De Rijke Jongeling.
De dansende Slang.
Anjeliertje,
ANEKDOTES.
door
AMBERS.
Piet Morders waa een goede jongen,
^een doodgoeie knul", zeiden zijn mede-
gymnasiasten, „maar hij had het zwarte
garen met uitgevonden Hij had Lichtgeel
haar van" die eigenaardige kleur, die de
volksmond vooral aan de honden van melk
boeren toekent een van verlegenheid
meestal rood gezicht en groote handen,
waarmee by ab regel zeer onhandige aiu-
gen deed En gelijk men hierboven,
in der gymnasiasten bloemrijke taal, reeda
heeft kunnen lezen hij schitterde niet
door bijzondere geestesgaven..., om het
nogmaals voorzichtig en zoo vriendelijk
mogelijk te zeggen.
Toch mocht men hem graag op school,
omdat bij een hartelijke en kameraadschap
pelijke jongen was, maar het blijft zeer
de vraag, of hij het ooit gebracht zou heb
ben tot secretaris van de tooDeelvereeni-
ging „Alolière", wanneer hij of juister
dan: zijn vader eens niet zoo rijk was
geweest.
Papa Morders was echter één van de
meest welgestelde menschcn in het kleine
stadje en hij had. by het naderen van een
tusschentijdsche verkiezing voor een secre
taris van „Molière", op de Sociëteit niet
onduidelijk te verstaan gegeven, dat hij
graag zijn toch al royale jaarlyksche dona
tie zou willen verdubbelen, ais men dat
baaütje nu eens aan zijn zoon gunde De
vaders van andere gymnaaias te® hadden
dat thuis weer sad bur krooet verteld en
zoo gebeurde bet, dat oj. de door 't be
stuur opgestelde aanbeveling voor secreta
ris van de Gymnasiasten Tooneelvereeni-
ging ..Molière"als oummetr één de naam
prijkte van Piet Morders. tot groote ver
bazing van alle oningewijden en tot de
allergrootste verbazing van de® betrokkene
zelf.
Hii werd met vrijwel algemeen/© stemmen
gekozen, hetgeen hem nog méér ver
baasde.
Gelukkig had Piet als secretaris niet ai
te veel te doen, omdat de voorzitter, die
met hem m dezelfde klas zat en ben» door
en door kende het meeste werk van hem
overnam De eerlijkheid gebiedt, om in dit
verband niet onvermeld te laten, dat hij
de weinige dinges die me® aan hem ever-
bet. totaal verkeerd deed, of in het gunr
fitigste geval op allergekste wijze te® uit
voer bracht.
Toen Piet bijvoorbeeld ongeveer een jaar
in functie was, ware® de voorzitter en de
penninjrmeesteT vaD „Molière" aan de
beurt om af te treden. Het bestuur meen
de, dat men het opstellen der convocatie
biljetten voor de algemeene vergadering
veilig aan den wel niet zeer pienteren,
maar in ieder geval volijverige® secretaris
kon overlaten Het gevolg van dit ai te
roekeloos geschonken vertrouwen was, dat
als punt dne van de keurig op briefkaar
ten gehectografeerde agenda, vermeld
kwam te staan: ..Verkiezing een E R.
voorzitter en een E R. penningmeester.n
ledereen begreep weliswaar wat de be
doeling was van dezen grammaticaal min
der juisten tweeden naamval, maar voor
een vereeniging. die relaties met de Muze®
onderhield stond het toch nogal slordig.
Tegen het einde van den winter dreigde
een nieuwe ramp: de vereeniging gaf dan
altijd haar voornaamste uitvoering (met bal
na) en Piet'e vader „de eere-donateur",
zooals by genoemd werd had te kennen
gegeven, dat men zijn zoon, „die dan tocht
bestuurslid was", nu ook eens een rol
daarin behoorde te geven Het besttuur,
vast overtuigd, dat de volijverige, maar
liiet al te pientere secretaris, zelfs de klein-
Bte rol id het serieuze stuk, dat men dacht
op te voeren, hartgrondig zou verknoeien,
zal leelijk met het geval verlegen.
Eon tactvolle jongen trachtte nog aan
Morders Sr uiteen te zetten, dat men Piet
liever geen rol wilde geven, omdat de re
petities nogal veel tijd in beslag namen,
dien hij beter aan zijn schoolwerk besteden
kon Docb de ïjdele vader was het daar
niet mee eens: zijn zoon had met Kerstmis
ta&dr twee onvoldoendes op zijn rapport.
gehad voor hém inderdaad verrassend
weinig, al zat hij dan ook voor het tweede
jaar in dezelfde klas eD kon dus beet
tijd vinden te» ontwikkeling van zijn dra
matische talenten
E® zoo kreeg Piet dus een rol in het
nieuwe stuk, waarover hij zioh wederom
ten zeerste verbaasde Heel veel hoefde
hij er niet voor uit zijn hoofd te leeren
hetgeen hij trouwene ook niet zou gekund
hebben en slechts tweemaal was hij ge
durende enkele oogenblikke® op het too-
neel.
Toch had men op de repetities nog last
genoeg met Piet. Zoodra het scherm op
ging, moest hij als huisknecht over het
toon eel loopen en met eeD groote plumeau
stof afnemen. Dan werd er op de deur ge
bonsd en moest de huisknecht zegge®:
„Daar wordt geklópt," om vervolgens open
te doen en meteen te verdwijnen.
Maar daar begonnen ook dadelijk de
moeilijkheden, want tot en met de generale
repetitie moest men Piet corrigeeren, die
met een hardnekkigheid, welke hem tot
dusver vreemd was, den klemtoon verlegde
en uit zichzelf nooit anders zei dan„Daar
wórdt geklopt."
Piet's tweede optreden kwam pas in het
vierde bedrijf. Hij moest een groot geel
couvert binnenbrengen en daarbij de ge
denkwaardige woorden spreken„Deze
brief is zooeven gebracht. Men wacht op
antwoord.
Dit was waarschijnlijk te lang voor Piet,
tenminste dat „Men wacht op antwoord"
liet hij negen van de tien keer weg Den
regisseur bracht hij zoodoende meer dan
eens tot wanhoop, maar Piet zelf vond,
dat hij het er vrij aardig afbracht en als je
er niet zoo veel voor uit je hoofd moest lee
ren, zou hij graag acteur geworden zijn.
Toen de groote avond eindelijk was aan
gebroken, overtrof Piet de slechte verwach
tingen, die men algemeen van hem had.,
nog verre.
Buiten beschouwing bïijve hierbij, dat hij
het stuk deed beginnen door met zijn
groote plumeau een vaasje van den schoor
steen te slaan, dat zich natuurlijk haastte
op den grond aan scherven te vallen Bijna
alle toeschouwers' dachten, dat dit bij het
stuk hoorde en Piet's oprecht: ..Hè. gunst,
wat jammerl" was het natuurlijkste van het
weinige, dat hij op het tooiieH zei
Daarop volgde het bewuste gebons op
de deur dat iedereen, die de repetities had
meegemaakt, scherp deed opletlen wat Piet
nu zeggen zou En het was warempel weer
mis Daar wordt geklopt." sprak Piet. waar
op hij zich haastle te laten volgen: „Daar
wordt geklopt, bedoel ik."
Hierna verdween hij gelukkig van het
iooneel.
Zijn volgend optreden, in het vierde be
drijf, was al evenmin een succes ..Deze
brief is zooeven gebracht." sprak hij en
zwaaide met het gele couvert Maar meer
zei hij niet Niet voordat de souffleur zóó
hard gefluisterd had, dat de heele zaal het
hooren kon. vulde hij zijn mededeeling
haastig aan met: „0 ja, men wacht op ant
woord f"
Toch kwam er nog wal goeds voort uit dit
overigens weinig geslaagde eerste optre
den van Piet. Lang vóór men aan de rol-
verdeeling van het eerste najaarsstuk toe
was, ontving het bestuur van „Molière" een
brief van den ouden Morders. die nu reeds
wenschte mee te deelen. dat zijn zoon Piet,
met het oog op zijn studie geen tijd zou
kunnen vinden om wederom een rol op
zich te nemen En het bestuur respecteerde
die reden natuurlijk.
Uit een stuk karton snijd je een rondë
schijf. Daaruit knip je een langen reep,
die overal even breed is. steeds maar in de
rondte knippend tot aan het midden van de
schijf. Zoo krijg je een spiraal die veefl
op een opgerolde slang gelijkt Om het nu
nog meer op een slang te doen gelijken,
buig je het onderste gedeelte een beetje
om. zoodat het een kuiltje vormt, dat den.
staart voorstelt Aan 't voorste uiteinde,
waar je met knippen begonnen bent knip
je nu nog een kop me het tongetje uit den
hek. Met inkt teeken je er een oog. op.
Nu steek je een breinaald rechtop in een
plankje en zet dat op de kachel.
Op de punt van de breinaald laat je nu
het puntje rusten, dat den staart moet voor
stellen Dan laat je de opgerolde slang los
en zij ligt in een kronkel om de brei
naald
Maar dit is nog niet alles. Zie maar eens,
wat er verder gebeurt! Weldra zal de heete
luchtstroom, die uit de kachel opstijgt de
slang doen draaien Hoe warmer de kachel
ia. des te sneller draait zij of da.n^ ze in
het rond.
Ben kunstje.
Anjeliertje, Anjeliertje,
'k Maak jou na van 'n vloeipapiertje,
"Vouw een blaadje. wip-wip-wip, i
Vlug met schaartje. knip-knip-knip, t
Rondjes twee met kartelrandjes,
Boogjes, zig zag punte-randjes.
Nog een rondje, heel wat kleiner,
Éénder 't al. maar veel. véél fijner.
Rij? z'aan steeltje groen-gehoofd.
Pat een kelkje slank belooft,
Pin maar kreuken, kmuken. kreuken,
Puwen. pleiten, schuiven deuken,
'n Drupje anjelieren reuke3
Hocus-pócus! Pocus-pAs!
'n Anjer staat voor 't vensterglas!
CLARA WITTE.
Oefening in het snelspreken.
Wie kan tienmaal achter elkaar vlug zeg*
gen:
Als menig man wist. wie menig man was,
zou menig man menig man menigmaal
meer eer bewijzen Omdat menig man mot
weet. wie menig man is, wordt menig man
menigmaal vergeten.
De dansende stukjes papier.
Op het blad van een tafel worden eenige
snippertjes heel dun papier gestrooid Ver*
volgens neem je een pijp lak en wrijf één
der zijdeD (zijn ze allen niet even breed,
dan de breede) ervan eenige malen zacht-»
jes met een wollen lapje of tegen de mouw
van een wollen kleedingstuk
Als het lak warm geworden is, houd je
het vlug op een kleinen afstand boven de
papiersnippers, die dan allen heel snel en
soms met allergrappigste bewegingen op
springen en ten slotte aan het lak blijven
hangen Wil je ze nog 'vlugger laten dan-
hen. beweeg dan het lak snel heen en
weer.
Deze aantrekkingskracht van het lak is
niets anders dan electriciteit Je zult daar
later wel meer van leeren.
Ingezonden door Annie en Tini Epskamp.
Kees „Waarom ben ik nu eigenlijk inge*
ent, Vader?"
Vader: „Dat je geen pokken zal krijgen,
jongen."
Kees: „Kan ik mij dan ook niet eens laten
inenten, dat ik geen klappen zal krijgen?**
Ingezonden door Ploni v. d. Meer.
In de gevangenis.
N.: „Wel, wel, wat regent het vreeselijk.'1
S.: „Goed, dat we veilig binnen zitten.'1
Ingezonden door Aagje v. d. Ham.
Piet: „Waarom zouden de negers zoo'n
breede mond en zulke groote tanden heb*
ben?"
Jan- „Nou, dat is ook een rare vraag, na*
tuurlijk omdat ze anders geen kokosnoten
zouden kunnen kraken."