WIE IS EDMUND GRAY? 68*<e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 7 November 1927 Tweede Blad No. 20751 BINNENLAND. Dr.H. (MANNING'S HAEMOFFERRIN VOOR DE HUISKAMER. FEUILLETON. DE STAATSBEGROOTING VOOR 1928. Hoofdstuk Justitie. Het voorloopig veislag dei Tweede Kamer. Verschenen is het Voori. Verslag over het JVde hoofdstuk (Justitie) van de Staatsbe groting voor het dienstjaar 1928. Men was benieuwd naai de plannen van den minister betreffende de toegezegde wijziging van het strafstelsel. Dat de aan gekondigde ontwerpen ook zullen strekken tot instelling van een jeugdgevangenis, was door velen met instemming gezien, ln- tusschen rees bij verscheidene leden de vraag, of het wel juist is aan deze straf inrichting den naam gevangenis" te geven Andere leden spraken den wensch uit, dat de aangekondigde wijzigingen van het strafstelsel niet uitsluitend door humani taire overwegingen Deheerscht zouden wor den, waartegenover opgemerkt werd, dat zulk een aansporing tegenover dezen minis ter, gelet op diens beginselen, zeker over bodig mag heeten; doch bovendien is het Nederlandsche strafstelsel, zoomede de toe passing daarvan, in vele opzichten nog zóó ver verwijderd van begrippen van huma niteit, dat veeleer eeD aansporing in om gekeerden zin op haar plaats zou zijn en getuigen zou van den ernstigcn wil om ook in ons stralstelsel althans een minimum van waarlijk Christelijke beginselen tot gel ding te brengen. In dit verband werd ook gewezen op üet belang van spoedige uitvoering der Psycho, path en wetten. Gevraagd werd, welke ver andering de minister beoogt in de bepalin gen t.a.v. de ouderlijke macht en de voog dij, alsook o.m., hoe de minister staat te genover de herziening van ons burgerlijk procesrecht. Sommige leden bleven wettelijke bepa lingen tot bestrijding van den woeker nood zakelijk «echten naast het F<K»r»chrift van het Burg. Wetboek, hetwelk overeenkom sten, in strijd met de goede zeden, nietig verklaard. Sommige leden verklaarden, dat de aooi de Staatscommissie-Limburg ontworpen re geling van het huwelijksrecht een groot© teleurstelling voor hen was geweest. Echter erkenden sommige leden, dat, al moge het ontwerp der commissie ook geen wijziging brengen in den bestaanden wettelijken grondslag van het huwelijksrecht, daarin toch verschillende practische verbeteringen worden voorgeste-ld, vooral wat aangaat de waarborgen tegen misbruik van macht door den man. Gevraagd werd, of de minister het vraag stuk van de nationaliteit der gehuwde vrouw reeds nader in studie heeft geno men. Enkele ledem merkten op dat de Zon dagswet herhaaldelijk wordt overtreden. Verscheidene 'andere leden juichten toe, dat de geheel verouderde Zondagswet niet meer wordt toegepast en gehandhaafd op een wijze, als door eerstbedoelde leden wordt verlangd. Eenige leden merkten op, dat de wet lijkverbranding verbiedt; men verlangde dus niet dat de regeering de wet hand haaft. Verscheidene leden zouden gaarne zien, dat de minister de indiening zal bevorde ren van een wetsontwerp, strekkende om aan den gecustodieerde het recht te geven tegen zijn plaatsing in een krankzinnigen gesticht in beroep te komen. Van verschillende zijden werd de klacht geuit, dat de zang- en muziekvereeni gingen RECLAME. Bloedvonmend versterkingsmiddel. f 2.60 p.'/i flesch, ƒ1.60 p Vz flesch 775 zoo weinig bescherming in de Auteurswet vinden. MeD wenschte ten deze een perma- nentenente Staatscommissie, hoofdzakelijk bestaande uit vertegenwoordigers zoowel van de auteurs als van de zang- en muziek- vereenigingen, aan welke commissie mede zeggenschap ware te geven bij de vaststel ling van de te betalen auteursrechten. Gevraagd werd, of de Regeering bereid is aan de orde te stellen een herziening van de wet van 22 April 1855 of regeling en beperking der uitoefening van het recht van vereeniging en vergadering, voor zoo ver betreft de erkenning van vereenigin- gen als rechtspersoon. Gewezen werd op den toestand van rech teloosheid, waarin de vreemdelingen, die hier te lande feitelijk toegelaten zijn en verblijven, zonder dat hun een reis- en ver blijf pas is toegekend, verkeerem O.m. werd aangedrongen op het aanbren. gen van enkele wijzigingen in het Wetb. van Strafvordering. Sommige leden betoogden, dat in de rechtspraak ten aanzien van minderjari gen te weinig eenheid ia. Men zou gaarne vernemen, hoe naar het oordeel van den Minister het instituut der gezinsvoogujj werkt. Sommigen achtten het een leemte in onze wetgeving, dat daarin niet wordt toege kend een „droit de visite" aan uit den echt gescheiden echtgenooten ten aanzien van de kinderen, over wie zij niet de voog dij uitoefenen. In verband met de in de laatste jaren herhaaldelijk voorgekomen ineenstorting van bankinstellingen, welker administratie niet in orde bleek te zijn, vroegen ver scheidene leden, of het niet noodig is een Rijkstoezicht op particuliere bankinstellin gen, althans op bepaalde takken daarvan, in het leven te roepen Bepleit werd ook het instellen van Rijkstoezicht op openbare gel din z ame lin gen. Aangedrongen werd door sommige leden op een wijziging van het Wetb. van Straf recht, waarbij doeltreffender dan tot he den de „heling" bestreden wordt. Verscheidene leden wezen op h.L slappe rechtspraak in zake overtredingen van de Arbeidswet en op onvoldoende medewer king der polationeele autoriteiten. Door verscheidene leden werd bezorgd heid geuit over het verschijnsel, dat men meende waar te nemen, dat van de pre ventieve hechtenis nog steeds een zeer ruim gebruik wordt gemaakt. Gewezen werd o.m. op verschillende, later ongegrond ge bleken, inhechtenisnemingen ter zake van verdenking vaD moord, te 's-Graveabage gepleegd, en op de recente arrestaties van Indische studenten to Leiden. Gevraagd werd, of de Minister kan me dedeel en welke kost-en voor den Staat wel medebrengt de strafrechtelijke vervolg-ng van vrouwen, die niet gestemd tietben. Sommige leden waren van oordeel, dat indien men de rechterlijke macht op het hooge peil wil houden, waarop dezo in ons land altijd heeft gestaan, het noodig ia, dat de salarissen, vooral de aanvangssala rissen, voor deze groep van ambtenaren worden verhoogd. Gevraagd werd, of de Minister nog eens een onderzoek wil instellen naar de wer king van de 6edert eenige jaren geldende verhoogde griffierechten in burgerlijke zaken. Van verschillende zijden werd gevraagd, hoe het staat met de plannen tot reorga nisatie der Rijkspolitie. Eenige leden zou den liefst het corps der marechaussee ge heel zien opgeheven, behalve in de grens gemeente. Andere leden kwamen daartegen met nadruk op. Eenige leden wenschten Staatsopleidmg van de geheele politie met daaraan verbon den Staatsexamen en Staatsdiploma. Gevraagd werd, of het wel verantwoord is, dat de grensbewaking geleidelijk wordt ingetrokken. De wensch werd geuit, dat de politie zich krachtiger zou doen gelden in geval len van terroristisch optreden tegen werk willigen bij werkstakingen. Andere leden ontkenden het bestaan van zulk optreden. Door eenige leden werd gevraagd, of de Minister zou kunnen bevorderen, dat de politie bij demonstratiën van de arbeiders beweging niet zoo hardhandig zal optreden als het geval is geweest bij betoogingen te Amsterdam, Rotterdam en DeD Haag, ten gunste van Sacco en Vanzetti. Gevraagd werd andermaal door eenige leden, of de Minister geen verbetering wil brengen in de h.i eenzijdige samenstelling der colleges van regenten Aangedrongen werd op soepeler toepas sing van de celstraf. Men wees op Oostenr rijk en Duitschland, die op dit stuk veel humaner regelen hebben. Met zorg had men vernomendat zich wederom een geval van zelfmoord in bet huis van bewaring te 's-Gravenhage heeft voorgedaan. Kan de Minister mededeelen, welke maatregelen sindsdien zijn getroffen <^m zelfmoord te voorkomen Opgemerkt werd, dat de gevangenisrogle- menten nog de mogelijkheid laten, dat de gevangenen worden gekastijd Al wordt daarvan weinig gebruik gemaakt, op af schaffing werd aangedrongen. Eenige leden waren van oordeel, dat in de Rijkswerkinrichtingen Veenhuiz-m niet voldoende gezorgd wordt voor de mcrsele verheffing der verpleegden. Men vroeg, of de Minister het niet be denkelijk acht, dat het herhaaldelijk voor komt, dat noch voor observatie, noch voor vastzetting van kinderen voldoende plaats in de gestichten beschikbaar is. Ook wilde men meer systeem in de distributie van de kinderen over de verschillende gestichten. Voorts achtte men het gewenscht, dat ook de kinderrechter meer betrokken bleef bij de wijze, waarop de door hem bevolen maatregelen worden uitgevoerd. Sommige leden vroegen of de Regeering het stelsel van subsidieering der voogdij- vereenigingen wil herzien Souunige leden verzochten den Minister oen voogdijraden er op te wijzen, dat particuliere zorg hoofd, zaak moet blijven. Verscheidene leden drongen aan op be ter toezicht op particuliere gestichten, waar minderjarigen verpleegd worden. O.m. achtten sommige leden het noodig, dat de reclasseeringsinstellingen door ver hooging der subsidies in staat worden ge steld haar taak te vervullen. Door sommige leden werd opgemerkt, dat de gebrekkige organisatie der reclassee- ring blijkbaar oorzaak is, dat de toepas sing der voorwaardelijke veroordeeling in de verschillende deelen van het land zeer uiteenloopt. ONDERZOEK NAAR DE PRODUCTIEKOSTEN VAN LIJNOLIE. Een Amerikaansche commissie naar ons land Vertegenwoordigers van de American Tariff Commission zullen binnenkort in Europa aankomen, om e'en onderzoek in loco in te stellen naar de productiekosten van ver schillende artikelen. Vooral de kosten der lijnolieslagerijen in Engeland zullen volgéns de „Times" een punt van studie uitmaken, doch het onder zoek zal zich óók uitstrekken tot Nederland. Men wete, dat lijnolie een der producten is, waarop Amerika sinds lang een hooger invoerrecht wenscht te heffen; reeds eerder werd hieromtrent door bedoelde commissie rapport uitgebracht aan president Coolidge, doch gezien de vrij sterk minderheid, welke tegen de heffing was, wees de president de zaak aan voor een nieuw onderzoek. Eenigen tijd geleden zou een dergelijk on derzoek ingesteld worden in Argentinië, doch de Arg. regeering gaf te kennen, dat zij niet bereid was, de gevraagde faciliteiten aan de commissie te verleenen. De „Times" voegt er echter aan toe, dat niet bekend is. of ook aan de Eng. en Ned. re'geeringen dergelijke faciliteiten zullen worden gevraagd. DE VERKOOP MET CADEAUX. Verschenen is een verslag over de werk zaamheden van het comité van actie tot bestrijding van den verkoop met cadeaax, van de oprichting tot 1 Nov. j.L Aan het slot daarvan lezen wij o.m.: De poging, om de kwestie langs den weg van het particulier initiatief tot een oplossing te brengen, is nu gedaan en is mislukt. De reden daarvan moet voor een deel daarin gezocht worden, dat een groot aantal belanghebbenden in gebreke bleef hun woorden in daden om te zetten, aan den anderen kant heeft het comité ook ongetwijfeld fouten gemaakt. Tot voortzetting van de actie op ongeveer denzelfden voet durft het comité in zijn tegenwoordige samenstelling echter nicf adviseeren. Met eenige duizenden guldens zou alleen iets bereikt kunnen worden, wanneer tevens de volledige medewerking van alle belang hebbende fabrikanten en middenstanders zou zijn te verkrijgen. Dat dit uitgesloten is, is afdoende gebleken. Zonder die medewer king zou alleen met veel grootere bedragen iets te zijn bereiken, maar het comité zou niot durven adviseeren, deze voor dit doel to riskeeren, ook al zouden ze verkrijgbaar zijn. De mogelijkheden, die dus resten, zijn algeheele stopzetting van de actie of te gaan werken voor het verkrijgen van wet telijke maatregelen. Woensdag 9 November zal te Utrecht een vergadering worden gehouden van Kamers van Koophandel, organisaties en firma's, die de actie hebben gesteund, ter bespreking van hetgeen thans verder zal moeten geschieden, WIJZIGING VAN DE VLEESCHKEURINGSWET. Naar de „Slagerscourant" van bevoegde zijde verneemt, verkeert de voorgenomen wijziging van de Vleeschkeuringswet in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Het plan is om zoowel de Slagers- als Landbouwbonden, de Maatschappij van Dier geneeskunde en de Vereeniging van Slacht huis-directeuren over de voor te stellen wetswijzigingen te hooren. Do regeering heeft dr. Bergen- afgevaar digd naar het Congres van het Internationaal Landbouwinstituut te Rome, waar hij als lid van de wetenschappelijke afdeeling een belangrijk aandeel zal nemen aan de te voeren besprekingen omtrent den in- en uitvoer van vleesch naar verschillende lan den. Zoodra dr. Berger zal zijn terug gekeerd, wordt de laatste hand aan het wijzigingsontwerp gelegd. DE KATHOLIEKEN EN HET ROODE KRUIS. Aan de .Analecta" van het bisdom Roer mond ontlee'nen de R.-K. bladen het vol gende „Men heeft gevraagd, welke onze verhou ding moet zijn ten overslaan van het Roode Kruis. „Deze Veteeniging heeft ten doel verple ging van gewonden en zieken in oorlogstijd en hulpverschaffing bij groote rampen. „Voor die doeleinden kunnen wij met het Roode Kruis samenwerken, zooal9 het b.v. in den laatsten oorlog gebeurd is, toen al onze ziekenhuizen, 9cholen enz. lokaliteiten voor opneming van gewonden beschikbaar gesteld hebben. „Wil echter het „Roode Kruis" ook in vre destijd een deel der ziekenverpleging hebben en op gelijken voet staan met onze Katho lieke ziekenverpleging, dan moeten wij dezen eisch absoluut afwijzen. „Hijl nu dit bedoeling is van het „Roode Kruis" is het niet toelaatbaar dat Katholie ken lid zijn van afdeelingen dezer vereeni ging". DE CORRUPTIE BIJ DE HAAGSCHE GEMEENTEBEDRIJVEN. In verband met de corruptie in eenige Haagsche gemeentebedrijven verneemt „Het Volk" nog, dat het onderzoek van den officier van justitie inzake de retour-com missies aan verschillende gasfabrieken, aan het licht heeft gebracht, dat ook andere employé's dan directeuren van de firma Wilson bijzondere gunsten hebben genoteen. In een klein kasboekje stonden de namen vermeld van die personen aan wie giften werden verstrekt. De officier van justitie moet hiervan mededeeling gedaan hebben aan de betrokken gemeentebesturen. Deze mededeelingen hebben in Den Haag de zaak aan het rollen gebracht. ZUID-HOLLANDSCHE IJSBOND. Onder presidium van den heer W. G. Knokke v. d. Meulen had te 's-Gravenhage een vergadering plaats van het dagel^ksch bestuur van den Zuid-Hollandschen IJsbond en afgevaardigden van de afdeelingen. OPNIEUW: DE TWEE VIERKANTEN. De oplossing van de opgave van Zaterdag luidt: Neem de vier binnenste lucifers weg, leg ze in het groote vierkant in den vorm van een kruis en neem de twee in den rechter bovenhoek weg. Uit het jaarverslag bleek, dat in Voorburg en Katwijk a. d. Rijn nieuwe afdeelingen opgericht zjjn. De stand der financiën geeft reden tot tevredenheid; het batig saldo bedraagt f 9S2.25. Do aftredende bestuursleden, de heerent W. G. Knokke v. d. Meulen, voorzitter; W. H. J. Dicke, secretaris-penningmeester en J. v. Vollenhoven en A. v. Tol, commis sarissen, werden bjj acclamatie herkozen. Als plaats, waar in het vervolg de jaar vergadering zal gehouden worden, werd Den Haag aangewezen. Aan het slot van de vergadering werd door den heer Dicke een beroep gedaan op de medewerking van de districtscommis sarissen, omdat van hen de geheele organi satie met betrekking tot de voorlichting bjj ijs. afhangt. Overwogen wordt een plan om de leden van den Z. H. IJ. te verzekeren tegen ongelukken op de wateren ressorteerende onder den Z. H. IJ. HET BOREN NAAR STEENKOLEN BEËINDIGD. Naar „De Geldereche Bode" verneemt, zijn thans alle boringen naar delfstoffen in de omgeving van Groenio definitief geëin digd De eenige boortoren, die nog niet af gebroken is. n.l. die te Meddeho, zal eerst daags verdwijnen en naar Heerlen getran sporteerd worden. HET OVERSTROOMINGSGEVAAR VAN DE MAAS. Te Roermond zal Donderdag 8 December een belangrijke bijeenkomst worden gehou den van vertegenwoordigers van Limburg- sche Maasgemeenten. De oud-minister ir. Bongaerts zal spreken over het overstroo- mingsgevaar van de Maas in verband met do werken in België en de Beneden-Maas. Een binnenkort te verwachten Leger order bevat de kennisgeving, dat het verguld bronzen, het geëmailleerd zilveren of het gouden kruis o. q. voorzien van kroontje of kroontje en cjjfer hetwelk door het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond vooi Lichamelijke opvoeding is toegekend aan de militairen, die met volledige be pakking aan de door dien Bond in 1927 uit geschreven af8tandsmarschen hebben deel genomen en aan de gestelde eischen hebben voldaan, ook in uniform zoowel in als buiten dienst mag worden gedragen. De gewone audiëntie van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op Donderdag 10 November 1927 niet plaats hebben. UIT NED. OOST-ÏNDIE. NIEUWE AANSLAGEN? BATAVIA, 6 Nov. (Aneta). Te Soengalpe- noëh een plaatsje aan het meer van Koe- rintji in de residentie Djambi, is een klein complot ontdekt onder de H.V.A.-contractan ten. Het was de bedoeling in den afgeloo- pen nacht relletjes te verwekken. Er werden negen raddraaiers gearresteerd. BATAVIA, 6 Nov. (Aneta)". In Siloenkang, afd. Tanahdatar, res. Sumatra's Westkust, klonk Donderdag een luide knal. Bij onder zoek bleek dat ter plaatse veertig in petro- leumblikken verpakte bommen, die daar be graven lagen, door zelfontlading ontploft waren. Vrijdag j.l. ontdekte men nog meer op deze wijze verborgen bommen. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERF. 80) HOOFDSTUK XXVII. De dag na de geestverschijning. Toen mr. Dering den volgenden ochtend °P zijn kantoor kwam, merkte hij, dat het Mies op tafel nog niet voor hem klaar ge legd was, als gewoonlijk. De brieven van den vorigen dag lagen nog op zijn vloeiblad; pennen waren in wanorde, de papieren "gen verstrooid, nergens was stof afgeno men. Gedurende heel zijn loopbaan van vijf- en-vijftig jaren was dit nog niet voorgeko men. Ongeduldig tikte bij op zijn bel. „Hoe komt het?" vroeg hij, terwijl hij zijn !as ophing, „dat mijn tafel nog niet in orde is?" Hij keerde zich nu om en zag zijn klerk m de open deur staan. „Goede hemel, Checkley, wat scheelt er aan?" Want de oude gedienstige stond met ge- hogen hoofd en rug en met een innig-droe- Ten trek op het gelaat. Zijn handen hingen s-ap langs het lijf, maar hij bleef steeds zoo staan, kwam niet met een antwoord te voor schijn. Hi] had nu ieeren begrijpen Sinds de ver fijning in South Square, had hij tijd ge had, om na te denken. Hij begreep nu het geval van het begin tot het eind: Er was één, slechts één hand aan het werk geweest. Nu begreep hij ook die buien van ver strooidheid en van vreemde vergeetachtig heid, die zijn chef dagen en uren door elkaar deed halen en hem zich met verwondering deed afvragen, waar hij toch den vorigen avond of middag geweest was. En nog iemand anders wist het: dat jonge meisje. Zij had het haar aanstaande verteld, en haar broer.... Daarom lachte de nieuwe deelgenoot hem uit en bespotte hij hem. Op zijn beschuldiging had de jonge Arundel het land moeten verlaten. Hij had ook ver klaard, dat hij hem de gestolen banknoten in de brandkast had zien leggen. Hij had den jongen Austin beschuldigd, en sir Sa muel achterdocht doen opvatten. Nu zou do waarheid uitkomen en zouden ze allen hem aanvallen, en het zou zijn chef moeten ver teld worden. Wie zou dat doen? En hoe zou den ze het doen? Toch moest het gebeuren. En wat zou er dan worden van den na- ij verigen bediende? En als de oude heer Dering dit nu van zichzelven wist. hoe zou hij dan op zijn kantoor blijven werken? Neen, dan was alles zeker uit! Hij zelf Checkley zou weggestuurd worden eD de chef zou naar huis gaan en daar blijven, met een assistent Hoe zou hij hel uithouden zonder werk? Wat zou hij den heel en dag uitvoeren? Met wien zou hij praten?... Alles was nu afgeloopenl Alles! Daar stond hij dan nu als verplet, nederig en kleinmoedig afwachtend een berisping. „Ben je ziek. Checkley?" vroeg mr. De ring. „Daar zie je net naar uit. Wat scheelt er dan aan?" „Neen, ik ben niet ziek." antwoordde hij, met holle stem en met droevig hoofd schul den. „Of ja, misschien ben ik ook wel ziek. Ik wilde vanochtend uw tafel voor u in orde maken, maar ik kon het niet, waarlijk, ik kon het niet gedaan krijgen. Ik had een ge voel, of ik nooit meer iets voor u zou kun nen doen. Na zestig jaren diensttijd valt dit hard, bitter hardt" Hij trad nu op de tafel toe en begon werktuiglijk de papieren te schikken. „Niemand dan ik heeft aan uw tafel ge raakt, al zestig jaren langl En nu is het verschrikkelijk hard voor mij, om te den ken, dat een andere hand dit voor u doen zal, en het net zoo goed zal doen naat u meent. Dat krijgen wij voor onze trouwe diensten 1" Hij legde nu de papieren allemaal ver keerd, omdat zijn oude oogen dof waren van ongewone vochtigheid. „Ik begrijp je vanochtend niet, Checkley. Heb je onaangenaamheden gehad met mr. Austin of met één van de anderen?" „Neen, neen. Maar alleen, ik ging liever uit mijzelven ziet u, dan dat ik er uitgezet werdl Dat is alles!" „Wie zou je dan er uitzetten? Wat bedoel je Checkley? Wat ter wereld bedoel je daar toch mee? Ben ik dan niet de chef hier? Wie zou je nu er uit kunnen zetten?" „U, sir! U kunt het en u zult het dan ook doen, en ik zou liever uit mijzelven gaan, als u het mij niet kwalijk neemt. Ik ben wel een gering man, maar den hemel zij dank, heb ik toch nog wel genoeg, om vah te leven." „Ik zal je eens wat vertellen, Checkley. Je deed beter, nu naar huis te gaan en wat te rusten. Je bent overstuur. En op onzen leeftijd kunnen we dat niet meer hebben. Ga naar huis en houd je gemak. Oude vrienden scheiden niet zoo licht als je wel denkt!" Mr. Dering sprak zacht en vriendelijk. Men moet immers wat geduld hebben met zoo'n ouden gedienstige. Checkley huilde en snikte als een kind van vier: „U begrijpt het niet. 0 neen, u begrijpt het nietl Het komt, door wat wat ik gister avond zag." „Wonderlijk! Wat zag je dan? Een geest verschijning?" „Erger dan een geestverschijning." Mr. Dering nam zijn stoel en scheurde vast een enveloppe open: „Als je nu verstandige taal praten kunt, dan zal ik luisteren. Intusschen geloof ik, dat je waarlijk beter deed, met naar huis le gaan en een paar uren te rusten. Je zenu wen zijn geschokt, je weet haast niet, wat je zegt." „Het was in Gray's Inn... gisteravond... Bij toevalOm acht uur." Hij sprak met horten en stooten, zijn chef nieuwsgierig gadeslaand. „Bij toeval. Niet door spionnee- ren. 0^> weg naar mijn club, naar de Salu tation. Gaande door South Square. Niet den kende aan iets. Om mij heenkijkend, ach teloos." „In South Square, Gray's Inn. Dat is de plaats, waar die Edmund Gray woont, de man, dien wij niet kunnen vinden." „O, Heere, Heerel" riep de oude klerk. „Is het mogelijk!Daar keek ik op naar de vensters van nummero 22, de kamers van Edmund Gray, zooal9 u weet." „Ja. dat geloof ik wel." Het gelaat van mr. Dering gaf geen blijk van eenigerlei ont roering. „Ga voort." „Aan het venster zag ik Edmund Gray zelf." „Eigenaardigi Je hebt hem gezienl Maar waarom ook niet?" „Den man, dien wij allen zoo zeer ver langen te vinden. Den man, die den wissel vervalschte en de brieven schreef en de pa« pieren van waarde kreeg, daar zat hij. „Een kwestie van identiteit. Hoe kende je hem, daar je hem toch niet gezien hebt?'* Deze vraag negeerde Checkley. „Hij kwam vijf minuten later beneden, terwijl ik nog altijd naar de vensters boven keek. Hij ging het plein over, het had er veel van, of hij in de richting van Bedford Row ging." „Die bijzonderheden doen er niet veel toe. Maar nog eens, hoe kende je hem?" „Ik heb den agent gevraagd, wie die heer was. Hij zei, dat hij mr. Edmund Gray heette. En de krantenman wist bet ook. Die zei, dat iedereen mr, Edmund Gray kende." „Zoo, kent iedereen hem? Nu, Checkley, ik vind niets bijzondere in het feit, dat jij een man zag, die zoo bekend is, in „the Inn". Dit draagt niets bij tot onze voorlich ting. Dat hij bestaat, weten wij reeds. Maar welk aandeel, zoo hij een aandeel heeft hij in ons geval bezit, blijft nog steeds een geheim. Tenzij je wat meer ontdekt hebt." „Neen," mompelde hij. „Dat kan niet." „Wat heb je gedaan, toen je tot de ont dekking kwam, dat het de man was?" „Niets." „Zóó niets? Ja, onder de gegeven om standigheden zou ik ook eigenlijk niet wei ten. wat je kon gedaan hebben." „En toen ging hij weg." (Wordt vervolgd), 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5