BRONCHITIS-hoest
echte
AKKER'*
ABDIJSIROOP
63ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 November S927
Derde Blad
No. 20750
Buiteni. Weekoverzicht
Van den voet der Pyreneeën.
Voorde Borst
Italië toont een gewapende
vnist Raikan-misère
Herstellend Turkije.
Allereerst zullen wij den blik eens rich
ten naar de Middellandsche Zee, want
daarvoor is ongetwijfeld alle reden, dank
zij den coup-de langer, door Italië gesla
gen. Men zal zich wellicht nog herinneren,
hoe in 1912 ex-keizer Wilhelm een Duitseh
oorlogsschip, de „Panther" naar Agadir,
m Marokko, zond om aldus te demonstree-
ren voor de Duitsche belangen in dit sul
tanaat en eveneens, hoe deze gebeurtenis
heel wat onrust heeft gebracht en onge
twijfeld meetelt bij de producten, waarvan
tenslotte ln 191-3 de wereldoorlog de som
was. Het was een wel zeer duidelijke de
monstratie van de Duitsche gewapende
vuist en als zoodanig ook niet misverstaan.
Het militante Italië van el duce heeft
dit ex-keizerlijk gebaar gemeend te moe
ten herhalen m verbeterde editie. Zond
Duitschland in 1912 één kruiser, Italië zond
naar Tanger een eskader. En alsof dat
nog niet duidelijk genoeg was, gaf Musso
lini er maar een verklaring bij, hierop
neerkomend, dat Italië, als de „grootste
macht der Middellandsche Zee" totdus-
ver werd Frankrijk altijd daarvoor aange
zien, zoowel door Marianne zeli als door
anderen! in de regeling der Tanger
kwestie gekend wilde worden.
•Vlsof dat ook niet op wat beleefder, doch
daarom niet minder begrijpelijke wijze
kenbaar had kunnen zijn gemaakt en zelts
met meer kans op gehoor. Doch dat is nu
eenmaal niet de mode van de-n fascisti-
schen dictator, die steunt op geweer en
bajonet, gelijk hij in een van zijn brallende
toespraken tot de fasces bij de herdenking
van het vijfde jaar van den fascistischen
staat zoo glashelder naar voren bracht.
Met dit al is de Tanger-affaire opeens
weer in het volle licht gebracht. Spanje
en Frankrijk, die samen Marokko beheer-
schen Frankrijk als de Spaansche helper
zijn het over Tanger nooit eens kunnen
wc-rden, alleried onderhandelingen, die
juist op het punt staan te worden hervat,
ten spijt. Spanje zou zich gaarne in deze
belangrijke havenplaats nestelen als heer
en meester, doch daaryan wil Parijs niet
weten. En zelfs Engeland, dat thans zoo
lonkt met Primo de Rivera, evenmin, daar
Engeland er niets voor voelt tegenover zijn
Gibraltar, dat totduaver alleen den ingang-
der Middellandsche Zee beheerscht, een
gevaarlijk concurrent to zien ontstaan.
Krijgen de Engelse-hen hun zin, dan blijft
Tanger verdeeld tusschen belanghebben
den en daarom zal Engeland den nieuwen
mededinger niet ongaarne ten tooneele zien
verschijnen; een mededinger, die juist door
dat Tanger Gibraltar's evenknie kan wor
den, een duitje mee in het zakje wil doen.
In Fnankrijk, waar Italië toch reeds lang
niet meer gezien is, gelet ook op het Ita-
liaansohe streven op den Balkan, heeft
het jongste gebaar van den duce grootelïjks
ontstemming gewekt. Daar wijst men er
op, hoe destijds Italië Marokko overliet
aan den Fransctien invloed, voor zoover
als Spanje tenminste niet meetelde, terwijl
Frankrijk Italië de vrije hand liet in Tri
polis. M.a.w. Frankrijk wil van een Ita-
liaansch meepraten niet hooren. Tanger
hoort tot Marokko en dus
Door een en ander zijn de verhoudingen
daar rondom dc MiddelLaiflisehe Zee danig
vertroebeld en niet zonder gevaar gewor
den, ook als behoeft daarbij niet direct
nog aan oorlog to worden gedacht. Nieuwe
brandstof daarvoor is echter aangedragen
en licht brandbare ook. En dit, terwijl
het daaraan in Europa's Zuiden toch al
niet hapert. In Albanië is een sterke stroo
ming merkbaar tegen het Italiaansche pro
tectoraat-, die vermoedelijk vanuit Belgrado
wel zal worden gevoed, zoodat de ver
standhouding tusschen Rome en Belgrado,
toch niet erg innig, meer en meer het
vriespunt nadert.
Uit don aard der zaak wroeten de com
munisten op-den Balkan wat zij kunnen.
Nog is niets bewezen van een communis-
tischen opzet bij den moordaanslag op
Griekenland's president Kondoeriotis, maar
vertrouwen doet men de geschiedenis niet-
KONDOERIOTIS.
In Bulgarije worden de Macedoniërs on-
getwijfeld vanuit Moskou gesteund. In
Roemenië, waar Bratianu voorloopig mees-
ter van den toestand blijft, zooals we voor
den, ligt eveneens een vruchtbaar land
voor gestook, gelijk overal, waar de rede
nen tot ontevredenheid voor het opschep
pen liggen, zoodat een natuurlijke yoe-
dk. ibodem voor het communisme aanwe
es s. Brandstof oorlogsbrandstof voor
1 ripen.
Het is daarom wel noodig, dat bij voort
during de vredesidee ondei de volkeren
wordt gepropageerd, volgens, den stelre
gel frappez, frappez toujours. Zelfs is er
a'le reden voor de beangstigende vraag, of
°P den duur Mars toch niet zal winnen,
0 het. gevaarlijk spelen met kruit, en lood
door machten als Mussolini geschiedt,
^et ongelukken zal tengevolge hebben.
Zulke geesten, eenmaal wakker geroe
pen...
Bovendien blijft Turkije, dat zich nog
precies in Europa's uithoek heeft weten
staande te houden, zich snel ontwikkelen
onder leiding van Kemal pasja, die juist
als president is herkozen. Zelfs is de vraag
gewettigd, ot de sneltreinvaart, waarmede
de-ze opvolger van den padisja de moderne
hervormingen doorzet, niet te snel ie voor
het in menig opzicht achterlijke land.
Van een „Zieke Man", zooals dat vroe
ger het geval was, is reeds geen sprake
meer. Zelfs zou men kunnen zeggen, dat
van alle verslagenen uit den wereldoorlog
geen zich zoo heeft weten te herstellen
als juist Turkije.
XXII.
Na een afwezigheid van meer dan een
jaar en na een killen zomer op Noorde
lijker breedte kwam ik terug in dit mooie
land Béarn, dat zich koesterde in een zeld
zaam zonnig najaar. Laat mij billijk zijn
en er bij zeggen, dat ook hier de zomer
niet gunstig is geweest. Maar ik, die dit
niet aan den lijve had ondervonden, kwam
meer dan ooit onder de bekoring van deze
heerlijke streek.
Van mijn kort verblijf hier heb ik ge
bruik gemaakt voor een nieuw bezoek aan
het bekende Kasteel van Pau, welks be
schrijving ik reeds lang geleden in uitzicht
had gesteld. Trouwens, het Kasteel is de
voornaamste bezienswaardigheid van deze
stad en verdient niet door mij te worden
doodgezwegen.
Het slot ligt ten Westen van de stad aan
het uite'nae van den boulevard en is ver
moedelijk in de Middeleeuwen aangelegd
om den overtocht van de Gave de Pau te
beletten aan vijanden, welke de stad uit het
Zuiden mochten bedreigen.
Aan den voet van het plateau, waarop
de versterking was gesticht, is de Gave
doorwaadbaar; ook heeft daar een brug
gelegen, waarvan de overblijfselen nog
zichtbaar zijn en die later, iets Westelijker,
vervangen is door de brug, welke heden
nog bestaat.
Een der zijd al en aan den overkant leidt
naar den Val d'Osssu, welke toegang geeft
tot Spanje. Wie langs dien weg tot de
rivier was doorgedrongen zou den overgang
bestreken hebben gevonden door dc be
zetting van het kasteel.
Zooals bij vele andere gebouwen hier,
bestaan de muren uit steenen, afkomstig
uit de bedding van de Gave. Hoewel gaan
deweg, ter verfraaiing, grootendeels over
dekt, zijn deze steenen nog op verscheidene
muurvakken zichtbaar, o.a. op de binnen
plaats.
Naar men wil, is de bouw begonnen in
de 11de eeuw. Het kasteel had dus reeds
een eerbiedwaardigen leeftijd, toen het in
de 16de eeuw een verjongingskuur onder
ging, zelfs een „wedergeboorte"; immers
men bracht er den geest in van de Renais
sance.
Dit gebeurde onder Hendrik van Albret
en men kan wel aannemen op aandrang
van zijn vrouw Margaretha van Valois. be
kend gebleven onder den naam „la Margué-
rite des Marguérites". als beoefenaarster
van kunst en letterkunde.
Op allerlei wijze werd het oude gebouw
verfraaid; lucht en licht werden door tal-
rije vensters toegang verschaft; terrassen
en tuinen aangelegd; medaillons
l'antique" en andere muurversicringen aan
gebracht
Dit alles was algemeen bekend, doch
voor de verdere geschiedenis van het kasteel
heb ik het uitstekende boekje geraadpleegd,
dat door den tegenwoordigen conservator
Emile Lemaitre l) als gids voor den bezoeker
is samengesteld. Het zou niet slechts onge
oorloofd, maar ook ondankbaar zijn, deze
bron niet te vermelden, nu ik het voorrecht
heb gehad, te zamen met een anderen be
zoeker, door den schijver te worden rond
geleid en te genieten van zijn kostelijken
humor, die overigens ook in het boekje
doorstraalt.
Ik volg den gids dus als leiddraad.
De eenige dochter van Hendrik en Mar
garetha was de bekende Jeanne van Albret,
gehuwd met een Bourbon. Onder hen heeft
het kasteel geen andere geschiedenis dan
door de geboorte van hun zoon, den lateren
koning Hendrik IV van Frankrijk, wiens
naam thans aan het kasteel is vastgeknoopt.
De heer Lemaitre is van oordeel, dat deze
er, na zijn jongensjaren, slechts zelden heeft
verblijf gehouden Tijdens de burgeroorlogen
kwam hij er voornamelijk om de uitgeputte
krijgskas aan te vullen. Kennelijk geen legi
timist, gaf de conservator ons mondeling
zijn voorstelling van Hendrik IV's strijd
en streven naar de kroon. Deze had felle
partijgangers achter zich en naast zich, die
hem steeds aandreven; niet dat Hendrik
zelf niet wilde, voegde hij er bij. maar ik
zie hem niet als den vorst die strijdt voor
het goddelijke recht, verkregen door zijn
afstamming van een koning, die drie
eeuwen vroeger had geregeerd, doch als een
ondernemend, handig en dapper partijhoofd,
oregeven door makkers die uit de overwin
ning ook eigen voordeel verwachten en die
nooit ophouden hem toe te roepen; „Vooruit
dan toch!"
Toen hij in werkelijkheid koning van
Frankrijk was, kon het niet uitblijven, dat
hij aan zijn geboorteland en zijn voor
vaderlijk slot minder en minder aandacht
kon wijden. Wel deed hij een poging om
het kasteel te onttrekken aan het oude
beginsel, dat de persoonlijke goederen van
de koningen van Frankrijk aan de kroon
behooren. maar hij stuitte op zooveel weer
stand. dat hij zijn Bearneesch Erfgoed af
stond. Zelfs werd een deel van den waar-
devollen inboedel naar andere koninklijke
verblijven in Frankrijk overgebracht.
x) Le Chateau Henri IV (Palais National
de Pau) Guide - Souvenir illustré. A Pau
au Palais National..
Zijn opvolgers schijnen zich over hun
afkomst uit Bearn nooit te hebben bekom
merd. Geen hunner heeft het kasteel waar
hun stamvader was geboren, in eere ge
houden.
De laatste vorstelijke telg. die er gewoond
heeft, was Hendriks zuster Calharina van
Bourbon; daarna wordt het overgelaten aan
de zorg van intendanten.
Lemaitre noemt als oorzaken van ver
val onder hun beheer: een geweldigen
brand in 1659, waarvan de schade met te
groote zuinigheid werd hersteld; militaire
bezetting; misbruik der groote vertrekken
door de ambtenarij, welke, uit behoefte aan
ruime lokalen, er zich ging nestelen; het
inrichten van een der torens als gevange
nis; de parasieten welke er, evenals in alle
verwaarloosde gebouwen, hun intocht
hielden.
Het was dus in een toestand van alge-
meenen achteruitgang dat het kasteel in
1791 door de „Constituante" als „bien na
tional" ten bate van de berooide schatkist
aan den algemeenen uitverkoop zou zijn
prijsgegeven, als niet de nationale trots der
Bearneezen dit onheil had bezworen. Hun
afgevaardigden stelden alles in het werk
opdat de tastbare herinnering aan den roem
van het kleine vorstendom niet onder den
hamer zou komen. De koning had nog een
schijntje van macht en aanzien en mocht
aan de Constituante het verzoek richten om
eenige bezittingen van den verkoop uit te
sluiten.
Het was de afgevaardigde Barère, welke
in de Constituante het desbetreffende voor
stel aanbeval door Lodewijk XVI te verge
lijken met Hendrik IV „wiens deugden hij
navolgde"; en door als hulde aan de nage
dachtenis van den „overwinnaar van de
Ligue" aan te bevelen, dat de plek, waar
hij geboren was, niet zou worden ver
vreemd.
„Dit is de wensch van alle Franschen;
het zal dus ook de uwe zijn". Aldus besloot
Barère de inleiding van zijn voorstel, waar
van het slot luidde:
„Art. VIII. Zal ook aan flen koning
blijven het Kasteel van Pau met zijn park,
als een hulde door de natie gebracht aan
de nagedachtenis van Hendrik IV".
Het decreet werd aangenomen en hoewel
het volgende jaar de constilutioneele mo
narchie overging in een republiek, bleef het
kasteel voor den verkoop behoed.
Echter hadden de regeerders in de dagen
der eerste republiek weinig tijd en gelegen
heid en vermoedelijk even weinig lust en
aanleg om zich met het herstellen en onder
houden van de „ci-devant" vorstelijke ver
blijven te bemoeien. Het gebouw diende
afwisselend tot gevangenis, kazerne, hospi
taal en arsenaal, een behandeling waar
onder geen rechtgeaard paleis zijn karakter
kan bewaren.
Sedert Napoleon's verheffing tot keizer is
het kasteel tot 1870. kroondomein gebleven
om toen aan den staat terug te keeren.
De verschillende vorsten hebben met
horten en stooten aan het verbeteren van
den toestand gewerkt, maar veelal zonder
samenhang in hun pogingen.
Napoleon I vond het in 1808 in een zoo-
danigen toestand van vervuiling, dat hij
ergens anders zijn intrek moest nemen. Hij
gaf bevel tot het ontruimen van den ge
vangenis-toren. doch dit werd in den wind
geslagen. Tot 1822 zou die toren dezelfde
bestemming behouden.
Natuurlijk laten de Bourbons zich iets
meer aan de bakermat van hun voorvader
gelegen liggen. De noodigste herstellingen
worden verricht; Lodewijk XVIII schenkt
het beroemde standbeeld van Hendrik IV;
men plaatst er opnieuw de schildpadschaal,
die dezen tot'wieg heeft gediend.
Eerst onder Louis Philippe en Napo
leon III worden groolere werken onderno
men, volgens Lemaitre even bedroevend
door hetgeen bekend is van dc plannen als
van hun uilslag.
Verscheidene architecten hebben hun
talenten beproefd op deze middeleeuwsche
vesting, wier stroef karakter zoozeer was
verzacht door het huwelijk met de Renais
sance.
Daar zoowel Louis Philippe als Napoleon
III meer het oog hadden op het onbewoon
baar maken voor het geval zij er verblijf
wilden houden, dan op kunst en geschiede
nis „leidde de samensmelting aldus Le
maitre van de inzichten dier kunste
naars met de voorschriften dier vorsten, tot
een geheel dat den artist en den oudheid
kenner tegen de horst stuit, zoowel door
hetgeen is vernield als door hetgeen is bij
gevoegd".
De conservator acht zich gelukkig, dat
den bezoeker, zelfs al stoot hij zich aan
anachronismen, zooveel schoons kan wor
den geboden, dat hij ruimschoots bevredi
ging vindt.
De groote aantrekkingskracht gaat uit
van de prachtige muurtapijten, waarvan
men kan genieten zonder zich het hoofd te
breken met de vraag hoe en wanneer die
terecht zijn gekomen in een omgeving die
in stand heet te worden gehouden om de
herinnering aan Hendrik IV levendig te
houden.
Laat u echter toch maar door den gids
inlichten over de herkomst der tapijten. Als
iets ongelooflijks wordt u verteld dat men
onder Louis Philippe, om te bezuinigen op
de aankleeding der vertrekken van het slot.
een aantal tapijten uit het „garde-meuble"
van het rijk afstond, van wier groote
waarde men zich toen niet bewust was.
Wel is een deel er van later teruggeno
men, maar een overvloed van oude Vlaam-
sche en Fransche tapijten blijft er de wan
den versieren.
Wat nu de voorwerpen betreft, die wèl
op Hendrik IV betrekking hebben, zoo is de
Conservator dankbaar doch niet voldaan.
Men vindt er verscheidene standbeelden en
borstbeelden van den lieveling der Bear
neezen; zijn doodsmasker; een verkleind
model van zijn vroegere standbeeld op den
Pont-Neuf, tijdens de revolutie vernield:
Sèvres-vazen met voorstellingen van de
oprichting van het beeld dat dit laatste
heeft vervangen; zes prachtige kleine gobe
RECLAME.
702
Bij ontsteking der
broaches (luchtpijp
takken) bedenk hoe
dicht zij bij de
longen is zal een
middel, dat tegelijk
snel en krachtig
ingrijpt, fan groot
belang zijn. Akker's
Abdijsiroop doet
beide en beeft daar
door duizenden foor
ernstige gevolgen be
waard Onschadelijk!
De hoest Is het natuurlijke wapen van het lichaam tegen
zich in de luchtwegen ophoopend en vastzettend slijm.
Maakt men de longen nu ongevoelig voor den hocst-
prikkel door ze te verdooven - vaak het eenige „succes"
van vele z.g.n. middelen tegen den hoest - dan houdt dc
hoest op. zeker, maar het met schadelijke bacteriën ver
zadigde slijm blijft tevens in het lichaam en oefent daar
zijn schadelijken invloed uit. De mede uit zuivere planten
sappen bereide Akker's Abdijsiroop echter bevat geen
enkele stof. die in eenig opzicht schadelijk voor het
lichaam zou kunnen zijn. maar lost snel en krachtig het
vastzittende slijm op. zoodat dit gemakkelijk kan worden
opgegeven, terwijl zij tegelijkertijd het ademhalings
orgaan versterkt. Hierdoor worden de hoestbuien bij
bronchitis dadelijk minder benauwd en verdwijnt op den
duur de aanleiding tot den hoest en dus de hoest zelf
Overal verkrijgbaar In kokers van 1.50, 2.75 en 4.50
lins met tafreelen uit Hendrik's geschiede
nis; afbeeldingen van zijn vrienden en
tijdgenooten.
Echter bestaan er zwaarden, helmen en
wapenrustingen, die te Parijs worden vast
gehouden omdat zij daar deel uitmaken van
series vorstelijke wapenen; verder portret
ten, medailles, prenten; alles zaken, welke
de conservator hier zou willen zien bijeen
gebracht. Het is zeer te betwijfelen of deze
wensch ooit zal worden verwezenlijkt. De
hoofdstad zal wel altijd den voorrang
houden.
Over den oorsprong der voornaa'mste ta
pijten geeft de gids merkwaardige bijzon
derheden.
Een aantal jacht-tafreelen vormen „Les
Chasses de Maximilien", vervaardigd in de
fabriek der Gobelins, in navolging van de
oorspronkelijke serie, welke omstreeks 1527
te Brussel voor Karei V geweven moet zijn.
Een eeuw later bevond de verzameling zich
in handen van den Hertog de Guise (langs
welken weg zij daarheen geraakte, is onbe
kend). Deze verpandde haar aan Mazarin,
uit wiens boedel Lodewijk XIV haar in
kocht De kopieën werden omstreeks 1725
door de „Gobelins" geweven.
Een andere reeks muurkleeden: „Les
Mois Grotesques ou Arabesques", uit Brus
sel afkomstig, moet eveneens langs de Guise
en Mazarin in Lodewijk XIV's bezit zijn
gekomen.
Verder vindt men vier stukken, bekend
als „Les Mois Lucas", naar den naam van
den vermoedelijken ontwerper Lucas van
Leyden. Deze zijn in de 17e eeuw door de
„Gobelins" naar de Brusselsche origineelen
vervaardigd. Behalve nog eenige tapijten
van Brusselschen oorsprong, naar Teniers,
verdienen bijzonder de aandacht die welke
de Geschiedenis van Psyche voorstellen.
Zij zijn het werk van wevers, die Hen
drik IV uit Vlaarderen had doen overkomen
(omstreeks 1601) en hebben stukken tot
voorbeeld gehad van een Vlaming, die den
invloed van Raphael had ondergaan; som
migen zijn van meening, dat naar Raphael's
eigen kunst is gewerkt.
Over de Gobelins naar onderwerpen uit
Hendrik IV's eigen geschiedenis is hier
boven reeds gesproken. Zij daleeren uit het
einde van Lodewijk XVL's regeering en zijn
van een fijnheid van bewerking, welke Le
maitre als iets bijzonders van de Gobelins-
fabriek kenschetst.
De overvloed van kostbare muurkleeden
is vermoedelijk mede toe te schrijven aan
de vrees voor het overbrengen van overer
felijke ziekten. Tapijten immers zijn moei
lijk te ontsmetten en zij worden niet. gelijk
papieren behangsel, nu en dan vervangen.
Men achtte het daarom veiliger er een on
bewoond gebouw mede aan te kleeden.
Echter, zooals reeds gezegd, er is een tijd
geweest, waarin deze kunst niet naar
waarde werd geschat. Zoo kon het dan ge
beuren, dat een der voorgangers van d:-n
heer Lemaitre vier van de besten, misschien
de besten van allen, dezer tapisserieën er
gens in een donkeren vleugel vond, waar
zij een kwijnend bestaan leidden. Thans
vormen zij, als de Tenture de Saint Jean-
Baptisle". een der glanspunten van de ver
zameling. Hun afkomst is onzeker; slechts
weet men dat zij reeds vóór drie eeuwen
tot de meubelen der Kroon behoorden. Ken
ners meenen dat zij in Vlaarderen zijn ge
weven.
Lemailre's gids bevat ook een hoofdstuk
over de gasten, die het kasteel hebben be
zocht. Zij zijn velen en.... velerlei!
In 1559 bracht Elisabeth van Valois er
een week door op weg naar Spanje waar
zij met Philips II in het huwelijk zou tre
den; ongetwijfeld haar laatste week van
geluk, voegt Lemaitre er bij.
Dan brengt Ravaillac, de vader van Hen
drik IV's moordenaar, er in 1611 tachtig
dagen in gevangenschap door.
Lodewijk XIII bezocht het slot in 1620
en veranderde in zes dagen tijds de privi
leges door zijn grootmoeder Jeanne d'Albret
aan de Hugenoten verleend, in privileges
ten gunste der Katholieken.
Napoleon en Josephine maakten tijdens
hun verblijf te Bayonne in 1808. een reis
naar Pau, en bezichtigden het kasteel, dat
toen onbewoonbaar leek.
In 1811 werd, reeds den dag voor Napo
leon's abdicatie, de wille vlag geheschen
op een der torens.
In 1823 komt de Hertogin van Angoulême
er de wieg van haar stamvader, de bekende
schildpadschaal, opsieren met de witte vlag
gen en den gepluimden helm, die eerder
aan een apotheose dan aan een kinder
kamer doen denken. De beeldstormers der
revolutie meenden deze wieg te hebben
verbrand, maar een der notabelen uit Pau
was vooruitziend genoeg geweest om de
echte wieg door de schaal van een andere
schildpad te vervangen. Toen het gevaar
jaren lang voorbij was, werd de wieg van
Hendrik weer in zijn eigen omgeving terug
geplaatst.
Prinsen én prinsessen van Bourbon en
Orleans verschijnen nu en dan binnen zijn
muren; Victor Hugo wijdt er eenige regelen
aan; abd-el-Kader wordt er in 1848 geïn
terneerd na zijn nederlaag en onderwerping.
Als merkwaardigheid wordt vermeld, dat
na een verblijf van zes maanden ten ge
volge van de ritueele afwasschingen van
hem en zijn volgelingen de put een aan
zienlijk lager peil aanwees dan ooit te
voren. Het water was 18 Meter gedaald!
Napoleon 111 en Eugenie hebben nu en
kan korten tijd op het kasteel vertoefd De
keizerin had zelfs plannen gemaakt voor
langere bezoeken, maar het is bij plannen
gebleven.
In 1868 verleende het kasteel gastvrijheid
aan Isabella II, de verdreveD koningin van
Spanje. Zij bleef er een maand.
Toen onlangs het Marokkaansch opper
hoofd Abd-el-Krim zich had overgegeven,
werd in Pau de mogelijkheid besproken dat
hij, evenals Abd-el-Kader, hier een ge
dwongen gastvrijheid zou ondergaan. Of de
daling in 1848 van het water in den put de
vrees heeft doen postvatten dat een nieuwe
Muzelmansche bewoner dien geheel zou
ledigen! In ieder geval is het kasteel, dat
thans meer als museum te beschouwen is
en voor het inlerneeren van overwonnen
vijanden, ook buiten de watervrees, niet het
aangewezen verblijf, gelukkig voor dit be
zoek bewaard gebleven.
Als besluit wil ik nog bijvoegen, dat het
opschrift van een der schilderijen dezer
dagen stof tot vermaak heeft gegeven. Het
gold de voorstelling van Ravaillac's aan
slag op Hendrik IV. waarop te lezen slaat-
Assassinat de Henri IV par Housez
(Gustave)".
Een Spaansche student vond hierin aan
leiding in een Arragonsch blad te schrijven,
dat de schilder, wiens naam het opschrift
vermeldt, gevaar loopt door onwetenden te
worden gehouden voor den koningsmoorde
naar, om welke reden hij protesteert tegen
deze dubbelzinnige redactie!
H. v. P.
Pau, 20 October 1927.
RECLAME.
Voor Allen, die Sukkelen
met Verstopping of moeilijken, tragen en
onregelmaligen Stoelgang zijn
Mijnhardt's Laxeertabletten
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of
pijn. Bij Apothekers cn Drogisten. Doos 60 ct
743