Purol bij Ruwe en Schrale Huid
m
Pt§
if
S3
a m
iH
i
i
H mp
Hl
BH
u
P§fjf
lp
H
m
ïm
m
W-
m
TWEEDE KAMER.
INGEZONDEN.
RECHTZAKEN.
SCHAKEN.
den journalistieken stijl geschreven is, laat
ik hier buiten bespreking, omdat enkele meer
belangrijke punten onze belangstelling vra
gen en deze de waarde van de 500 bladzijden
bepalen voor ons.
Van welk belang dit werk voor Holland is,
kan men bedenken, als men weet. dat de
eeTste oplage 50.000 stuks bedroeg, en dal
excerpten gemaakt zijn voor scholen, in het
bijzonder van die gedeelten, die door de
Amerikanen beschouwd worden, als zijnde
van opvoedkundige en „Amerikaniseerende"
waardei. De invloed, die daarvan uitgaat,
komt Holland ten goede. En het is juist voor
deze vreedzame Nederlandsche penetratie, in
een land, waarvan de rijkdommen onmetelijk
en de toekomst onberekenbaar is, dat wij
Edw Bok dank schuldig zijn. Er is hierdoor
in den geest van den Amerikaan, een crediet
en r;^n kennis omtrent Holland geschapen,
welke nu en later kan blijken beslissend tei
zijn.
In een met gezonden humor gekruid hoofd
stuk vertelt hij van zijn ervaring met hoog
staande Amerikanen, die geen jota wisten
van Holland en alles wat Hollandsch i9.
Daarin behandelt hij voor den Amerikaan de
groote belangen, die Holland in het VeTre
Oosten heeft, het verleden en het heden van
Holland in kunsten en wetenschappen, de
ingeboren eerlijkheid en de betrouwbaarheid
van den Nederlander Hij verhaalt hoe een
vriend aan President Roosevelt een vraag
stelde over iemand, met wien hij zaken wou
doen.
„Kent u hem?" vroeg de vriend.
„Heel goed," antwoordde Roosevelt.
„Kan ik hem vertrouwen?"
„Vertrouwen?!" riep Roosevelt uil „Wat
vraag je me daar! Hij is een Hollander.
Weet je wel wat dat beteekent?"
En zoo ^neer. Een ingenieur, die meende
een der eersten te zijn, die een gansche
stad op palen bouwde, moest van Bok hoo-
ren, hoe Amsterdam gebouwd was. De
zelfde man, die een studiereis maakte
daarna in Nederland en het Zuiderzee-
vraagstulc leerde kennen, zond bij zijn
terugkeer in Amerika het volgendp laco
nieke bericht aan Edw. Bok: „Waarde
vriend, wij zijn sukkelaars vergeleken met
die lui in Holland".
Tot zoover Edw. Bok en Holland in
Amerika.
Het tweede belangrijke moment in het
werk is wel zijn betrekking tot Woodrow
Wilson, toen deze nog universiteitsrector
was, later gouverneur, en eindelijk Presi
dent. De figuur van dezen man, welke ge
durende zulk een lange periode in een tu-
multvollen tijd. de Europeesche gebeurte
nissen beïnvloed heeft, vraagt nog steeds
onze aandacht. Door den één vergood als
de promotor van de grootste vredesge-
dachte in de laatste eeuwen, en door den
ander verguisd als de onpraclische kamer
geleerde, die door zijn phraseologie zichzelf
en de wereld om den tuin geleid heeft,
blijft W. Wilson een probleem voor den
oningewijde. Edw. Bok had het voorrecht
hem in zijn dagelijksch leven te leeren
kennen. Hun omgang werd nooit offi
cieel. Bok won zijn vriendschap reeds
lang vóór hij ziqh in het poli
tieke leven bewoog. En het is niet van be
lang ontbloot, om na te gaan waarom W.
Wilson talmde tot het einde, alvorens
Amerika aan de geallieerden hulp te doen
verleenen. In het land zelf beschuldigdfe
men hem van steeds te schrijven, maar
nooit te handelen, steeds te wachten en te
aarzelen. Maar wat Europa vergat en
Europa nog niet weet, doch waarmee Wil
son rekening te houden had, was het groote
verschil lusschen de Oostelijke en de Wes
telijke Staten van Amerika.
„Wat de lui in Philadelphia en in andere
groote steden vergeten," klaagde hij, „i9,
dat ik niet alleen President van de Ooste
lijke helft ben, maar van de Ver. Staten
in hun geheel. Ik ken het gebrek aan oor
logssentiment in het Westen, Zij hebben
het te druk met hun zaken en hun oogst.
Zij zien geen enkele reden, waarom zij zou
den deelnemen aan een oorlog 5000 mijlen
ver weg. Ik moet wachten tot Oosten en
Westen één zijn. Misschien zijn we te laat.
Maar beter verkeerd begrepen in vredestijd
dan ongewapend in oorlogstijd. Na de ver
schijning van het afbrekende werk van
secretaris Lansing, ontmoette Edw. Bok den
President voor het laatst, toen deze ster
vende was. Zijn antwoord op den aanval
van Lansing was: „de geschiedenis zal dat
allemaal wel recht zetten.... als ik weg
ben". Dit zijn de bladzijden, die deze zelf
bewuste levensbeschrijving lezenswaard
maken. De meer dan zestigjarige Bok ver
heugt zich op het eind van het werk, over
de gouden eeuw der Wijsheid, welke voor
hem openstaat na dit ondermaansche. Hi)
heeft nog den moed dertig jaar meer te
verwachten van het leven, want hij eindigt
aldus:
Door denzelfden Auteur,
Te publiceeren in 1954:
DRIEMAAL Dertig.
NEIL VAN AKEN.
Mi. Marchanl ovei versobering
van den Staatsdienst Aan
vallen op bet parlementaire
stelsel zijn aanvallen op de
democratie Dinsdag de Re
geering aan bet woord.
De VOORZITTER stelt voor tegen a.s.
Donderdag bij den aanvang der vergadering,
een aantal kleinere ontwerpen aan de orde
te stellen.
Aldus besloten.
Bg de voortzetting der algemeene be
schouwingen over de Sta.lt.-begrout.ng, ver
volgt de heer MARCHANT (V.-D.) zijn gis
teren aigebroken rede. Over de salaris-
kwestie wenscht hg alleen nog te zeggen,
dat hjj na de aanneming van de motie-
Buiten een nieuwe uitspraak over de salaris-
kwestie overbodig acht. Mogelijk is de
salarisherziening zeer zeker. De methode
van vreesaanjaging, die de regeering in
practijk brengt, keurt hij af. Het voortdurend
kweeken van groote overschotten heeft het
vertrouwen der Kamer weggenomen. Haa
de regeering niet die methode van vrees-
aanjaging gevolgd, dan zou zg het vertrou
wen bewaard hebben. De verschuiving van
directe naar indirecte belastingen beeït het
volk tot nadenken gestemd. Men wilde daar
o.m. de industrie mee helpen, maar de
werkgelegenheid is er niet mee verruimd.
Betoogd is, dat de indirecte belastingen door
do bevolking niet „gemerkt" worden. Moe
der de vrouw g3at naar den kruidenier
en betaalt daar voor een pond suiker 26
cent. Zrj denkt, dat zij 26 cent voor de
suiker betaalt, maar daar is 13 cent, dus
de helft belasting bij. En dat „merkt" men
niet, wordt er gezegd! Deze indirecte belas-
lastingen maken 't leven duur en Verminderen
de koopkracht van liet geld.
De regeering dient den Staatsdienst te
te versoberen, niet door zjju bemoeiingen
in te krimpen, doch door die goedkooper
to maken. Er wordt echter te weinig in
deze richting gedaan. Bezuinigd wordt er
zoo goed als niets. Dat het eindegfer der
begrooting niet hooger is, is niet het gevolg
van bezuiniging, maar van het achterwege
iaten van nieuwe staatsuitgaven. Van re
organisatie van den Staatsdienst is nog niets
to bemerken. Toch zou een intermezzo-kabi
net uitermate geschikt zjjn om met die
reorganisatie op te schieten. Na anderhalf
jaar intermezzo zitten wij nog steeds te
wachten op de voorstellen, die ons moeten
leiden naar het land van belofte. Reeds zeven
jaar is de reorganisatie in studie. Nu stelt
de regeering voor een wijziging van de
drankwet, die weer een extra inspectie
noodig maakt, waardoor de Staatsdienst weer
duurder wordt. Overigens is spr. niet bang,
dat dit ontwerp ooit wet zal worden.
Spreker komt nu op den politieken toe
stand en gaat de geschiedenis na van de
totstandkoming van het huidige kabinzt,
tveiks Schünheitsfehler van tijd tot tijd wel
wat veel beginnen op te vallen. Vroeger
heetten parlemen.aire kabinetten de sterkste
titans zijn zij bij velen in discrediet, Hoe
komt dat? De economische machten hebben
altijd graag den baas gespeeld en willen dat
ook nu nog. Vroeger bereikten zjj hun doel
door het beperkte kiesrecht, maar met de
uitoefening daarvan werd hun macht be
perkt. Aanvallen op het parlementaire stel
sel zijn dan ook niet anders dan aanvallen
op de democratie.
De heer Nolens verdedigde de coalitie,
maar zijn verdediging was Zwak. Hij noemde
hetgeen de drie rechtsche partijen tezamen
bindt. Doch in het volk is van die samen-
binding niets te bespeuren. Overal is de
slrijo der denkinrichting, overal in de wereld
gaat de strgd tusschen al of niet militairisme,
het zich onderwerpen aan internationale
rechtspraak, de sociale wetten, het parle
mentaire systeem.
De heer Nolens huppelde met zwier heen
over den bewijslast, dat juist de drie volks
partijen de belangen van het volk alzijdig
behartigen. De coalitie was niets dan een
slreven van de heeren der z.g. volkspartgeq
om de macht in handen te. hebben.
Do zwakheid van het laatste parlementaire
kabinet lag hierin, dat het niet homogoen
was en feitelijk niet parlementair genoemd
kon worden. Hoe lang nu de tegenwoordige
toestand zal voortduren, is niet te zeggen.
Spr.'s fractie heeft geen verzoeken of voor
stellen te doen.
Ds. Lingbeek bestreden.
De heer KRIJGER (C.-IL) bestrijdt de
criüek van den heer Lingbeek op de Chr.
Hist. Deze criliek was van allen grond ont
bloot. Groen van Prinslerer heeft met veel
moei le den weg gebaand, waarop Kuyper,
Lobman en Keuchenius konden voortarbei-
den. Uit Groen's testament blijkt dit dui
delijk.
De heer ARTS (R. K. V. P.) zegt dat hij
verleden jaar een uiteenzetting gaf van zijn
meening ten opzichte van de plaats gehad
hebbende crisis. De verantwoording daar
voor dragen naar spr.'s inzien zij, die vóór
het amendement-Kersten stemden.
Wa9 de oorzaak van de crisis geweest,
dat men een meer democratische politiek
wenschte, dan het kabinet-Colijn voerde,
dan ware de vorming van een pnrlementair
ministerie gemakkelijk geweest. Het is dan
ook le betreuren, dat de tegenstanders der
Colijnsche politiek geen andere gelegenheid
hebben kunnen vinden om het ministerie
ten val te brengen. Thans was er een anti
papistisch element in. De opmerkingen van
den heer Lingbeek in deze Kamer zijn vaak
zeer grievend voor de Katholieken. Hoe ds.
Lingbeek aan zijn gegevens komt weet spr.
niet maar wel, dat hetgeen hij vertelde
aangaande de verhouding tusschen Protes
tanten en Katholieken in het Zuiden geheel
onjuist was. Die verhouding i9 zeer aange
naam. Spr. toont dit aan met enkele voor
beelden.
Wat nu den politieken toestand betreft,
hieraan moet, ter wille van het prestige
van het parlement zoo spoedig mogelijk
een einde komen.
Spreker zou den meest idealen toestand
ook vinden een ministerie bestaande uit
personen uit de drie groote rechtsche par
tijen. mits in het program zouden zijn neer
gelegd de wenschen der R.-K. Volkspartij.
Wanneer de democratische katholieken in
de Kamer zich wilden losmaken van de
conservatieve sfeer van de R.-K. Staats
partij en desnoods uit dat verband wilden
treden, twijfelt spr. er niet aan of een de
mocratische meerderheid kan worden ge
vormd.
Wanneer men denkt, dat de R.-K. Volks
partij aan 't afbrokkelen is, vergist men
zich. Wanneer de katholieke democraten
niet zorgen, dat vóór de verkiezingen een
democratisch program is ontworpen, voor
spelt spr., dat de R.-K. Volkspart;j niet al
leen bestendigd blijft, maar versterkt in het
parlement terugkeert.
De heer VAN RAPPARD (V.B.) Vegt. dat
er een groote tegenstelling is tusschen '3e
loonen in de industrie en die in den land
bouw. De heer Schaper zeide, dat als de
loonen der industrie-arbeiders verlaagd
worden, men hun de. levensvreugde ont
neemt Daartegenover stelt spr.. dat de
hooge loonen der industrie-arbeiders Je 1
levensvreugde ontnemen aan de boeren
arbeiders, door de hooge productiekosten.
De heer KERSTEN (S. G. P.) zegt, dat
ook de Staatkundig-Gereformeerden zich
niet kunnen verheugen over 't optreden van
dit kabinet, dat nic-t in overeenstemming is
met hetgeen Calvijn schreef in zijn „Insti
tutie". Spr. leest een en ander uit dit boek
voor. Spr. is vóór een parlementaire regee
ring, maar deze mag niet regeeren bij de
gratie van het volk. Met gezag is alleen uit
God. Het neutrale karakter van dit kabinet
is in strijd met Gods woord, waarvan geen
enkele overheid zich mag losmaken. Ook de
anti-revolutionairen hebben zich losgemaakt
van de oude gereformeerde belijdenis, zoo-
als'die door Calvijn is ontwikkeld.
De anti-revolutionairen hebben hun be
ginsel verlaten. Als zij blijk geven van een
mime consciëntie, wat moet er dan terecht
komen van een overheid, die die mime
consciëntie ook Iieeft en wat komt er dan
terecht van den band met Gods woord?
Vrijheid kan alleen zijn wat gebonden is
aan het Woord Gods. Wat de overheid daar
boven vrij geeft, is in den grond slavernij.
Tnzake het gezantschap bij den Paus, zegt
spr., dat het inderdaad zijn bedoeling ook
was. de coalitie te breken. Dat dit zóó
spoedig zou gebeuren, had hij niet durven
hopen. Het gezantschap was zuiver een
roomsch belang. Dc roomschen voelden dan
ook. het eenige nadeel van deze afschaffing,
die het contact verbrak tusschen het Vali-
caan en de roomsche politiek hier te lande.
Spr. verheugt zich erover, dat de coalitie
is gebroken, al verheugt hij zich niet hevig.
Er.wordt weer gewerkt aan herstel der coa
litie, maar spr. hoopt, dat dit nooit geluk
ken zal. Hij hoopt, dat de Chr.-Hist. de knie
voor Rome niet meer zullen buigen. De
coalitie regeerde onder Christelijke ving,
maar Christelijke daden bleven uit. Hij
wijst op de Zondagstremen, de vaccinatie
en den stemplicht en vestigt de aandncht
op het zedenbederf dat te verwachten is bij
de Olympiade.
Wat de handelspolitiek betreft, verklaart
spr. zich in beginsel niet tegen protectie.
De fmascieele toestand niet
onverdeeld gunstig.
De t\eer SCHOUTEN (A, R.) meent dat
een le groot gedeelte van het overheids
personeel op arbeidscontract in dienst ge
nomen wordt. Hij verheugt zich erover, dat
het salarisvraagslulc in de commissie van
overleg komt en wijst er op, dat dit overleg
gustig moet plaats hebben, zonder dat dit
in de Kamer wordt voorbereid. Vóór het
overleg heeft plaats gehad, mag z. i. de
minister geen mededeeiingen doen. Een
tijdelijke regeling wenscht spr. niet. Deze
zou prejudicieeren op de herziening.
Wat betreft de financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten, wil de minist
ter een blijvende verlaging der gèmeenta-
lijke lasten. Hoe wil de minister dit doijl
bereiken, zonder opheffing der gemeente
lijke autonomie? Die autonomie acht spr.
een groot goed. Liever ngemt spr. genoegon
met een minder volmaakte regeling. De
verantwoordelijkheid voor liet gemeentebe-
heer mag z.i. niet 'verplaatst worden nagr
de eenlrale regeering. Voorts ontwikkelt spr.
bezwaren teggn nivelleering, die de lasten
der ééne gemeente leggen op een andere.
Wat den algemeenen financieelen toe
stand betreft, dezen ach! spr. niet onver
deeld gunstig. De begrootingspositie is ten
deele ontstaan door oorzaken, die in de toe
komst niet zóó gunstig kunnen blijven. De
vraag is ook of men steeds de uitbreiding
der overheidsbemoeiing zal kunnen tegen
houden.
Hij- hoopt, dat de minister geen gevolg
geven zal aan den wenseh van den heer
Van Vuuren om speciaal bij de belasting
verlaging rekening te houden met de groote
gezinnen, zonder ernstig rekening te hou
den met de moeilijkheden, die daaruit voor
gemeenten kunnen voortvloeien.
Voorts bespreekt de heer Schouten de
parlijformatie en de critiek, die op de recht
sche partijen is uitgeoefend. Hij wijst op de
vele verschillen, die ook de linksche par
tijen scheiden en speciaal op de schakee
ringen in de S. D, A. P. en bestrijdt ten
slotte den heer Kerster.
Uit diens betoóg was letterlijk niets af te
leiden, dat pleiten kon voor behoud van een
parlementair stelsel. De heer Kersten breekt
alleen af en daarmee kan men in de poli
tiek niet volstaan.
De minister behandelt „kleingoed".
Minister-president De GEER betuigt zijn
dank voor de vriendelijke woorden, door
sommige sprekers tot het kabinet gericht.
Alvorens op de hoofdpunten van het debat
in te gaan, wenscht hij eerst een paar spe
ciale punten te behandelen, in de eerste
plaats hetgeen de heer Marchant zeide over
art. 40 van het Bezoldigingsbesluit, Spr.
vond bij zijn optreden het voorstel tot in
trekking van art. 40. Hij achtte het een rem
voor een eventueele verlaging der salaris
sen en bevorderde de intrekking daarvan,
met dien verstande, dat de salarissen wer
den gegarandeerd tot een bepaalden datum.
Het artikel i9 in 1922 daarop ingetrokken.
Men verzocht 9pr. toen in een interpellatie
de opneming van het handhaven der be
slaande salarissen. Later Heeft men het in
zicht gehad dat deze salarissen toch konden
worden verlaagd. De heer Marchant eischte
nu de verlaging te herstellen. De strekking
van sprekers beloog van 21 Mei 1926 was,
dat het niet aanging te eischen van een op
volgend minister, dat hij een genomen
maatregel zou ongedaan maken. Dit zou
verwarring hebben gebracht.
De kwestie van de oud-gepensionneerden
zal spr uitstellen tot de behandeling van
de begrooting van Financiën,
Den heer Nolens geeft spr. toe, dat wij
niet te veel raden en commissies moeten
hebben, doch hij wijst er op. dat hij het
met betrekking tot de keramische Industrie
niet zonder voorlichting kon doen.
De minister breekt ziin rede af, om die
Dinsdag a.s. voort te zetten.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag a.s.. 1 uur.
RECLAME.
1087
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
EEN VERZOEK.
Dit stukje dient om den heer Burgemees
ter dezer gemeente, in zijn kwaliteit als
hoofd der politie, beleefd te verzoeken in
den vervolge bij te houden tentoonstellingen
als anders, waarbij radio-instmmenten met
luidsprekers aan den buitenkant worden
gebruikt, hiervoor geen vergunning meer
te willen doen toeslaan tusschen twee en
vier uren des namiddags, daar dit het les
geven in de vlak daarbij gelegen meisjes
school (hoofd mej. Wissel) geheel onmoge
lijk maakt, wat dus tot groot nadeel strekt
voor het onderwijs van de aldaar school
gaande kinderen,
j Schrijver denkt wel zeker te mogen ver
onderstellen dat dit niet de bedoeling bij
het toeslaan is geweest, ook niet van de
heeren aanvragers der tentoonstelling, doch
neemt aan dat men aan genoemd nadeel
niet heelt gedacht, en hoopt daarom dat
dit geval voor de eerste en laatste keer
zal zijn.
Met dank voor de plaatsing
Uw abonné
C. F. BADER Clzn.,
Sfadh.laan 6.
DS AARDENBURGSCHE VERKIEZINGS-
KNOEIERIJEN,
ïegen den gemeente-ontvanger zes maanden
geSischt.
Gisteren stond voor de rechtbank te
Middelburg terecht de gemeente-ontvanger
van Aardenburg, aan wien werd ten Laste
gelegd dat hij
lo. op of omstreeks 21 Mei 1927 te Aar-
den.burg bij gelegenheid dear krachtens wet
telijk voorschrift en wel krachtens de Ge
meentewet en de Kieswet uitgeschreven
vei kiezing van de leden van den gemeen
teraad van Aardenburg, als lid van het
stembureau in stemdistrict. II, dat zitting
hield in een Roomsch-Katholieke school te
Aardenburg, door opzettelijk gedurende
den tijd verloopen tusschen het openma
ken van de stembus na afloop der stem
ming, bet openen en nagaan der stem
biljetten en liet vaststellen van den uitslag
der stemming, althans gedurende den tijd,
verloopen tusschen den aanvang der stem
ming en het oogenblik, dat de uitslag der
stemming was vastgesteld on was bekend
gemaakt aan het in het stemlokaal aanwe
zige publiek, bedriegelijk bij ongeveer 69,
althans bij een groot aantal stembiljetten.,
in een stemvakje bet witte stipje was
rood gemaakt met een rood afgevend pot
lood althans rood afgevend voorwerp, in
nog een stemvakje of meerdere stemvakjes
het witte stipje rood te maken, althans
daarop bijvoegingen, aanwijzingen van een
candidaat of aanduidingen van een kiezer
aan te brengen, zoodat daardoor die stem
biljetten van onwaarde werden verklaard,
opzettelijk bedriegelijke handelingen heeft
gepleegd, waardoor de stemmen van de
kiezers, die hun stem hadden uitgebracht
door middel van die 69 stembiljetten, die
van onwaarde waren en van onwaarde wer
den verklaard, althans door middel van
een groot aantal dier stembiljetten van
onwaarde werden, althans opzettelijk voor
noemde stemming, dit teen aldiaar plaats
had gehad, heeft verijdeld, althans een be
driegelijke handeling heeft gepleegd, waar
door aan die stemming een andere uitslag
werd gegeven dan door de wettig ingele
verde stembiljetten was of zou zijn ver
kregen
2o. op of omstreeks 21 Mei 1927 te Aar
denburg bij gelegenheid der krachten®
wettelijk voorschrift en wel krachten® die
Gemeentewet en de Kieswet uitgeschreven
verkiezing van de leden van den gemeenr
teraad van Aardenburg als lid van het
stembureau in kiesdistrict II, dat zitting
hield in een Roomsch-Katholieke schoot
te AardenJburg, door te handelen op de
wijze onder lo. omschreven, de onder lo.
vernoemde stembiljetten, die bestemd wa
ren om tot bewijs te dienen van het feit
op welken candidaat de kiezers, die dezo
stembiljetten hadden ingevuld, door in een
stemvakje het witte stipje rood te makeh,
hun stem hadden uitgebracht, althans tot
bewijs van eendg feit, valschelijk heeft op
gemaakt of vervalscht te gebruiken of door
andereh te doen gebruiken, terwijl uit dat
gebruik eenig nadeel kon ont-staan.
Verdachte ontkende het feit gepleegd
te hebben.
Tal van getuigen kwamen verklaren op
lijst III Catsman te hebben gestemd.
Op de vraag van den verdediger naar
een afspraak tusschen de drie partijen om
door stemuitwisseling Catsman gekozen te
krijgen, konden reien geen inlichting geven
Wel verklaarde een, die zelf candidaat wae
van de vrijzinnigen, op Catsman te heb
ben gestemd, maar de verdediger werd niet
toegestaan nadere verklarnig daarvan te
vragen.
Een zèstal andere getuigen stemden op
do aTbeiderslijst, op den candidaat Cort-
hals. Door enkele getuigen werd nog ver
klaard, hoe het opnemen der biljetten ge
schiedde. De lateT ongeldig verklaarde bil
jetten werden naar verdachte toegeschoven.
Get. v. d, Broeke verklaart op de anti
revolutionairen te hebben gestëmd en
meent dat het «r niet op aankomt waarom
hij dit als vrijzinnige heeft gedaan. Get.,
heeft gezien dat vier heeren, namelijk de
drie leden van het stembureau en de ge
meente-secretaris de biljetten openden en
op stapels legden en clat toen eerst de
yoorzitter begon te lezeai. De van onwaar
de verklaarde stemmen waren alte bij ver
dachte neergelegd.
Ook enkele andere kiezers verklaarden
in gelijken geest.
De deskundige, de heer Van Waegegningh
uit Maastricht verklaarde, dat de ander©
teekens op de biljetten later moetem zijn
aangebracht dan de eerste aanwijzing van
de stem.
De heeren E. de Ceulenaere, lid van het
stembureau, en de gemeenteeecretarii
verklaarden ndets verdachts te hebben be
merkt en niets te weten van een afspraak
om te knoeien.
De officier van Justitie, mr. baron vaai
der Feltz, wil geen politiek bespreken,
maar er toch even op wij ren, na al de
aanvallen, die hij in den laatetan tijd on
dervindt, dat hij wil afwachten wat daar
van in de Tweede Kamer zal worden ge
zegd. Hij wal er echteer nog den nadruk op
leggen dat, als hij spreekt over katholie
ken, hij alleen bedoelt die te Aarden burg,
maar die behoeft de Jieele partij in Neder
land zich niet aan te trekken. Spr. wijst
op de inrichting van het stembureau om
te Verklaren van den deskundige en meent
dat het vaststaat, dat er geknoeid is. Dit
kan alleen door verdachte zijn geschied.
Spr. vorderde wegens valschheid in ge
schrifte zes maanden gevangenisstraf.
De verdediger mr. Houben uit Breda be
pleitte vrijspraak op grond dat niet is ko
men vast te staan, dat er geknoeid is en
zeker niet dat de verdachte dat heeft
gedaan.
Uitspraak 25 Nov.
Goede oplossingen problemen v. d. Kolk
en Nanning van den heer v. d. Linden.
De driezet van Weenink tal de volgende
week behandeld worden. Het half-pin
thema, dat onlange in beschouwing werd
genomen, kan gekiassificeerd worden naar
de twee zwarte stukken, die op de half-
pin lijn staan. Men kan ook letten op de
thema's, waanneer ae voorkomen; bijv.-
selfblocks of cross-checks. Hierbij een voor
beeld van twee zwarte torens op een diago
naal.
A. ELLERMAN.
2e eerv. verm. G. C. 1920
mtm
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kcl, Db8, Tf3, Le2 en g7, Pe7 en
g3, pi d-2.
Zwart: Kd4, Te5 en f6, Lc8 en h8, Pa3
en dl, pi a4, c5, f7, f5, f2 en g5.
De 12e partij van de match Capablanc»
Aljechin had het volgende verloop.
Aljechin. Capabl ancfl-
1. d4 Pf6
2. c4 e8
3. Pc3 d5
4. Lg5 Pbd7
5. e3 Le7
6. Pf3 0-0
7. Tel c6
8. Dc2 a6
De orthodoxe variant van het damegam-
biet. Vroeger speelde c hier dc4:, Lc4Pd5.
Men vergelijke ook Grünfeld Aljechin
Karlsbad 1923.
9. aS h8
10. Lh4 Te8
11. Tdl bö
Om tegenaanval te krijgen.
12. cdöcd»
13. Ld3 Lb7
14. O—O Tc8
15. Dbl Da 5
Dreigt La3:.
16. Pe2 Pb6
17. Pe5 Pc4
18. Lf8: Lf6:
19. Lh7t Kf8
20. Pd7t Ke7
21. Pc5 Db6
Het paard bereikt de gewensehte plaats.
22. Pb7Dh7
23. Ld3 Tc7
Zwart zoekt het op de c-lijn
24. Da2 Tecfi
25. b3 Pd6
26. Dd2 Db«
27. Tel Kd7
28. Tc7: Tc7:
29. Lbl Le7
30. Pf4 Kc8
31. De2 gS
32. Pd3 Pe4
33. b4 Tc3
Gewaagd, De toren kan ingesloten wor
den.
34. Db2 Dc7
35. Pc5l Lc5:
36. dc5De5
De dame staat hier ongedekt.
37. f4 Dg7
38. Le4de4
39. Kf2 Df6
40. g3 g5
Te laat I
41. Tel I opgegeven.
Dr P, FEENSTRA KUIPER.
£-3