag 16 December 1927 No. 48. et Mes van Ammers. .'J *Vi raIt?Tiiïi •i«#ïi°iï?•*^^SfYw^tl '1 H S5!ly2 I tl gill t>|iii i1|lllli jlll li|lil il|il til |litll|li Ir NX'tvj |*|a ïir *ii Naar het Engelsch van A. H. FENN. Vry bewerkt door C. E. de Lïlle Hogerwaard. Meneer Nellens, leeraar aan de jongens school „Steeds Vooruit", keek van de tellen, welke hij bezig was te corrigee- op naar het dozijn jongens, dat vóór m zat. „Ammers," zei hij en z\jn blik bleef rus- op een mageren jongen met blond baar, in de achterste rg zat, „speel je al >er met dat mes?" Leo Ammers koek nu op zgn beurt op antwoordde min of meer schaapachtig: ,Ja, meneer." Dat is nu de derde keer, dat je met zit te spelen. Breng dat mes hier!" Even later nam de leeraar den jongen t bewuste voorwerp af en sloot hg zijn senaar met een harden slag dich\. „Ammers," ging hg voort, „je bent de gehoorzaamste jongen, dien ik ken. In ats van vanmiddag cricket te spelen, ,f je in de klas sommen zitten maken, kunt nu naar je plaats gaan." Het gezicht van den jongen betrok, toen tot hem doordrong, wat de straf, welke leeraar hem opgelegd had, eigenlijk be kende. Dat het mes verbeurdverklaard rd, kon hem niets schelen: het was een d ding met slechts één lemmet meer en irvan was de punt nog afgebroken. Maar school te moeten zitten sommen maken plaats van in de match tegen „Heuvel- ht," de naburige kostschool, te spelen, was werkelgk te erg! lij beet zich op de lippen, terwgl hij lats weer opzocht. Het zou een spannen- match worden en hg waa een goede icht; dat wist hg zelf maar al te best. Met meneer Nellens stond hg altgd op X van oorlog. Hg behoorde tot dat soort gens, wier geheugen veel op een zeef ykt en wier vingers altijd iets te doen eten hebben. deneer Nellens, die veel last van zgn uwen had, vond hem een moeilijken ling en mocht hem van het begin af niet lgden. Deze leeraar was belast het toezicht op de spelen der jongens, eerlijkheidsgevoel had hem Ammers n kiezen om in de cricket-match tegen weizicht uit te komen. Nu had do jon- dit echter verspeeld en keek de leeraar klas rond om een plaatsvervanger voor i te vinden. Als hg maar wist: wien. enlgk was hg wel wat heel streng op reden tegen Ammers, doch daar was nu niets meer aan te doen. Ir was één jongen in de klas, die bij leer Nellens in de gunst stond en dat Parker, een jongen van elf jaar, die leD moeite gaf. Parker," zei de leeraar nu, terwgl hg tot den jongen in kwestie wendde, speelt vanmiddag in de match." Iet gezicht van Jim Parker straalde. Dat een verrassing! Hg wist wel, dat bg n goed cricket-speler was en deze on- scheiding was daarom iets, wat hg lemaal niet verwacht had. Graag, meneer," zed hij en ging weer met z*n werk. „Wat 'n bof!" dacht onder 't schrgven nog. Leo Ammers had geducht het land. Woe dend was hij op den leeraar. Hij trachtte zijn gedachten bij zgn werk te bepalen, maar de hevige teleurstelling maakte hem dit onmogelijk. „Hg heeft het alleen gezegd om Parker in mgn plaats te laten spelen. Hij heeft nu eenmaal het land aan mij!" zed hg m zichzelf. Bet was een prachtige dag in Juni. De zon scheen in het schoollokaal, waar nie mand anders zat dan Ammers, Ammers, met zgn ellebogen op zgn lessenaar en zijn hoofd op zgn handen, zgn best doende iets van de sommen te begrijpen. Daar drong plotseling het gojoel van het cricket-veld tot hem door. ,,'k Voer geen steek meer uit! 't Is valschl" mompelde Leo en hij sloeg zijn rekenhoek hard dicht Aan het spel kon hij niet deelnemen, maar hij wilde vrij zijn, vrij! Ilij rende de trap af en haalde zijn fiets uit de schuur. Niemand kwam hij tegen: iedereen was bij de match. Hij dacht er dan ook niet aan te gaan kijken. Maar al te gauw zou meneer Nellens hem snappen. Neen, hij ging fietsen. Waarheen kon hem niet scheien, als het maar ver weg was van do school en meneer Nellens. De rest kwam er niet op aan. Weldra lag de school een heel eind ach ter hom Hij genoot van zijn vrijheid, van de rijponde korenvelden en de groene wei landen. Steeds verder fietste hij door, aan geen tijd denk^Td. Hij zag niet, dat er zich don kere wolken achter hem samenpakten, om de eenvoudige reden, dat hij niet éénmaal omkeek. Spoedig kon dit echter niet meer verborgen voor hem blijven en drong de werkelijkheid tot hem door. Plotseling dreunde er een oorverdooven- de donderslag door de lucht; een lichtstraal verblindde hem voor een oogenblik. Het onweer was geheel onverwacht voor Leo komen opzetten en hij was er plotseling midden in. Onmiddellijk besefte hij het ge vaar en keek hij om zich heen, ten einde een schuilplaats te ontdekken. Er waren hoornen genoeg, maar hij wist. dat het met onweer niet veilig is onder edkeboomen. Opnieuw flitste de bliksem door de lucht en bijna op hetzelfde oogenblik ratelde de donder nog dreigender dan te voren. Op korten afstand kwam een trein voor bij. maar Leo hoorde hem niet. zóó oorver- doovcnd was het noodweer. Even later zag hij den trein, die nu in een tunnel ver dween. Dit bracht hem op een gedachte. Ilij fietste zoo hard mogelijk naar den ingang der tunnel, sprong van zijn rijwiel af cn. nam dit aan de hand. Dit was de schuil plaats, die liij zocht Hier was hij veilig. Een hevige reigen en wind vergezelden het onweer. Juist dacht Leo er over na, hoe hij weer naar school terug zou kunnen gaan, toen een vreemd geluid buiten de tunnel hem plotseling uit zijn overpeinzing opschrikte. Vanaf het oogenblik, waarop hij de tun nel binnengegaan wa3. had hij in de duis ternis getuurd om direct te kunnen zien, wanneer er een trein naderde. Er kwam echter niets aan. Reeds was hij aan het andere einde gekomen, toen een vreemd tooneel plotseling zijn oog trof. De natuurkrachten hadden zóó hevig huisgehouden, dat vlak vóór de tunnel een reusachtige boom ontworteld was en dwars over de rails lag Wat de zaak nog erger maakte, was. dat hier dubbel spoor liep en de boom de beide lijnen versperde. De jongen besefte onmiddellijk het drei gend gevaar. Ilij wist. dat deze lijn druk bereden werd. dat weldra een trein zou komen aanrollen en dat tenzij de machi- nist gewaarschuwd werd een ontsporing onvermijdelijk was. Hij vermoedde dat de eerstvolgende trein uit do tegenovergestelde richting zou komen als die, welke hij vóór het binnengaan der tunnel gezien had. En als de lijn nu nog recht was geweest na het verlaten der tun nel. zou de toestand niet zóó ernstig zijn Do machinist van den naderenden trein zou natuurlijk uitkijken naar de signalen, vlak vóór do tunnel geplaatst, en daarbij de>n boom zien. Maar de spoorlijn maakte juist een bocht Dit alles drong met tergende duidelijkheid tot hom door. Leo overzag onmiddellijk den toestand. Hij begreep dan ook. dat er gehaji- deld moest worden en hij de gewezen persoon was om te handelen. Hij moest al zijn krachten inspannen om een ongeluk te voorkomen Maar hoe? Zijn gezond ver sland zei hem, dat er een eind verder waar schijnlijk een seinhuisje zou zijn om do signalen te bedienen. Niet aan gevaar voor eigen leven denkend, snelde hij één der hoogten op, die zich aan weerszijden der rails bevonden. Met moeite sjouwde hij zijn fiets er tegen op. maar één maal bovengekomen, sprong hij er vlug op. Even later ging hij den hoek om. zóó hard fietsend, als hij nog nooit gefietst had en ontdekte hij tot zijn niet geringe verlichting het bewuste seinhuisje. liet was echter ver-* der dan hij gedacht had En terwijl hij op zijn fiets voortsnelde, aan niets anders den kend dan het gevaar, dat hij voorkomen moest, onweerde het nog steeds. De don der ratelde telkens opnieuw en de regen vied bij stroomen neer, hem tot op de huid door- weekend. Bovendien liep hij elk oogenblik kan ge troffen te worden. Maar eindelijk bereikte hij toch ongedeerd het huisje. Het was geen alledaagsch gezicht: een schooljongen met een halsbrekenden spoed in een ontzettende onweersbui langs de spoorlijn te zien fietsen, zoodat de seinwach- ter dan ook legen zijn kameraad zei, den jongen tegomoet te gaan. Leo sprong van zijn fiets, verleide hijgend, wat er vlak vóór de tunnel gebeurd was en tuimelde uitgeput tegen zijn rijwiel aan. De jonge man droege den bewusteloozen jongen in zijn armen naar het seinhuisje. „Tom", zei hij tegen den sednwachter, die onmiddellijk zag, dat er iets niet in orde was. „telefoneer naar Valmont en zeg. dal de sneltrein van 15.30 een eind vóór de tun nel moet stoppen, want dat er vlak bij du tunnel een boom dwars over de rails ligt". Valmont was hot eerstvolgend station in noordelijke richting. De se in wachter aldaar had nog juist den tijd, den sneltrein to waarschuwen, die even later stopte onge- veer op de plaats, waar Leo zich bevond. Zonder zijn koelbloedigheid en moed zou er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 17