CORRESPONDENTIE. Kaboutertje's Straf onderwijzer kreeg, Terdedigde Hans zich zelf. Eindelijk was het dan toch Maandag morgen en vol verwachting stapte Hans Daar school. Onderweg haalde hij Jan Berg hout in, die bijzonder op mijnheer Dinkel- man gesteld was geweest en daarom voor de zooveelste maal betoogde, dat „de nieuwe" wel lang zoo aardig niet zou zijn. „Dat is onzin," zei Hans, „je weet nog niets van hem af. Wacht in ieder geval, tot jp hem gezien hebt." De ander bromde nog wat terug, maar hij voelde toch wel, dat Hans eigenlijk ge lijk had. Vóór de school stond de heele klas van Hans en natuurlijk verdiepten alle jongens zich in gissingen hoe „de nieuwe" zijn zou. Dat de kwestie aller belangstelling had, bleek wel uit het feit, dat zelf de laatko mers nu reeds present waren. „Zou hij al binnen zijn?" vroeg één van de jongens en Bruno van Haaften ant woordde: „Ik denk het wel .Ik ben hier ten minste al van kwart vóór negen af en ik heb geen enkel vreemd gezicht zien. Mis schien heeft hij binnen nog wel wat met den baas te bespreken. Die zal hem dan wel uitleggen; dat hij Jan Berghout erg in de gaten moet houden, die nu al het land aan hem heeft, alleen omdat hij zijn vriend Dinkelman heeft durven opvolgen." „Dat is flauw", protesteerde Jan, toen het gelach der anderen bedaard was. „Als het blijkt, dat „de nieuwe. Maar verder kwam hij niet, want de bel ging en de schooldeuren werden door een onderwijzer geopend. Vooraf de jongens uit de klas van Hans haastten zich om bin nen te komen. Hans zelf raakte in het gedrang wat ach teraan en toen hij beziig was zijn pet en zijn jas op te hangen, waren de meeste andere jongens al in het lokaal. De deur stond open en telkens, als er iemand binnenging, meende bij een uiting van ver bazing te hooren. Zop „de nieuwe" er zoo raar uitzien 1 Eindelijk stapte ook Hans naar bónnen en ook hij kon zijn verbazing niet heele- maal onderdrukken vóór de klas stond het hoofd en naast hem... een juffrouw. De nieuwe onderwijzer was een onderwijzeres 1 Daarom had het hoofd dus zoo geheim zinnig geglimlacht, toen de jongens vroe gen hoe „de nieuwe mijnheer" heette en of „hij" een baard had. Ziezoo, er is flink en goed gewerkt, ik kreeg stapels brieven om na te kijken, en heelemaaJ geen klachten; iedereen had plezier in dit soort prijsraadsels. De teleur- gestelden (en dat zijn er natuurlijk zeer velen) moeten maar niet den moed verlie zen hoor en altijd blijven hopen op een vol gende keer. De prijswinnenden wel gefeliciteerd; voor de meesten is het de eerste keer, dat heb ik nagezien jk heb een lijst van allen die in die jaren een boek hebben geloot. Alleen Jacobus Brouwer zag ik, dat hij een paar jaar geleden ook eens gelukkig lootte; nu hij doet trouw mee en verdient het dus wel. Zooveel kinderen schreven: ik zal er nu maar geen brief bij schrijven, want u hebt toch al zooveel te lezen en na te zien. Groot gelijk hoor. Mientje en Nettie van Riessen, fijn hoor, zoo in eens 2 dagen vacantie omdat de kachels gezet worden op school; wat zullen jullie toen heerlijk voor de poppen hebben kunnen zorgen, zeker hun winterkleeren in orde gemaakt? Jo en Riekie Minnema, ik begreep er eerst niets van. toen er hier in Utrecht een brief met raadseloplossingen zonder post zegel er op, in de bus lag, maar jqa lezing der brieven begreep ik het. Gaat maar alle bei meedoen voortaan en noemt mij maar Tante zooals alle kinderen doen. Aardig dat Hiekie eindigde met Poortstraat. Hella ten Cate Brouwer, men mag tot 16 jaar meedoen, als men wil. Zeker zijn er Dog velen van 14 en 15 jaar bij, die mee doen. Met prijsraadsels krijg ik altijd veei meer brieven dan met de gewone raadsels. Dina en Jootje Kouw. goed hoor nu weet ik het van het portretje, dat is prettiger. Wiesje en Heiltje Vis. het kan best op een briefkaart hoor. De prijs is voor jullie samen hoor, dat kan toch ook best. Ik hoop dat er iemand voor jullie naar Leiden kan gaan, om het boek te halen aan bet Bureau Leidsch Dagblad. Jan en Eempien Wassenaar, ja dat weet ik wel dat jullie, tegenwoordig in Noordwijk op school gaat, maar ik reed dien dag van Noordwijkerhout naar Noordwijk-Bmnen en aan Zee en overal zag ik schoolkinderen toen op dat uur. Hoe ver moeten jullie altijd loopen Glazina van Venetie, laat ik je eerst eens feliciteeren met je zestiende verjaardag en je dan zeggen, dat het mij heusch spijt, dat deze brief nu je afscheidsbrief moest zijn. Je hebt verscheidene jaren meegedaan en mij zoo dikwijls gezellige babbeltjes ge schreven. Dat hoop ik ook hoor, dat je wensch vervuld zal worden, namelijk dat ik nog vele jaren de Leidsche raadsel tante mag blijven. Ik vind het aardig dat je toch nog wel de correspondentie zult blijven lezen. Het ga je goed in je verdere leven. Kees Boer, heerlijk hoor dat je broertje nu weer thuis is, en dat hij zich zoo'n flinke groote jongen heeft getoond. Heeft hij nu geen oorpijn meer? behoeft bij nu niet weer behandeld te worden? Leni van Leeuwen, je bent mij wel kom als raadselnichtje en natuurlijk mag je mij Tante noemen. Coba en Maartje Haasnoot dat beloof ik dat als ik ooit weer eens door Katwijk- Binnen rijd door de Voorstraat dat ik dan naar no. £8 zal kijken. Ik had beloofd dezen zomer eens in Katwijk aan Zee te komen voor mijne raadseljeugd, ik.heb het heusch niet kunnen doen, want doordat ik zooveel aan hoofdpijn leed, was ik zóóveel voor mijne gezondheid buiten gelogeerd. Agatha Braat, ik denk dat Jo je boek ook wel mag lezen, nietwaar, dus ze zal ook blij ziin, dat je een prijs hebt. Lies je Stoffels, ik loot onder degenen, die goede oplossingen der prijsraadseles hebben gestuurd en wie dan gelukkig loot, vindt zijn naam bij de prgswionenden, altijd 4 namen, behalve als er eens extra prijzen zgn. Jacobus Brouwer, ben je erg big, dat je gelukkig hebt geloot? Henny IL H., ja hoor, ik heb dezer dagen bijzonder veel brieven gekregen, dus ook zeer veel te pennen. Emanuel El jon, ja, ik miste je de laatste weken. Was je ziek? Wat scheelde er aan? Heb je lang moeten verzuimen van sch<x)l? Nico van Wgk, jjj ook wou mij helpen door mij nu geen langen brief te schrijven, dat was best. Cor Broers, neen hoor, de kindercourant komt niet altijd voortaan op Zaterdag. Je zou nu nog veel meer te tellen hebben, als je alle namen eens ging tellen van grooteren en kleineren bg elkaar. Cobus Flippo, je schreef, dat je nog wel honderden woorden kon zoeken; ik ben big, dat je zo niet opschreef; wat zou ik dan veel werk hebben. Willy de Neys dacht jij 109 namen den vorigen keer; nu deze week nog veel meer alles bij elkaar. Cootje Poldervaart, gelukkig, dat de pijn is opgehouden, nadat de kies was getrokken. Drietal Koevoet, ja, wat een hoop brie ven! Je begrijpt hoeveel ik dan moet na kijken. Jantje is een flinke jongen, als hg al zoo ver kan wandelen. Nu kastanjes en eikels, zijn toch ook leuk om die te zamelen. Jan Evers, gelukkig, dat je moeder weer beter is, want wat ongezellig in huis, vind je niet, als moeder ziek is. Pietje Jongeleen, wel gefeliciteerd met je verjaardag. Was je blij met alle ca deautjes, ook met de nieuwe gebreide jurk? Ali den Hertog, juist, dat is goed, help jg jo moeder maar flink in de huishouding, dan leer je dat ook goed, en dan ben je een goeden steun voor je moeder. Marietje en Neeüe de Best, jullie hebt dus ook genoten van de kachel vacantie, zoo als ik het maar eens zal noemen. Adn Zaalberg, dit was dus de eerste keer, dat je meedeed aan prijsraadsels; ik ben big, dat het zoo in je smaak viel. Henk Boom, dat begrijp ik, hoor, dat je Daar was eens een kleine KaDouier, Die werd er hoe langer hoe stouter: Hij wilde geen lessen meer leeren. Maar steeds op de daken marcheeren; Hij wou er niet zingen, niet spelen En bleef er zich duchtig vervelen. En driftig zei Vader Kabouter: Zoo word jij maar stouter en stouter, Dan zul je ook b 1 g v e n marcheeren, Dan hoef jg geen lessen te leeren. Je mag ook niet zingen, niet spelen, Dan zal je je moeten vervelen! Toen huilde die kleine kabouter En dacht: Och, nu ben ik niet stouter, Ik moet me zoo vrees'lgk vervelen, Ik mag niets en 't kan me zoo schelen, O, mocht ik maar leeren, maar leeren, 'k Zou nooit meer langs daken marcheeren. Toen zei de wgze kabouter: Nu gaat hert; heel goed, kleino Wouter, 1Nu mag je eens dansen en springen Eens big zijn en schoolliedjes zingen; Maar denk er om: niet meer mar cheeren, Of 'k zaJ je nog anders trakteer en! TRUUS SALOMONS. met je moeders verjaardag toen geen tijd had om raadsels op te lossen. Ploni v. d. Meer, je doet al een poosje mee, dus ik dacht, dat jg wel wist, dat in loot onder alle kinderen, die goede op lossingen inzenden. Abram van Wijk, je had je brief niet onderteekend, maar gelukkig begreep ik uit je brief, dat jij het was. Voortaan niet meer vergoten hoor om te ondertekenen. Jammer, dat de tgd van de schooltuintjes voorbij is. Johan Leder, je brief der vorige week was nü ook in dit pakket; bezorg je brief altgd maar goed bijtijds. Annie de l'Eclose, heb jg de namen ge teld de vorige week? 113, je hebt gelijk, maar nu nog veel meer van grooteren en kleineren te zaraen, dus je begrijpt, wat een werk. Ja en bij die 113 verleden week waren nog niet eens alle brieven uit het ziekenhuis. Beppie Bots, je zal het weer gezellig hebben gehad met Ploni, toen ze bij je logeerde; jullie hadden de brieven wel in hetzelfde couvert mogen doen. Drietal v. d. Akkeer, als jullie trouw blijft meedoen, zullen jullie toch, hoop ik, ook wel eens gelukkig loten. Ik zou je heusch niet aan sigarenbandjes kunnen hel pen, ik heb nog nooit een sigaar gerookt. Dirkje Ilopman, dat was opperbest bedacht, dat je vader en je broer het je eerst voor deden hoe het moest, en toen jij zelf zoeken. Aagje v. d. Ham, zeker, het is een heel gezoek, dat weet ik wel, het lukt niet dadelijk. Bram Linschooten, neen, ik heb zelf geen radio, maar hoor het wel bij anderen. Toen ik in Leiden logeerde, hoorde ik het dage lijks en heb dikwijls erg er van genoten. Herman Zaalberg, dat weet ik wel, dat jg pas één keer een prijs kreeg en Daan Baars nog nooit eens; ik hoop voor julltia, dat jullie ook eens gelukkig zult zijn in de toekomst bij het loten. Joop Aalbersberg, zoo, kom jg hier in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 23