RADIO-PROGRAMMA
KUNST EN LETTEREN.
het gebied der sociale regelingen reeds top
zwaar is.
Spr. wijst op het vormen van groote
fondsen, zóó groot, dat men daarvoor nau
welijks meer belegging weet. en spr acht
het niet een maatschappelijk belang, dat
dergelijke groote kapitalen aan de ontwik
keling van handel en nijverheid worden
onttrokken.
Spr. is van meening. dat de mensch
geenszins wordt mishandeld, wanneer hij
wordt gedwongen om arbeid te verrichten.
Gelukkig is er een gedeelte dat zich tot dien
arbeid voelt aangetrokken. Dit beteekent
geenszins, dat spr. de arbeiders zou willen
laten afbeulen, maar spr. is van oordeel,
dat de arbeiders zullen worden gedemora
liseerd. wanneer zij den door den heer Sten
huis aangewezen weg zouden opgaan.
Spr wenscht een soepele toepassing van
de Arbeidswet, opdat onze nijverheid het
hoofd kunne bieden aan de buitenlandsche
concurrentie. Het moet er niet heen. dat hij
gestraft wordt, die werken wil, en beloond
wordt hij. die niet werken wil.
Ten slotte bepleit spr. behoud van den
Zondag voor den arbeider.
De heer KORTENHORST (R.-K.) merkt
op, dat bi] het optreden van het kabinet-De
Geer dit kabinet werd toegejuicht, omdat
men van zekere zijde verwachtte, dat van
dit optreden een frissche democratische
strooming zou uitgaan. Hierin is men echter
teleurgesteld, en thans moet men, mede om
eigen fouten te dekken, een zondebok vin
den, en wie kan men nu gemakkelijker als
zondebok uitkiezen dan den Minister van
Arbeid?
Spr. is van meening, dat er veel overdre
vens is in de critiek op het beleid van dezen
minister, vooral in die van de beide eerste
sprekers, en hij vraagt zich af, of de ge*
maakte opmerkingen wel alle gemeend
waren.
Naar sprekers oordeel heeft de minister
wel degelijk iets gedaan, en voorts heeft hij
veel in voorbereiding. Men moet echter niet
vergeten, dat de minister bij zijn arbeid op
sociaal gebied rekening heeft te houden met
tal van invloeden en omstandigheden.
Spr. merkt voorts op. dat de heer Sten-
huis zijn critiek op het beleid van den mi
nister zonder veel moeite op zichzelf zal
kunnen terugbrengen.
Ten aanzien van de geoefende critiek zou
spr. zich alleen kunnen aansluiten bij de
gematigde critiek, zooals deze door den heer
Van der Waerden is geuit.
Spr wenscht den minister op te merken,
dat hij uiterst voorzichtig moet zijn om ver
der te gaan op den weg. waarbij steeds meer
nieuwe lasten op de bedrijven worden ge
legd.
Dat de minister ten deze voorzichtig is
met het oog op onze welvaart, kan spr. niet
anders dan een groote deugd noemen.
De heer L. DE VISSER (comm.) merkt
op. dat het niet ligt aan den persoon van
een minister van Arbeid, maar dat we de
oorzaken van de toestanden op sociaal ter
rein moeten zoeken in de omstandigheden
en de invloeden, waarohder zij arbeiden:
Wanneer men dan ook zegt. dat er een
ander persoon al9 minister van Arbeid moet
komen, dan wenscht spr. te waarschuwen
voor een desillusie, en in het belang van de
arbeidersklasse moet spr er den nadruk op
leggen, dat een dergelijk standpunt van
socialistische zijde geheel onjuist is. aange-
tien er geen belangrijke verbeteringen voor
het proletariaat te wachten zijn. zoolang we
nog leven in de huidige kapitalistische
maatschappij. Zelfs wanneer een sociaal
democraat. bijv. de heer Stenhuis. thans
minister van Arbeid zou zijn. dan nog is
spr. er van overtuigd, dat deze niets meer
zou bereiken dan wat de tegenwoordige
minister heeft kunnen bereiken.
De ..dadenloosheid" van dit ministerie
hangt niet af van parlementaire, doch van
buitenparlementaire invloeden.
Het eenige dat spr. in de critiek tegen de
persoon van den minister kan onderschrij
ven. is. dat de minister geen bepaalde
methode heeft, naar welke hij arbeidt, dat
hij geen bepaalde lijn heeft uitgestippeld,
langs welke volgens hem de verschillende
vraagstukken tot een oplossing zouden moe
ten worden gebracht
Voorts moeten we vaststellen, dat de
stilstand in de sociale wetgeving mede te
wijten is aan de dadenloosheid van de ar
beidersklasse zelve Deze arbeidersklasse
moet één breed front vormen tegen het ka
pitaal, en dan is spr. er van overtuigd dat
zij op sociaal gebied haar doel zou bereiken.
Spr wijst voorts op een geval van over
werkvergunning. Aan een fabriek in Wor-
merveer. waar 74 arbeiders werkzaam wa
ren. werd een overwerkvergunning ver
leend. Echter na het verleenen van deze
vergunning werden niet minder dan 27 van
deze arbeiders ontslagen, zoodat bier het
verleenen van een overwerkvergunning
medewerkte aan het vergrooten van de
werkloosheid.
genomen. Laten de heeren, die willen criti-
seeren, vooral bedenken, dat we een gulden
maar één keer kunnen uitgeven.
Wat de Arbeidswet betreft kan spr. wel
zeggen, dat hij niet voornemers is, deze uit
te voeren in den zin zooals de heer Kersten
dat wenscht.
Thans moeten we de Arbeidswet hand
haven zooals we die hebben en langzamer
hand beginnen met verdere toepassing van
deze wet.
Door sommige afgevaardigden is geci
teerd een stuk uit het orgaan, van het Ver
hond van Nederlandsche Werkgevers, waar
in waardeerend over spr. geschreven werd.
Daaruit zouden we kunnen zien, wat voor
een minister we thans hebben. Spr. gevoelt
niet veel voor een dergelijke argumentee
ring De heeren deden beter eens te gaan
informeeren hoe men thans in genoemde
werkgeverskringen denkt over sprekers
Ziektewet, over zijn aanvangen met een
wettelijke regeling voor land- en tuinbouw,
enz. Die leden zouden dan ook meer supe
rieur gehandeld hebben wanneer zij derge
lijke argumenten achterwege hadden ge
laten.
Spr. wijst er voorts op dat de Ziektewet
er is. al legt zij meer lasten o^ de industrie.
Met de wettelijke regeling werkloosheids
verzekering is spr. nog wachtende, aange
zien hij nog nooit een uitvoerbare gedachte
heeft gehoord.
Verder zegt spr. dat unificatie der sociale
verzekering in voorbereiding is. waarbij spr.
het vormen van een geheel op het oog heeft
dat praktisch werkt en veel goedkooper is.
Een motie-Stenhnis.
De heer STENHUIS dient een motie in,
waarin, verwijzende naar de motie Schaper
in 1924, de Kamer als haar oordeel uit
spreekt. dat de Conventie van Washington
inzake de arbeidstijden in de industrie ten
spoedigste moet worden geratificeerd, en
dat de door de regeering in 1919 gedane
beloften inzake arbeidersbescherming ein
delijk moeten worden vervuld, en waarin
voorts de regeering wordt uitgenoodigd alle
maatregelen te treffen, welke noodig zijn
om de Conventie van Washington inzake
de arbeidstijden in de industrie zoo spoedig
mogelijk te ratificeeren en om te komen tot
volledige toepassing van cle Arbeidswet ook
voor die groepen van arbeiders, welke werk
zaam zijn in bedrijven, welke niet onder
de Arbeidswet vallen.
De heeren VERAART (R.-K.) en KER
STEN (S. G. P.) repliceeren
Na dupliek van den MINISTER worden
de algemeene beschouwingen 'gesloten. De
stemming over de motie wordt bepaald op
heden.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
1 uur.
RECLAME.
Eeo geschenk In
GERQ
fa voor „haar" altijd dc
vervuiling van 'n wensch
Als men Gero geeft, doet men
.haar" altijd een genoegen. De
moderne hulsvrouw heelt liever
een kerncollectie Gero-zilverdan
dat zij zich moei behelpen met een
weinig keurzilver. Voor haar is het
Gero een bron van dagclijksch
genot. En Iels in Gero staat
nog wel op haar verlanglijst.
Wauoa
Minister Kan aan het woord.
MINISTER KAN beantwoordt eerst de
vraag van dien heer IJzerman over de bouw-
beeldhouw kunst. Spr., die ->ok het minister
schap van Onderwijs, K. en W. waarneemt,
gal doen wat in normale omstandigheden
als een daad van krankzinnigheid zou wor
den beschouwd, n.l een brief aan zichzelf
schrijven. Hij zal het ministerie van Onder
wijs het verzoek van den heer IJzerman
overbrengen.
Getracht zal worden, zoo mogelijk de wo
ningtoestanden in Oost-Fries!end te verbe
teren, zoo noodig met instellen van een
commissie. De buitendijksche gronden in
Groningen hebben sprekers volle belangstel
ling. Voor de ontwatering van het water
schap De Schiubeek is een plan opgemaakt.
Met den heer Stenhuis heeft spr verleden
jaar van gedachten gewisseld over de werk
verschaffing. Hij kan dus volstaan met
daarnaar te verwijzen. Met loonsverhooging
in de werkverschaffing moet men zeer voor
zichtig zijn. Spr. heeft arbeiders in het vrije
bedrijf gesproken, die zoo gaarne terug wil
den naar de werkverschaffing! De werk
verschaffing mag met het vrije bedrijf geen
concurrentie aangaan. Ook de Hoogeveen-
sche toestanden hebben sprekers aandacht.
Wanneer het rapport betreffende de droog
making der Reeuwijksche passen gunstig
luidt, zal spr. gaarne bevorderen, dat ook
het Rijk daaraan bijdraagt.
De vergadering wordt geschorst tot
's avonds 8 uujj
Da avondvergadering.
Aan de orde is de behandeling van de be
grooting van Arbeid, Nijverheid en Handel
voor het jaar 1928.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer VERAART (R.K.) is van oordeel,
dat de Minister er in de Memorie van Ant
woord niet in is geslaagd de scherpe critiek
op zijn beleid te ontzenuwen.
Spr. vraagt wat er waar is van 's Minis
ters opmerking, dat zijn beleid gericht is op
een taai vasthouden aan hetgeen tot dus
ver op sociaal gebied is bereikt. Spr. her
innert dan aan de Arbeidswet 1919 en hij
wijst op de groote groepen, b.v. van chauf
feurs. koetsiers enz, op welke deze wet nog
niet van toepassing is. De Minister beroept
zich er op, dat de arbeidsinspectie zou moe
ten wordeD uitgebreid, wanneer ook die
groepen onder de werking der wet zouden
worden gebracht. Een dergelijke uitbreiding
zou veel geld kosten, terwijl de inspectie
bovendien ten opzichte van bedeelde groe
pen een meer moeilijke taak zou krijgen.
Met deze bewering acht de Minister het ver
antwoord, dat nog duizenden en tienduizen
den 90 of meer uren per week werken.
Ook voor breede groepen in den land
bouw, voor welke reeds langen tijd bescher
ming van de Arbeidswet i9 ingeroepen,
heeft de Minister nog niets gedaan, en van
den thans weder geoefenden drang maakt
de Minister zich af met de opmerking, dat
voor vrouwen en jeugdige personen, werk
zaam in den landbouw, iets in de maak is.
Voorts wijst spr. op het vraagstuk van
de huisindustrie, dat een vraagstuk is vau
gezinsontwrichting. De Minister wenscht
ten aanzien van deze kwestie af te wachten
wat daaromtrent op de Internationale Ar-
beidsconferenlie in 1928 zal worden beslo
ten. Spr. acht een dergelijke afwachtende
houding geheel onjuist voor een vraagstuk,
dat dringend oplossing behoeft.
Spr. denkt er niet aan om thans een
perspectief te gaan openen, want de moed
tot opbouwende critiek is spr ten aanzien
van dezen Minister geheel ontzonken.
Het beleid van dezen Minister kan ons
niet tot vertrouwen strekken.
Op deze wijze gaat het niet langer en de
Minister zal werkelijk anders moeten han
delen. wil hij het vertrouwen van de meer
derheid der Kamer winnen.
De heer STENHUIS (S. D.) zegt, dat de
•ociaal-democraten aan de behandeling van
deze begrooting niet anders kunnen deel
nemen dan met een gevoel van bitterheid.
Deze Minister, die vroeger de geestelijke
vader was van de Prot. Chr. vakbeweging,
«!aat thans aan de zijde van de huiseigena
ren. en in de praktijk komt dit neer op het
overhevelen van de millioenen uit de zak
ken der arbeiders naar die der kapitalisten
De Minister wenscht op verschillende
punten niets te doen, niet voor den uitbouw
van het collectief arbeidscontract, niet voor
•en vacantieweek der arbeiders, enz.
Voorts herinnert spr. aan de in 1918 ge
dane belofte van een 45-urige arbeidsweek,
*elke belofte niet wordt nagekomen.
De Minister geeft telkens maar overwerk-
'orgunningen en tal van arbeiders worden
nog door hun werkgevers afgebeuld. Het
heeft spr. diep bedroefd, dat die arbeiders
nog steeds in die ellendig lange arbeidstij
den hebben berust. Zoolang zij blijven be
rusten. hebben zij van dezen minister niets
te verwachten Behalve echter bij de ar-
heidsheweging zelf ligt de schuld van deze
toestanden ook bij de Christen-democraten.
Deze zouden er toe moeten medewerken om
dezen Minister weg te jagen en voor hem in
de plaats te 9iellen een Minister van demo
cratische rich ling.
Spr herinner! aan het Verslag van de Ar
beidsinspectie waarin het resultaat van den
8-urigen arbeidsdag voor den arbeider zegen
fijk wordt genoemd, hetgeen is gebleken bij
*en ingesteld onderzoek naar het besleden
van dep vrijen tijd en naar de productie.
Ook in Frankrijk- en België is na de ver
korting van den arbeidstijd verhooging der
Productie geconstateerd.
Spr komt er tegen op, dat de politiek van
H -K Staatspartij in de praktijk er op
dat zij medewerken, dat nog 80
90 uren per week wordt gewerkt, niette
genstaande deze partij bij de verkiezingen
2l°h verklaarde voor de 4ö-urige arbeids
teek. Dit moei aan de R.-K arbeiders wor-
eD v°orgehouden. want de Kalholieke de-
ocralische Kamerleden lalen na om dezen
'nisJer to helpen wegjagen De Kalholieke
wil ers moeten wpten. dat. wanneer zij
morgen de Arbeidswet zal worden
Mandhaafd
att*iïe inister is een volslagen mislukking
Vin 'er 7an Arbeid: hij had den steun
10 nir. Corl v. <L Linden, den secretaris
van de reactionaire arbeidersbeweging, een
man, die honderd jaar te laat geboren is.
De heer KUYPER (R.-K.) merkt op. dat
dc scherpe critiek op het beleid van den
Minister niet afdoende is te weerleggen Dit
spijt spr. ten zeerste, te meer, omdat de Mi
nister van goeden wille is en hard werkt
Er is echter bij den Minister gemis aan
doortastendheid Spr wenscht den Minister
op het hart te drukken, dat hij zich vooral
niet moet laten leiden door klanken uit den
verkeerden hoek en spr. heeft hierbij dan
het oog op het orgaan van het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers, waarin een
protest is opgenomen tegen de critiek van
vele Kamerleden op het beleid van den Mi
nister en waarin deze Minister de juiste Mi
nister wordt genoemd.
Spr. wil bij den Minister ernstig aan
dringen op het afdoen van verschillende
dringende zaken, al vraagt spr. niet de
oogenblikkelijke oplossing van alle bestaan
de vraagstukken. B.v. wenscht spr., dat de
Minister ter hand zal nemen het vraagstuk
van een Ziektewet, dat der wettelijke rege
ling van de werkloosheidsverzekering. Ook
moet spr. de aandacht van den Minister
vestigen op uitvoering van de Arbeidswet,
waarbij hij herinnert aan een motie van
den R.-K. Bond van Handels- en Kantoor
bedienden. Ook wijst spr op de lange ar
beidstijden van de chauffeurs, welke mede
voor het publiek gevaar kunnen medebren
gen. Reeds het vorig jaar heeft spr. aange
drongen op vermindering van het aantal
overwerkvergunningen. Dit aantal i9 nog
veel te groot en moet aanmerkelijk ver
minderd worden.
De heer SMEENK (A.-R.) zegt, dat de
heer Slenhuis zich in zijn rede al te weinig
heeft bewogen op wat men noemt hel par
lementaire peil. Spr. is het ook op verschil
lende punten niet met den Minister eens,
doch naar zijn meening moet men bij de
beoordeeling van iemands standpunt uit
gaan van de gedachte, dat het streven van
den tegenstander gericht is op het algemeen
belang. Slechts dan is opbouwende critiek
mogelijk.
Met den Minister is spr. het eens, dat er
op het terrein van de sociale wetgeving
slechts geleidelijk voortgang moet plaats
hebben en spr. erkent, dat wij -op het gebied
der sociale wetgeving een der vooruitstre
vendste landen zijn. Er zijn echter ver
schillende punten, waarin andere landen
ons voor zijn, o.a. ten aanzien van de ver
bindendverklaring der C. A. O. Spr herin
nert er aan, dat vroeger mr. Treub de mo
gelijkheid van de verbindendverklaring in
het belang heeft geacht van den industriee-
len vrede. Op dit punt is spr. het met de
meening van den Minister niet eens en
naar spr. meent Is er op het oogenblik voor
de verbindendverklaring een meerderheid
in de Kamer Thans wil spr. hierover niet
verder spreken.
Er scheidt ons nog IV' jaar van de ver
kiezingen en in dat tijdvak zou spr gaarne
met den Minister samenwerken om zooveel
mogelijk de bestaande zaken af te doen,
waarbij spr. dan o.m. denkt aan de Ziekte
wet, de wijziging van de Invaliditeitswet,
een Winkelsluitingswet, enz. Ook zou spr.
gaarne de wijziging van de Drankwet wil
len afdoen
Voorts vraagt spr. de aandacht van den
Minister voor het vraagstuk der huisindus
trie. Spr. wijst er op, dat een regeling der
gninimumloonen in Duitschland geen oplos
sing van dit vraagstuk heeft gebracht en hij
bepleit instelling van loonraden voor deze
industrie.
De heer VAN DER WAERDEN (S.-D)
sluit zich aan bij de critiek op het beleid
van den Minister.
Spr. wenscht het vraagstuk der verbin
dendverklaring van de C. A. O te bespre
ken en hij herinnert aan de mededeeling
van den Minister, dat van hem geen stap
pen tot voorbereiding van een wettelijk©
regeling van deze materie te wachten zijn.
De argumenten welke de Minister voor dit
standpunt aanvoert, acht spr. echter on
juist.
De gevaren der verbindendverklaring
worden door de tegenstanders daarvan
naar sprekers oordeel in hooge mate over
dreven.
Bij elke sociale hervorming heeft men
klaagliederen vernomen van de werkgevers.
Maar telkens weer i9 gebleken, dat het be
drijf het kon dragen.
De practijk in Duitschland bewijst, dat
de bezwaren tegen de verbindendverklaring
overdreven zijn.
Spr is van meening. dat voor de verbin
dendverklaring een groote meerderheid in
de Kamer is
De heer BAKKER (C.-H.) merkt op, dat
de critiek tegenover minister Aalberse, bijv
in 1924. even scherp is geweest als thans
tegen dezen minister. Spr. kan de gegrond
heid van deze critiek niet inzien en hij is
hel geheel niet eens met den heer Veraart.
Wel zou spr zich voor een deel kunnen
aansluiten bij den aandrang van den heer
Veraart, om de toepassing van de Arbeids
wet tot meerdere groepen van arbeiders uit
te breiden, ware het niet. dat spr deze
kwestie nuchter moet beoordeelen in ver
band met de tegenwoordige economische
omstandigheden.
Thans wordt aangedrongen op een wette
lijke bescherming van Je land- en tuin-
bouwarbeiders. Spr wenscht er op te wij
zen. dat deze kwestie ook onder minister
Aalberse herhaaldelijk is ter sprake ge
bracht. Toen is niets geschied, doch deze
minister begint met een wettelijke regeling
voor vrouwen en jeugdige personen Naar
sprekers meening moet ook deze kwestie
langzaam tot een oplossing worden gebracht
Ten' slotte dringt spr er op aan. dat de
minister moet aanvangen met wat vlak
voor de voelen ligt.
De heer KEESTEN (S G. P.) wijst op den
dwang voor zelfzorg van een zeker deel van
onze onderdanen Deze acht spr een ge
vaar voor de maatschappelijke samenleving
Met vreeze ziet spr de aangekondigde
wetsontwerpen tegemoet.
Sprekers bezwaren zijn. dat de minister
in de zorg op sociaal gebiod den verkperdon
weg opgaat We zullen nog meer sociale
wetten krijgen, en dat in een land. dat op
Minister Slotemaker de
Bruine spreekt.
De minister van Arbeid. Handel en Nij
verheid. de heer SLOTEMAKER DE BRUINE
heeft het vervallen van de Huurwetten be
vorderd. omdat de wet zulks eischte. Ten
aanzien van de huisindustrie acht spr het
juist, dat de arbeid ten deze van de Inter
nationale Arheidsconferentie 1928 wordt af
gewacht Daarna kunnen we verder zien.
Wat de verbindendverklaring der collec
tieve arbeidsovereenkomsten aangaat merkt
spr. op. dat opneming van arbeidsvoor
waarden in het contract beter is dan rege
ling daarvan in de wet.
Komende tot het werkplan, zegt spr dat
zijn werkplan is ingericht en ingericht
moest zijn op de inzichten en de economi
sche omstandigheden, zoowel van het Rijk
als van de maatschappij.
Spr wijst op hetgeen op 1 Juli 1.1. In De
nemarken is geschied Daar heeft men de
werkgeversbijdragen voor de werkloosheid
afgeschaft terwiil men de Rijksbijdrage van
83 pCl heeft teruggebracht tot 70 pCl.
maximum. Is het vraagt spr dan niet heter,
dat we hier te landp handhaven waf we
hebben dan dat we zouden overgaan tof
maatregelen zooal9 die in Denemarken zijn
Geef haar GEROl
Raadpleeg onze brochure
Standaard-cassettes
Keurcolleciles Gerozilver vanaf
tl.76.— met gratis bijlcvering
der waardevolle cassette.
1582
VOOR DONDERDAG 24 NOVEMBER.
Hilversum (1000 M.) 12.00: Politiebcr.
12.352.00: Lunchmuziek door hel Trio
D. Groeneveld. viool. A. v. Leeuwen cello.
P. Jochemse. piano. 3.004.00: Uurtje
voor de Wees- en Ziekenhuizen door Mevr.
Ant. v. Dijk 4.004.30: Huisvrouwen-
halfuurtje. Mevr. Franco MendesCalisch.
5.30—7.15: Concert door het A.N.R 0 -
orkest. Jacques Kinsbergen, viool Tot slot
speciaal wen9chprogram. 7.15: Engel-
sc-he les voor meergevorderden. 7.45:
Politieber. 8.10: Aanslui'.ing v d Stads
schouwburg te Amsterdam. Gaec.ilia-concert
georg door de Mij. „Caecilia" Hel Concert
gebouw-orkest versterkt met leden der Mij.,
o. 1. v. Pierre Monteux. Louis Zimmerman,
viool. In de pauze een lezing door den hper
Henri van Booven: Herman Gorter aÏ9
mensch. c.a 10.30: Persberichten.
Huizen (1850 M.) (Na 6 uur 1950 M.)
12.301.30: N.C.R.V Concert door het Trio
Lauenroth. Mej. Lauenroth, piano. Mej.
Scager. viool. Mevr. J. Hehl. cello. 4.00
5.00: N.C.R.V. Ziekenuurtje te Leiden door
ds. A C. den Hertog te Rotterdam 6 00
7.00: N.C.R.V. Cursus Paedagogiek (1ste
Cursus B. daarna C) Les IV, door prof.
Waterink. 7.00—7.30: Lessen. 7 30—
8.00: Cursus Taedagogiek (Cursu9 A). door
prof Waterink (N.C.R.V.) 8.00: NCRV.
Concert. Spreker: dr. J. P de Gaay Fort
man, leeraar a. d. Ie Chr H.B.S te 's-Gra^
venhage: Natuurbeschouwing en Natuur
bescherming. Loosdrechl's Fanfarecorps
„Oud-Over". Persberichten.
Daventry, 1600 M. 1120: Daventry-
kwartet en solisten (piano, alt, tenor)
I.202.20: Gramofoonmuziek 2.50:
Causerie 3 20: Vesper v. d. Westminster
Abey 4.05: Causerie 4.20: Lezing:
Mothers and babies 4.35: School-uitzen-
ding 4.50: Orkeslconcert 5.20: Concert,
orgelbespeling 5.35: Kinderuurtje 6.20:
Landbouwber 6.40: Dansmuziek 6.50:
Nieuwsber 7.05: Dansmuziek 7.20:
Lezing: Music in the theatre 7.35: Bach's
Fuge's (piano, viool, fluit) 7.45: Lezing:
Telegraphy and Telephony 8.05: Militaire
bandconcert. O. Kavann. alt. W Rouse hu
morist 9.20: Nieuwsber. 9 40: Ballade-
concer'. A. Moxon. sopraan. A Cranmer ba
riton. ,W. Small, viool 10.20: Lezing: The
future of the viola 10.5012.20: Dans
muziek.
Parijs. „Radio-Paris", 1750 M. 10.50
II.00- Concert 12.502.10- Orkestconcert
5.055.55: Klassiek uurtje 8.50
11.26: Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 469 M. 12.301.50: Or
keslconcert 4.204.50: Gramofoonmuziek
5.206.20- Orkestconcprt 7.259.00:
Vocaal concert. C. CfThardtSchulthesz,
sopraan. R Gerhardt. bariton L. Goebel,
viool. A. Hesse. fluit. W Thering. piano
9.059.50: Vrooliike avond. Daarna tot
1120 Dansmuziek.
Königswusterhau9en. 1250 M. 1.50—
7.05: Lezingen en lessen 7.30: Das ver-
wunsche Schloss". tooneelspel van Millócker
9.5011 20: Dansmuziek en dasnles van
Walter Carlos
Hamburg. 395 M. 3.35- Orke-stconcert
4.20: Dansmuziek 5.20- Vroolijk con
cert 8.20- Volksconcert Orkest en W.
Wagner, zang. Daarna tot 11.20: Dans
muziek.
Brussel. 509 M. 6 206.20: Kinderuur
tje 8.3510.35: Galaconcert. Orkest en
solisten.
NIEUWE UITGAVEN.
Van de fa. Gebroeders Kluitman, uitge
vers te Alkmaar, ontvingen wij:
„Treeske, de wildebras", door Felice Jehu,
geïllustreerd door Henri Pieck, prijs ingen.
11.60, gebonden f 2.50.
„Het einde van Lo's bakvischtijd", door
Jo Nabben, met 25 teekeningen van Henri
Pieck, prijs ingen. f2, gebonden f2 90.
„De Dubbelgangers", een verhaal uit den
tijd van Michiel de Ruyter, door Joh H.
Been, geïllustreerd door Tjeerd Bottema,
prijs ingen. f 2.50, gebonden f 3.50.
„Ton en Kees op 'n sleepboot naar Sin«
gapore", door J G Kramer, geïllustreerd
door Pol Dom, prijs ingen. f 2.50. geb f 3.50.
„Freek van den Groen ten hoer", door
Charles Krienen, geïllustreerd door Pol
Dom, prijs ingen. f 1.60, gebonden f2 50.
„Hoe Pootige Kees beroepsspeler werd",
door N. W C. Kuyk, met 25 teekeningen
van D. A Bueno de Mesquita, prijs ingen.
f 2, gebonden f 2 90.
Deze jongens- en meisjesboeken, welke
alle voorzien zijn van smaakvolle bandjes,
pittige verhalen en geestige teekeningen,
zullen een dankbaar geschenk zijn en als
het ware „verslonden" worden.
Verder ontvingen wij nog van dezelfde
firma, maar voor weer wat kleinere kin
deren:
„De bruiloft van Kloris en Roosje", voor
kleuters van 58 jaar* versjes van Willy
du Saar en teekeningei van Freddie Lan-
geler. Snoezige versjes en leuke, gekleurde
plaatjes van de bruiloftsgasten, die er leven
dig uitzien. Wat zullen onze kleuters no£
meer verlangen? De prijs is gecart. f2 90.
Verder nog:
„Als 't nacht wordt in de bakkerij" en
„De Sneeuwmannetjes", twee prenten! o -
ken van dezelfde grootte, (leeftijd 58 iaar)
door Jeanne KoningsCoeterier en illus
traties van J W M Wins Wat zullen de
kleintjes smullen aan de versjes en aan 1
het lekkers, dat ze te zien krijgen in het
eerste hoek en meeleven met dp winfernret
in 't tweede 'I Zijn keurige hnekies en kos
ten gecart f 1 60. zo<»da wij wel gelooven,
dat de Sint er veel moet bezorgen.
3-2