NEDRA
68"te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 December 1927
Vierde Blad
No. 20774
UIT DE PERS.
Modeplaatjes van een Parisienne,
RADSÖ-PRODRMA
FEUILLETON.
CONTROLE OP HET BEHEER ONZER
GEMEENTEN.
In „Economisch-Statistische Berichten"
Ecbrirjft mr. P. J. Reymer over bovenstaand
onderwerp
Het wordt steeds meer gewoonte en het
trekt de algemeene aandacht, dat de gemeen
te-besturen ter voorziening hunner crediefc
behoeiten in de latere jaren niet in de
allereerste plaats een beroep doen op de
open geldmarkt, maar zich bij voorkeut
wenden tot het bureau eener rijksinstelling,
ten einde zich de voor het bestuur der
gemeente vereischte gelden op zoo billijk en
eenvoudig mogelijke wijze te verschaffen.
Deze leeningspolitiek is voikomen te be
grijpen en moet als onderdeal worden be
schouwd van de geheele financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten,
welke immers niet uitsluitend wordt be-
lieerscht door de bepalingen der wet van
1897. Aan het vraagstuk van het verstrekken
van leeningen uit rijksfondsen aan gemeente-
sturen wordt groote een algemeene aandacht
geschonken.
Voor de gemeentebesturen heeft het on-
derhandsch leenen van geld van de betrokken
rrjksiondsen ongetwijfeld zjjn aantrekkelijke
zijde. Kan men er in slagen om tegen
gunstige voorwaarden zich de benoodigde
gelden bij een rjjksfonds te verschaften,
dan zjjn alle risico's, verbonden aan het
uitschrijven eener leening, verdwenen. De
leening wordt op de eenvoudigste en voor
de gemeente voordeeligste wijze gesloten;
een gewone schuldbekentenis is voldoende;
de niet onbelangrijke emissiekosten worden
bespaard. Daarom zal een particuliere bank
instelling bezwaarlijk tegen een rijks-instel
ling kunnen concurreeren. Het is daarom
niet te verwonderen, dat in eike vergade
ring van commissarissen eener dergelijke
rijksinstelling gewoonlijk zooveel geld-aan-
vragen van gemeentebesturen te b.handelen
zijn, dat het meer en meer onmogelijk is
al deze aanvragen in te willigen, zelfs al
beschikt het fonds over zeer belangrijke
bedragen, welke te beleggen zijn.
Het spreekt wel van zelf, dat het geld
gevend orgaan zich bij leeningsaauvragen
van gemeenten, evenals iedere particuliere
geldgever, op het standpunt heeft te
piaalsen van geldgever tegenover aanvrager,
en dus de vraag heeft te stellen in weike
mate een aanvrager solide en credietwaardig
is. Men moet toch niet vergeten, dat het
hier gaat om geld voorschieten, d.w.z. finan
cieele hulp verschaffen met de bedoeling
er. onder voorwaarde, dat die voorschotten
weder terugbetaald zullen worden op zulko
termijnen, als met de financieele politiek
der fondsen overeenkomen. De Rijks-instel-
ÜDgen zenden derhalve nauwkeurige vragen
lijsten aan de gemeentebesturen om zich
een zoo volledig mogelijken indruk te kun
nen vormen van den algemeenen financieel:n
toestand en de credietwaardigheid eener ge
meente, om ingelicht te worden omtrent de
legrooting en de geheven belastingen, om
trent het doel der leening en omtrent meer
dere andere vragen, welke van belang zijn
om te kunnen beoordeelen of het verantwoord
is aan de gemeente geld te leenen of wel
log meerdere leeningen met de betrokken
gemeente te sluiten. Hoe vollediger men
wordt ingelicht des te beter. Er kunnen
termen zijn om, alvorens een besluii te
nemen, overleg te plegen met den Minister
wn Binnenlandsche Zaken en Landbouw, die
iije bevoegdheid zeker niet overschrijdt,
itdien hjj de aandacht van Ged. Staten ves
tigt op gemeenten, die n3ar zijn oordeel
door te veel leeningen de gemeente plaatsen
voor te zware financieele offere en moeilijk
heden.
Kan men in deze handelwijze zien een
tu-uwo en ongeoorloofde controle op het
beheer der gemeenten, erger nog een aan
tasting der gemeentelijke autonomie?
De grootste verdediger en voorstander
der gemeentelijke autonomie kan in deze
handelwijze moeilijk een aantasting der ge
meentelijke autonomie zien.
Er wordt immers geen controle uitgeoefend
op het beheer der gemeente-financien, men
heeft zich evenmin gemengd in de behan
deling van de zaken der gemeente zelve,
niet de doelmatigheid van het raadsbesluit
beoordeeld, maar zich in bet algemeen ge
steld op het standpunt van een gewonen
credietgever. Een rijksinstelling is in dit
opzicht evenzeer en weüeht nog meer dan
een particudere onderneming g hu.den zich
rekenschap te geven van do b.tetk.-uis der
gevoteerde uitgaven en van de cred: t'.vaar
digheid van den geldnemer. Aan elke
credietverieening zal noodwendig moeten
vooraigaan een grondig onderzoek naar den
werkelijken financieelen toestand der ge
meente.
Zulk een onderzoek is niet alleen geboden,
maar zeer gewenscht. In het onrangs ver
schenen rapport der Staatscommissie van
Lijnden van Sandenburg leest men, dat
einde 1926 reeds zestien gemeenten zich
tot de Regeering hadden gewend om steun,
daar zjj niet in staat waren op normale wuze
aan bun credietbehoeLen te vo.doen. Voor
den meest bekwamen accountant zal het
zeer moeiljjk zjjn uit te maken in hoeverre
er hier meer van schuld dan van gebrek
aan financieele draagkracht sprake is. In
al deze gevaien hebben de steunvragende
gemeenten vaak met tegenzin moeten berus
ten in de bezwarende voorwaarden, voor
njks3teun gesteld. Bezwaren, ju.st voor de
autonomie der gemeente. Wordi hot voorst-1
der -StaatscomnLssie tut steunver.eening aaa
noodlijdende gemeenten tot wet verbtv-n, aan
zal deze gesteunde gemeente practiscü ge
heel onder curateele worden geste.d. Het
wetsontwerp der Staatscommissie is in dit
opzicht zeer zeker in strijd met de auto
nomie der gemeente.
Weder algeschaiden van bet feit, dat de
gemeenten (en zij niet a.heaj zich bij voor
keur wenden tot de Rijksinstellingen, mag
tevens worden geconstateerd, dat de le.nn-
gen van verschillende groote gemeenten,
welke in den laatsten tijd op de openbare
markt zijn aangeboden, nu juist geen suc
cessen zijn geweest. Wijst dit feit er niet op,
dat, door welke omstand gbeden dan ook,
het geldgevend publiek met bij voorkeur
zijn geld in gemeente-obligaties belegt? In
dien moet worden toegegeven, dat er ge
meenten zijn, d.e haar kapitaalbeh*oefte niet
op de open markt kunneu dekken en zich
daarom of dan tot de rrjksinste.lingen wen
den, is dubbele waakzaamheid p.icht. Ter
wijl voorheen iedere Nederlandsche gcmeenle
als volkomen solide en credietwaardig kon
worden beschouwd, wordt van meerdere
gemeenten de soliditeit thans in twjj.el ge
trokken, al is het fail.issement eener ge
meente in Nederland wel eens aangevraagd,
maar nog nimmer uitgesproken
Bovendien zal wel niemand betwisten, dat
het Rijk overwegend belang heeft bjj een
goed financieel beheer onzer gemeenten.
Reeds Tborbecke schreef: „Het hooger pu
bliek gezag moet waken, dat de gemeente,
een gronddeel van den Staat, altoos in stand
blijve".
Het welzijn van het Rijk is in hooge
mate afhankelijk van het behoud van het
evenwicht tusschen gemeentelijke inkomsten
en uitgaven.
In de gevolgde handelwijze is dus geen
aanleiding om een afkeurend oordeel uit
te spreken, maar veeleer is dit optreden
toe te juichen als maatregel tot het gezond
houden zoowel onzer gemeentelijke als staats
financiën.
RECLAME.
(Nadruk verboden).
Wilt de Parisienne di&r zien. waar
haar élegance het best tot haar recht komt,
gaat u dan naar een ..salon de thé tea
room) Als ge den vorigen winter ook in
Parijs geweest bent. zult ge zien hoeveel
weelderiger het aspect nu is van de vrouw
tjes. die- zoo'n „thé la mode" tot het laat
ste plaatsje vullen. Ge ziet een vrouw bin
nenkomen in een zwarte mantel, maar die
mantel is zóó rijk met lichte vossen ge-.
garneerd, dat van eenvoud geen sprake meer
is, ook al is die mantel „maar" van laken
en het zwarte hoedje „maar" van vilt. En
als die1 mantel opengaat en van de schouders
glijdt, dan zit daar binnen in een robe
(japon kan ik nauwelijks schrijven) van
glanzend fluweel of van ..lamé" of „broché"
waarop kleurige" steenen of diamanten schit
teren. in hangers, colliers, broches, gespen,
ik vraag me soms af, of de mode tegenwoor
dig niet wordt uitgevonden voor de Ameri-
kaansche, meer nog dan voor de Fransche
Parisiennesl
Uit de hooge bontmanchet komt 'n handje
met mousquelaire een lange handschoen
met wijde, om de pols gerimpelde manchet,
waarvan we alleen de vingers uittrekken om
ons kopje thee te drinken. Die handschoe
nen zijn van zwarte suède, of zij hebben de
kleur van 't bont van onze mantels. Ec-ii
klein hoedje laat het voorhoofd even zien,
maar bedekt ooren en nek. Omdat we niet
meer gewend zijn aan die onbeschermde
oogen, dragen we soms e'en korte voile, die
een beschuttend floers geeft. Vóórdat ik u
verder over de Parijsche hoedjes praat, ver
tel ik nog even dat we zacht-lila-grijze kou
sen dragen 's middags, met eenvoudige es
carping (ge weet nu wel. dat dit het Fran
sche woord is voor 't Engelsche „pump"),
van lakleer, suède of slangehuid. maar
meest van lak, met een stalen gespje of een
smal reepje leer over den voet, in de tint van
onze japon.
Wat ge de Parisiennes stellig niet kunt
nadoc-u, dat is- een paar echte camelia's te
dragen, wit of zacht rose. We dragen, zoo
als "ik al eens eerder heb gezegd, veel min
der gemaakte bloemen, wèl soms bijv. een
echte orchidee op een avondtoilet. Als we
valsche bloemen dragen, doen ze mee met
de tint van onze robe of passen bij het bont,
bijv. een lichtbeige met bruine camelia op
een mantel met blonde vos, een zwarte
bloem op den schouder, iels naar achteren
geplaatst, op een zwarte japon. etc.
Maar ik zou u over hoeden vertellen.
We dragen ze dus eenigszins .,uit de
oogen", bijv een kleine zwart-vilten toque,
die boven de wenkbrauwen blijft, maar de
ooren verstopt. De garneering bestaat uit
reepen van 't zelfde vilt, als lint gebruikt;
een korte zwarte voile valt over de oogen,
maar blijft nog boven de punt van den
neus.
Een andere toque van soepel zwart vilt,
dat als breitschwanz is gestreken, is gedra
peerd als een baret Weer andere kleuren bij
het bont van den mantel, zijn strak om het
hoofd gevleid, maar 't nieuwste van 't nieuw
ste en eigenlijk al niet meer nieuw is de
„mise en plis". het mutsje, dat de mise en
plis van het haar, in 't Hollandsch: de „wa
tergolf" navolgt. Opzij b in zoo'n hoedje, als
ik 't nauwsluitende kapje zoo mag noemen,
een aigrette of een paar pennen gestoken.
„Mise en plis" is hél hoedje. geweest.
Twee andere modelletjes zullen het
behalve de nauw-aaneensluilende toques in
badmutsmodel, die zoo gevaarlijk licht up
badmutsen gaan lijken, wat natuurlijk
vooral niet mag! langer uithouden; cat
is een kleine cloche van zwart vilt met soe
pel randje, en een bol, die óf benaaid is met
banaan- óf halvemaanvormige stukjes
velours-panne, öf met het ijzer met dezelfde
patroontjes bestreken, in baantjes of geheel
onregelmatig. Zoo'n kleine1 cloche moeten
vooral die vrouwen kiezen, die niet meer
zoo héél jong zijn en er heel charmant kun
nen uitzien met eenigszins beschaduwde
trekken.
Een model, dat door-jonge meisjes wordt
gekozen, heeft een van voren hoog opge
slagen rand, vastgebonden door een speld
van staal of brons opzij en achter, en een
smal randje, dat diep in den nek valt. Onder
geen enkele nieuwe hoed komt achter iels
van het haar te zien.
Een héél geestig modelletje heeft een knip
in die opgewipte rand gekregen, zoodal er
twee omgeslagen puntjes zijn. De snee moet
juist boven den linkerbinnenooghoek wor
den gedragen; daar komt dus even het voor
hoofd te zien. De rest wordt aan onze co
quet terie overgelaten, n.l. hoever we ons
hoedje rechts neer- en links optrekken, dus
hoeveel het rechteroog zich verstopt en hoe
vrij het linker de wereld durft in te kijken.
Trouwens, die géén breed gezicht hebben,
kunnen de toque dragen, die links hoog is
opgeslagen: dit maakt de hoed 9mal en dus
het hoofd breed En dan zijn er nog de to
ques in den vorm van een tiara of van een
Russische boerinnemuts, maar wat ge bij
het koopen van een hoed allereerst moet
bedenken, of hij u flatteert, er is keuzei ge
noeg dit jaar.
COL! NE.
VOOR ZONDAG 4 DECEMBER.
Hilversum (1060 M.) 10.30; VPRO-dienst
in het gèb. v. d. Vrije Gem. te Amsterdam.
Voorgangster mej. Tony de Ridder, naar aan
leiding van tekst Job XXXVII 14 „Sta stil
en let op Gods wonderen". 12.302.00:
NOV-lunchmuziek, trio Batenburg, W. Ba
tenburg, viool, S. Bril, cello, J. Bril, piano
2.002.30: NOV-lezing door mr. dr. P. A.
Roeper Bos: De gewijzigde motor- en rijwiel-
wet. 2.304.30: NOV. „De vier jaarge
tijden" in de muziek uitgevoerd door het
NOV-orkest o. 1. v. Henri Zeldenrust, mej.
T. Schleyer, sopraan, H. Noort, tenor, a. de
Lente, b. de Zomer, c. de Herfst, d. de Win
ter. 4.305.30: Mandoline-concert door
het Amsterdamsch Mandoline-orkest „Con
Amore", dirig. G. v. Wijk. 5.307.30
dinermuziek door het ANRO-orkest, Elisede
Haas, sopraan, Egb. Veen a. d. vleugel
8.00: Persber. en sport-uitslagen. S.10
Concert ANRO, Symphonie-orkest-concert
door het Utrechtsch Sted. Orkest o. 1. v.
Evert Cornelis, Louis Zimmermann, viool.
Huize*n, 1950 M. (behalve van 46 op
18.40 M. 8.30; K.R.O. Kerkdienst in
Warmond (Semenarie) 9.3010.00: Cau
serie door Pastoor H. W. J. Hoosemans uit
Amsterdam; Advents-Lilurgie. KRO.
10.30: N. C. R. V. Dienst in de Zuiderkerk te
Roterdam Voorganger: Dr. S R. J. Berkel-
bach van der Sprenkel. Ned.-Herv. Pred.
12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek door 't trio
„Winkels". P. Lustenhouwer piano (leider).
H. Scholl, viool. O. Hendriks, cello 1.30
—2.15: K.R.O. Verteluurtje voor kinderen
door een Zuster van Huize Bethanië 2.30
1.00: K.R.O.: Concert in Artis te Am
sterdam. o. 1. v. Frans v Diepenbeek 4.30
530: Ziekeftlof te Bloemendaal. K.R.O.
5.306.00- K.R.O: Bijbelexegese door
Prof. Dr. R. Jansen O, P. van de Keizer
Karei Universiteit te Nijmegen 6.20:
N. C. R. V. Dienst in de Evang. Luth. Kerk
(Spui) A'dam. Voorganger- Ds. H. L. Boer-
lijst, Ev. Luth. Pred. 8.00: K.R.O. Too-
neel- en orkestavond met medew. van het
Amsterdamsch Tooneel en het IC. R. O.-
orkest, o. 1. v. Marljn v. d. Ende. „Het Won
der van de Arme Clarissen", satyre in 1
bedr. (3 tafr.) door Henry Ghéon. Vert.
v. e<. Zuster Clarisse, Dram. Personae
Tournefort. Prefect, Sweers. Mevr. Tournee
fort z'n echlgenoote, Annie Sweers. Clara,
hun dochter. Mien Sweers. De commissaris
v. Politie, v d. Valk Lopprimé Louis Bak
ker. De abdis der Clarissen. Sweers. Zuster
Josepha. SwetTS. De Zuster Portierster. Mies
Heuft. De twee Koorheeren, Franc Bibo.
Pierre Bos Zusters Clarissen. Regie: Anton
Sweers. Het Amsterdamsch TooneelgezeU
schap, o. direclie van Anion Sweers Franc.
Bibo en Jan Ballegoy. c.a. 11.00: Epiloog
v. h. Caccilia-kwartet o. 1. v. Mej. v*
Rooyen.
Daventry. 1G00 M. 3.50- Kamermuziek,
Het London Kamer-orkest. IC. Arkandy. so
praan 5.40: Vertellingen u h. Oude Tes
tament 5.50—6.05: Dr. Irvine: Pioneer
ring on the Equator 8.20: Kerkdienst
9.05: Liefdndigheidsomroep 9 10 Nieuws*
bcr. 9.25: liet Radio-symphonie-orkest.
P Jones, tenor. H. Bollermund, cello
10.50: Epiloo<r.
Parijs ..Radio-Paris". 1750 M. 12.20:;
Gewijde muziek en koorzang. Preek -
12.502.10: Orkcslconcert 5 055 55:
De' Homonvme Jazz 8.35: Orkestconcert
9.3511.20: Dansmuziek
Langenberg, 409 M. 8.209 20: Kath<
Morgenwijding 11.2012.20: Orgelcon-;
eert 12.201.50: Orkestconcert 2.35
3.20: Declamaties 3.203.50: Beet*
hoven''s pianosonates 3.501.50: Man
dolineconcert 4.506.35- Orkestconcert;
7.30: Walsmuziek 9.4011.20: Dans
muziek.
Königswuslerhausen, 1250 M. 8.20:
Morgenwijding 10.50: Matinée. Orkest
concert 2.505.15: „Die Abenleuer des
Kapilan Funk 7.50: Concert door het
blaas-orkest 9.5011.50: Dansmuziek.
Hamburg. 395 M. 8 35: Morgenconcert
10.50: Morgen-orkeslconcerl 12 25:
Orkestconcert 1.35: Vroolijk concert
4.50: Orkestconcert 7.20: Concert. Orkest
en solisten.
Brussel, 509 M. 5.20—6.20: Orkest-
concert 8.3510.35: Orkestconcert (om
9.20: Voorlezing).
VOOR MAANDAG, 5 DECEMBER.
Hilversum (1060 M.). 12 u.: Politieber.
12 352 uur: Lunchmuziek door het
ANRO-TRIO. John Helden, viool; M. van
't Woud, cello-, G. Verhey, piano. 4.40
5.55: Kinderuurtje o. 1. v. Antoinette van
Dijk. 67.15: Dinermuziek door het
ANRO-trio. 7.15: Engelsche les voor be
ginners. 7.45: Politieber. 8.10: St. Ni-
colaas-avond bij den ANRO. 1. Aankomst
van den Sint op den steiger van de Spaan-
sche boot (Welkomstzang); 2. Tocht met
fakkels (onzichtbaar) naar de studio van
den ANRO (Marschmuziek); 3. Verwelko
ming van den Sint: uitbrenging van het
jaarrapport: 4. Muzikaal geïll. reisverhaal
van den tocht SpanjeNederland; 5. Ver
trek van St -Nicolaas. Daarna orkestcon
cert o. 1. v. Nico Treep. 10 uur: Persber.
Huizen (1840 M.). Na 6 uur 1950 M. 1
12.301.30 N. C, R. V. Carillonconcert door
den heer R. J. Gort, te Arnhem, vanuit den
Groeten Toren. 45 uur: Ziekenuurtje
te Leiden door ds. A. C. G. den Hertog te
Rotterdam (N. C. R. V.). 5.157 uur:
5e Lez'ing van de serie Literaire voordrach
ten door dr. Ph. Lansberg- Onderwijzende
Literatuur in de XVIIe en XVTIÏe Eeuw;
N. C R. V. 7—7.30: Lessen: N. C. R. V.
7.30—8 uur: Omroeper N. C. R. V.
8 uur: Concert; N. C. R V.; mej. Luise
Laucnrolh, piano; mej. M. Scager, fluit en
viool; mevr. J. Hehl, cello. Daarna pers
berichten.
Daventry (1600 M.)\ 11.20: Daventry-
kwartet en solisten (piano, tenor, cello).
I.202.20: Orgelconcert. M. Leigh, viool.
2 50: Causerie. 3 15: Concert. 3.20:
Lezing. 3.35: Band van H. M. Royal Air
Force. 4.20: Dansmuziek. 5.20: Huis-
houdpraatje. 5.35: Kinderuurtje. 6.20:
Gramofoonmuziek. 6.50: Nieuwsber.
7.05: Gramofoonmuziek. 7.20: Liter, kri
tiek. 7 35' Mendelssohn's pianomuziek,
7.45' Fransche voorlezing. 8.05: Me
tropolitan Police Minstrels. 8.45: Wer
ken v. Alfred Reynolds. O. Groves, sopraan.
IT. Kimberley, bariton. Kamer-orkest.
9 20- Nieuwsbpr. 9.35: G. Franklin: The
battle of the Falkland Islands. 9.55
II.20: Amerikaansche operelte-muziek. Or
kest. Josephine Trix. Russell Johns (so
praan en bariton). 11.2012.20: Dans
muziek.
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR McCUTCHEON.
(Nadruk verboden).)
10)
Waar is de taxi? vroeg Hugh aan den
wachtenden politieman. Haal hem eens
gauw hierheen. Ik wil mijn vriend op het
station niet laten wachten. Maar wij gaan
e^rst even een glaasje drinken, mijnheer.
Het is geen pretje om in dit weer buiten te
s'aan. Dat is geen baantje voor een fat
soenlijk mensch, vooral als je fatsoenlijke
Jflenschen en geen misdadigers bewaken
moet. Voor mij en mijn zuster is het anders
een kapitale mop. Ik denk dat ik drie flinke
straffe borrels noodig heb om bij te komen,
^e zullen hiernaast even binnen wippen.
Ga jij maar alvasl in de taxi zitten, zuster.
T* 9 blijven geen twee minuten weg.
Als de detective zin in een glaasje had,
zou alles goed gaan, maar gesteld dat hij
wei-erde. Hij weigerde echter niet. Hij
teek eerst zorgvuldig om zich heen en gaf
huiverend zijn toestemming. Grace spoorde
hen aan om zich te haasten, toen zij in de
taxi ging zitten, en Hugh beloofde het. Nau
welijks waren de beide mannen de verlichte
t'-htdeuren gepasseerd, of Grace Vernon
slapte koelbloedig uit de auto en glipte haas
tig weg tusschen de menigte parapluies, na
dat zij den chauffeur gezegd had dal ze
even naar de apotheek ging. een paar hui
zen verder. Een oogenblik later staple zij
op een Broadway-car, nerveus en opgewon
den, en zette koers naar een plaats, waar ze
veilig een auto naar de haven kon nemen
en den heelen lijd hoopte ze.
HOOFDSTUK IV.
Klaar om onder zeil ie gaan.
Bridgeway wandelde met tot hel uiterste
gespannen zenuwen en glinsterende oogen
met zijn door en door verkleumden met
gezel naar de bar. Hij manoeuvreerde zoo,
dat de detective met zijn rug naar de deur
stond, en hij scheen niet bepaald haast te
maken om de aandacht van den bar-
bediende te trekken. Terwijl ze iets bestel
den, zag Hugh in gedachten Grace uit de
auto wippen en verdwijnen in de menschen-
massa, en mei heel zijn hart smeekte hij de
fortuin om haar op haar vlucht te verge
zellen. Hij werd er zich mei genoegen be
wust van dat hij gemakkelijk en vlot met
den detective converseerde en hij bewon
derde zichzelf dal hij dit kon, terwijl zijn
hoofd zoo vol van andere gedachlen was.
Een verschrikkelijke avond om er op
uil te gaan, zei hij tegen den rechercheur.
Wat zou ik het land hebben als ik zoo'n
baantje als u had, ging hij voort, terwijl
hem zoo nu en dan een zucht van verlich
ting ontsnapte als hij de hoeveelheid drank
zag, waarmee de dienaar van het gezag
zichzelf verkwikte.
Ik ben er nu al twaalf jaar bij en het
kan me eigenlijk allemaal niets schelen als
hel maar helpt om hel leven van mijn vrouw
en kinderen beter en gemakkelijker te
maken.
Hé. hebt u kinderen, zei Hugh, zich
aan het spreekwoordelijke stroohalmpje
vaslklemmend. Ik houd zooveel van kin
deren 1 Hoeveel heeft u er?
Vier, de oudste i6 tien,
Er gaat niets boven kinderen. Hoeveel,
heeft u er, zei u?
Vier, zei de beambte, terwijl hij hem
verbaasd aankeek.
Ik ben een beetje doof, legde Hugh uit,
ik dacht dat u tien zei.
Nee, de oude is tien jaar. Ik heb dit
baantje al die jaren maar aangehouden, om
dat ik niet vooruit wist, wat het worden zou
als ik wat anders probeerde.
Hugh keek in het eerlijke, ernstige ge
zicht van den man en er kwam een prop in
zijn keel. Het hinderde hem geweldig dat
deze man waarschijnlijk den volgenden
ochtend zijn baantje zou kwijtraken, maar
hij bedwong zijn gevoel van medelijden
resoluut. Hij moest per slot van rekening
aan Grace denken en niet aan de kinderen
van den detective. De alcohol maakte zijn
gedachten warm tot den wensch om tot da
den over te gaan.
De politie-man huiverde terwijl hij weer
een hoeveelheid van het brandende vocht
in één teug naar binnen goot. Hij zag er
mager en slecht uit. merkte Hugh toen hij
hem aandachtig bekeek.
U hebt zeker een gezellig huis en wat
geld, zei hij, terwijl hij trachtte den greli-
gen glans in zijn oogen te verbergen.
We hebben veel met ziekte te kampen
gehad en dat heeft bijna al ons geld opge
slokt. Bovendien ben ik altijd veel te eer
lijk geweest. Het is mijn eigen schuld dat ik
geen spaarpotje heb gemaakt
Hoe heet u eigenlijk, vroeg Hugh plot
seling.
George Friend.
Hugh zag in gedachten den armen kerel
weer voor zijn superieur staan met zijn
ongelukkig verhaal en met het vooruitzicht
op ontslag over een maand, als het ten min
ste nog niet slimmer wa9 tusschen twee
haakjes, ik moet even een briefje schrijven.
Hij voorzag zich van enveloppe, papier
en postzegel aan de bar en schreef haastig
een paar regeltjes. Het adres op de enve
loppe: George Friend, Politiebureau,
New-York, en er waren 3 biljetten van hon
derd dollar bij het briefje ingesloten. Ik
zal het straks wel op de bus gooien, zei hij.
Laten we gaan.
Zij stapten weer naar builen in de regen;
terwijl Hugh's hart van opwinding trilde
en de detective huiverde alsof hij bezig was
te bevriezen. Mr. Ridgeway rende over het
trottoir en keek in de taxi. Grace was er niet
juist zooals hij gehoopt en verwacht had.
De juffrouw is in de apotheek, meneer,
kondigde de chauffeur aan.
Wacht even op mij, riep Hugh den
detective toe. Ik ben bang dat ze ziek ge
worden is. Ze is naar de apotheek gegaan.
Hij haastte zich naar de aangegeven win
kel, terwijl de detective den chauffeur be
gon te ondervragen. Een seconde later schoot
Mr. Ridgewav den hoek om en vloog als de
wind den kant van Sixth Avenue uit. Hij
rende een steegje in en grinnikte in zichzelgf
terwijl hij door modder en plassen liep. Uit
de verle hoorde hij geschreeuw en hij ver
minderde zijn vaart niet, voordal hij aan
hel eind van het steegje was. Daar struikel
de hij over iets en viel.
Bemodderd en hespat richtte hij zich weer
op-, en toen hij een oogenblik later weer
op het trottoir wandelde, zou nipmand in
dat onooglijke, vieze sujet den dapppren en
modieuzen Hugh Ridgewav herkpnd heb-
ben. Politipfluiljps gilden achter hem, steeds
dichterbij, maar hij wandpide brutaal de
Sixth Avenue op. Zijn zenuwen waren strak
gespannen; hjj ging kalm naar de stille
zijde van de straat om de menschenstroom
te ontwijken en verborg zich bij een hoek.
Plotseling schoot hij te voorschijn en riep
een taxi aan, klom er in en gaf opdracht
om zoo snel mogelijk naar de Twenty-third
Street Ferry te rijden. Toen ging hij bru
taal rechtop zitten en keek voor zich uit
met al de onbeschaamdheid, die zijn vlucht
vereischte.
Groote goden, dacht hij bij zichzelf
die arme kerel zat mij vlak op de hielen*
Hij keek mij strak aan toen hij voorbij-
rende, maar ik keek net zoo strak terug. Ikl
had al mijn moed noodig om hem in zijn
gozicht te kijken. Verduiveld, ik heb toch
delijden met hem. Zijn schuld was het
t. Maar mijn briefje zal hem opvroo-
.en. Het 's voor de kinderen, als er met
hum wat gebeurt.
Schijnbaar van plan veranderd op de
Herald Spare, beval hij den chauffeur
om langs Thirty-fifth Street naar Eighth
Avenue te rijden en hem dan af te zetten.
Nadat hij de taxi verlaten had, verdween
hij in een winkel, en kocht een goedkoops
regenjas, een slappen villhoed en een para-
pluie. Toen, als een dief, sloop hij weg en
liep krijïsluslig door in de richting van de
haven Het was een lange weg. en daarom
riep hij weer een taxi aan Voordal hij in
stapte, stak hij de straat over en wierp den
brief in de bus.
Ziezoo, mompelde hij. dat stelt mijn
gpmoed gerust Lieve hemel, het is een op
windende start van ons avontuur. En dan
lezen de menschen nog alle mogelijke ro
mannetjes!
(Wordt vervolgd).