RADIO-PROGRAMMA KUNST EN LETTEREN. het gebied der sociale regelingen reeds top zwaar is. Spr. wijst op het vormen van groote fondsen, zóó groot, dat men daarvoor nau welijks meer belegging weet. en spr acht het niet een maatschappelijk belang, dat dergelijke groote kapitalen aan de ontwik keling van handel en nijverheid worden onttrokken. Spr. is van meening. dat de mensch geenszins wordt mishandeld, wanneer hij wordt gedwongen om arbeid te verrichten. Gelukkig is er een gedeelte dat zich tot dien arbeid voelt aangetrokken. Dit beteekent geenszins, dat spr. de arbeiders zou willen laten afbeulen, maar spr. is van oordeel, dat de arbeiders zullen worden gedemora liseerd. wanneer zij den door den heer Sten huis aangewezen weg zouden opgaan. Spr wenscht een soepele toepassing van de Arbeidswet, opdat onze nijverheid het hoofd kunne bieden aan de buitenlandsche concurrentie. Het moet er niet heen. dat hij gestraft wordt, die werken wil, en beloond wordt hij. die niet werken wil. Ten slotte bepleit spr. behoud van den Zondag voor den arbeider. De heer KORTENHORST (R.-K.) merkt op, dat bi] het optreden van het kabinet-De Geer dit kabinet werd toegejuicht, omdat men van zekere zijde verwachtte, dat van dit optreden een frissche democratische strooming zou uitgaan. Hierin is men echter teleurgesteld, en thans moet men, mede om eigen fouten te dekken, een zondebok vin den, en wie kan men nu gemakkelijker als zondebok uitkiezen dan den Minister van Arbeid? Spr. is van meening, dat er veel overdre vens is in de critiek op het beleid van dezen minister, vooral in die van de beide eerste sprekers, en hij vraagt zich af, of de ge* maakte opmerkingen wel alle gemeend waren. Naar sprekers oordeel heeft de minister wel degelijk iets gedaan, en voorts heeft hij veel in voorbereiding. Men moet echter niet vergeten, dat de minister bij zijn arbeid op sociaal gebied rekening heeft te houden met tal van invloeden en omstandigheden. Spr. merkt voorts op. dat de heer Sten- huis zijn critiek op het beleid van den mi nister zonder veel moeite op zichzelf zal kunnen terugbrengen. Ten aanzien van de geoefende critiek zou spr. zich alleen kunnen aansluiten bij de gematigde critiek, zooals deze door den heer Van der Waerden is geuit. Spr wenscht den minister op te merken, dat hij uiterst voorzichtig moet zijn om ver der te gaan op den weg. waarbij steeds meer nieuwe lasten op de bedrijven worden ge legd. Dat de minister ten deze voorzichtig is met het oog op onze welvaart, kan spr. niet anders dan een groote deugd noemen. De heer L. DE VISSER (comm.) merkt op. dat het niet ligt aan den persoon van een minister van Arbeid, maar dat we de oorzaken van de toestanden op sociaal ter rein moeten zoeken in de omstandigheden en de invloeden, waarohder zij arbeiden: Wanneer men dan ook zegt. dat er een ander persoon al9 minister van Arbeid moet komen, dan wenscht spr. te waarschuwen voor een desillusie, en in het belang van de arbeidersklasse moet spr er den nadruk op leggen, dat een dergelijk standpunt van socialistische zijde geheel onjuist is. aange- tien er geen belangrijke verbeteringen voor het proletariaat te wachten zijn. zoolang we nog leven in de huidige kapitalistische maatschappij. Zelfs wanneer een sociaal democraat. bijv. de heer Stenhuis. thans minister van Arbeid zou zijn. dan nog is spr. er van overtuigd, dat deze niets meer zou bereiken dan wat de tegenwoordige minister heeft kunnen bereiken. De ..dadenloosheid" van dit ministerie hangt niet af van parlementaire, doch van buitenparlementaire invloeden. Het eenige dat spr. in de critiek tegen de persoon van den minister kan onderschrij ven. is. dat de minister geen bepaalde methode heeft, naar welke hij arbeidt, dat hij geen bepaalde lijn heeft uitgestippeld, langs welke volgens hem de verschillende vraagstukken tot een oplossing zouden moe ten worden gebracht Voorts moeten we vaststellen, dat de stilstand in de sociale wetgeving mede te wijten is aan de dadenloosheid van de ar beidersklasse zelve Deze arbeidersklasse moet één breed front vormen tegen het ka pitaal, en dan is spr. er van overtuigd dat zij op sociaal gebied haar doel zou bereiken. Spr wijst voorts op een geval van over werkvergunning. Aan een fabriek in Wor- merveer. waar 74 arbeiders werkzaam wa ren. werd een overwerkvergunning ver leend. Echter na het verleenen van deze vergunning werden niet minder dan 27 van deze arbeiders ontslagen, zoodat bier het verleenen van een overwerkvergunning medewerkte aan het vergrooten van de werkloosheid. genomen. Laten de heeren, die willen criti- seeren, vooral bedenken, dat we een gulden maar één keer kunnen uitgeven. Wat de Arbeidswet betreft kan spr. wel zeggen, dat hij niet voornemers is, deze uit te voeren in den zin zooals de heer Kersten dat wenscht. Thans moeten we de Arbeidswet hand haven zooals we die hebben en langzamer hand beginnen met verdere toepassing van deze wet. Door sommige afgevaardigden is geci teerd een stuk uit het orgaan, van het Ver hond van Nederlandsche Werkgevers, waar in waardeerend over spr. geschreven werd. Daaruit zouden we kunnen zien, wat voor een minister we thans hebben. Spr. gevoelt niet veel voor een dergelijke argumentee ring De heeren deden beter eens te gaan informeeren hoe men thans in genoemde werkgeverskringen denkt over sprekers Ziektewet, over zijn aanvangen met een wettelijke regeling voor land- en tuinbouw, enz. Die leden zouden dan ook meer supe rieur gehandeld hebben wanneer zij derge lijke argumenten achterwege hadden ge laten. Spr. wijst er voorts op dat de Ziektewet er is. al legt zij meer lasten o^ de industrie. Met de wettelijke regeling werkloosheids verzekering is spr. nog wachtende, aange zien hij nog nooit een uitvoerbare gedachte heeft gehoord. Verder zegt spr. dat unificatie der sociale verzekering in voorbereiding is. waarbij spr. het vormen van een geheel op het oog heeft dat praktisch werkt en veel goedkooper is. Een motie-Stenhnis. De heer STENHUIS dient een motie in, waarin, verwijzende naar de motie Schaper in 1924, de Kamer als haar oordeel uit spreekt. dat de Conventie van Washington inzake de arbeidstijden in de industrie ten spoedigste moet worden geratificeerd, en dat de door de regeering in 1919 gedane beloften inzake arbeidersbescherming ein delijk moeten worden vervuld, en waarin voorts de regeering wordt uitgenoodigd alle maatregelen te treffen, welke noodig zijn om de Conventie van Washington inzake de arbeidstijden in de industrie zoo spoedig mogelijk te ratificeeren en om te komen tot volledige toepassing van cle Arbeidswet ook voor die groepen van arbeiders, welke werk zaam zijn in bedrijven, welke niet onder de Arbeidswet vallen. De heeren VERAART (R.-K.) en KER STEN (S. G. P.) repliceeren Na dupliek van den MINISTER worden de algemeene beschouwingen 'gesloten. De stemming over de motie wordt bepaald op heden. De vergadering wordt verdaagd tot heden 1 uur. RECLAME. Eeo geschenk In GERQ fa voor „haar" altijd dc vervuiling van 'n wensch Als men Gero geeft, doet men .haar" altijd een genoegen. De moderne hulsvrouw heelt liever een kerncollectie Gero-zilverdan dat zij zich moei behelpen met een weinig keurzilver. Voor haar is het Gero een bron van dagclijksch genot. En Iels in Gero staat nog wel op haar verlanglijst. Wauoa Minister Kan aan het woord. MINISTER KAN beantwoordt eerst de vraag van dien heer IJzerman over de bouw- beeldhouw kunst. Spr., die ->ok het minister schap van Onderwijs, K. en W. waarneemt, gal doen wat in normale omstandigheden als een daad van krankzinnigheid zou wor den beschouwd, n.l een brief aan zichzelf schrijven. Hij zal het ministerie van Onder wijs het verzoek van den heer IJzerman overbrengen. Getracht zal worden, zoo mogelijk de wo ningtoestanden in Oost-Fries!end te verbe teren, zoo noodig met instellen van een commissie. De buitendijksche gronden in Groningen hebben sprekers volle belangstel ling. Voor de ontwatering van het water schap De Schiubeek is een plan opgemaakt. Met den heer Stenhuis heeft spr verleden jaar van gedachten gewisseld over de werk verschaffing. Hij kan dus volstaan met daarnaar te verwijzen. Met loonsverhooging in de werkverschaffing moet men zeer voor zichtig zijn. Spr. heeft arbeiders in het vrije bedrijf gesproken, die zoo gaarne terug wil den naar de werkverschaffing! De werk verschaffing mag met het vrije bedrijf geen concurrentie aangaan. Ook de Hoogeveen- sche toestanden hebben sprekers aandacht. Wanneer het rapport betreffende de droog making der Reeuwijksche passen gunstig luidt, zal spr. gaarne bevorderen, dat ook het Rijk daaraan bijdraagt. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds 8 uujj Da avondvergadering. Aan de orde is de behandeling van de be grooting van Arbeid, Nijverheid en Handel voor het jaar 1928. De algemeene beschouwingen worden ge opend. De heer VERAART (R.K.) is van oordeel, dat de Minister er in de Memorie van Ant woord niet in is geslaagd de scherpe critiek op zijn beleid te ontzenuwen. Spr. vraagt wat er waar is van 's Minis ters opmerking, dat zijn beleid gericht is op een taai vasthouden aan hetgeen tot dus ver op sociaal gebied is bereikt. Spr. her innert dan aan de Arbeidswet 1919 en hij wijst op de groote groepen, b.v. van chauf feurs. koetsiers enz, op welke deze wet nog niet van toepassing is. De Minister beroept zich er op, dat de arbeidsinspectie zou moe ten wordeD uitgebreid, wanneer ook die groepen onder de werking der wet zouden worden gebracht. Een dergelijke uitbreiding zou veel geld kosten, terwijl de inspectie bovendien ten opzichte van bedeelde groe pen een meer moeilijke taak zou krijgen. Met deze bewering acht de Minister het ver antwoord, dat nog duizenden en tienduizen den 90 of meer uren per week werken. Ook voor breede groepen in den land bouw, voor welke reeds langen tijd bescher ming van de Arbeidswet i9 ingeroepen, heeft de Minister nog niets gedaan, en van den thans weder geoefenden drang maakt de Minister zich af met de opmerking, dat voor vrouwen en jeugdige personen, werk zaam in den landbouw, iets in de maak is. Voorts wijst spr. op het vraagstuk van de huisindustrie, dat een vraagstuk is vau gezinsontwrichting. De Minister wenscht ten aanzien van deze kwestie af te wachten wat daaromtrent op de Internationale Ar- beidsconferenlie in 1928 zal worden beslo ten. Spr. acht een dergelijke afwachtende houding geheel onjuist voor een vraagstuk, dat dringend oplossing behoeft. Spr. denkt er niet aan om thans een perspectief te gaan openen, want de moed tot opbouwende critiek is spr ten aanzien van dezen Minister geheel ontzonken. Het beleid van dezen Minister kan ons niet tot vertrouwen strekken. Op deze wijze gaat het niet langer en de Minister zal werkelijk anders moeten han delen. wil hij het vertrouwen van de meer derheid der Kamer winnen. De heer STENHUIS (S. D.) zegt, dat de •ociaal-democraten aan de behandeling van deze begrooting niet anders kunnen deel nemen dan met een gevoel van bitterheid. Deze Minister, die vroeger de geestelijke vader was van de Prot. Chr. vakbeweging, «!aat thans aan de zijde van de huiseigena ren. en in de praktijk komt dit neer op het overhevelen van de millioenen uit de zak ken der arbeiders naar die der kapitalisten De Minister wenscht op verschillende punten niets te doen, niet voor den uitbouw van het collectief arbeidscontract, niet voor •en vacantieweek der arbeiders, enz. Voorts herinnert spr. aan de in 1918 ge dane belofte van een 45-urige arbeidsweek, *elke belofte niet wordt nagekomen. De Minister geeft telkens maar overwerk- 'orgunningen en tal van arbeiders worden nog door hun werkgevers afgebeuld. Het heeft spr. diep bedroefd, dat die arbeiders nog steeds in die ellendig lange arbeidstij den hebben berust. Zoolang zij blijven be rusten. hebben zij van dezen minister niets te verwachten Behalve echter bij de ar- heidsheweging zelf ligt de schuld van deze toestanden ook bij de Christen-democraten. Deze zouden er toe moeten medewerken om dezen Minister weg te jagen en voor hem in de plaats te 9iellen een Minister van demo cratische rich ling. Spr herinner! aan het Verslag van de Ar beidsinspectie waarin het resultaat van den 8-urigen arbeidsdag voor den arbeider zegen fijk wordt genoemd, hetgeen is gebleken bij *en ingesteld onderzoek naar het besleden van dep vrijen tijd en naar de productie. Ook in Frankrijk- en België is na de ver korting van den arbeidstijd verhooging der Productie geconstateerd. Spr komt er tegen op, dat de politiek van H -K Staatspartij in de praktijk er op dat zij medewerken, dat nog 80 90 uren per week wordt gewerkt, niette genstaande deze partij bij de verkiezingen 2l°h verklaarde voor de 4ö-urige arbeids teek. Dit moei aan de R.-K arbeiders wor- eD v°orgehouden. want de Kalholieke de- ocralische Kamerleden lalen na om dezen 'nisJer to helpen wegjagen De Kalholieke wil ers moeten wpten. dat. wanneer zij morgen de Arbeidswet zal worden Mandhaafd att*iïe inister is een volslagen mislukking Vin 'er 7an Arbeid: hij had den steun 10 nir. Corl v. <L Linden, den secretaris van de reactionaire arbeidersbeweging, een man, die honderd jaar te laat geboren is. De heer KUYPER (R.-K.) merkt op. dat dc scherpe critiek op het beleid van den Minister niet afdoende is te weerleggen Dit spijt spr. ten zeerste, te meer, omdat de Mi nister van goeden wille is en hard werkt Er is echter bij den Minister gemis aan doortastendheid Spr wenscht den Minister op het hart te drukken, dat hij zich vooral niet moet laten leiden door klanken uit den verkeerden hoek en spr. heeft hierbij dan het oog op het orgaan van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, waarin een protest is opgenomen tegen de critiek van vele Kamerleden op het beleid van den Mi nister en waarin deze Minister de juiste Mi nister wordt genoemd. Spr. wil bij den Minister ernstig aan dringen op het afdoen van verschillende dringende zaken, al vraagt spr. niet de oogenblikkelijke oplossing van alle bestaan de vraagstukken. B.v. wenscht spr., dat de Minister ter hand zal nemen het vraagstuk van een Ziektewet, dat der wettelijke rege ling van de werkloosheidsverzekering. Ook moet spr. de aandacht van den Minister vestigen op uitvoering van de Arbeidswet, waarbij hij herinnert aan een motie van den R.-K. Bond van Handels- en Kantoor bedienden. Ook wijst spr op de lange ar beidstijden van de chauffeurs, welke mede voor het publiek gevaar kunnen medebren gen. Reeds het vorig jaar heeft spr. aange drongen op vermindering van het aantal overwerkvergunningen. Dit aantal i9 nog veel te groot en moet aanmerkelijk ver minderd worden. De heer SMEENK (A.-R.) zegt, dat de heer Slenhuis zich in zijn rede al te weinig heeft bewogen op wat men noemt hel par lementaire peil. Spr. is het ook op verschil lende punten niet met den Minister eens, doch naar zijn meening moet men bij de beoordeeling van iemands standpunt uit gaan van de gedachte, dat het streven van den tegenstander gericht is op het algemeen belang. Slechts dan is opbouwende critiek mogelijk. Met den Minister is spr. het eens, dat er op het terrein van de sociale wetgeving slechts geleidelijk voortgang moet plaats hebben en spr. erkent, dat wij -op het gebied der sociale wetgeving een der vooruitstre vendste landen zijn. Er zijn echter ver schillende punten, waarin andere landen ons voor zijn, o.a. ten aanzien van de ver bindendverklaring der C. A. O. Spr herin nert er aan, dat vroeger mr. Treub de mo gelijkheid van de verbindendverklaring in het belang heeft geacht van den industriee- len vrede. Op dit punt is spr. het met de meening van den Minister niet eens en naar spr. meent Is er op het oogenblik voor de verbindendverklaring een meerderheid in de Kamer Thans wil spr. hierover niet verder spreken. Er scheidt ons nog IV' jaar van de ver kiezingen en in dat tijdvak zou spr gaarne met den Minister samenwerken om zooveel mogelijk de bestaande zaken af te doen, waarbij spr. dan o.m. denkt aan de Ziekte wet, de wijziging van de Invaliditeitswet, een Winkelsluitingswet, enz. Ook zou spr. gaarne de wijziging van de Drankwet wil len afdoen Voorts vraagt spr. de aandacht van den Minister voor het vraagstuk der huisindus trie. Spr. wijst er op, dat een regeling der gninimumloonen in Duitschland geen oplos sing van dit vraagstuk heeft gebracht en hij bepleit instelling van loonraden voor deze industrie. De heer VAN DER WAERDEN (S.-D) sluit zich aan bij de critiek op het beleid van den Minister. Spr. wenscht het vraagstuk der verbin dendverklaring van de C. A. O te bespre ken en hij herinnert aan de mededeeling van den Minister, dat van hem geen stap pen tot voorbereiding van een wettelijk© regeling van deze materie te wachten zijn. De argumenten welke de Minister voor dit standpunt aanvoert, acht spr. echter on juist. De gevaren der verbindendverklaring worden door de tegenstanders daarvan naar sprekers oordeel in hooge mate over dreven. Bij elke sociale hervorming heeft men klaagliederen vernomen van de werkgevers. Maar telkens weer i9 gebleken, dat het be drijf het kon dragen. De practijk in Duitschland bewijst, dat de bezwaren tegen de verbindendverklaring overdreven zijn. Spr is van meening. dat voor de verbin dendverklaring een groote meerderheid in de Kamer is De heer BAKKER (C.-H.) merkt op, dat de critiek tegenover minister Aalberse, bijv in 1924. even scherp is geweest als thans tegen dezen minister. Spr. kan de gegrond heid van deze critiek niet inzien en hij is hel geheel niet eens met den heer Veraart. Wel zou spr zich voor een deel kunnen aansluiten bij den aandrang van den heer Veraart, om de toepassing van de Arbeids wet tot meerdere groepen van arbeiders uit te breiden, ware het niet. dat spr deze kwestie nuchter moet beoordeelen in ver band met de tegenwoordige economische omstandigheden. Thans wordt aangedrongen op een wette lijke bescherming van Je land- en tuin- bouwarbeiders. Spr wenscht er op te wij zen. dat deze kwestie ook onder minister Aalberse herhaaldelijk is ter sprake ge bracht. Toen is niets geschied, doch deze minister begint met een wettelijke regeling voor vrouwen en jeugdige personen Naar sprekers meening moet ook deze kwestie langzaam tot een oplossing worden gebracht Ten' slotte dringt spr er op aan. dat de minister moet aanvangen met wat vlak voor de voelen ligt. De heer KEESTEN (S G. P.) wijst op den dwang voor zelfzorg van een zeker deel van onze onderdanen Deze acht spr een ge vaar voor de maatschappelijke samenleving Met vreeze ziet spr de aangekondigde wetsontwerpen tegemoet. Sprekers bezwaren zijn. dat de minister in de zorg op sociaal gebiod den verkperdon weg opgaat We zullen nog meer sociale wetten krijgen, en dat in een land. dat op Minister Slotemaker de Bruine spreekt. De minister van Arbeid. Handel en Nij verheid. de heer SLOTEMAKER DE BRUINE heeft het vervallen van de Huurwetten be vorderd. omdat de wet zulks eischte. Ten aanzien van de huisindustrie acht spr het juist, dat de arbeid ten deze van de Inter nationale Arheidsconferentie 1928 wordt af gewacht Daarna kunnen we verder zien. Wat de verbindendverklaring der collec tieve arbeidsovereenkomsten aangaat merkt spr. op. dat opneming van arbeidsvoor waarden in het contract beter is dan rege ling daarvan in de wet. Komende tot het werkplan, zegt spr dat zijn werkplan is ingericht en ingericht moest zijn op de inzichten en de economi sche omstandigheden, zoowel van het Rijk als van de maatschappij. Spr wijst op hetgeen op 1 Juli 1.1. In De nemarken is geschied Daar heeft men de werkgeversbijdragen voor de werkloosheid afgeschaft terwiil men de Rijksbijdrage van 83 pCl heeft teruggebracht tot 70 pCl. maximum. Is het vraagt spr dan niet heter, dat we hier te landp handhaven waf we hebben dan dat we zouden overgaan tof maatregelen zooal9 die in Denemarken zijn Geef haar GEROl Raadpleeg onze brochure Standaard-cassettes Keurcolleciles Gerozilver vanaf tl.76.— met gratis bijlcvering der waardevolle cassette. 1582 VOOR DONDERDAG 24 NOVEMBER. Hilversum (1000 M.) 12.00: Politiebcr. 12.352.00: Lunchmuziek door hel Trio D. Groeneveld. viool. A. v. Leeuwen cello. P. Jochemse. piano. 3.004.00: Uurtje voor de Wees- en Ziekenhuizen door Mevr. Ant. v. Dijk 4.004.30: Huisvrouwen- halfuurtje. Mevr. Franco MendesCalisch. 5.30—7.15: Concert door het A.N.R 0 - orkest. Jacques Kinsbergen, viool Tot slot speciaal wen9chprogram. 7.15: Engel- sc-he les voor meergevorderden. 7.45: Politieber. 8.10: Aanslui'.ing v d Stads schouwburg te Amsterdam. Gaec.ilia-concert georg door de Mij. „Caecilia" Hel Concert gebouw-orkest versterkt met leden der Mij., o. 1. v. Pierre Monteux. Louis Zimmerman, viool. In de pauze een lezing door den hper Henri van Booven: Herman Gorter aÏ9 mensch. c.a 10.30: Persberichten. Huizen (1850 M.) (Na 6 uur 1950 M.) 12.301.30: N.C.R.V Concert door het Trio Lauenroth. Mej. Lauenroth, piano. Mej. Scager. viool. Mevr. J. Hehl. cello. 4.00 5.00: N.C.R.V. Ziekenuurtje te Leiden door ds. A C. den Hertog te Rotterdam 6 00 7.00: N.C.R.V. Cursus Paedagogiek (1ste Cursus B. daarna C) Les IV, door prof. Waterink. 7.00—7.30: Lessen. 7 30— 8.00: Cursus Taedagogiek (Cursu9 A). door prof Waterink (N.C.R.V.) 8.00: NCRV. Concert. Spreker: dr. J. P de Gaay Fort man, leeraar a. d. Ie Chr H.B.S te 's-Gra^ venhage: Natuurbeschouwing en Natuur bescherming. Loosdrechl's Fanfarecorps „Oud-Over". Persberichten. Daventry, 1600 M. 1120: Daventry- kwartet en solisten (piano, alt, tenor) I.202.20: Gramofoonmuziek 2.50: Causerie 3 20: Vesper v. d. Westminster Abey 4.05: Causerie 4.20: Lezing: Mothers and babies 4.35: School-uitzen- ding 4.50: Orkeslconcert 5.20: Concert, orgelbespeling 5.35: Kinderuurtje 6.20: Landbouwber 6.40: Dansmuziek 6.50: Nieuwsber 7.05: Dansmuziek 7.20: Lezing: Music in the theatre 7.35: Bach's Fuge's (piano, viool, fluit) 7.45: Lezing: Telegraphy and Telephony 8.05: Militaire bandconcert. O. Kavann. alt. W Rouse hu morist 9.20: Nieuwsber. 9 40: Ballade- concer'. A. Moxon. sopraan. A Cranmer ba riton. ,W. Small, viool 10.20: Lezing: The future of the viola 10.5012.20: Dans muziek. Parijs. „Radio-Paris", 1750 M. 10.50 II.00- Concert 12.502.10- Orkestconcert 5.055.55: Klassiek uurtje 8.50 11.26: Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 469 M. 12.301.50: Or keslconcert 4.204.50: Gramofoonmuziek 5.206.20- Orkestconcprt 7.259.00: Vocaal concert. C. CfThardtSchulthesz, sopraan. R Gerhardt. bariton L. Goebel, viool. A. Hesse. fluit. W Thering. piano 9.059.50: Vrooliike avond. Daarna tot 1120 Dansmuziek. Königswusterhau9en. 1250 M. 1.50— 7.05: Lezingen en lessen 7.30: Das ver- wunsche Schloss". tooneelspel van Millócker 9.5011 20: Dansmuziek en dasnles van Walter Carlos Hamburg. 395 M. 3.35- Orke-stconcert 4.20: Dansmuziek 5.20- Vroolijk con cert 8.20- Volksconcert Orkest en W. Wagner, zang. Daarna tot 11.20: Dans muziek. Brussel. 509 M. 6 206.20: Kinderuur tje 8.3510.35: Galaconcert. Orkest en solisten. NIEUWE UITGAVEN. Van de fa. Gebroeders Kluitman, uitge vers te Alkmaar, ontvingen wij: „Treeske, de wildebras", door Felice Jehu, geïllustreerd door Henri Pieck, prijs ingen. 11.60, gebonden f 2.50. „Het einde van Lo's bakvischtijd", door Jo Nabben, met 25 teekeningen van Henri Pieck, prijs ingen. f2, gebonden f2 90. „De Dubbelgangers", een verhaal uit den tijd van Michiel de Ruyter, door Joh H. Been, geïllustreerd door Tjeerd Bottema, prijs ingen. f 2.50, gebonden f 3.50. „Ton en Kees op 'n sleepboot naar Sin« gapore", door J G Kramer, geïllustreerd door Pol Dom, prijs ingen. f 2.50. geb f 3.50. „Freek van den Groen ten hoer", door Charles Krienen, geïllustreerd door Pol Dom, prijs ingen. f 1.60, gebonden f2 50. „Hoe Pootige Kees beroepsspeler werd", door N. W C. Kuyk, met 25 teekeningen van D. A Bueno de Mesquita, prijs ingen. f 2, gebonden f 2 90. Deze jongens- en meisjesboeken, welke alle voorzien zijn van smaakvolle bandjes, pittige verhalen en geestige teekeningen, zullen een dankbaar geschenk zijn en als het ware „verslonden" worden. Verder ontvingen wij nog van dezelfde firma, maar voor weer wat kleinere kin deren: „De bruiloft van Kloris en Roosje", voor kleuters van 58 jaar* versjes van Willy du Saar en teekeningei van Freddie Lan- geler. Snoezige versjes en leuke, gekleurde plaatjes van de bruiloftsgasten, die er leven dig uitzien. Wat zullen onze kleuters no£ meer verlangen? De prijs is gecart. f2 90. Verder nog: „Als 't nacht wordt in de bakkerij" en „De Sneeuwmannetjes", twee prenten! o - ken van dezelfde grootte, (leeftijd 58 iaar) door Jeanne KoningsCoeterier en illus traties van J W M Wins Wat zullen de kleintjes smullen aan de versjes en aan 1 het lekkers, dat ze te zien krijgen in het eerste hoek en meeleven met dp winfernret in 't tweede 'I Zijn keurige hnekies en kos ten gecart f 1 60. zo<»da wij wel gelooven, dat de Sint er veel moet bezorgen. 3-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 7