DE „POSTDUIF" WEER THUIS. 68"* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zatardag 29 October 1927 Tweede Blad No. 20744 Drie kwartier te vroeg, maar daarom niet minder welkom Een grootsche huldiging Het driemanschap benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De driemotorige „Postduif" strijkt neer te Schiphol. Terug in 't Vaderland. Hoeral h«t kader ran het gïoote nationaal werk, dat zoo juiat voleindigd ia door do post- vlucht Ned. Indiö v.v. Staande eongen de aanwezigen het eerste couplet van het oude Wilhelm u*. Daarna nogmaals het woord nemend, bracht ir. De Vogel hulde aan degenen, die dezen tocht mogelijk hebben gemaakt. In eerste plaats aan minister Van der Vegte, die door zijn aanwezigheid toonde welke belangstelling de regeering in dezen tocht en in de luchtvaart in het algemeen stelt. Dank en waardeering sprak de heer ir. De Vogel uit over de wijze, waarop de minister van Waterstaat dezen tocht heeft aange moedigd en mogebjk gemaakt. Hij is een warm vriend van de luchtvaart (applaus.) In de tweede plaats gedacht spr. den direc teur-generaal van de P. en T., ir. Damme. Zijn aandeel in dezen tocht ia duidelijk. Zonder epitheon post vlucht zou de tocht een gedeelte van zijn belangrijkheid heb ben ingeboet. Daarom bracht spr. nogmaals hulde aan de durf en den moed der vlie gers. Ten slotte Tei'kte hij aan elk hunner een plaquette in brons uit, aangeboden door de Edelmetaal Bedrijven en waarop het heugelijk en belangrijke fedt geboek- Btaafd ia. Minister Van der Vegte huldigde in den voorzitter ir,. De Vogel de Koninklijke Ne- derlandsche Vereeniging voor de Lucht vaart, die de kracht het vermogen, den invloed is geweest, welke deze vlucht mo gelijk maakte en daarnaast gedacht hij gen. Snijders, den voorzitter van het vliegco mité Holland—IndiIn edelen wedstrijd hebben zij, hebben beide lichamen den tocht bevorderd. Van generaal Snijders zeide de minister dat deze op hoogen leeftijd de kracht ont wikkelt van een jongeling, bij de bevorde ring van alles wat hij voor het vaderland noodig acht. Tijdens de maaltijd heeft luitenant Kop pen een exposé gegeven van zijn tocht. In een vlotte causerie verhaalde hij in telegramstijl, eerst hoe de heenreis en daarna de terugreis was verloopen. De eerste dag werd, doordat men den wind meehad, met een koerssnelheid van 190 K.M. per uur naar Sofia gevlogen, hoe wel men had gedacht, slechts Belgrado te kunnen halen. Den tweeden dag ging het nog vlotter. In Aleppo deden de Franschen alles om de bemanning van de „Postduif" het zoo aan genaam mogelijk te maken. Den derden dag werd Bushire gehaald en de vierde étappe werd dwars door het hoog land van Perzië op kompas gevlogen naar Karachi. Daar werden de vliegers aller vriendelijkst door de Engelschen ontvangen, die niet wilden gelooven, dat de reis met de „Postduif" in vier dagen gedaan was. Den 5en dag werd Allahabad bereikt, doch toen vandaar den volgenden dag ge start werd, moest men na een halfuur vlie gen weer terugkeeren, omdat de oliedruk gezakt was. Na de landing is toen de Post duif ongeveer 60 c.M. in de modder weg gezakt. Dank zij de hulp van den comman dant van het fort en diens manschappen kon den volgenden dag het toestel weer op het droge gebracht worden. En of het 'n ritje gold van Amsterdam naar Den Haag zoo gemakkelijk liet luitenant Koppen zich uit over de vlucht, die toen van Calcutta naar Bangkok, een route van 1650 K.M. gemaakt werd. Dan vertelde de bestuurder van de Post duif van de ontvangst in Batavia, waar steeds maar gespeeched en champagne ge dronken werd. Ook van de gezellige uren, die hij in zijn familiekring te Bandoeng had doorge bracht verhaalde luitenant Koppen, die ook herinneringen opdiepte omtrent zijn verblijf in Batavia, waar de bemanning van de Postduif bij den Gouverneur-Generaal ge luncht hebben en waar zij gefilmd zijn (de film hebben zij in de Postduif meegenomen) Vervolgens gaf hij zijn wederwaardig heden weer, welke op de terugreis waren opgedaan. In Bangkok hadden de Siameezen, die met een touw het vliegtuig uit het moeras wilden halen, waarin een der wielen onge veer 80 c.M. was weggezakt, een poot van het toestel kapot getrokken, zoodat ander halve dag gemoeid ging met de reparatie. Hij vertelde van de ontmoeting, die hij in Bangkok heeft gehad met den Franschen vlieger Challes. In Calcutta, dat in 91/» uur vliegen be reikt wa9, moest een lekke band gerepa reerd worden. Wat een geluk, zeide hij, dat we niet in Akyab geland zijn, zooals oor spronkelijk ons voornemen was, want dan zou de lekke band wellicht nimmer gere pareerd zijn. Een kleine etappe noemde hij de vlucht naar Allahabad, waarvandaan naar Ka rachi gevlogen werd. Vijf minuten na het starten te Karachi sprong de oliedrukmeter kapot, zoodat weer geland werd. Toen na het herstel de Postduif weer was opgestegen en reeds boven zee was, bleek de oliedruk gezakt te zijn, zoodat men weer terugkeerde. Toen alles weer in orde was, en de tocht vervolgd werd, moest men in Bender Abbas ijlings landen voor een zand storm, die zoowel voor het toestel als voor de bemanning onaangename gevolgen zou kunnen hebben. Grappig was Koppen's verhaal over zijn ontmoeting to Bender Abbas met den Duil- schen Oceaanvlieger Koennecke, die niets dan pech heeft gehad. Nu stond zijn toestel daar met een kapotten zuiger. De Hollandsche vlieger vond het wel erg vreemd, dat zijn Duitsche collega zoo slecht den tocht door de tropen had voorbereid. Volgens Koppen leek de heele organisatie van den Duitschen vlieger, die niet eens van een mecanicien vergezeld was, naar niets. Koennecke mag van geluk spreken, dat zijn motor het na Bender Abbas niet meer gedaan heeft, want anders had hij „zeker in de poeier gegaan". Van Koen necke hoorde ik, aldus .spr., al spoedig, dat hij om te beginnen Aleppo niet had kunnen vinden. Ze waren op een 20 K.M. van de stad maar ergens geland en tenslotte hadden ze „den weg gevraagd". Koennecke had het bijv. niet noodig geoordeeld een tropen- koeler mede te nemen en hield niet van het bouwen van extra benzine-tanks. Ergo had hij een stapeltje blikken met benzine in de cabine geplaatst, die zijn metgezel, graaf Solms, gezelschap moesten houden. Nu en dan aldus Koppen kreeg dia goeie graaf eenige blikken op z'n hoofd. Het ging heel eenvoudig bij Koennecke. Wan neer er benzine noodig was, dan werd tij-* dens de vlucht uit zoo'n blik benzine bijge laden. In Bender Abbas lag de geheele motor in mekaar en het slot is geweest, dat graaf Solrns de boot pakte naar zijn vader land. Met of zonder de centen wist Koppen niet te vertellen. Op de route, die Koppen nog aflegde van Bender Abbas naar Bagdad, was de olie- koeler lek geraakt, zoodat met het oog op de reparatie, n& verandering van koers, naar Bushire gevlogen werd. De laatste etappes verliepen zonder inci dent en dezen middag te 3.15 stond de Postduif op Schiphol. „Wat er daarna is gebeurd" besloot luitenant Koppen zijn gezellige causerie dat hebt gij allen zelf meegemaakt". Daarna werd eeD telegram van Prins Hendrik voorgelezen De prins verklaarde daarin den tocht met begondering gevolgd te hebben en hij voegde daaraan toe een gelukwensch aan de energieke bemanning met haar behouden terugkeer. Overste Hardenberg wees op het lief en leed in de luchtvaart. 28 October is een dag van feestviering, 21 October was een dag van tegenspoed. Toen is een vliegtuig van Soesterberg aan flarden gereten en zijn twee leden van de bemaning ernstig gewond geworden Zij worden thans in het hospitaal te Utrecht verpleegd. Gelukkig wijzen de berichten die spr. heden mocht ontvangen op een goeden kans op herstek Op dat spoedige herstel bracht spr. een dronk uit. Nog verschillende andere aanwezigen! Bemanning van „de Postduif", aldus ving Z. Exo. aan. Er zijn oogenblikken in het leven, dat zwijgen welsprekender is dan spre ken en ik heb er een oogenblik aan gedacht om op die wyze welsprekend te zyn en u eenvoudig de hand te drukken. Maar men heeft mij uitgenoodigd te spreken en daaraan zal ik voldoen. Spr. gaf zijn bewondering te kennen over 'de kranige daad der drie Indië-vliegers, die in drie vliegweken kans hebben gezien den tocht naar Indië en terug te volbrengen. Wij weten, aldus ging spr. voort, dat deze prestatie veel van uw zenuwen heeft gevergd», maar toch hebben wij geen medeleden met u, want ook onze zenuwen zijn voortdurend gespannen geweest. Dag aan dag hebben wy in spanning de telegrammen gelezen» waarin zij van uw wedervaren berichtten. Nu deze poging om een recordvlucht te maken, zoo uitstekend gelukt is, wil ook de Nederlandsche regeering zich niet on betuigd laten. Onder daverende toejuichingen deelde §pr. tenslotte mede, dat het H.M. de Koningin liod behaagd, de piloten Koppen en Frijns en den mecanicien Elleman te benoemen tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. De wethouder voor de Handelsinrichtin- gen, de heer J. ter Haar Jr., heette de Indië-vliegers welkom in bet vaderland na mens het gemeentebestuur van Ajnsterdam Gij hebt het bewijs geleverd, aldus zeide spr., dat de Nederlanders van den tegen- woordigen tijd nog altijd met denzelfden moed en dezelfde energie bezield zijn als de zeevaarders uit de gouden eeuw, cu© de Nedrlandsche vlag over alle zeeën der aarde hebben gedragen en den naam van het Nederlandsche volk beroemd hebben, gemaakt. Namens B. en W. betuigde spr. zijn hartelijken dank aan de vliegeniers voor hun groote daad, die zij in allen eenvoud hebben volbracht. Overste Har denberg bood daarna den drie vliegeniers ieder een zilveren beker aan, namens alle leden van de luchtvaartafdeeling van het Nederlandsche leger. Ir. M. H. Damme, daarna het woord voerend, zeide o.a.Het is steeds liet ideaal der Nederlandsche Posterijen ge weest om een snellere postverbinding tus- schen Indië en het moederland in het leven te roepen. Luitenant Koppen heeft thans aange toond, dat zulk een verbinding geen utopie en dat het ideaal der posterijen zonder bwijfel voor verwezenlijking vatbaar is. Mocht er ooit een geregelde postverbinding per vliegtuig tusschen Nederland en de Koloniën ontstaan, dan zal dit op de eerste plaats te danken zijn aan het pionierswerk van luitenant Koppen. Tenslotte deelde 6pr. nog mede, dat hij een telegrafisch en gelukwensch voor luite nant Koppen had ontvangen van het Indi sche personeel der posterijen. Vervolgens voerden nog een zevental andere sprekers het woord, n.h de heeren Johan Boll, namens de luchtvaartafdeeling van de AmsteTdamsche Kamer van Koop handel; Nieuwenhuis namens den Raad van Beheer der Koninklijke Luchtvaart maatschappij generaal-majoor Insinger, namens de artillerie; ir. Stephan, namens de directie der Fokkerfabrieken; ir. A- G. von Baumhauer, namens de directie van den Rijksstudiedienst voor de Lucht vaart; luitenant ter Zee Woltering, de oud- Indië-vlieger Scholte, die zijn collega na»- mens de bemanning van de H-NADP ge- lukwenscht en de heer van den Burg, se cretaris der vereenig'r.g Oost eD West. Luitenant Koppen, die zeer onder den indruk was van de hem gebrachte hulae, dankte met een kort woord. Gisteravond bood de Kon. Ver. voor de Luchtvaart het driemanschap een feestmaal aan. Hierbij zaten mede aan minister Van der Vegte, dc directeur-generaal van P. en T., ir Damme, overste Hardenberg, commandant van SoesteiVerg en anderen. De tafel werd gepresideerd door c/en voorzitter der vereenigmg ir. De Vogel, die in het begin een dtv/nk instelde op de Koningin en de leden van het Vorstenhuis, een dronk die. naar hij opmerkte, paste in Een gezicht op het nieuwe Maas-Waal-kanaal, genomen bij de opening van het kanaal door H.M. de Koningin. De drie luchthelden in de auto, die hen naar Amsterdam bracht: 1. Elleman; 2. luit. Koppen; 3. Frijns. Vrijdagmiddag op Schiphol...! De „Post duif", met de piloten Koppen en Frijns en den mécanicien Elleman, wordt weer thuis verwacht, en honderden belangstel lenden verkeeren in spanning 1 Het ia er ongewoon druk op het modderige vliegveld dat met een ijzerdraadhek is afgezet, en tallooze vlaggen wapperen vroolijk in den harden wind. Onder de aanwezigen zien wij o.a.de minister van Oorlog J. M. J. H. Lambooy, ir. M. H. Damme, directeur- generaal der Posterijen en Telegrafie, Overste Hardenberg, commandant van de afdeeling Luchtvaart te Soested>eTg, de echtgenoot© van luitenant Koppen met haar zoontje, de IndiëvliegeTs Geysendorffer en Scholte en bestuursleden van het Comité, Vliegtocht NederlandIndië en der Ko ninklijke Vereeniging voor de Luchtvaart Om 4 uur wedden de vlüegersf thuis ver wacht, én hier en daar meent men zelfs dat het later zal worden in verband met den halven storm. Zóó verzamelde men zich in het restaurant... men had den tijd... ruim 3 uurl En daarom ook wilde niemand daarbinnen de juichkreten geloo- v-en, die te ongeveer kwart over drieën weerklonken, toen een driemotorig vlieg tuig snel het veld naderde. En tochhet gejubel werd sterker... en h'et volgend mo ment reeds was de „Postduif" neergestre ken 1 Drie kwartier te vroeg, maar daarom niet minder welkom. En nauwelijks stond de machine stil of het enthousiasme der menigte was niet meer te bedwingen. Het ijzerdraadhek bezweek op verschilOcnde plaatsen onder de stuwing der opdringen de men8chenmassa, die dadelijk naar het vliegtuig stormde. De deur der cabine werd opengerukt en den drie vliegeniers werd zelfs geen tyd gelaten om hun vliegjas uit te trekken. Omhangen met groote lauwerkransen wer den zij op de schouders geheschen. Nadat de eerste luidruchtige begroetin gen geëindigd waren, gelukte het den overste Hardenberg luitenant Koppen offi cieel welkom te heeten en geluk te wen- 6chen met zijn schitterende prestatie na mens het Comité Vliegtocht-NederlandIn dië, welks voorzitter, generaal G. C. Snij ders, op het oogenblik buitenslands ver toeft. Met een driewerf hoera op de be manning van de „Postduif", waarmee al len instemden, besloot overste Hardenberg zijn korte toe-spraak. Nadat de postzakken, die de „Postduif" uit Batavia had medegebracht, uit het vliegtuig waren geladen, namen de drie, met kransen omhangen, luchtvaarders in een open auto plaats en ving de tocht naar de stad aan. ft Gevolgd door een onafzienbare ry aute'a begaven de drie vliegeniers zich naar Hotel „l'Eorope", te Amsterdam, waar de Kon. Ned. Vereeniging bon een grootsche hulde had bereid. De komst der drie „Oostinjevaarders" scheen zich reeds als een loopend vuurtje te hebben verbreid. Op den Slofcerdyk en langs de Ringvaart was de belangstelling uiteraard niet groot, maar op de grens van de bebouwde kom wachtte een groote menigte de komst van den stoet af. Langs Willemsparkweg en Museumplein be ga! de stoet zich naar „PEurope". Overal langs den weg hadden de Indië-vliegers de huldebetuigingen der enthousiaste menigte in ontvangst te nemen. Vooral de schooljeugd, die juist de school had verlaten, liet zich niet onbetuigd, en nam een werkzaam aan deel bij de huldiging. Bij „l'Europe" een eerewacht van collega's van Koppen by de deur en nauwelyks heeft de leider van de record-vlucht den drempel overschreden of een groote lauwerkrans werd hem om de schouders gelegd en tallooze handen werden naar hem uitgestoken. Dan gaan de vliegers naar boven om zich te verfrisschen. De autoriteiten en wachten in de receptiezaal, waar mevr. Koppen mede deelde op een vraag, dat zy zeer trotsch was op haar man, maar.... dat zy hem nooit meer voor zulk een tocht zou laten gaan. Inmiddels merkten wy opde minister van Waterstaat, mr. H. v. d. Vegte, minister Lambooy, generaal-majoor Insinger, overste Hardenberg, kapitein Versteegh, de Indië- vliegers, v. Weerden Poelman, Geyssendorfei en Scholte, wethouder Ter Haar, van Am sterdam, ir. Stephan van de Fokkerfabrieken, de commandant van de Wraarnemersschool Siinon Thomas, Ir. Maas, van den Ryksstudie- dienst, kapt. Steup, kapt. Sar, de heer De Niel, van de Rotterdamsche Aeroclub en verder 7/8 van de Soesterberger Gemeente, die met autobussen gekomen is. Om 20 minuten voor zessen verschijnen de vliegers. Koppen in uniform, Fryns en Elle man in smoking. Met een stormachtig gejuich worden zij begroet. Dan neemt als eerste spre ker het woord de voorzitter van de Kon. Ver. voor de Luchtvaart, de heer Vogel. Moet ik u aanspreken, aldus richtte spr. zich tot luitenant Koppen, als luitenant, als vliegenier of als postbode? Al deze functies hebl gij op een buitengewoon loffelyke wijze vervuld. Vóór alles zie ik u echter als een vaderlander, die der wereld heeft geleerd waartoe het Nederlandsche volk in staat is en wat ook de Nederlandsche industrie, met name de vliegindustrie, vermag. Spr. be schouwde het als luitenant Koppen's groote verdienste, dat hij de banden tusschen de koloniën en het moederland door zijn daad heeft versterkt en daarom had de Kon. Ver. voor de Luchtvaart dan ook besloten om aan ieder der drie Indië-vliegers de gouden me daille toe te kennen, die de vereeniging schenkt aan ieder, die zich op buitengewone wijze voor de Juchtvaart verdienstelijk heb ben gemaakt. Daarna kreeg de Minister van Waterstaat, I mr. H. v. d. Vegte, het woord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5