WIE IS EDMUND GRAY?
68*<e Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 7 November 1927
Tweede Blad No. 20751
BINNENLAND.
Dr.H. (MANNING'S
HAEMOFFERRIN
VOOR DE HUISKAMER.
FEUILLETON.
DE STAATSBEGROOTING VOOR 1928.
Hoofdstuk Justitie. Het
voorloopig veislag dei
Tweede Kamer.
Verschenen is het Voori. Verslag over het
JVde hoofdstuk (Justitie) van de Staatsbe
groting voor het dienstjaar 1928.
Men was benieuwd naai de plannen van
den minister betreffende de toegezegde
wijziging van het strafstelsel. Dat de aan
gekondigde ontwerpen ook zullen strekken
tot instelling van een jeugdgevangenis,
was door velen met instemming gezien, ln-
tusschen rees bij verscheidene leden de
vraag, of het wel juist is aan deze straf
inrichting den naam gevangenis" te geven
Andere leden spraken den wensch uit,
dat de aangekondigde wijzigingen van het
strafstelsel niet uitsluitend door humani
taire overwegingen Deheerscht zouden wor
den, waartegenover opgemerkt werd, dat
zulk een aansporing tegenover dezen minis
ter, gelet op diens beginselen, zeker over
bodig mag heeten; doch bovendien is het
Nederlandsche strafstelsel, zoomede de toe
passing daarvan, in vele opzichten nog zóó
ver verwijderd van begrippen van huma
niteit, dat veeleer eeD aansporing in om
gekeerden zin op haar plaats zou zijn en
getuigen zou van den ernstigcn wil om ook
in ons stralstelsel althans een minimum
van waarlijk Christelijke beginselen tot gel
ding te brengen.
In dit verband werd ook gewezen op üet
belang van spoedige uitvoering der Psycho,
path en wetten. Gevraagd werd, welke ver
andering de minister beoogt in de bepalin
gen t.a.v. de ouderlijke macht en de voog
dij, alsook o.m., hoe de minister staat te
genover de herziening van ons burgerlijk
procesrecht.
Sommige leden bleven wettelijke bepa
lingen tot bestrijding van den woeker nood
zakelijk «echten naast het F<K»r»chrift van
het Burg. Wetboek, hetwelk overeenkom
sten, in strijd met de goede zeden, nietig
verklaard.
Sommige leden verklaarden, dat de aooi
de Staatscommissie-Limburg ontworpen re
geling van het huwelijksrecht een groot©
teleurstelling voor hen was geweest. Echter
erkenden sommige leden, dat, al moge het
ontwerp der commissie ook geen wijziging
brengen in den bestaanden wettelijken
grondslag van het huwelijksrecht, daarin
toch verschillende practische verbeteringen
worden voorgeste-ld, vooral wat aangaat de
waarborgen tegen misbruik van macht door
den man.
Gevraagd werd, of de minister het vraag
stuk van de nationaliteit der gehuwde
vrouw reeds nader in studie heeft geno
men.
Enkele ledem merkten op dat de Zon
dagswet herhaaldelijk wordt overtreden.
Verscheidene 'andere leden juichten toe,
dat de geheel verouderde Zondagswet niet
meer wordt toegepast en gehandhaafd op
een wijze, als door eerstbedoelde leden
wordt verlangd.
Eenige leden merkten op, dat de wet
lijkverbranding verbiedt; men verlangde
dus niet dat de regeering de wet hand
haaft.
Verscheidene leden zouden gaarne zien,
dat de minister de indiening zal bevorde
ren van een wetsontwerp, strekkende om
aan den gecustodieerde het recht te geven
tegen zijn plaatsing in een krankzinnigen
gesticht in beroep te komen.
Van verschillende zijden werd de klacht
geuit, dat de zang- en muziekvereeni gingen
RECLAME.
Bloedvonmend versterkingsmiddel.
f 2.60 p.'/i flesch, ƒ1.60 p Vz flesch
775
zoo weinig bescherming in de Auteurswet
vinden. MeD wenschte ten deze een perma-
nentenente Staatscommissie, hoofdzakelijk
bestaande uit vertegenwoordigers zoowel
van de auteurs als van de zang- en muziek-
vereenigingen, aan welke commissie mede
zeggenschap ware te geven bij de vaststel
ling van de te betalen auteursrechten.
Gevraagd werd, of de Regeering bereid
is aan de orde te stellen een herziening
van de wet van 22 April 1855 of regeling
en beperking der uitoefening van het recht
van vereeniging en vergadering, voor zoo
ver betreft de erkenning van vereenigin-
gen als rechtspersoon.
Gewezen werd op den toestand van rech
teloosheid, waarin de vreemdelingen, die
hier te lande feitelijk toegelaten zijn en
verblijven, zonder dat hun een reis- en ver
blijf pas is toegekend, verkeerem
O.m. werd aangedrongen op het aanbren.
gen van enkele wijzigingen in het Wetb.
van Strafvordering.
Sommige leden betoogden, dat in de
rechtspraak ten aanzien van minderjari
gen te weinig eenheid ia. Men zou gaarne
vernemen, hoe naar het oordeel van den
Minister het instituut der gezinsvoogujj
werkt.
Sommigen achtten het een leemte in onze
wetgeving, dat daarin niet wordt toege
kend een „droit de visite" aan uit den
echt gescheiden echtgenooten ten aanzien
van de kinderen, over wie zij niet de voog
dij uitoefenen.
In verband met de in de laatste jaren
herhaaldelijk voorgekomen ineenstorting
van bankinstellingen, welker administratie
niet in orde bleek te zijn, vroegen ver
scheidene leden, of het niet noodig is een
Rijkstoezicht op particuliere bankinstellin
gen, althans op bepaalde takken daarvan,
in het leven te roepen Bepleit werd ook
het instellen van Rijkstoezicht op openbare
gel din z ame lin gen.
Aangedrongen werd door sommige leden
op een wijziging van het Wetb. van Straf
recht, waarbij doeltreffender dan tot he
den de „heling" bestreden wordt.
Verscheidene leden wezen op h.L slappe
rechtspraak in zake overtredingen van de
Arbeidswet en op onvoldoende medewer
king der polationeele autoriteiten.
Door verscheidene leden werd bezorgd
heid geuit over het verschijnsel, dat men
meende waar te nemen, dat van de pre
ventieve hechtenis nog steeds een zeer ruim
gebruik wordt gemaakt. Gewezen werd
o.m. op verschillende, later ongegrond ge
bleken, inhechtenisnemingen ter zake van
verdenking vaD moord, te 's-Graveabage
gepleegd, en op de recente arrestaties van
Indische studenten to Leiden.
Gevraagd werd, of de Minister kan me
dedeel en welke kost-en voor den Staat wel
medebrengt de strafrechtelijke vervolg-ng
van vrouwen, die niet gestemd tietben.
Sommige leden waren van oordeel, dat
indien men de rechterlijke macht op het
hooge peil wil houden, waarop dezo in ons
land altijd heeft gestaan, het noodig ia,
dat de salarissen, vooral de aanvangssala
rissen, voor deze groep van ambtenaren
worden verhoogd.
Gevraagd werd, of de Minister nog eens
een onderzoek wil instellen naar de wer
king van de 6edert eenige jaren geldende
verhoogde griffierechten in burgerlijke
zaken.
Van verschillende zijden werd gevraagd,
hoe het staat met de plannen tot reorga
nisatie der Rijkspolitie. Eenige leden zou
den liefst het corps der marechaussee ge
heel zien opgeheven, behalve in de grens
gemeente. Andere leden kwamen daartegen
met nadruk op.
Eenige leden wenschten Staatsopleidmg
van de geheele politie met daaraan verbon
den Staatsexamen en Staatsdiploma.
Gevraagd werd, of het wel verantwoord
is, dat de grensbewaking geleidelijk wordt
ingetrokken.
De wensch werd geuit, dat de politie
zich krachtiger zou doen gelden in geval
len van terroristisch optreden tegen werk
willigen bij werkstakingen. Andere leden
ontkenden het bestaan van zulk optreden.
Door eenige leden werd gevraagd, of de
Minister zou kunnen bevorderen, dat de
politie bij demonstratiën van de arbeiders
beweging niet zoo hardhandig zal optreden
als het geval is geweest bij betoogingen te
Amsterdam, Rotterdam en DeD Haag, ten
gunste van Sacco en Vanzetti.
Gevraagd werd andermaal door eenige
leden, of de Minister geen verbetering wil
brengen in de h.i eenzijdige samenstelling
der colleges van regenten
Aangedrongen werd op soepeler toepas
sing van de celstraf. Men wees op Oostenr
rijk en Duitschland, die op dit stuk veel
humaner regelen hebben.
Met zorg had men vernomendat zich
wederom een geval van zelfmoord in bet
huis van bewaring te 's-Gravenhage heeft
voorgedaan. Kan de Minister mededeelen,
welke maatregelen sindsdien zijn getroffen
<^m zelfmoord te voorkomen
Opgemerkt werd, dat de gevangenisrogle-
menten nog de mogelijkheid laten, dat de
gevangenen worden gekastijd Al wordt
daarvan weinig gebruik gemaakt, op af
schaffing werd aangedrongen.
Eenige leden waren van oordeel, dat in
de Rijkswerkinrichtingen Veenhuiz-m niet
voldoende gezorgd wordt voor de mcrsele
verheffing der verpleegden.
Men vroeg, of de Minister het niet be
denkelijk acht, dat het herhaaldelijk voor
komt, dat noch voor observatie, noch voor
vastzetting van kinderen voldoende plaats
in de gestichten beschikbaar is. Ook wilde
men meer systeem in de distributie van de
kinderen over de verschillende gestichten.
Voorts achtte men het gewenscht, dat ook
de kinderrechter meer betrokken bleef bij
de wijze, waarop de door hem bevolen
maatregelen worden uitgevoerd.
Sommige leden vroegen of de Regeering
het stelsel van subsidieering der voogdij-
vereenigingen wil herzien Souunige leden
verzochten den Minister oen voogdijraden
er op te wijzen, dat particuliere zorg hoofd,
zaak moet blijven.
Verscheidene leden drongen aan op be
ter toezicht op particuliere gestichten,
waar minderjarigen verpleegd worden.
O.m. achtten sommige leden het noodig,
dat de reclasseeringsinstellingen door ver
hooging der subsidies in staat worden ge
steld haar taak te vervullen.
Door sommige leden werd opgemerkt, dat
de gebrekkige organisatie der reclassee-
ring blijkbaar oorzaak is, dat de toepas
sing der voorwaardelijke veroordeeling in
de verschillende deelen van het land zeer
uiteenloopt.
ONDERZOEK NAAR DE
PRODUCTIEKOSTEN VAN LIJNOLIE.
Een Amerikaansche commissie naar ons land
Vertegenwoordigers van de American
Tariff Commission zullen binnenkort in
Europa aankomen, om e'en onderzoek in loco
in te stellen naar de productiekosten van ver
schillende artikelen.
Vooral de kosten der lijnolieslagerijen in
Engeland zullen volgéns de „Times" een
punt van studie uitmaken, doch het onder
zoek zal zich óók uitstrekken tot Nederland.
Men wete, dat lijnolie een der producten
is, waarop Amerika sinds lang een hooger
invoerrecht wenscht te heffen; reeds eerder
werd hieromtrent door bedoelde commissie
rapport uitgebracht aan president Coolidge,
doch gezien de vrij sterk minderheid, welke
tegen de heffing was, wees de president de
zaak aan voor een nieuw onderzoek.
Eenigen tijd geleden zou een dergelijk on
derzoek ingesteld worden in Argentinië, doch
de Arg. regeering gaf te kennen, dat zij niet
bereid was, de gevraagde faciliteiten aan de
commissie te verleenen.
De „Times" voegt er echter aan toe, dat
niet bekend is. of ook aan de Eng. en Ned.
re'geeringen dergelijke faciliteiten zullen
worden gevraagd.
DE VERKOOP MET CADEAUX.
Verschenen is een verslag over de werk
zaamheden van het comité van actie tot
bestrijding van den verkoop met cadeaax,
van de oprichting tot 1 Nov. j.L
Aan het slot daarvan lezen wij o.m.:
De poging, om de kwestie langs den
weg van het particulier initiatief tot een
oplossing te brengen, is nu gedaan en is
mislukt. De reden daarvan moet voor een
deel daarin gezocht worden, dat een groot
aantal belanghebbenden in gebreke bleef
hun woorden in daden om te zetten, aan
den anderen kant heeft het comité ook
ongetwijfeld fouten gemaakt.
Tot voortzetting van de actie op
ongeveer denzelfden voet durft het comité
in zijn tegenwoordige samenstelling echter
nicf adviseeren.
Met eenige duizenden guldens zou alleen
iets bereikt kunnen worden, wanneer tevens
de volledige medewerking van alle belang
hebbende fabrikanten en middenstanders zou
zijn te verkrijgen. Dat dit uitgesloten is,
is afdoende gebleken. Zonder die medewer
king zou alleen met veel grootere bedragen
iets te zijn bereiken, maar het comité zou
niot durven adviseeren, deze voor dit doel
to riskeeren, ook al zouden ze verkrijgbaar
zijn.
De mogelijkheden, die dus resten, zijn
algeheele stopzetting van de actie of te
gaan werken voor het verkrijgen van wet
telijke maatregelen.
Woensdag 9 November zal te Utrecht
een vergadering worden gehouden van
Kamers van Koophandel, organisaties en
firma's, die de actie hebben gesteund, ter
bespreking van hetgeen thans verder zal
moeten geschieden,
WIJZIGING VAN DE
VLEESCHKEURINGSWET.
Naar de „Slagerscourant" van bevoegde
zijde verneemt, verkeert de voorgenomen
wijziging van de Vleeschkeuringswet in een
vergevorderd stadium van voorbereiding.
Het plan is om zoowel de Slagers- als
Landbouwbonden, de Maatschappij van Dier
geneeskunde en de Vereeniging van Slacht
huis-directeuren over de voor te stellen
wetswijzigingen te hooren.
Do regeering heeft dr. Bergen- afgevaar
digd naar het Congres van het Internationaal
Landbouwinstituut te Rome, waar hij als
lid van de wetenschappelijke afdeeling een
belangrijk aandeel zal nemen aan de te
voeren besprekingen omtrent den in- en
uitvoer van vleesch naar verschillende lan
den. Zoodra dr. Berger zal zijn terug
gekeerd, wordt de laatste hand aan het
wijzigingsontwerp gelegd.
DE KATHOLIEKEN EN HET ROODE KRUIS.
Aan de .Analecta" van het bisdom Roer
mond ontlee'nen de R.-K. bladen het vol
gende
„Men heeft gevraagd, welke onze verhou
ding moet zijn ten overslaan van het Roode
Kruis.
„Deze Veteeniging heeft ten doel verple
ging van gewonden en zieken in oorlogstijd
en hulpverschaffing bij groote rampen.
„Voor die doeleinden kunnen wij met het
Roode Kruis samenwerken, zooal9 het b.v. in
den laatsten oorlog gebeurd is, toen al onze
ziekenhuizen, 9cholen enz. lokaliteiten voor
opneming van gewonden beschikbaar gesteld
hebben.
„Wil echter het „Roode Kruis" ook in vre
destijd een deel der ziekenverpleging hebben
en op gelijken voet staan met onze Katho
lieke ziekenverpleging, dan moeten wij
dezen eisch absoluut afwijzen.
„Hijl nu dit bedoeling is van het „Roode
Kruis" is het niet toelaatbaar dat Katholie
ken lid zijn van afdeelingen dezer vereeni
ging".
DE CORRUPTIE BIJ DE HAAGSCHE
GEMEENTEBEDRIJVEN.
In verband met de corruptie in eenige
Haagsche gemeentebedrijven verneemt „Het
Volk" nog, dat het onderzoek van den
officier van justitie inzake de retour-com
missies aan verschillende gasfabrieken, aan
het licht heeft gebracht, dat ook andere
employé's dan directeuren van de firma
Wilson bijzondere gunsten hebben genoteen.
In een klein kasboekje stonden de namen
vermeld van die personen aan wie giften
werden verstrekt. De officier van justitie
moet hiervan mededeeling gedaan hebben
aan de betrokken gemeentebesturen.
Deze mededeelingen hebben in Den Haag
de zaak aan het rollen gebracht.
ZUID-HOLLANDSCHE IJSBOND.
Onder presidium van den heer W. G.
Knokke v. d. Meulen had te 's-Gravenhage
een vergadering plaats van het dagel^ksch
bestuur van den Zuid-Hollandschen IJsbond
en afgevaardigden van de afdeelingen.
OPNIEUW: DE TWEE VIERKANTEN.
De oplossing van de opgave van Zaterdag
luidt: Neem de vier binnenste lucifers weg,
leg ze in het groote vierkant in den vorm
van een kruis en neem de twee in den
rechter bovenhoek weg.
Uit het jaarverslag bleek, dat in Voorburg
en Katwijk a. d. Rijn nieuwe afdeelingen
opgericht zjjn.
De stand der financiën geeft reden tot
tevredenheid; het batig saldo bedraagt
f 9S2.25.
Do aftredende bestuursleden, de heerent
W. G. Knokke v. d. Meulen, voorzitter;
W. H. J. Dicke, secretaris-penningmeester
en J. v. Vollenhoven en A. v. Tol, commis
sarissen, werden bjj acclamatie herkozen.
Als plaats, waar in het vervolg de jaar
vergadering zal gehouden worden, werd Den
Haag aangewezen.
Aan het slot van de vergadering werd
door den heer Dicke een beroep gedaan
op de medewerking van de districtscommis
sarissen, omdat van hen de geheele organi
satie met betrekking tot de voorlichting bjj
ijs. afhangt.
Overwogen wordt een plan om de leden
van den Z. H. IJ. te verzekeren tegen
ongelukken op de wateren ressorteerende
onder den Z. H. IJ.
HET BOREN NAAR STEENKOLEN
BEËINDIGD.
Naar „De Geldereche Bode" verneemt,
zijn thans alle boringen naar delfstoffen in
de omgeving van Groenio definitief geëin
digd De eenige boortoren, die nog niet af
gebroken is. n.l. die te Meddeho, zal eerst
daags verdwijnen en naar Heerlen getran
sporteerd worden.
HET OVERSTROOMINGSGEVAAR
VAN DE MAAS.
Te Roermond zal Donderdag 8 December
een belangrijke bijeenkomst worden gehou
den van vertegenwoordigers van Limburg-
sche Maasgemeenten. De oud-minister ir.
Bongaerts zal spreken over het overstroo-
mingsgevaar van de Maas in verband met
do werken in België en de Beneden-Maas.
Een binnenkort te verwachten Leger
order bevat de kennisgeving, dat het verguld
bronzen, het geëmailleerd zilveren of het
gouden kruis o. q. voorzien van kroontje
of kroontje en cjjfer hetwelk door het
Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond
vooi Lichamelijke opvoeding is toegekend
aan de militairen, die met volledige be
pakking aan de door dien Bond in 1927 uit
geschreven af8tandsmarschen hebben deel
genomen en aan de gestelde eischen hebben
voldaan, ook in uniform zoowel in als buiten
dienst mag worden gedragen.
De gewone audiëntie van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op
Donderdag 10 November 1927 niet plaats
hebben.
UIT NED. OOST-ÏNDIE.
NIEUWE AANSLAGEN?
BATAVIA, 6 Nov. (Aneta). Te Soengalpe-
noëh een plaatsje aan het meer van Koe-
rintji in de residentie Djambi, is een klein
complot ontdekt onder de H.V.A.-contractan
ten. Het was de bedoeling in den afgeloo-
pen nacht relletjes te verwekken. Er werden
negen raddraaiers gearresteerd.
BATAVIA, 6 Nov. (Aneta)". In Siloenkang,
afd. Tanahdatar, res. Sumatra's Westkust,
klonk Donderdag een luide knal. Bij onder
zoek bleek dat ter plaatse veertig in petro-
leumblikken verpakte bommen, die daar be
graven lagen, door zelfontlading ontploft
waren. Vrijdag j.l. ontdekte men nog meer
op deze wijze verborgen bommen.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van
WALTER BESANT,
door Mej. E. HOOGEWERF.
80)
HOOFDSTUK XXVII.
De dag na de geestverschijning.
Toen mr. Dering den volgenden ochtend
°P zijn kantoor kwam, merkte hij, dat het
Mies op tafel nog niet voor hem klaar ge
legd was, als gewoonlijk. De brieven van
den vorigen dag lagen nog op zijn vloeiblad;
pennen waren in wanorde, de papieren
"gen verstrooid, nergens was stof afgeno
men. Gedurende heel zijn loopbaan van vijf-
en-vijftig jaren was dit nog niet voorgeko
men. Ongeduldig tikte bij op zijn bel.
„Hoe komt het?" vroeg hij, terwijl hij zijn
!as ophing, „dat mijn tafel nog niet in
orde is?"
Hij keerde zich nu om en zag zijn klerk
m de open deur staan.
„Goede hemel, Checkley, wat scheelt
er aan?"
Want de oude gedienstige stond met ge-
hogen hoofd en rug en met een innig-droe-
Ten trek op het gelaat. Zijn handen hingen
s-ap langs het lijf, maar hij bleef steeds zoo
staan, kwam niet met een antwoord te voor
schijn.
Hi] had nu ieeren begrijpen Sinds de ver
fijning in South Square, had hij tijd ge
had, om na te denken. Hij begreep nu het
geval van het begin tot het eind: Er was
één, slechts één hand aan het werk geweest.
Nu begreep hij ook die buien van ver
strooidheid en van vreemde vergeetachtig
heid, die zijn chef dagen en uren door elkaar
deed halen en hem zich met verwondering
deed afvragen, waar hij toch den vorigen
avond of middag geweest was. En nog
iemand anders wist het: dat jonge meisje.
Zij had het haar aanstaande verteld, en
haar broer.... Daarom lachte de nieuwe
deelgenoot hem uit en bespotte hij hem. Op
zijn beschuldiging had de jonge Arundel het
land moeten verlaten. Hij had ook ver
klaard, dat hij hem de gestolen banknoten
in de brandkast had zien leggen. Hij had
den jongen Austin beschuldigd, en sir Sa
muel achterdocht doen opvatten. Nu zou do
waarheid uitkomen en zouden ze allen hem
aanvallen, en het zou zijn chef moeten ver
teld worden. Wie zou dat doen? En hoe zou
den ze het doen? Toch moest het gebeuren.
En wat zou er dan worden van den na-
ij verigen bediende? En als de oude heer
Dering dit nu van zichzelven wist. hoe zou
hij dan op zijn kantoor blijven werken?
Neen, dan was alles zeker uit! Hij zelf
Checkley zou weggestuurd worden eD de
chef zou naar huis gaan en daar blijven,
met een assistent Hoe zou hij hel uithouden
zonder werk? Wat zou hij den heel en dag
uitvoeren? Met wien zou hij praten?...
Alles was nu afgeloopenl Alles!
Daar stond hij dan nu als verplet, nederig
en kleinmoedig afwachtend een berisping.
„Ben je ziek. Checkley?" vroeg mr. De
ring. „Daar zie je net naar uit. Wat scheelt
er dan aan?"
„Neen, ik ben niet ziek." antwoordde hij,
met holle stem en met droevig hoofd schul
den. „Of ja, misschien ben ik ook wel ziek.
Ik wilde vanochtend uw tafel voor u in orde
maken, maar ik kon het niet, waarlijk, ik
kon het niet gedaan krijgen. Ik had een ge
voel, of ik nooit meer iets voor u zou kun
nen doen. Na zestig jaren diensttijd valt dit
hard, bitter hardt"
Hij trad nu op de tafel toe en begon
werktuiglijk de papieren te schikken.
„Niemand dan ik heeft aan uw tafel ge
raakt, al zestig jaren langl En nu is het
verschrikkelijk hard voor mij, om te den
ken, dat een andere hand dit voor u doen
zal, en het net zoo goed zal doen naat u
meent. Dat krijgen wij voor onze trouwe
diensten 1"
Hij legde nu de papieren allemaal ver
keerd, omdat zijn oude oogen dof waren
van ongewone vochtigheid.
„Ik begrijp je vanochtend niet, Checkley.
Heb je onaangenaamheden gehad met mr.
Austin of met één van de anderen?"
„Neen, neen. Maar alleen, ik ging liever
uit mijzelven ziet u, dan dat ik er uitgezet
werdl Dat is alles!"
„Wie zou je dan er uitzetten? Wat bedoel
je Checkley? Wat ter wereld bedoel je daar
toch mee? Ben ik dan niet de chef hier?
Wie zou je nu er uit kunnen zetten?"
„U, sir! U kunt het en u zult het dan ook
doen, en ik zou liever uit mijzelven gaan,
als u het mij niet kwalijk neemt. Ik ben
wel een gering man, maar den hemel zij
dank, heb ik toch nog wel genoeg, om vah
te leven."
„Ik zal je eens wat vertellen, Checkley.
Je deed beter, nu naar huis te gaan en wat
te rusten. Je bent overstuur. En op onzen
leeftijd kunnen we dat niet meer hebben.
Ga naar huis en houd je gemak. Oude
vrienden scheiden niet zoo licht als je wel
denkt!"
Mr. Dering sprak zacht en vriendelijk.
Men moet immers wat geduld hebben met
zoo'n ouden gedienstige.
Checkley huilde en snikte als een kind
van vier:
„U begrijpt het niet. 0 neen, u begrijpt
het nietl Het komt, door wat wat ik gister
avond zag."
„Wonderlijk! Wat zag je dan? Een geest
verschijning?"
„Erger dan een geestverschijning."
Mr. Dering nam zijn stoel en scheurde
vast een enveloppe open:
„Als je nu verstandige taal praten kunt,
dan zal ik luisteren. Intusschen geloof ik,
dat je waarlijk beter deed, met naar huis le
gaan en een paar uren te rusten. Je zenu
wen zijn geschokt, je weet haast niet, wat
je zegt."
„Het was in Gray's Inn... gisteravond...
Bij toevalOm acht uur." Hij sprak met
horten en stooten, zijn chef nieuwsgierig
gadeslaand. „Bij toeval. Niet door spionnee-
ren. 0^> weg naar mijn club, naar de Salu
tation. Gaande door South Square. Niet den
kende aan iets. Om mij heenkijkend, ach
teloos."
„In South Square, Gray's Inn. Dat is de
plaats, waar die Edmund Gray woont, de
man, dien wij niet kunnen vinden."
„O, Heere, Heerel" riep de oude klerk. „Is
het mogelijk!Daar keek ik op naar de
vensters van nummero 22, de kamers van
Edmund Gray, zooal9 u weet."
„Ja. dat geloof ik wel." Het gelaat van
mr. Dering gaf geen blijk van eenigerlei ont
roering. „Ga voort."
„Aan het venster zag ik Edmund Gray
zelf."
„Eigenaardigi Je hebt hem gezienl Maar
waarom ook niet?"
„Den man, dien wij allen zoo zeer ver
langen te vinden. Den man, die den wissel
vervalschte en de brieven schreef en de pa«
pieren van waarde kreeg, daar zat hij.
„Een kwestie van identiteit. Hoe kende
je hem, daar je hem toch niet gezien hebt?'*
Deze vraag negeerde Checkley.
„Hij kwam vijf minuten later beneden,
terwijl ik nog altijd naar de vensters boven
keek. Hij ging het plein over, het had er
veel van, of hij in de richting van Bedford
Row ging."
„Die bijzonderheden doen er niet veel toe.
Maar nog eens, hoe kende je hem?"
„Ik heb den agent gevraagd, wie die
heer was. Hij zei, dat hij mr. Edmund Gray
heette. En de krantenman wist bet ook.
Die zei, dat iedereen mr, Edmund Gray
kende."
„Zoo, kent iedereen hem? Nu, Checkley,
ik vind niets bijzondere in het feit, dat jij
een man zag, die zoo bekend is, in „the
Inn". Dit draagt niets bij tot onze voorlich
ting. Dat hij bestaat, weten wij reeds. Maar
welk aandeel, zoo hij een aandeel heeft
hij in ons geval bezit, blijft nog steeds een
geheim. Tenzij je wat meer ontdekt hebt."
„Neen," mompelde hij. „Dat kan niet."
„Wat heb je gedaan, toen je tot de ont
dekking kwam, dat het de man was?"
„Niets."
„Zóó niets? Ja, onder de gegeven om
standigheden zou ik ook eigenlijk niet wei
ten. wat je kon gedaan hebben."
„En toen ging hij weg."
(Wordt vervolgd),
1