NEDRA 68sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 13 December 1927 Tweede Blad No. 2078 2 BINNENLAND. KERK- EN SCHQQLNIEUWS. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. ?OST EN TELEGRAAF OP 1 JANUARI. Zooveel mogelijk gewone Zondagsdienst. In antwoord op de vragen van den heer Duymaer van Twist betreffende de door het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie te treffen maatregelen in verband met de dienstuitvoering op Zondag 1 Januari a s., deelt de heer Van der Vegte, Minister van Waterstaat, het volgende mede: Het geheel buiten de Nieuwjaarsdrukte houden van Zondag 1 Januari 1928 is met het oog op de daarvan te verwachten stoornis in het bedrijf op Maandag d. a. v. niet gewenscht. Zooals bereids op blz. 10 van de Memo rie van Antwoord betreffende het wetsont werp tot regeling van de inkomsten en uit gaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor het dienstjaar 1928 werd medegedeeld, ligt het in de bedoeling den dienst op 1 Januari 1928 zooveel mogelijk te doen uitvoeren als op andere Zondagen. Dit geldt zoowel voor den post-, als voor den telegraaf- en telefoondienst. Voor den postdienst zal voor die geval len, waarin zulks met het oog op het ver werken van de groote hoeveelheid te ver wachten correspondentie onvermijdelijk is, het treffen van bijzondere maatregelen niet geheel achterwege kunnen blijven. De bestelling, welke op Zondagen nog enkel te Amsterdam, 's-Gravenhage, Gro ningen, Rotterdam. Scheveningen en Utrecht wordt uitgevoerd, zal beperkt blijven tot do correspondentie, welke ook op andere Zon dagen wordt uitgereikt Het voornemen be staat, om aan de afzenders niet meer de ge legenheid te geven, door het aanbrengen van twee schuingekruiste strepen op de adreszijde der stukken, den wensch te ken nen te geven deze zooveel mogelijk op 1 Januari te doen bestellen. Het publiek zal worden uitgenoodigd de correspondentie tijdig ter post te bezorgen en daarmede niet tot het uiterste tijdstip te wachen. Aangezien het telegraafverkeer op 1 Jan in den regel levendiger is dan op andere dagen, zal wellicht op de grootste centraal- kantoren en op zeer enkele provinciale kan toren, eenige, zij het geringe, dienstuitbrei- ding (geen verlenging van openstelling) on vermijdelijk zijn. Naar de verkeerscijfers van de op 1 Januari 1927 behandelde tele grammen wordt verwacht, dat geen diensi- uitbreiding noodig zal zijn op de ongeveer 150 kantoren, welke op gewone Zondagen alleen van 89 open zijn, alsmede op de kantoren met openstelling op Zondagen van 89 en van 1314; behoudens dat een iets ruimeren tijd voor het behandelen van door het correspondeerende kantoor aange kondigde telegrammen zal moeten worden genomen. De regeling van de aan het personeel op te dragen diensten moet overigens aan de hoofden van dienst worden overgelaten Aangezien de eischen, welke aan den dienst worden gesteld, voor onderscheidene plaat sen verschillend zijn, is een uniforme rege ling niet wel mogelijk. Aan de hoofden van dienst zal echter worden opgedragen op Zondag 1 Januari 1928, niet meer dienst op te leggen dan strikt noodzakelijk is. MOETEN WERKELOOZEN BELASTING BETALEN? Op de Vragen van het lid der Eerste Kamer, den heer Polak, betreffende de inning van belastingen van werkeloozen, heeft minister de Geer geantwoord, dat den ontvangers der directe belastingen is op gedragen. de ten kohiere gebrachte aansla gen in te vorderen, voor zoover dit door toepassing van de bij de wet toegelaten executie1-middelen mogelijk is Indien echter de belastingschuldige niet in staat is, om zonder buitengewoon bezwaar de belasting te betalen of dadelijk te betalen, zijn, krachtens artikel 17 der gewijzigde wet van 22 Mei 1846, de directeuren der directe belasting, respectievelijk de ontvan gers dier middelen, bevoegd, afschrijving of uitstel van betaling te verleenen. Ten aanzien van werkeloozen zijn, naast deze' algemeene bepalingen, noch aanvul lingsvoorschriften, noch uitzonderingsvoor schriften verstrekt. Hoewel, ook naar het oordeel van den minister, bij werkeloosheid in menig geval het verleenen van uitstel van betaling aan beveling verdient, kan toch evenzeer een strenger optreden gerechtvaardigd zijn. Gedacht wordt aan gevallen, waarin be kend is of vermoed wordt dat. naast de wer- keloozenkas of den crisissteun, andere bronnen van inkomen aanwezig zijn; dat andere leden van het gezin over voldoende inkomsten beschikken om de gemeenschap pelijke belastingen te dragen, e. d. Het uit spreken van een algemeen oordeel is hier niet mogelijk Dat onder 't achtste kantoor der directe belastingen te Amsterdam van de bevoegd heid tot het verleenen van afschrijving of uitstel van betaling een te karig gebruik wordt gemaakt en dat de ontvanger van dat kantoor meedoogenloos overgaat tot ver koop van de goederen van werkeloozen. is den minister bij onderzoek niet gebleken. Onder het genoemde kantoor zijn in 1927, op een totaal van 50.000 aanslagen, vier en twintig executoriale veTkoopingen ge houden De belastingschuldigen, te wier laste deze executiën plaats hadden, waren geen van allen werkeloos, noch in de aan het beslag voorafgaande maanden weïke- loos geweest. Het nemen van maatregelen, om den meergenoemden ontvanger van gedragslijn te doen veranderen, acht de rqinisler mits dien onnoodig. GESMOKKELD VEE UIT BELGIË. Op de vragen van den heer Braat be treffende het spoedig nemen van maat regelen tegen den smokkelhandel in vet slachtvee uit België, heieft minister Kan geantwoord dat het hem bekend, is. dat op nieuw vet slachtvee frauduleus van uit België in Nederland wordt ingevoerd. Onmiddellijk toen hem de eerste berich ten daaromtrent bereikten, heeft hij zijn ambtgenoot van Financiën daarop opmerk zaam gemaakt, met verzoek het grenstoe- zicht zooveel mogelijk te verscherpen. Dit toezicht geschiedt, inzonderheid met het oog op den smokkelhandel in vee, in samenwerking met de maréchaussée en de militaire politie Overigens heeft de minister het gevoelen ingewonnen van de betrokken organisaties omtrent het bepalen van een grensstrook met verboden veevervoer langs de Neder- landsch-Belgische grens. Grootendeels zijn deze organisaties van meening, dat de tegenwoordige' omvang van den smokkel handel nog niet een, voor de betrokken grensbewoners, zoo bezwaarlijken maat regel wettigt. De minister deelt vooralsnog deze meeL ning. Hij blijft evenwel aan <jeze aange legenheid zijn voortdurende bijzondere aandacht schenken en zal, als de nood zakelijkheid daartoe dringt, het veevervoer in de betreffende grensstrook geheel of ge deeltelijk aan beperkende bepalingen moeten onderwerpen. MIJNRECHT. Ingediend is een. wetsontwerp tot wijzi ging van de wet van 26 Maart 1920 tot hef fing van een recht op de mijnen; tot op heffing van de schorsing van dit recht en tot toekenning van schadeloosstellingen aan provinciën en gemeenten. GROSSIERSBOND VOOR DEN VLEESCHHANDEL. De Nederlandsche Grossiersbond voor den Vleeschhandel hield zijn jaarlgksche ver gadering te 's-Gravenhage. Jaarverslag en financieel verslag werden goedgekeurd. De functie van secretans- penDingmeester werd gesplitst in die van secretaris en die van penningmeester. De heer M. I. v. Creveld, tot nu toe secre taris-penningmeester, zal uitsluitend als penningmeester optreden. Tot bondssecretaris werd benoemd de heer A. Swaan, thans secretaris der Haagsche afdeeling. Rapport werd uitgebracht over de po gingen, aangewend om te komen tot hoogore uitbetalingen voor de slachtveefondsen. De bestaande commissie van overleg werd uit- gebreiu met de voorzitter der. landelijke slagersbonden, die na de boycot van het Schiedamsche fonds, tot samenwerking be reid waren. Men is thans zoover, dat èn het Schiedamsche èn het Delftsche Veefonds tot overleg bereid zijn. Tusschen de slacht veeverzekeringen tracht men overeenstem ming te verkregen, teneinde de premiën te verhoogen. Het voorstel-Rotterdam om een nieuwe actie tot afschaffing van den accijns te voeren, was des te belangrijker geworden nu juist deze kwestie in de Tweede Kamer aan de orde komt door de moties van de Kamerleden v. Rappard en Oud. De moei lijkheden van den geslachtsaccijns werden besproken. De voorzitter wees er daarbij op, dat de waarde van het levend vee geen grond slag kan zijn voor accijnsheffing, omdat de waarde een rekbaar begrip is en dage lijks varieert. Men is dus aan willekeur overgeleverd. Uitvoerig schetste spr. den invloed van den accijns op het veehouders- bedrijf. De afschaffing van den accijns zal tevens prijsdaling tengevolge hebben. Van bestuurszijde werd medegedeeld, dat te dezer zake een adres aan de Tweede Kamer zal worden gezonden. Aangenomen werd ook een voorstel-Rot terdam om landelijk te ageeren tegen de hooge winsten, door openbare slachthuizen gema&kt. Do volgende jaarvergadering wordt te Groningen gehouden. Herkozen werden tot bestuursleden de heeren Speier, v. Dam en Velleman, uit Amsterdam, terwijl voor Rotterdam zitting zal nemen de heer Koffieberg. PERSONEELS-COöPERATIES. Actie-van den middenstand. Verschillende middenstands-organisaties, zooals de Kon. Ned. Middenstandsbond en het Comité van Samenwerking uit de drie landelijke Kruideniersbonden, hebben be sloten een onderzoek in te stellen naar en te ageeren tegen het gezamenlijk inkoopen var handelswaarden door het personeel van groote instellingen. Men meent temeer aanleiding te hebben om zich tegen dit euvel te keeren, omdat meer dan eens de inkoop-centrale, met of zonder medeweten van de betrokken directie, in het gebouw van die instelling is gevestigd, terwijl ook aan andere rsonen dan tot het personeel behoorende wordt geleverh. Bovendien is het voorgekomen dat de directie dezen opzet steunde. DE CORRUPTIE IN DE GASINDUSTRÏE. De directeur te Utrecht niet eervol ontslagen. Door den gemeenteraad van Utrecht is gisteren na geheime zitting de volgende motie aangenomen z. h. st. „De Raad enz., gelezen de voordracht van B. en W. en gelezen de uitspraak van den Raad van Beroep volgens het ambte narenreglement, overwegende, dat als vaststaande moet worder. aangenomen, dat de directeur der gemeentegasfabriek G. Ph. Bruinwold Rie del, zich heeft schuldig gemaakt aan overtreding van art. 9 van het Ambtenaren reglement 1919 door het aannemen van giften van leveranciers der Gemeente; het toebrengen van schade aan de belangen van den dienst o. m. door het voeren van onderhandelingen met den vroe- geren directeur der gemeente-gasfabriek te Schoten, A. van der Stel, over het verleenen van geldelijken steun en herplaatsing in een overheidsbedrijf of in een particuliere betrekking, ten einde te voorkomen, dat genoemde heer Van der Stel openbaar zou maken, dat vele gasdirecteuren in het land zich schuldig maken aan corruptieve prak tijken als het aannemen van retourcom- niïssies e.d. gelet op art. 54 en 58 van het Ambtenarenreglement 1919 besluit: aan den heer J. Ph. Bruinwold Riedel met ingang van heden niet eervol ontslag te verleenen als directeur der gasfabriek. NED. FEDERATIE VAN HARMONIE- EN FANFAREGEZELSCHAPPEN. In de te Utrecht onder leiding van jhr. M. F. van der Poll (Zeist) gehouden verga dering der Nederl. Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen, werden de af tredende -béstuursleden de heeren J. P. Harmsen en H A. Dam herkozen en werd besloten de volgende vergadering wederom te Utrecht te houden. Besloten werd voorts een nieuw contract te sluiten met de Société. Tot juryledpn werden benoemd de heeren F. Bicknese (Rijswijk), W. van Erp (De Bill), Joh. Fa- briaan (Gouda), Nico Gerharz (Den Haag\ F. Hantsch (Driebergen), A. G. Hazebroek (Haarlem), M. Klein (Amsterdam), S. P. v. Leewen (Assen), Louis de Morée (Brcda\ M. J. Ogier (Maastricht), Henri Vollmer (Den Haag), Bart Verhallen (Rotterdam) en M. Wolters (Amsterdam). ITet financieele verslag sloot met een vcordeelig saldo van f 3204.82. De gewone audiëntie van den minister van Koloniën zal Vrijdag niet plaats heb ben. PREDIKBEURTEN. VOOR WOENSDAG 14 DECEMBER. HILLEGOM. Chr. Gc'ret. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Croes van Gouda KATWIJK AAN ZEE. Ned.-Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. H. P. A. Rutgers. OEGSTGEEST. Ned.-Herv. Gem. (Bewaarschool Hooge Mor3chweg): Nam. halfacht, Bijbellezing. NED. HERV KERK. Viertal: Te Middelburg: G. van Dijk Azn. te Lisse, F. G. Hospers te Noordwijk a. Zee, dr. W. Lodder te Doorn en J. C. H. Romijn te Workum. Beroepen: Te Den Ham (O.) (loez.): P. J. Steenbeck, te Kampen; Te Herveld (Gld.) (toez.): A. Lazonder, te Warns; Te Renesse en Noordwelle: P. v. d. Staay, te Wester- bork; Te Wassenaar: G. de Vries, te Oos terend (Fr.); Te West-Terschelling: R. C. J. Visser, cand. te Wemeldinge. GEREF. KERKEN. Bedankt: Voor Slikkerveer en voor Hoorn- sterzwaag (Evangelisatie Z.-O. hoek), E. Prins, te Oostwolde. CHRIST GEREF. KERK. Tweetal: Te Vlissingen, J. de Bruin, te Vl^ardingen en D. Driessen. te 's-Graven- zande. Te Hillegom, D. Driessen, te 's-Gravenzande en P. Zwier, te Papendrecht. Bedankt voor Harderwijk: P. de Groot, te Rotterdam. Mr. G. A. VAN POELJE. Tot buitengewoon hoog] CP raar in de be stuurswetenschappen aan de Handelshooge. school te Rotterdam, is benoemd mr. G. A. van Poelje, administrateur ter gemeen te-secretarie te 's-Gravenhage. OOK DE TWEEDE SCHEVENINGSCHE LOGGER OPGEGEVEN. Na 20 November niets meer gehoord. De Scheveningsche logger Sch. 190 (niet de Sch. 276, gelijk abusievelijk werd ge meld) van de reederij M. Verhey Jzn. is thans zoover over tijd, dat men aanneemt, dat het schip in den jongsten storm geble ven is. Weliswaar is het op 20 November nog in den storm gezien, maar sindsdien heeft men er niets meer van gehoord. EEN AANKLACHT BIJ DE JUSTITIE TEGEN DE Z. H. A. M. Gevolgen van het stopverbod. Wij lezen in de „Delftsche Courant": I Een waarschuwend, een bijna beangsti gend geval heeft zich gisteren voorgedaan in één der bussen van de Z H. A. M die in Delft geen passagiers mogen opnemen of uitlaten. In den bus, die omstreeks half- tien uit Scheveningen was vertrokken ,zat o.a. een reiziger voor Overschie. Toen de bus in Delft was gekomen op den Rotter- daiqschen weg, kreeg deze reiziger een aan val van zijn hartkwaal, hartkloppingen, waarbij hij 't benauwd had en dringend be hoefte aan frissclie lucht. Zoodra de passa gier de eerste symptomen waarnam ver zocht hij den chauffeur om te stoppen, maar deze zeide, dat hij dit niet mocht doen. En hoe zichtbaar benauwd de man 't ook had, hij moest mee en kon in Overschie pas het voertuig verlaten. De passagier heeft bij de justitie een aan klacht ingediend tegen de Z. H. A. M. we-i gens vrijheidsberooving. DE VERIJDELDE OVERVAL TE ROTTERDAM. Omtrent den mislukten aanslag in Hotel Coomans in de Hoofdsteeg te Rotterdam, meldt men nog het volgende: De gearresteerde B. B. blykt reeds vaak op verschillende tijden het hotel bezocht te hebben, waarbjj hij eenmaal in het kan toor van den kassier is geweest. Ilij had toen een verhandeling gehouden over spiritisme en gezegd, dat de kassier een goed medium zou zijn. Als hij een zak over het hoofd zou doen, zou de oude man wel voelen, dat hij tot groote daden in staat zou zijn. Hierop is de kassier echter heel verstandig niet ingegaan. 1\ is inmiddels overgebracht naar het huis van bewaring. ERNSTIG ONGEVAL BIJ DE HOOGOVEN- FABRIEKEN TE VELSEN. Een steiger ingestort. - Drie dooden. Gistermiddag omstreeks kwart na vier waren eenige arbeiders bezig met het mon- teeren van een opslagkraan op het 'terrein van de Hoogovenfabrieken te Velsen Door tot nu toe onopgehelderde oorzaak stortte de steiger, waarop zij zich bevonden, in elkaar en een drietal arbeiders viel van een aan zienlijke hoogte naar beneden, tengevolge waarvan twee van hen, Kuyer, wonende te Utrecht, en Arends, wonende te Haarlem, op slag werden gedood. De dprde, een jonge man, C. Meyer genaamd, wonende te VeU sen, die deerlijk werd gewond, is later aan de bekomen verwondingen overleden. Alle drie verongelukten waren ongehuwd. De vierde arbeider, die op de stelling stond, kon zich nog bijtijds vastgrijpen en wist alzoo zijn leven te redden. De oorzaak van het ongeval is niet bekend. Op grond van vroegere ervaring had men alle voor zorgsmaatregelen genomen om de stelling zoo sterk mogelijk te doen zijn. ONGELUK OP ZEE. Te IJmuiden is binnengeloopen de stoom trawler „Victor", IJM 149, van de Mij. V. E. M., met de vlag halfstok. In den nacht van 10 op 11 December heeft de schipper C. Glas, doordat de pen van de dekrol gebroken was, deze rol tegen het hoofd gekregen, waardoor hij zoo ernstig gewond werd, dat hij kort daarop overleed. BRANDEN. In het 8.s. Rijnstroom van de Holland- sche Scheepsbouwmaatschappij, dat gisteren te Amsterdam was binnengekomen en ge meerd lag aan den kop van de Handels kade, werd gisteravond, terwijl men aan 't lossen was, brand ontdekt in het gedeelte, dat bestemd is voor passagiers. De rook kwam uit de kieren van de deuren, die waren afgesloten door den hofmeester, voor deze de stad in ging. De brapdweer was spoedig met groot materiaal aanwezig en constateerde, dat de brand in het salon woedde. Voorzien van rookmaskers van het oude type drong men naar binnen en weldra was het vuur af doende bestreden. Het bleek, dat het salon I gedeeltelijk was uitgebrand, vooral aan Uit het Engelsch van GEORGE BARR McCUTCHEON. (Nadruk verboden).) 18} De laatste menschen op aarde die een man leert kennen, is zijn zuster, zei Veath. Ga je gang maar, en amuseer je, oude jongen, je zuster is niet zoo precies als jij denkt mijn woord er op. Het duurde volle vijf minuten voordat Hugh zich losgemaakt had uit den doolhof van veronderstellingen, waarin hij door deze gedachtelooze woorden verdwaald was ge raakt. Wat wist Veath van haar opinies over dit onderwerp? Hoe kwam hij aan zijn kennis op dat punt? De ander zei tweemaal iets tegen hem, maar kreeg geen antwoord. Ten slotte schudde hij hem bij de arm en zei: Liefde op het eerste gezicht, hé? Ben je betooverd, beste jongen? Hugh staarde hem suf aan, en hij ging onverstoorbaar voort: Ze is inderdaad buitengewoon knap. Ik zal eens uitvisschen, wie zij is. -- Uitstekend, Veath. visch het uit, zei Hugh, dadelijk weer opgevroolijkt. Bezorg haar een gezelligen tijd. Arme meid, ze zal het wel vervelend vinden, om den heelen tijd bij haar vader te moeten zijn. Hij ziet er niet erg amusant uiL Ik laat me hangen, als die man niet het pootje en nog een half dozijn andere kwalen heeft. Het tweetal, dat de aandacht had opge dekt van de beide jongelui, stond bij de ver schansing. Het gezicht van de jonge vrouw glansde opgewonden bij de liederen van de soldalen. Haar begeleider, tenger, grijs en ongenaakbaar, luisterde alsof hij het uil be leefdheid deed en allerminst voor zijn ge noegen. Zijn mager gezicht, rood door apoplectische vlekken, doorgroefd met rim pels, toonde duidelijke teekenen van erger nis. Hij kauwde ongeduldig op zijn dunne grijze snor, toen werd de militair geknipte baard door beenige vingere omhoog gehe ven en tusschen de lippen genomen. Hij was een beeld van plichtsgetrouwe opstan digheid. Hij was gedistingeerd van de zo len van zijn gepunte schoenen tot het topje van zijn chique hoed. Een licht jaquet naar de nieuwste mode, zat hem gegoten om zijn magere gestalte. De jonge vrouw was noch groot, noch klein; ze had die ondefinieerbare lengte, bekend als „gewoon". Haar lange tweed reismantel gaf iets pikants aan haar figuur; een coquet fluweelen hoedje liet nog net een aardig hailsje onder blijkbaar kort geknipt haar en een pittig, frisch zonnig gezicht zien. In den vallenden avond konden de Amerikanen haar groote, donkere oogen zien, bijna schuchter in de schuilhoeken achter de zware, lange wimpers. Alles bij elkaar, was ze een van die fascineerende schoonheden, waarnaar men voortdurend kan kijken zonder te kunnen vaststellen, waarin hun charme eigenlijk bestaat. Zoo een gezicht heb ik nog nooit van mijn leven gezien, mompelde Hugh. Smaken verschillen, zei Veath. Je moei mij niet kwalijk nemen, maar ik vind Miss Ridge het knapste meisje dat ik ooit gezien heb. Zij is slanker en heeft meer smaak. Bovendien houd ik meer van blonde vrouwen. Wat zeg je? Deze vraag werd veroorzaakt door een gemompelden vloek van Hugh. Niets, beet hij hem toe, en na een pauze ging hij voort: Luister eens, Veath, praat in Godsnaam niet altijd over mijn zuster. Hij moest zich dwingen tot dit kalme verzoek, terwijl zijn gemoed vol was van ancTere en heftiger uitdrukkingen. Neem mij niet kwalijk, Ridge, ik wist niet, dat ik zooveel over haar praatte. Er viel een korte stilte; toen ging hij voort: Neem nog een sigaar, Hugh. Hugh nam de sigaar aan; ongracieus, beschaamd over zijn heftigheid. Langzamerhand was de avond gevallen en de gestalten verloren zich in de duister nis. Hier en daar werden de lampen aan gestoken; verscheidene passagiers gingen naar beneden om de koude. Een nieuwe ronde over het dek bracht Hugh en Veath vis-^-vis met den ouden heer en de jonge dame, die op het punt stonden om naar beneden te gaan. De Ame rikanen wachtten om hun te laten passee- ren en namen hun hoed af. De oude heer. haastig en blijkbaar meer geïnteresseerd in het leven dan naarnet, tikte tegen den rand van zijn hoed en het jonge meisje glim lachte vaag. Heb je ooit van je leven zoo'n glim lach gezien? riep Hugh enthousiast, toen het tweetal in het gezicht was. Duizenden, antwoordde zijn metgezel. Ze komen net zooveel voor als vrouwen zelf. Iedere vrouw kan aardig glimlachen als ze wil. Loop rond, je hebt geen greintje ge voel. Op een farm leer je geen gevoel en daar begon ik mijn ongelukkig bestaan. Maar soms ben ik wel in staat om veel le denken. Dat is een van de dingen, die je op een farm doet, is het niet? Dèt en sterven. En trouwen? Natuurlijk, om meer te kunnen den ken. Als een man eenmaal getrouwd is, moet hij voor twee denkenl Je wordt sarcastisch. Je hebt niet veel met vrouwen op, veronderstel ik? Tenminste niet met het meervoud. Ze ontmoetten kapitein Shadbum en de jongelui hielden hem staande, terwijl Veath vroeg Kapitein, wie is die oude heer, dien wij daarnet tegenkwamen? Lord Huntinford; hij is op reis met een regeeringsopdracht. Hij is een eerste rangs-diplomaat. Waar is zijn zending naar toe? Naar China, geloof ik. Hij reist zoo snel mogelijk. Hij verlaat in Hongkong het schip, en niemand weet eigenlijk precies van zijn missie is; het is een zaak tusschen hem en den eersten minister. Maar goeden avond, heeren. Ik moet met Lord Hunting- ford nog een spelletje cribbage spelen. De kapitein haastte zich naar beneden. Wel allemachtig, een echte Lord, zei Veath. De eerste dien ik ooit in mijn leven gezien heb. China, herhaalde Hugh. Ik hoop, dat we kennis met hen maken. HOOFDSTUK IX. Mr. Ridgeway raakt in verbazing. Aan het diner was Hugh zeldzaam opge wonden, maakte allerlei grappen en zei on begrijpelijke geestigheden tegen Veath, die eveneens zeer voldaan scheen. Toen zij de eetzaal verlieten, zei hij: Zullen we wat op 't dek gaan wande* len, Grace? Familiegeheimen? vroeg Veath iro nisch. Weineen, antwoordde Grace prompt. Leuk, als je meegaat, echode Hugh. Ik ga even een shawl halen, zei Grace. Vijf minuten maar, hoorl Dan haal ik even mijn ja9 en een paar, sigaren, voegde Hugh eraan toe. Dan schrijf ik nog even een briefje om in Malta te posten, zei Veathen zoo scheid den zij. Een tijdje later passeerde een steward Hugh's hut en hij riep deze toe om even op Miss Ridge's deur te kloppen en haar te zeg gen dat hij klaar was. Miss Ridge ging met haar meneer naar boven en antwoordde de man, maar Hugh interompeerde hem door de deur met een smak dicht te slaan. Verscheidene minuten staarde hij naar het rechter-bovenhoekje van zijn kooi; toen zei hij iets. dat heel veel op een onnette uitdrukking leek. Ieder spoortje blijdschap was uit hem verdwenen; zijn wenkbrauwen trokken zich samen en zijn hart scheen ineen te krimpen. Toen hij op het punt was om de trap op te gaan, hoorde hij opeens een scherpe gil. Oogen- blikkelijk was hij de trap half op, zijn ar men uitgestrekt. De dochter van Lord Hun- tingdorf viel er in en hij droeg haar letter lijk de trap af. Ze was bleek en beefde en hij bloosde. Hij had nog juist kunnen zien dat zij voorover viel, tevergeefs trachtende ds leuning te grijpen, (Wordt vervolgd)«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5